Bronnen bij Westerse cultuur: ouderzorg

Een weinig opgemerkt maar essentieel verschil in de voornamelijk Noord-West Europese westerse cultuur is de nieuwe rol van de man bij de opvoeding. In ander culturen is de man vooral verwekker, maar slechts in beperkte, zij het variabele, mate ook een opvoeder - het creoolse een-ouder gezin is een wereldwijs verschijnsel uitleg of detail . De Aziatische culturen lijken wat betreft veel op de Westerse.

Het belang hiervan valt nauwelijks te overschatten (de Volkskrant, 04-02-2009, door Malou van Hintum
  Hulp in de opvoeding

De primatoloog Sarah Blaffer Hrdy trekt uit de manier waarop apen hun kinderen groot brengen lessen voor de mensen. ‘Kinderen zijn het beste af wanneer ze door meer dan één persoon worden opgevoed.’

Tussentitel: ‘Zou je een vliegtuig vol chimpansees stoppen, dan is dat het recept voor een bloedbad. Maar mensen, ook vreemden, verdragen elkaar.’

Fotobijschrift: Sarah Blaffer Hrdy: ‘Vaders zijn bij de opvoeding een grote, goeddeels ongebruikte bron.’

‘Vaders zijn een grote, ongebruikte bron’, zegt primatoloog en antropoloog Sarah Blaffer Hrdy, die afgelopen week in Nederland een eredoctoraat van de Universiteit van Humanistiek in ontvangst nam . Ze neemt een slok van haar cola light, terwijl de chimpansee op het T-shirt onder haar colbert een wortel eet.
    Hrdy (62) reageert op de vraag hoe moeders de vaders van hun kinderen ervan kunnen overtuigen een deel van de zorg op zich te nemen. ‘Dat kunnen ze niet. Alleen de baby kan de vader verleiden. Met zijn reuk, zijn aanrakingen, zijn lachjes.
    ‘Fysiek contact met zijn kind leidt tot biologische veranderingen bij de vader: zijn prolactineniveau gaat omhoog, waardoor hij de behoefte krijgt voor de baby te zorgen.’ Twee weken kraamverlof voor de verse vader lijkt haar in dit verband wat aan de zuinige kant. ‘Wat dacht je van een half jaar?’
    Tien jaar geleden verscheen Hrdy’s boek Mother Nature, waarin de Amerikaanse aan de hand van uitgebreid onderzoek laat zien dat moederschap wordt getekend door ambivalentie. Moeders sluiten altijd compromissen tussen hun eigen belang en dat van hun kind(eren), en soms vallen die nadelig uit voor kinderen – met kindermoord als laatste en slechtste optie.
    Niet omdat zulke moeders de duivel in eigen persoon zijn, maar omdat hun kind hun eigen overleving in de weg zit. Een risico dat groter wordt naarmate moeders minder steun krijgen.
    In haar nieuwe boek Mothers and others gaat ze dieper in op die noodzakelijke steun van derden. Noodzakelijk, want, ‘Moeders worden opnieuw zwanger, terwijl hun eerste kind nog lang niet zelfstandig is. Dat zie je bij andere soorten niet, het is typisch voor mensen: het duurt jaren voordat kinderen zichzelf kunnen redden, maar toch is de tijd tussen de geboorten heel kort. Succesvol kleine kinderen opvoeden kan daarom alleen als moeders hulp krijgen.’
    Die hulp komt in de gemeenschappen die Hrdy en haar collega’s bestuderen, vooral van familie, preciezer: de familie van de moeder. Haar eigen moeder en zussen zorgen mee. ‘Je ziet bij jager/verzamelaars dat de aanwezigheid van een oma de overlevingskansen van een kind aanzienlijk vergroot. Grootmoeders zijn met name belangrijk bij een tekort aan voedsel. Zij graven de knollen uit die een vast onderdeel vormen van het dagelijks menu.’
    En de vaders dan? ‘Jagers komen niet vaak met vlees thuis, en wanneer dat wel het geval is, moet het gedeeld worden met de hele groep. Het zijn vrouwen die zorgen voor continuïteit in de voedselvoorziening.
    ‘Vaders bemoeien zich ook nauwelijks op een directe manier met hun kinderen. Een volk vormt op die regel een uitzondering: de Aka-vaders zorgen net zoveel voor hun kinderen als de moeders.’
    Wat vooral opvalt aan vaderlijke zorg, zegt Hrdy, is dat die bij mensen zo verschillend is. Van vaders die net zoveel zorgen als moeders, tot vaders die helemaal niets doen en zelfs hun vrouw en kinderen in de steek laten. ‘Zulke grote verschillen in vaderschap worden bij andere soorten niet gevonden.’
    Vandaar haar opmerking aan het begin van het gesprek: ‘Vaders zijn een grote, goeddeels ongebruikte bron.’ De vaderlijke zorg is afhankelijk van de omstandigheden, al is het wel zo dat mannen in de regel vaderen een lage prioriteit geven.   ...
    Wat mensen onderscheidt van andere diersoorten, is hun vermogen tot hypersociaal en emotioneel intelligent gedrag, zegt Hrdy. ‘Zou je een vliegtuig vol chimpansees stoppen, dan is dat het recept voor een bloedbad. Maar mensen, ook vreemden, verdragen elkaar. Daar hoeven ze niet eens familie voor te zijn, of bekenden.’
    Baby’s van twee maanden proberen al de aandacht te trekken van andere mensen, schrijft Hrdy. ‘Anders dan chimpansees en andere apen, willen mensen graag samenwerken. Ik denk daarom dat wij veel dichter bij de vreedzame bonobo’s staan, die makkelijk met elkaar samenwerken, dan bij de vechtlustige chimpansees.
   ‘Genetisch gezien is het verschil met beide apensoorten even groot. Maar de chimpansees, met hun interne groepshiërarchie en agressie tegenover niet-groepsleden, zijn altijd als model voor onze manier van leven gebruikt, omdat dat beter aansloot bij onze patriarchale prestatie- en competitiemaatschappij. Bovendien worden chimpanseebaby’s exclusief door hun moeders opgevoed: een argument voor het kerngezin.’
    Maar, zegt ze: ‘Door te veronderstellen dat mensenbaby’s hetzelfde worden opgevoed als chimpanseebaby’s, is de rol die de familie speelt bij het opvoeden van kinderen en daardoor bij de menselijke ontwikkeling, onderbelicht gebleven. En dus ook onderschat.’ Want dankzij het gezamenlijk opvoeden van kinderen zijn mensen pro-sociaal en gericht op samen dingen delen.   ...

