Het roofdier en het groepsdier

De parabel van Het roofdier en het groepsdier is in feite een moderne weerslag van de twee methodes die de natuur heeft ontwikkeld om de verhouding tussen de dieren te regelen. Het roofdier voorziet in zijn elementaire levensbehoefte van voedsel ten koste van het leven van andere dieren. Het kuddedier doet dat in het algemeen niet. Dit kan verder geabstraheerd worden tot het verschil tussen een individualistische versus een collectivistische houding ten opzichte van de wereld. En het is volkomen duidelijk dat wat ze verder ook mogen zijn, de communistische regeringen van het voormalige Oostblok veel collectivistischer waren dan de huidige regeringen. In het Westen wordt dit juist ook als een groot voordeel gepresenteerd, en gewezen op de veel grotere individuele vrijheden.

Het roofdiermodel heeft ook een aantal negatieve spirituele aspecten. De vrijheid van het roofdier is inderdaad groter. Dat komt omdat de meeste roofdiersoorten zich weinig gelegen hoeven te laten liggen aan soortgenoten. Ze leven een solistisch leven, komen slechts samen voor de voortplanting. De verklaring kan simpel zijn: bij de jacht op een enkele prooi zijn twee roofdieren automatisch ook meteen concurrenten, en door de wapens die roofdieren hebben zijn ze dan meteen ook gevaarlijk voor elkaar. Er zijn ook uitzonderingen op deze regel, maar die zijn waarschijnlijk het gevolg van verdere specialisatie en natuurlijke dwang: als het niet meer mogelijk is om een prooi in je eentje te vangen, wordt samenwerking een noodzaak tot overleven. Een enkele leeuw heeft weinig kans tot overleven. Maar dat bij het samenleven in een roedel geen sprake is van een verbetering in de spirituele houding van de leeuw blijkt uit het feit dat leeuwen actief op zoek gaan naar de welpen van de concurrent, de cheetah, om deze te doden.

Het spirituele karakter van het roofdier wordt gedomineerd door het gegeven dat een roofdier geen oog mag hebben voor het individu van het prooidier, laat staan de persoon en het karakter ervan. Een roofdier heeft een ingeboren gebrek aan empathie. Een enkele blik in de ogen van het dier zou moeten volstaan om het bewijs hiervan te voltooien. Degenen in de mensenmaatschappij die een puur individualistische levenswijze voorstaan kunnen op dezelfde manier geïdentificeerd worden: kijk in hun ogen (VARA TV Magazine, 52/53-2005, column door Midas Dekkers):
  De lieve leeuw

...   Natuurlijk mag je je poes geen vlees onthouden. Zelf heb ik een tuin voor mijn poezen aangelegd, waar veel vogeltjes op afkomen. Die hoeven ze alleen nog zelf te pakken. Koester ik adders aan mijn borst? Ja. En terecht. Roofdieren zijn veel leuker om mee om te gaan dan zoiets tams als een konijn. Daders zijn interessanter dan slachtoffers.
    Vegetarische beesten hebben hun ogen van opzij om het gevaar van alle kanten aan te zien komen, roofdieren hebben hun ogen als koplampen van voren om gericht toe te slaan. Ogen van voren scheppen contact. Wat heb je aan een geliefde die je niet in de ogen kan kijken? Peil de blik van je poes of je hond, oog in oog, en het blijkt er een van herkenning. Roofdieren onder elkaar. ...

Natuurlijk is dat laatste volstrekt onjuist - Dekkers' misverstand is veroorzaakt door het zijn van een fervente kattenliefhebber - in het algemeen geldt dat kattenliefhebbers individualisten zijn, en hondenliefhebbers zijn meer groepsdieren. Bij alle katten is dat roofdier instinct nog aanwezig, bij de meeste honden niet, en bij de meeste mensen ook niet. Maar naar gedrag kijkende zou je bijna veronderstellen dat het bij mensen meer aanwezig is dan bij honden (natuurlijk, zou je bijna zeggen, is ook dit inzicht besproken door de sciencefiction literatuur, zie Clifford D. Simak, City uitleg of detail )


Naar Wolven en schapen , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home .