Bronnen bij Solidariteit: ontwikkelingshulp
| 20 jul.2011 |
Het Afrikaanse continent kent grote variaties in natuur - misschien meer dan
welk ander continent ook. En vanwege de negatieve uitersten ervan, is Afrika ook
de focus van talloze acties tot solidariteit, meestal onder de algemene vlag van
ontwikkelingshulp, een vorm van hulp die bedreven wordt onder het motto:
"Zielige mensen móet je helpen". Een emotie. Een emotie dusdanig diepgevoeld
en dusdanig ideologisch verankerd door met name de deelnemers aan de solidariteitsacties, dat ze ieder zicht op de
effecten van hun acties verloren hebben. Men zet zwaar in op de zieligheid, en
wenst totaal geen rationele overwegingen in de zaak te betrekken.
Het is lastig om deze gang van zaken te bestrijden, want je wordt al snel van
harteloosheid beschuldigd. Maar er is sinds met name de opkomst van China, is er
toch enige aarzeling te bemerken. Reden om hier een poging te wagen tot
beschrijving van de gehanteerde methodiek. De aanleiding is een nieuwe geval van
honger in het oosten van Afrika, met name Somalië. Hieronder de berichtgeving in
beelden van krantenpagina's, omdat de beelden ook de meest indringende vorm van
propaganda van de hulpverleners zijn, zo veel mogelijk in chronologische
volgorde (de selectie is uit de Volkskrant, maar ze is representatief
voor vrijwel de gehele media):
|
|
|
06-11-2011 |
|
|
|
|
|
|
|
|
14-07-11 |
15-07-2011 |
|
|
|
|
|
|
|
14-07-2011 |
|
|
|
|
|
|
|
18-07-2011 |
|
|
|
|
|
|
|
|
20-07-11 |
21-07-11 |
|
|
Dat was de emotionele boodschap.
En dan nu de rationele inbreng, op dezelfde schaal weergeven
ter illustratie van de waarde die men toekent aan die rationele inbreng:
Hé, dat lijkt helemaal niet over Somalië te gaan. Daarvoor is het dan ook nodig
om de tekst tot je te nemen. Hier is die tekst (de Volkskrant,
20-07-2011, rubriek Ander commentaar):
|
Elsevier
'Extra geven biedt geen enkel zicht op structurele
verbetering in de HOORN VAN AFRIKA. Het grootste probleem is
niet de droogte, maar dat de bevolking zich 'onnavolgbaar snel
voortplant', zoals diplomaat Hans Docter in Nairobi terecht
opmerkt. Geboortebeperking is geboden. Daarnaast faalt het
landbouwbeleid van het in theorie zeer vruchtbare Ethiopië. En
maken in het wetteloze Somalië islamistische extremisten de
dienst uit. Dáár moeten de goedwillende donoren de nadruk op
leggen.'
|
|
Het is echt hopeloos.
Dat wil zeggen: de houding van die hulpverleners die toesnellen om nog meer
zielige kindertjes in leven te houden
Uit: Jack Vance: Magnus Ridolph
De Kokod-krijgers
Magnus Ridolph zat op de Glazen Pier in Providencia, in zijn hand een
kwarti-kwartino Blauwe Ondergang. Achter hem rees Kaap Granatee op, voor hem lag
de Mille-eilanden Oceaan en de menigte kleine eilandjes, elk met zijn
boomformaties en neo-classicistische villa. ...
Magnus Ridolph zuchtte en keek naar zijn glas likeur. Dit zou
zijn laatste glas zijn; hierna zou hij vin ordinaire moeten drinken, een
vloeistof die heel goed als dragon-azijn te gebruiken zou zijn geweest, en werd
bereid uit de gefermenteerde schil van een plaatselijke cactussoort. Een
bediende kwam op hem af. "Een dame wenst u te
spreken, sinjeur.’
Magnus Ridolph bracht zijn keurige witte baard nog wat meer
in orde. "Aarzel niet om haar de weg naar mijn tafel te wijzen."
De bediende ging heen en kwam even later terug. Magnus
Ridolphs wenkbrauwen gingen in een S-vorm omhoog toen hij zijn gast zag: een
dame met een uiterlijk dat verried dat ze gewend was te bevelen, een optreden
dat een militant en waardig soort deugdzaamheid verried. Haar belangstelling
voor Magnus Ridolph was duidelijk beroepsmatig.
Ze bleef abrupt voor zijn tafel staan. "U bent Magnus Ridolph?"
Hij boog. “Wilt u niet gaan zitten?" ...
Magnus Ridolph schraapte zijn keel. "Wat is uw probleem?"
“Ik ben Martha Chickering, abactis van de Vrouwenbond voor het Behoud van Morele
Waarden. Wij bestrijden een bijzonder schandelijke situatie waar het wettig
gezag iets aan weigert te doen. We hebben een beroep gedaan op het geweten van
de betrokkenen, maar ik vrees dat financieel gewin hen meer zegt dan fatsoen.”
“Wilt u zo vriendelijk zijn om te zeggen wat uw probleem precies behelst?"
