Bronnen bij Westerse cultuur: bestuur, kwaliteit

De gezagsverhoudingen binnen de cultuur bepalen in hoge mate de waarde van de cultuur. Voorbeelden vanuit het negatieve zijn natuurlijk het makkelijkst. Van onderstaande artikel zeggen de koppen al genoeg (de Volkskrant, 31-07-2010, door Noël van Bemmel):
  Afghanistan | De balans opgemaakt van de missie in Uruzgan

Vier jaar lang hard werken voor een fragiel herstel

Tussentitel: Het kernprobleem is het gebrek aan kwaliteit van het lokale bestuur

Een toekomstvisioen van een vrediger en harmonieuzere samenleving. Dat is volgens de Afghanistandeskundige in Kamp Holland, Willem Vogelsang, het belangrijkste wat Nederland achterlaat in Uruzgan. Geen stammenstrijd meer om rivierwater of overheidsbaantjes, maar samenwerken om gemeenschappelijke problemen op te lossen. Hectoliters thee heeft de cultureel adviseur afgelopen jaren met lokale leiders gedronken om hen daarop te wijzen.   ...
   Het kernprobleem van Uruzgan, stellen de onderzoekers, is de gebrekkige kwaliteit van het lokale bestuur. En soms de totale afwezigheid daarvan. Ook Buitenlandse Zaken erkent dat dit onderdeel van de missie lastiger is gebleken dan gedacht. Machtige stammenleiders die door de Nederlanders op een zijspoor waren gezet, bleven informeel aan de touwtjes trekken en werkten de missie tegen.
    Veel energie is gestoken in discrete alfabetiseringslessen voor lokale leiders, computerlessen waarin werd uitgelegd wat een muis is en workshops waarin het verschil tussen korte- en langetermijnplannen werd uitgelegd. Dat had in enkele jaren vruchten kunnen afwerpen, ware het niet dat veel bestuurders werden gewisseld, vertrokken of op een bermbom reden. De Uruzgani zijn zeer ontevreden over hun bestuur en daarvan maken de Taliban knap gebruik.
    De Nederlanders laten na vier jaar een fragiel bestuur achter. De meeste functies zijn niet eens bezet. Mocht dat bestuurlijke bouwsel toch weer in elkaar storten, dan komt ook de ontwikkeling van het onderwijs en de gezondheidszorg in Uruzgan weer in gevaar. De Amerikanen en Australiërs die morgen de verantwoordelijkheid voor Uruzgan overnemen, gaan proberen de rudimentaire bestuursstructuur te versterken.

Dit kan zonder omhaal veralgemeniseerd worden, tot in Nederland aan toe: de kern zit in de kwaliteit van bestuur. Relatief, ten opzichte van Uruzgan en dergelijke, is dat goed. Absoluut, naar slechts een heel beperkt zicht op hoe het zou kunnen en moeten, is het, populair gezegd, waardeloos.

Ergens in de jaren zestig en zeventig begon Japan aan een enorme economische opmars, die aanleiding gaf tot een stroom van artikelen met de boodschap dat Japan de wereld zou overnemen. Ergens eind jaren tachtig of begin jaren negentig kwam die opmars krakend tot stilstand, aanvankelijk door een (lichtere) bankencrisis. Sinds die tijd staat Japan min of meer stil - tot verbazing van velen. Hier is de verklaring (Volkskrant.nl, 09-03-2012, AP):
  Regering Japan verzweeg dat kernramp dreigde

Vier uur nadat een tsunami de Fukushima Dai-ichi-kerncentrale had overspoeld wist de Japanse regering dat de kernen in de reactoren dreigden te smelten. Maar die kennis hield zij maandenlang voor zich. Pas vijf dagen later gaf de toenmalige premier Naoto Kan lucht aan zijn zorg dat de kernramp Tsjernobyl zou kunnen doen verbleken. Dat blijkt uit documenten die vandaag, twee dagen voor de eerste verjaardag van de ramp, zijn vrijgegeven.
    De notulen van de vergaderingen die het door de regering ingestelde crisisteam tussen 11 maart, de dag van de tsunami, en december hield, zijn níet opgenomen. Maar reconstructies tonen de verwarring, het gebrek aan informatie, het gebrek aan daadkracht en de miscommunicatie van de autoriteiten, lokale bestuurders en de medewerkers van de kerncentrale.   ...

Niet expliciet vermeld maar zonder meer hieruit af te leiden: "... en het gebrek aan initiatief en de capaciteit tot zelfstandig handelen als de gezagslijnen verbroken zijn". Kijk maar:
  Terwijl de situatie in hoog tempo verslechterde, verklaarden sommige ministers dat 'niemand de leiding had'. De gereconstrueerde notulen halen een anonieme medewerker aan die uitlegt dat de accu's van het koelsysteem van Fukushima Dai-ichi het niet langer dan acht uur zouden volhouden. 'Als de temperatuur in de reactorkernen na het verstrijken van die termijn blijft oplopen is het mogelijk dat zich een kernsmelting voltrekt', waarschuwde de anonieme medewerker op de eerste vergadering, zo'n vier uur na de tsunami.

