Bronnen bij Sociologische krachten: groep, erkenning

In de media, volstrekt gedomineerd door alfa's en gamma's van de verkeerde soort, is het ontkennen van groepsverschillen een dagelijkse bezigheid. En correcties zijn tot nu toe zo zeldzaam geweest dat deze redactie zich de laatste niet kan herinneren. Hier volgt zo'n bijzonder zeldzame uitzondering (de Volkskrant, 07-02-2014, door Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen):
  Een lesje statistiek over man-vrouwverschillen

Te vaak heb ik deze zin gelezen: 'Vrouwen en mannen verschillen onderling net zoveel van elkaar als ze van de andere sekse verschillen.' ...

En vul dit dus aan met "Allochtonen en Nederlanders", "Blanken en gekleurden", enzovoort.
  Dat wordt nota bene vaak gezegd bij onderzoeksresultaten die een statistisch significant verschil tussen mannen en vrouwen aantonen (Wetenschap, 1 februari). Hoogste tijd voor een lesje statistiek.

Inderdaad ... Zo hardnekkig is het verschijnsel. Het is ingekankerd.
    Mevrouw Vonk gaat het uitleggen:
  Stel, je wilt weten of mannen en vrouwen verschillen in gewicht. Je zet honderd willekeurige vrouwen en mannen op de weegschaal. Het gemiddelde gewicht van de vrouwen is 70 kg en van de mannen 84. Maar er zijn natuurlijk ook grote onderlinge verschillen. Er zit een vrouw van liefst 130 kg in de steekproef, zij is zwaarder dan elke man in deze steekproef. En er zijn een paar dunne mannen van rond de 60 kg. De gewichtsverdelingen van de mannen en de vrouwen overlappen elkaar voor een groot deel. Kun je dan zeggen dat vrouwen en mannen onderling net zoveel van elkaar verschillen als van de andere sekse?
    Nee natuurlijk, we weten dat het gemiddelde verschil betekenisvol (significant) is. Dat kun je toetsen met een statistische techniek, variantie-analyse. Daarbij zet je verschillen tussen groepen (in dit geval man en vrouw) af tegen verschillen binnen groepen (de variantie: de verschillen tussen mannen en vrouwen onderling). Je toetst dan of het verschil in gemiddelden tussen de groepen voortkomt uit de normale spreiding die er op elke variabele is.
   Als de verschillen tussen de groepen flink groter zijn dan de verschillen binnen groepen, en als de steekproef groot genoeg is, kan het verschil statistisch betrouwbaar zijn: significant. De kans is dan klein dat het verschil voortkomt uit toevallige variatie binnen de steekproef.

Het vrijwel identieke verhaal als dat op deze website in Groep en individu  , geschreven in 2004. En ook deze versie van mevrouw Vonk zal vermoedelijk totaal geen indruk maken. De psychologische druk van "Ik ben een individu" en "Voor je het weet hebben ze het over rasverschillen" zijn veel groter.


Naar Cultuur, gelijkheid  , Westerse organisatie  , of site home  .

9 feb.2014