“Bent u bekend met de wereld Kokod?" Het laatste woord werd uitgesproken alsof
het een maatschappelijke ziekte was. [correctie red.: 'maatschappelijke ziekte' -
waarschijnlijk bedoeld: "besmettelijke ziekte" (origineel
vermoedelijk: social desease]
Magnus Ridolph knikte ernstig en aaide over zijn keurige witte baard. "Uw
probleem neemt vaste vorm aan."
“Kunt u ons misschien helpen? Ieder weldenkend mens veroordeelt toch wat daar
gebeurt - bruut, onwaardig, weerzinwekkend…”
Magnus Ridolph knikte. “Het uitbuiten van de inheemse bevolking van Kokod is
zeker niet prijzenswaardig.”
“Niet prijzenswaardig?" kreet Martha Chickering. “Weerzinwekkend, dat is het!
Handel in bloed! We verafschuwen de sadistische beesten die bij
stierengevechtenten komen kijken, maar we staan toe, ja, we moedigen zelfs aan
wat er aan afschuwwekkende dingen gebeurt op Kokod. ...
Magnus Ridolph leunde achterover in zijn stoel ...… Maar nee: zegt u eerst eens wat uw
wensen zijn."
"Wij willen dat aan het gokken in Schaduwvallei een eind wordt gemaakt. Wij
willen dat Bruce Holpers en Julius See gerechtelijk worden vervolgd en bestraft.
Wij willen dat er een eind komt aan de oorlogen tussen Kokod-jardinières."
Magnus Ridolph blikte in de verte en het duurde even voor hij
antwoord gaf. Toen hij tenslotte reageerde klonk zijn stem ernstig. “De drie
verlangens die u noemt zijn in deze volgorde van een afnemende haalbaarheid.”
"Ik begrijp u niet, mijnheer Ridolph."
"Het zou heel wel mogelijk zijn een eind te maken aan de activiteiten van
Herberg Schaduwvallei door middel van een bom of een epidemie, Mayerheims
Groteske Zwelling zou heel geschikt zijn. Om Holphers en See te straffen moeten
we aantonen dat op misdadige wijze een niet-bestaande wet is overtreden. En om
een eind te maken aan de oorlogen tussen de verschillende jardinières zal het
noodzakelijk zijn om genetische opbouw, klierwerking, training, instinct en
levensbeschouwing van elk van de talloze Kokod-krijgers te wijzigen.” ...
Magnus Ridolph liep de pier af ...
Minzaam terugblikkend naar de receptionist, die hem
onderzoekend aankeek, slenterde hij de bibliotheek in, waar hij een lege kabine
uitzocht en voor de mnemiphot plaatsnam. Hij zocht het register na tot hij Kokod
vond en drukte toen de juiste knoppen in.
Het scherm kwam tot leven. Magnus Ridolph keek eerst naar een
serie kaarten en plattegronden, waaruit bleek dat Kokod een buitengewoon kleine
wereld was, met een hoge zwaartekracht.
Daarna verscheen een gefilmd beeld van het oppervlak van de
planeet, met daaronder een langzaam voortschuivende strook, die het volgende mee
te delen had:
Hoewel Kokod een kleine wereld is, is het door zijn relatief hoge zwaartekracht
en ook zijn voor mensen geschikte atmosfeer heel goed bewoonbaar. De planeet is
echter nooit gekoloniseerd, dank zij de aanwezigheid van een talrijke autochtone
bevolking, en de afwezigheid van waardevolle mineralen.
Toeristen worden ondergebracht in Herberg Schaduwduwvallei,
een hotel in de Schaduwvallei. Er is een wekelijkse pakketverbinding met
Sterhaven. Het interessantste aspect van Kokod is de bevolking.
Het beeld verdween om plaats te maken voor een afbeelding met het onderschrift:
'Typische Kokod-krijger (van Jardinière Rotsrivier)'. Magnus Ridolph zag een
mensachtig wezen, zestig centimeter lang. Het hoofd was smal en liep uit in een
punt; het lichaam leek op dat van een bij - lang, ook spits toelopend, en bedekt
met een geel dons. Magere armen hielden een één meter twintig lange lans vast,
aan de gordel hing een stenen mes. De benen of poten waren zo te zien van
chitine, en voorzien van scherpe punten met weerhaken. Het wezen keek
zachtmoedig, bijna verwijtend in de camera.
Een stem zei: " U hoort nu de stem van Sam 192 Rotsrivier."
De Kokod-krijger haalde diep adem; halskwabben naast zijn kin trilden. Uit het
mnemiphot-scherm kwam een schel, door merg en been gaand gepiep. De vertaling
ervan verscheen op een paneel rechts.
"Ik ben Sam 192, eskadroniet, Compagnie 14 van de Voorhoede, in dienst van
Jardinière Rotsrivier. Onze dapperheid is een bron van verbazing voor allen;
onze prachtige cilinder is diepgeworteld, de wijdte ervan wordt alleen
overtroffen door die van Jardinière Rozenhelling en sluwe Jardinière
Schelpenstrand. Ik ben vandaag hierheen gekomen op uitnodiging van de
(onvertaalbaar) van Cilinder Klein Vierkant, om verhaal te doen van onze
overwinningen en immens effectieve strategieën.”
