Bronnen bij Multiculturalisme en cultuurrelativisme: slavernij

5 jul.2010

Een van de manieren om de gelijkheid der culturen te betogen is te wijzen op westerse fouten uit het verleden. De bekendste daarvan is de slavernij. Daarvan wordt zelfs een hele campagne gemaakt:


Uit: De Volkskrant, 01-07-2010, van verslaggeefster Ianthe Sahadat

Interview | Stephen Small, hoogleraar Nederlands slavernijverleden

'Elk kind moet op school leren over het Nederlandse slavernijverleden'

De tijd dat Nederland zijn kop in het zand stak als het over het slavernijverleden ging, lijkt voorbij, zegt de kersverse hoogleraar.

Tussentitel: Voor wie was de Gouden eeuw? Niet voor de slaven

Het Nederlandse slavernijverleden wordt vandaag herdacht met de viering van Keti Koti, Surinaams voor ‘het verbreken van de ketenen’. Precies 147 jaar geleden, op 1 juli 1863, schafte Nederland als één van de laatste landen de slavernij af.
    De jaarlijkse herdenking krijgt van oudsher voornamelijk aandacht in Surinaamse en Antilliaanse kring. Maar volgens de Britse wetenschapper Stephen Small (50) vindt er een kentering plaats. Small werd deze week benoemd tot bijzonder hoogleraar Nederlands slavernijverleden aan Universiteit van Amsterdam. ‘Mijn benoeming is illustratief’, zegt Small een dag voor de herdenking op een symposium van het Nederlandse slavernij-instituut NiNsee. ‘Er is meer aandacht voor het onderwerp.’
    Hij is de eerste hoogleraar in Nederland die zich met recente uitingen van de nalatenschap van de slavernij bezig gaat houden.

Veel Surinamers en Antillianen in Nederland vinden dat er te weinig aandacht is voor het slavernijverleden. Wat vindt u?
‘Het verschil met de Verenigde Staten is reusachtig. Maar je moet daarbij bedenken dat 12 procent van de Amerikanen Afrikaanse roots heeft. In Nederland is dat percentage veel kleiner. Toch wil ik graag verder uitdiepen waarom er in de VS veel kritischer en bewuster naar het slavernijverleden wordt gekeken dan hier. Een voorbeeld: de 17de eeuw wordt in Nederland de Gouden Eeuw genoemd. Maar voor wie was die eeuw goud? Voor de slaven die in boten gestapeld de oceaan overgingen?’  ...
    ‘Het slavernijverleden is een integraal onderdeel van de Nederlandse geschiedenis, niet alleen van de nakomelingen van de slaven. Elk kind moet er op school over leren, net als over de Tweede Wereldoorlog. Het hoort bij Nederland.’


Red.:   Tja, dat heb je ervan als iemand van buiten aanstelt met bovendien een vooroordeel (Small is van halve Jamaïcaanse afkomst)... dan weet je niet dat in Nederland het slavernijverleden uitvoering op de middelbare school aan de orde komt. Inclusief het feit dat op het gehele Afrikaanse continent het houden van slaven de normaalste zaak van de wereld was, en de westerse slavenhalers niet meer waren dan vervoerders. De Afrikaanse slaven werden door andere Afrikanen aan de kust afgeleverd, alwaar de westerse ondernemers ze verscheepten naar de diverse delen van Amerika. Andere afnemers, aan de andere kant van het continent, waren de Arabieren.
    Eigenlijk is over de hele wereld het houden van slaven altijd normaal geweest. Er is ook een uitzondering:


Uit: De Volkskrant, 01-07-2010, door Piet Emmer, emeritus-hoogleraar in de geschiedenis van de Europese expansie, Universiteit Leiden. In 2000 publiceerde hij De Nederlandse slavenhandel 1500-1850 (de Arbeiderspers). Als Pieter C. Emmer redigeerde hij, samen met Seymour Drescher, de pasverschenen bundel Who Abolished Slavery? Slave Revolts and Abolitionism (New York/Oxford, 2010).