En voor mensen, zoals te verwachten, ligt dat precies hetzelfde (de Volkskrant, 28-03-2009, door Marjon Bolwijn):
  Het geluk van betrokken vaders

Kinderen hebben belang bij een grote inbreng van hun vader in de opvoeding. Brengt hij veel tijd met hen door, dan heeft dat een positieve invloed op hun zelfvertrouwen, IQ en leerprestaties. Kinderen profiteren ervan als vaders meer registers open trekken.

Tussentitel: In de samenleving krijg je niets voor niets – dat leer je dan weer van pap

Een man en een vrouw hebben ieder een geheel eigen inbreng in de opvoeding van kinderen, die even belangrijk is. Samen zorgen zij voor een evenwichtige ontwikkeling van een kind. Een moeder biedt, generaliserend gesteld, bescherming en begrip. Een vader bevestiging en uitdaging.
    Wie zich verdiept in dat wat, volgens deskundigen, ouders tot goede opvoeders maakt, zal ontdekken dat pas sinds kort ook vaders tot die categorie worden gerekend. Decennialang werd in onderzoek naar het welzijn, de opvoeding van en zorg voor kinderen alleen de rol van de moeder belicht. ... Sinds pedagogen en psychologen zo’n tien jaar geleden de vader ontdekten, is duidelijk geworden hoe bepalend zij zijn voor de ontwikkeling van een kind. Kinderen die zonder vader opgroeien, voelen zich gemiddeld genomen minder gelukkig en zijn minder zelfstandig. Twee Canadese onderzoeksters houden alle op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde inzichten bij. De Father Involvement Research Alliance publiceert deze.
    Vaders, zo blijkt uit de Canadese gegevens, dagen kinderen uit hun talenten te ontwikkelen, om net een stap verder te gaan dan het kind zelf durft. Waar een moeder een zoon en zeker een dochter bij een manshoog klimrek wijst op de gevaren en met een knoop in de maag smeekt niet tot de top te gaan, is een vader eerder geneigd, vervuld van trots van zo veel lef en ondernemingszin, aanmoedigende kreten uit te slaan. Waar een moeder haar kroost troost bij tegenslag, zal een vader reageren met relativering of kritiek op een gebrek aan doorzettingsvermogen. De ene reactie is niet beter dan de ander, ze zijn beide nuttig. Vanuit de bescherming en steun die een moeder (doorgaans) een kind als vanzelfsprekend biedt, schopt een vader (meestal) zijn kind met zijn aanmoedigingen en uitdagingen de buitenwereld in.
    Kinderen die door twee ouders in gelijke mate worden opgevoed, profiteren van hun beider inbreng. Waar twee mensen aan het roer staan, ontstaat namelijk de neiging tegenwicht te bieden aan de ander. Is de man meer de empathische, voorzichtige ouder, dan zal de moeder haast onbewust de rol kiezen van relativerende en aansporende opvoeder. En andersom.  ...   
    Voor meisjes en jongens is het voordelig als zij twee rolmodellen voorgespiegeld krijgen. De verschillende inbreng van een vader en van een moeder (of een vervanger) in de opvoeding vergroot hun zelfvertrouwen, leerprestaties en IQ. Zoons van een actief zorgende vader blijken minder moeite te hebben zich aan de regels te houden, hun (seksuele) impulsen te beheersen en presteren beter op school. Meisjes met zo’n vader hebben een groter zelfvertrouwen en scoren opvallend hoger in exacte vakken.
    Betrokken vaderschap stimuleert een kind zich in te spannen. Bij prestatie en motivatie lijken kinderen meer waarde te hechten aan het oordeel van hun vader. Dat komt, zegt pedagoog Louis Tavecchio, doordat kinderen zich van nature zeker voelen van de waardering en liefde van hun moeder. Bij hun vader ligt dat anders, hun waardering moeten ze verdienen. En dat mechanisme is een goede voorbereiding op hun toekomstige rol in de samenleving, zegt hij. Want in die samenleving krijg je als volwassene niets voor niets.