Een tweede geluid was nu te horen: een man die met een falsetstem de Kokod-taal
sprak. De vertaling luidde:
“Vertel ons eens iets over het leven in de Rotsrivier Jardinière."
"Het is heel gezellig."
“Wat is het eerste wat u elke ochtend doet?”
“Wij marcheren langs de voedsters, om ons te verzekeren van een de krijger
passende vruchtbaarheid."
“Wat eet u?"
"Wij worden gevoed tijdens de campagne.” (Opmerking: de werking van het
Kokod-metabolisme is niet geheel duidelijk. Blijkbaar fermenteren ze organische
materie in een krop, en oxyderen ze de alcoholen die het gevolg zijn van het
oxydatieproces.)
“Vertel ons over uw dagelijkse leven."
“Wij oefenen ons in een aantal disciplines, stellen ons in de voornaamste
strategische formaties op, werpen onze wapens, oefenen de jonge wichten,
verheffen de veteranen.”
“Hoe vaak levert u strijd?"
“Wanneeer onze tijd daarvoor is gekomen; wanneer de uitdaging is overgebracht
aan de vijand en de juiste Krijgscode met hem is overeengekomen."
“U wilt daarmee zeggen dat u diverse stijlen van vechten kent?”
“Gebruik gemaakt kan worden van zevenennegentig conventionele taktieken. Code 48
bijvoorbeeld, waarvan wij gebruik maakten om de sterke Jardinière Zwart Glas te
overwinnen, staat de combattanten alleen toe om de lans met de linkerhand te
hanteren en staat hen niet toe om de pezen door te snijden met de dolk. Code 69,
daarentegen vereist van hen dat ze eerst de pezen doorsnijden voor ze hun
tegenstander doden; hier worden de lansen dwars gehanteerd, als stootlatten."
“Waarom vecht u? Waarom zijn deze oorlogen er?"
“Omdat de cilinders van andere jardinières de onze zouden gaan overtreffen in
grootte als we niet streden en overwinningen behaalden."
(Opmerking: de cilinder is een samengestelde boom, die in elke jardinière
groeit. Elke overwinning wordt gevierd door het toevoegen van een nieuwe scheut,
die na verloop van tijd vergroeit met de hoofdstam van de cilinder en deze dus
in omvang doet toenemen. De cilinder van Rotsrivier heeft een diameter van zes
meter, en de ouderdom ervan wordt geschat op vierduizend jaar. De cilinder van
Rozenhelling is zeven meter, en die van Schelpenstrand bijna acht meter dik.)
“Wat zou er gebeuren als krijgers van Jardinière Kikkervijver de cilinder van
Rotsrivier zouden omhakken?"
Sam 192 maakte geen geluid. Zijn halskwabben zwollen op, en zijn hoofd schokte
heen en weer. Een ogenblik later draaide hij zich om en liep het gezichtveld van
de camera uit.
Daarbinnen verscheen nu een man met op zijn schouder de epauletten van het
Gemenebestbestuur. Hij keek Sam 192 na met op zijn gezicht een uitdrukking van
neerbuigende welwillendheid die Magnus Ridolph overdraaglijk vond.
"De Kokod-krijgers zijn zeker geen onbekenden meer, dank zij de vele
sociologische verhandelingen die op Aarde het licht hebben gezien. De meest
gezaghebbende daarvan is wellicht die van de Carlysle Stichting: ‘Kokod; een
militaristische maatschappij', mnemiphotcode AK-SK-RD-BP.
Een korte samenvatting van wat door de onderzoekers aan het
licht is gebracht. Er zijn 81 jardinières of kastelen op Kokod, en ze zijn alle
verwikkeld in een zeer geformaliseerde vorm van oorlogvoering met elkaar. De
evolutionaire functie van deze strijd is het verhinderen van overbevolking op
deze kleine wereld. De Moeders van de Jardinières brengen grote aantallen Kokods
voort, en alleen dank zij deze vrij draconische maatregelen kan worden gezorgd
voor een wereld waarin voor allen een zeker niveau van leven mogelijk is, en
waarin de natuurlijke hulpbronnen niet worden uitgeput.
Men heeft mij meer dan eens gevraagd of de Kokod-krijgers
angst kennen voor de dood. Ik ben ervan overtuigd dat hun identificatie met de
eigen jardinière zó intens is dat de krijgers weinig besef van individualiteit
hebben. Het enige waarnaar ze streven is het winnen van veldslagen, zodat ze de
diameter van hun cilinders kunnen vergroten en zo hun jardinière nog roemrijker
kunnen maken dan hij al was" …
Red.: Voordat hij zich wijdde aan het schrijven van
sciencefiction heeft Vance gevaren. Het lijkt of zijn schip ook de kusten van
Afrika heeft aangedaan, met name in de buurt van landen als Somalië en Ruanda
...
Naar Solidariteit
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|