Slavernij is afgeschaft door oude, deftige, witte heren

Tussentitel: Door de afschaffing van de Atlantische slavenhandel konden Afrikanen meer slaven kopen

Vreemd die viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli. Wat herdenken we eigenlijk? Dat een klein aantal ondemocratisch gekozen, deftige en vermogende blanke heren in Den Haag een wet hebben aangenomen, waarin werd bepaald dat er op 1 juli 1863 een einde moest komen aan de slavernij in de Nederlandse koloniën in West-Indië? Moet je daar een feestelijk gezicht bij trekken?
    Vandaag de dag zijn we toch van mening dat Nederland die slavernij in zijn koloniën nooit had moeten toestaan en dat de afschaffing in 1863 rijkelijk laat was? Bovendien hadden die witte heren bepaald dat een deel van de vrijgelaten slaven nog eens tien jaar verplicht op de plantages moest blijven werken en dat alleen de slaveneigenaren een vergoeding zouden krijgen van gemiddeld 300 gulden per vrijgelaten slaaf. De slaven zelf kregen niets. Allemaal redenen om 1 juli maar liever te vergeten.
    Maar is die slavenbevrijding wel een ‘witte’ daad? Is daar niet wat aan te doen? En ja hoor, de laatste jaren zijn er een paar studies verschenen, waarin een politiek correcte versie van de afschaffing wordt gepresenteerd en waarin het slavenverzet de belangrijkste oorzaak voor de beëindiging van de slavernij wordt genoemd.
    at verzet zou de slavernij zo onbeheersbaar hebben gemaakt dat slavenarbeid onrendabel werd. Kijk maar naar de slavenopstand op Saint Domingue, het Franse deel van het eiland Hispaniola. Daar bevrijdden de slaven zichzelf en riepen in 1804 de zwarte republiek Haïti uit. Welke slaveneigenaar kon daarna nog rustig slapen? Niet de wet, maar het verzet had een einde gemaakt aan de slavernij.
    Zo’n interpretatie geeft 1 juli een heel andere betekenis. Per slot zou 5 mei ook met meer enthousiasme gevierd worden als Nederland zichzelf van de bezetter had ontdaan. In dat laatste heb ik als kind trouwens vast geloofd, want in de verhalen over de Oorlog ging het wel heel vaak over het Verzet, terwijl ik Stalingrad en de invasie in Normandië in herinnering heb als militaire operaties, waarbij ons land niet direct betrokken was.
    Pas op school werd mij duidelijk dat de bevrijding van Nederland het resultaat was van gebeurtenissen die zich grotendeels buiten ons land hadden afgespeeld. En dat geldt mutatis mutandis ook voor de afschaffing van de slavernij. De these dat de slaven zichzelf hebben bevrijd, mag dan een warm gevoel van binnen veroorzaken, ze is met uitzondering van Haïti onjuist.    ...
    Toch is het slavenverzet wel degelijk van belang geweest, zij het op een heel ander continent. Niet de slaven in de Nieuwe Wereld, maar de slaven in Afrika hebben van dat verzet geprofiteerd. De opstanden onder de slaven aan boord van de schepen en op de plantages hebben de kosten van de slavenhandel en de slavernij wat verhoogd. In de Nieuwe Wereld beperkte dat de aantrekkelijkheid om slaven te kopen enigszins en zo bleven er meer slaven in Afrika.   ...
    Natuurlijk zou het nog mooier zijn als er daardoor in Afrika ook minder mensen tot slaaf zouden zijn gemaakt. Maar zo inschikkelijk is de geschiedenis niet, want alles wijst erop dat de afschaffing van de Atlantische slavenhandel de prijzen op de Afrikaanse slavenmarkten deed dalen en dat de Afrikanen het zich daardoor konden veroorloven om zelf meer slaven te kopen. ...