Er is ook wat preciezer aan te geven waarom het opvoeden door vaders zo belangrijk is (de Volkskrant, 15-04-2009, door Aimée Kiene):
  Boek | 'Zoons!', handleiding voor moeders

Zo zijn jongens

In Zoons! legt Gerard Janssen uit hoe moeders met hun zoons moeten omgaan. ‘Jongens lopen graag als ze praten.’

Rare jongens, die jongens. Zo begint het boek Zoons!, een handleiding voor moeders die iets wensen te snappen van het wonderlijke gedrag van hun mannelijk nageslacht.
    In dezelfde serie was er al het boek Dochters! een handleiding voor vaders. De vrolijk geïllustreerde boeken hebben als aanname dat het voor vaders moeilijk is te begrijpen wat hun dochter bezighoudt en dat moeders, op hun beurt niks begrijpen van hun zonen. Vaders zijn immers geen meisje geweest, en moeders waren nooit een jongetje.
    Uit Zoons!: ‘De meeste moeders weten wat het is om een meisje te zijn. (...) Tuttebellen die houden van vlinders, spiegeltjes, kraaltjes, schelpjes, lezen, theedrinken en kletsen. Voor meisjes zijn jongens vreemde klonten met armen en benen die in een parallelle wereld leven, waar vliegtuigen, auto’s en dinosauriërs wél interessant zijn.’
    Schrijver Gerard Janssen (zelf vader van twee zoons en een dochter) wil met het boek uitleggen dat de wereld van jongens ‘rijker, kwetsbaarder is dan veel meisjes (lees: moeders) denken.’ En: ‘het hebben van een zoon is een unieke kans om de jongenswereld van binnenuit te leren kennen. Een magische wereld met duistere verbonden, abstracte verbanden, onvervulbare dromen en geheime liefdes.’
    Zoons! is geen bloedserieus opvoedboek. Als moeder tref je in het boek vooral veel wetenswaardigheden over jongens in de categorie ‘handige weetjes’....
    Jongens vinden hun kapsel niet belangrijk, bijvoorbeeld, maar vinden het wél vervelend als een moeder de hele tijd aan zijn haar zit of nog erger: over zijn haar praat.
    Ook van belang te weten: agressief gedrag is niet altijd slecht, want ‘agressie heeft ook te maken met ergens op af durven gaan en met ambitie’. En jongens die met speelgoedpistolen spelen en imaginaire vriendjes hebben, zijn vaak vrolijker en integreren beter in de groep dan jongens die dat niet doen.
    Nog eentje dan: ‘Jongens houden er niet van om tegenover elkaar te zitten, elkaar in de ogen te kijken en met elkaar te praten. (...) Als je denkt dat je zoon iets dwarszit, haal hem over iets samen met je te doen. Samen afwassen, samen bezemen. Jongens lopen graag als ze praten. Je zult zien: plotseling komt er iets op gang in dat jongenshoofd. De woorden beginnen te stromen.’    ...

Allemaal gewoon gezond verstand.

Nog een voorbeeld (de Volkskrant, 05-11-2011, door Lars Anderson, journalist en auteur van het boek Sterke vaders
  Ambitieloze softie verdient hoge status

De zorgvadercultus zoals die op televisie en in de bladen wordt afgebeeld is een marketingverzinsel.


Wie kent ze niet? De zorgmannen, zittend aan de rand van de zandbak. Ontspannen aanschouwen ze hun kroost, glimmend van geluk. In kranten, tijdschriften en op televisie worden we overspoeld met verhalen waarin mannen als 'nieuwe moeders' worden opgevoerd. Vorige week weer een berichtje. Promovenda Inge Noback van de Rijksuniversiteit Groningen heeft ontdekt dat mannen na de geboorte minder gaan werken. Geen mens kijkt er meer van op. Zorgende vaders zijn net zo ingeburgerd als een broodje kroket.
    Om kort te gaan: ik ken ze niet. Terwijl ik een van die 'zorgmannen' ben. ...
    Wat ik vermoedde, bleek ook uit de cijfers: volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek blijft 91 procent van de jonge vaders na de geboorte fulltime werken. ...
    Kinderen van zorgzame vaders zijn zelfverzekerder en succesvoller. Dat blijkt uit talloze onderzoeken. Voor die verantwoordelijkheid zou de man meer mogen vechten. ...

Oftewel: ook in de westerse cultuur valt nog een wereld te winnen. Maar in de niet-westerse cultuur is het slechter tot veel slechter. Met als hoogtepunt de creoolse man, die er doodgewoon niet is ... uitleg of detail


Naar Westerse organisatie , of site home .

6 feb.2009