Maar ook hier in Nederland heeft men dit niet door. In de schriftelijke versie van dit artikel gaat het voornamelijk over de gevolgen wat betreft het vertrouwen in kernenergie (de Volkskrant, 10-03-2012, door Cor Speksnijder):
  Radicale omslag blijft uit na de catastrofe van Fukushima

De tsunami en de daaropvolgende kernramp in Fukushima, morgen een jaar geleden, hebben van Japan een ander land gemaakt. Of niet? Zeker is dat het establishment zich niet heeft laten inspireren tot vernieuwing.

Met pas aan het einde deze passages:
  'Je ziet geen ingrijpende hervormingen', zegt Japanoloog Henny van der Veer van de Universiteit Leiden. 'Dat neemt niet weg dat er een onderhuidse discussie op gang is gebracht. De regering wordt geconfronteerd met belangengroepen van slachtoffers, met een protestbeweging. Daar moet ze op een of andere manier gehoor aan geven.' In hoeverre de publieke boosheid leidt tot wezenlijke veranderingen in het Japanse politieke bestel is volgens Van der Veer nog moeilijk te zeggen.
    Een geleidelijk proces ligt meer voor de hand dan een radicale ommezwaai. De Amerikaanse politicoloog Richard Samuels van het Massachusetts Institute of Technology bespeurt evenmin een doorbraak in de stroeve economische politieke verhoudingen. Tegen persbureau Reuters zei hij: 'Er is tot nu toe meer over verandering gesproken dan dat er daadwerkelijk is veranderd.'

Wat slechts een reflectie van de onderliggende culturele verhoudingen, natuurlijk. Ook uit het als tussenstuk bijgevoegde website artikel beweegt van het culturele basisprobleem vandaan:
  Tussenstuk:
Regering wist al snel van ernst kernramp
Enkele uren nadat de tsunami vorig jaar de kerncentrale van Fukushima Dai-ichi trof, wist de Japanse regering al dat de schade zo ernstig was dat het gevaar van een meltdown bestond. Dat blijkt uit notulen van het kabinet die gisteren, een jaar na de ramp, werden vrijgegeven..
    ... 'De koeling die nog functioneert, loopt op accu's. Die houden het acht uur vol', staat in een verslag van de eerste crisisvergadering van het kabinet. 'Als de temperatuur in de reactoren langer dan acht uur blijft stijgen, bestaat de mogelijkheid dat zich een meltdown voordoet.' Wie die zei, is niet duidelijk.
    Pas op 14 mei erkende het elektriciteitsbedrijf Tepco dat brandstofstaven gedeeltelijk waren gesmolten. Dat leidde tot de kritiek dat de ernst van het ongeval werd gebagatelliseerd. Uit de notulen van een andere vergadering blijkt dat er grote verwarring en onenigheid heerste. 'Wie leidt de hele operatie eigenlijk?', vroeg de minister van Binnenlandse Zaken tijdens een bijeenkomst op 15 maart. 'Ik krijg te veel onbegrijpelijke verzoeken. Niemand heeft de teugels in handen.'   ...

Maar de meest illustratieve gebeurtenis werd slechts vermeld op televisie, in een reportage over een school waarvan enkele tientallen kinderen waren omgekomen. De staf van de school had een half uur overlegd over wat te doen, nadat de het tsunami-alarm was afgegaan. Want dat is niet het probleem: zolang alles normaal gaat, kunnen Japanners prima organiseren. In plaats van de berg op, had men uiteindelijk gekozen voor een viaduct, waar de groep vanaf werd gespoeld. Een vader wilde geen geld of iets dergelijks, maar wel graag een verklaring en een excuus. Maar verklaring en excuus van leiders komen in deze cultuur ook slechts in twee vormen: of geheel niet, of in de vorm van een diepe vernedering (ook op televisie te zien geweest, waarin directeuren van de centrale-eigenaar, Tepco, een vernederend optreden maakte in een gymzaal vol vluchtelingen. De diepste vernedering: de vluchtelingen erkenden de aanwezigheid van de hoogwaardigheidsbekleders slechts terloops, en maakten geen diepe buiging. Zoals dat allemaal hartstikke verplicht is, in normale omstandigheden).

Het is beslist niet alleen Japan (Volkskrant.nl, 20-04-2014, ANP):
  'Bemanning Koreaans schip was besluiteloos over redding'

Bemanningsleden van het gezonken Zuid-Koreaanse schip waren op het moment dat passagiers geëvacueerd moesten worden, verlamd door besluiteloosheid en communicatieproblemen. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde transcript van het gesprek tussen de bemanning en de verkeersleiding.


Op het meest cruciale moment tijdens de ramp zouden ze hebben getwijfeld, omdat onduidelijk was wat er na de evacuatie zou gebeuren. 'Als we mensen van boord halen, zullen ze dan meteen worden gered', vroeg een bemanningslid zich af.
    Doordat de 476 passagiers niet direct van boord zijn gehaald werd de reddingspoging bemoeilijkt. Het schip lag immers al gekanteld naar één kant waardoor velen niet weg konden komen
    In het gesprek komt ook duidelijk de verantwoordelijkheid van de kapitein naar voren. 'We overzien de situatie niet volledig, dus de kapitein moet de eindbeslissing nemen over of er geëvacueerd moet worden of niet', aldus de verkeersleiding. ...
    Naast de besluiteloosheid en paniek was het volgens de bemanning 'onmogelijk' om passagiers instructies te geven. ...

Oftewel: de radeloosheid en besluiteloosheid was totaal.
 
Ook in China vindt je dergelijke toestanden (de Volkskrant, 14-03-2012, van verslaggever Jonathan Witteman):
  Elk jaar strijken er twintig tot dertig bedrijven in Nederland neer. Slaat de Chinese draak zijn vleugels uit boven het kikkerland?

China begint Nederland te ontdekken

Chinese ondernemers ontdekken meer en meer de vlek tussen de 51ste en 53ste breedtegraad genaamd Nederland. ...

Tussenstuk:
'Ze zijn volgzaam, de baas tegenspreken doen ze niet'

Oprichter van het Eerselse bedrijf Orient Technologies, maker van printers voor kassabonnen en parkeertickets. In 2009 overgenomen door het Chinese ict-bedrijf SNBC, na twee jaar van onderhandelen.
    Een cultuurbotsing op de nuchtere maag. Die kreeg Rudy Falkenburg voor zijn kiezen toen hij voor het eerst twee Chinese ingenieurs in dienst nam bij zijn bedrijf Orient Technologies. Toen hij 's ochtends op kantoor verscheen, stonden zijn nieuwe werknemers hem buiten op te wachten. Ze ontfutselden hem zijn attachékoffertje en droegen de bagage als een goddelijke relikwie naar Falkenburgs werkkamer. 'Dat heb ik ze afgeleerd', grinnikt Falkenburg. 'Dat doen wij hier niet, heb ik gezegd. De baas is de baas, maar er zijn ook menselijke verhoudingen.'    ...

De bekende gezagsverhoudingen van voor de Verlichting, en de verdere ontwikkeling van de moderne westerse maatschappij.

Het volgende bericht was de inspiratie voor een meetbare en objectieve maatstaf voor de kwaliteit van bestuur (de Volkskrant, 25-06-2013, van correspondent Peter Giesen):
  Franse politici openbaren bezit op geheime lijst

Natuurlijk, Franse politici zijn helemaal voor transparantie. Maar hun bezittingen openbaar maken, dat gaat ze te ver. Zo'n lijst met bankrekeningen, Parijse appartementen en auto's leidt slechts tot populisme, voyeurisme en een 'paparazzi-democratie'. Vandaar dat de Franse Assemblée Nationale iets nieuws heeft verzonnen: de niet-openbare openbaarmaking.
    Afgevaardigden, senatoren, regionale en lokale politici geven voortaan hun bezittingen op bij een nieuwe Hoge Autoriteit voor de Transparantie. Burgers mogen die opgave inzien op de prefectuur van hun eigen departement. Als ze vermoeden dat een politicus een scheve schaats rijdt, kunnen zij bij de Hoge Autoriteit terecht. In geen geval mogen ze naar de media lopen of de gegevens op internet zetten. Wie dat toch doet, riskeert een boete van 45 duizend euro of een jaar gevangenisstraf. Het plan is van een Orwelliaanse schoonheid: een Hoge Autoriteit voor de Transparantie die tegen transparantie strijdt.
    Morgen stemt de Assemblée over dit plan. Een uiterst merkwaardig voorstel, vindt Daniel Lebègue van Transparency International Frankrijk. 'Het getuigt van een zeker wantrouwen tegenover burgers, alsof die niet in staat zouden zijn zulke informatie te beoordelen', aldus Lebègue in Le Monde. De parlementariërs gaan rechtstreeks tegen de tijdgeest in, die juist steeds meer openheid en verantwoording vraagt.    ...

Die maatstaf dus zijnde hoeveel de bestuurders, politici in dit geval, verdienen ten opzichte van zij die ze besturen: burgers of werkvloer. Hoe groter het verschil, hoe slechter de kwaliteit van bestuur. Waarvoor er natuurlijk ook andere factoren zijn, maar dit is vermoedelijk de meest betrouwbare.



Naar Westerse cultuur , of site home .

9 aug.2010