Red.:   Waarbij het ook nog zo is dat de levensstandaard van de nakomelingen van de overscheepte Afrikanen oneindig veel hoger ligt dan die van de thuisgebleven Afrikanen. Wat is er hier mis gegaan met de theorie van de verscheepte Afrikaan als slachtoffer?
    Wat er misgaat is dat het allemaal ideologie is. Want stel nu is dat het daadwerkelijk alleen over culturele misstanden ging. Dan zouden alle vormen van culturele misstanden dezelfde aandacht moeten krijgen, en dezelfde "waardering". Maar in beide gevallen is er een sterke asymmetrie. Neem nou eens een andere misstand:


Uit: De Volkskrant, 01-07-2010, van verslaggever Iñaki Oñorbe Genovesi

'Mensenoffer heeft ook nu nog plaats'

Tentoonstelling over de Inca’s trekt een vergelijking met het heden.

Wat heeft de beeltenis van de marteldood van Jezus Christus te maken met de Inca’s, de Zuid-Amerikaanse indianenstam die tussen 1250 en 1532 een van de meest georganiseerde beschavingen uit de historie voortbracht?
    Conservator Edward de Bock, samensteller van Inca’s, Capac Hucha in het Wereldmuseum in Rotterdam, kent geen enkele twijfel: de religieuze betekenis. ‘Niemand roept dat deze afbeelding wreed is. Omdat we dit tafereel associëren met het offer door God van zijn eigen zoon. Maar zodra het over mensenoffers bij oude beschavingen gaat, maakt dat religieuze karakter ineens plaats voor typeringen als bloederigs en barbaars.’
    Het heeft De Bock, die op zijn negende al gefascineerd raakte door de Inca’s en hun machtige voorgangers, maar ook door de machtige rijken die hen in het Zuid-Amerikaanse Andesgebergte voorafgingen (de eveneens in het Wereldmuseum vertegenwoordigde Chimú, Moche, Nasca’s en Chavín) altijd geërgerd hoe het negatieve van de mensenoffers wordt benadrukt. Terwijl uit steeds meer vondsten volgens De Bock blijkt ‘hoe belangrijk en ook universeel’ het mensenoffer altijd is geweest.   ...
    Maar wat te denken van het moderne offer, zoals beeldend kunstenares Claudia Sola die ook op de expositie toont aan de hand van haar korte film Hero, Princess, Prince. Jonge mannen en vrouwen worden in soldatenuniformen gestoken, apart gezet van de burgerij en vervolgens naar Irak, Afghanistan of andere conflictgebieden gestuurd. Ze worden met andere woorden naar een grens van leven en dood gestuurd opdat de continuïteit van de eigen maatschappij kan worden gewaarborgd.
    Een opvallende boodschap. Maar volgens De Bock een gedrag dat niet wezenlijk verschilt van de mensenoffers bij de Inca’s en andere Andesculturen. Want ook zij waren heilig ervan overtuigd dat mensenoffers een cruciale rol speelden in de instandhouding van de levenscyclus. ...
    Maar het meest tot de verbeelding spreken toch de kinderoffers van de Inca’s. Deze Capac Hucha (koninklijke plicht) was niet alleen van religieus belang, maar ook van grote sociaal-politiek betekenis voor de beroemde indianenstam. Door te offeren kreeg de koning kennis over heden, verleden en toekomst. Dat slechts de volmaaktste kinderen daarvoor in aanmerking kwamen, is volgens De Bock het zoveelste bewijs ‘dat een mensenleven echt wel wat waard was en mensenoffers veel meer waren dan zinloos bloedvergieten’


Red.:   Als culturele misstand is het mensenoffer redelijk vergelijkbaar met slavernij. Maar het mensenoffer wordt niet bedreven door blanken, en wel door andere culturen. Dus wordt er meteen een stuk relativerende over gepraat. Wordt er een volstrekt absurde vergelijking gemaakt met oor;logen als in Irak en Afghanistan, waarin het allereerste streven van vrijwel alle betrokkenen is om zo min mogelijk slachtoffer te maken, vooral in eigen kring.
    De vergelijking van de behandeling van slavernij bederven door westerse culturen en die door niet-westerse culturen, tezamen met de behandeling van niet-westers-cultuele missstanden als mensenoffers laat eenduidig zien: het gaat niet niet om sociologie, maar om ideologie. En leugens en propaganda voor "de gelijkheid der culturen".


Naar Multiculturalisme , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .