Bronnen bij Allochtone politieke integriteit: Arib
| 1 mei 2008 |
PvdA-kamerlid Khadija Arib is al twee keer expliciet besproken in de
landelijke politiek en media als iemand waar mogelijk problemen mee zijn: in
verband met haar Marokkaanse nationaliteit, en in verband met haar
lidmaatschap van een door de Marokkaanse koning ingestelde commissie om de
banden met de Marokkaanse diaspora aan te trekken.
De bezwaren tegen het eerste worden weggewuifd door de
multiculturalisten, dit keer ook wat wijder gesteund, omdat er anders
nauwelijks een enkele Turkse of Marokkaanse vertegenwoordiging in de
politiek mogelijk zou zijn, omdat de overgrote meerderheid die nationaliteit
heeft. Naast de Nederlandse, maar dat maakt het hebben van een vreemde
nationaliteit voor een Nederlandse landelijke bestuurder natuurlijk niet
minder ongewenst.
Het werkelijke probleem is natuurlijk dit: naast de Turkse of
Marokkaanse nationaliteit hebben ze natuurlijk ook een Turkse of Marokkaanse
loyaliteit. Nu wordt dat laatste, indien expliciet naar geïnformeerd,
natuurlijk glashard ontkend, of gezegd dat het ene het andere niet in de weg
hoeft te zitten. Het eerste is natuurlijk een keiharde leugen, het tweede
evenzeer. Want het kan niet anders dan dat de belangen van twee landen
aangaande migranten tegengesteld zijn: Turkije of Marokko hebben belang bij
een zo nauw mogelijke band vanwege het geld die de migranten naar het
thuisland overmaken (in totaal vele honderden miljoenen), en Nederland dus
precies het omgekeerde.
De ontkenning van een loyaliteitsband met een andere land en de eigen
migrantengroep is natuurlijk alleen maar een bewijs van hoe sterk die band
is: het is niet een eentje waarvan het niet erg het te erkennen, nee, het is
kennelijk heel ernstig - en natuurlijk: men mag in het algemeen gerust
aannemen dat voor de grote meerderheid der allochtonen, net als voor iedere
ander mens, de band met geboorteland land of cultureel achterland veel
sterker is dan die met migratieland. Dat dit ontkend moet worden heeft een
simpele reden: het maakt de betreffende mensen totaal ongeschikt voor een
bestuursfunctie in Nederland.
Vanzelfsprekend zijn dit te gevoelige zaken om openlijk besproken kunnen
worden, en moeten we het doen met aanwijzingen, gedrag. Hier het voorbeeld
aangaande Khadija Arib:
Uit:
De Volkskrant, 21-04-2008
Arib wil onderzoek naar inentingen
Het Tweede Kamerlid Arib (PvdA) gaat minister Klink van Volksgezondheid
verzoeken meer onderzoek te doen naar inentingen. Ze wil vooral een antwoord op
de vraag hoe ouders kunnen worden bewogen hun kinderen toch te laten inenten.
Arib stelt deze vraag naar aanleiding van de bofepidemie die voor het eerst in
20 jaar weer heerst in Nederland.
'We mogen niet berusten in het feit dat ouders uit religieuze
motieven hun kinderen niet laten inenten', zegt Arib.
De epidemie heerst in de streek tussen Zeeland en de Veluwe,
het gebied waar relatief veel orthodox-protestanten wonen en dat de Biblebelt
(bijbelgordel) wordt genoemd. Een aantal ouders laat op grond van hun
geloofsovertuiging hun kinderen niet inenten tegen besmettelijke ziekten. Eerder
staken hier polio, rodehond en mazelen de kop op. ...
Arib is bezorgd. 'We moeten alles op alles zetten om deze
kinderen te beschermen.'
Red.: Een vraag van mevrouw Arib die andere
bedoelingen moet hebben, want het antwoord staat al in het bericht: het zijn
godsdienstige motieven, en die kan je niet veranderen - algemeen bekend van
religie. Het enige wat je kan doen is het nemen van wettelijke maatregelen - en
dat is waar Arib op doelt:
Uit:
De Volkskrant, 23-04-2008
Bofepidemie: niet gedwongen inenten
Minister Ab Klink van Volksgezondheid ziet niet veel in het gedwongen
inenten van kinderen. ...
De bewindsman beantwoordde dinsdag daarmee vragen van het PvdA-Kamerlid
Arib over de bofepidemie ...
Red.: Maar nu naar een ruime maand terug:
Uit:
De Volkskrant, 11-03-2008, van verslaggeefster Ellen de Visser
Het risico van het trouwen met een neef
... Bekend is dat bloedverwantschap een groot effect heeft
op het ontstaan van autosomaal recessieve aandoeningen, vrij zeldzame genetisch
aangeboren afwijkingen, waarvan sommige dodelijk.
Hoe sterk dat verband is, tonen de gegevens uit een databank
waarin sinds 25 jaar alle aangeboren afwijkingen worden vastgelegd van kinderen
uit Friesland, Groningen en Drenthe. Van de allochtone ouders met een kind met
een aandoening is 6,7 procent familie van elkaar; bij autochtone ouders gaat het
om 1,1 procent.
Recent onderzoek wijst uit dat Marokkaanse en Turkse kinderen
in de eerste twee levensjaren vijf tot acht keer vaker overlijden aan autosomaal
recessieve aandoeningen dan autochtone kinderen.
PvdA-Kamerlid Arib vindt dat bloedverwantschap bij allochtone
ouders moet worden beschouwd als een gezondheidszorgprobleem en niet als
migratievraagstuk. Een verbod op familiehuwelijken is onmogelijk. ‘En bovendien
los je daarmee niets op, want dan gebeurt het stiekem.’ ...
Red.: Om er vervolgens, voor de duidelijkheid, nog
eens een heel artikel aan te wijden:
Uit:
De Volkskrant, 26-03-2008, door Khadija Arib
Babysterfte is het echte probleem
Tussentitel: Zijn huwelijken tussen neef en nicht gedwongen of vrij?
De discussie over het verbod van neef-nichthuwelijken
leidt af van het echte probleem en verdoezelt daarmee een ernstig onderwerp waar
jarenlang niets aan is gedaan: vermijdbare babysterfte.
Natuurlijk kun je wel discussiëren over neef-nichthuwelijken,
maar niet onder het mom van zorgen over erfelijke aandoeningen. Dergelijke
gezondheidsrisico’s hoeven niet direct tot de meest vergaande
overheidsbemoeienis te leiden, namelijk een verbod. Bij ander riskant gedrag
grijpen we ook niet op die manier in. ...
Red.: Vooral die laatste zin, hè - het lijkt wel of
het voor deze analyse geschreven is. Nee, in het geval van allochtonen
inteelthuwelijken is het totaal niet gewenst dat er zelfs maar over ingrijpen
wordt gedacht. Maar gaat het om het autochtone niet-inenten, een zaak met
vergelijkbare of kleinere risico's, dan is ingrijpen een reële optie - zo reëel
om daarover vragen te stellen aan de minister.
Het is volkomen duidelijk: het optreden van Khadija Arib
heeft niets te maken met de inhoudelijkheid van deze kwesties, en alles met
(gevoeld) groepsbelang, met cliëntilisme. Maar werd hetzelfde gedaan in
autochtone kring, zou men ook meteen een ander woord gebruiken: racisme.
Van: website Radio Nederland Wereldomroep,14-04-2008, door Sebastiaan Gottlieb
Advocaten verschillen over kinderpornozaak
Twee Nederlanders die in Brazilië zijn veroordeeld voor kinderporno kunnen toch
worden uitgeleverd aan Brazilië. Dat zegt advocaat Frans Nederstigt van
kinderrechtenorganisatie Terre des Hommes. De twee ontliepen in 2003 hun straf,
omdat ze via het Nederlandse consulaat naar Nederland konden ontkomen.
Uitlevering is volgens minister van justitie Hirsch Ballin echter niet mogelijk,
omdat er geen uitleveringsverdrag met Brazilië bestaat. Reden voor Tweede
Kamerlid Khadija Arib om opheldering te vragen. Ze heeft een spoeddebat
aangevraagd.
Voormalig marineofficier Jerry K. en zijn zwager Johan T.
werden vijf jaar geleden in Brazilië veroordeeld voor het maken en verspreiden
van kinderporno. ... Omdat er met Brazilië geen uitleveringsverdrag bestaat,
zouden de twee mannen niet uitgeleverd kunnen worden.
Advocaat Frans Nederstigt spreekt dit tegen. ...
Woedend
Voor het Tweede Kamerlid Khadija Arib van de PvdA was deze uitspraak aanleiding
om vragen te stellen aan minster Hirsch Ballin. Zij is woedend over het feit dat
de Nederlandse consulaat-generaal in Rio de Janiero heeft meegewerkt aan het
vertrek van de twee kinderpornografen. Zij vindt dat Nederland zich sterk moet
maken om mensen te vervolgen die minderjarigen hebben misbruikt om porno te
maken. "Het kan toch niet dat wij aan de ene kant vinden dat dat niet mag. We
ondertekenen daar allerlei verdragen voor. Maar aan de andere kant lopen gewoon
twee verdachten vrij rond die minderjarige meisjes hebben vernederd en
misbruikt."
Arib maakt zich ook kwaad over het feit dat de twee mannen in
Nederland dan wel vervolgd zijn voor het maken van kinderporno in Brazilië, maar
daar heel lage straffen voor hebben gekregen. Eén kreeg 240 uur taakstraf en de
ander werd helemaal vrijgesproken. ...
Red.: Dit bericht bevat niet alle uitspraken van Arib
bij deze gelegenheid:
Van: Volkskrant.nl, Opinie, 28-04-2008, door Abdelkader Benali
Abdolah, de profeet van de polder...Reacties:
...
naam Aart schreef op 30-04-2008 19:49
Wat een rare column van Abdelkader Benali. Wij, Nederlanders, liggen volgens
hem in katzwijm bij de koranvertaling van Kader Abdolah. ...
Khadija Arib deed hetzelfde: Nederlanders over een kam
scheren. Dat was naar aanleiding van de pornomakers in Brazilië. Nederland
moet zich schamen, zei Arib. Niet Buitenlandse Zaken, maar heel Nederland.
Laat mij ook eens: alle Marokkanen kunnen niet zuiver redeneren.
Red.: Het niet-zuiver-redeneren waar reageerder Aart
op doelt is dit: voor het Nederlandse = autochtonen volk wordt één norm
gehanteerd: je mag ze over één kam scheren, en voor het andere volk, het
Marokkaanse of ruimer het allochtone volk, mag dat niet. En dit is tezamen met
het voorgaande de volkomen definitieve bevestiging dat Khadija Arib het
wij-zij-denken volkomen ingebakken zit.
En tezamen met alle nog directere gevallen van cliëntilisme
en racistisch getint denken in eigen groepsbelang is het volkomen duidelijk dat
het hele idee van gesponsorde aanwezigheid van allochtonen in bestuurlijke
organen, op grond van getalsmatige evenredigheid, een bijzonder slecht idee is
dat onmiddellijk moet worden afgeschaft. En daarna de huidige vertegenwoordigers
onderzocht moeten worden op dit soort houdingen en zo nodig verwijderd.
Inclusief het nu bewezen geval van Khadija Arib.
En direct behorend bij
gebrek aan integriteit is natuurlijk een totaal gebrek aan je houden aan
afspraken (elsevier.nl, 19-09-2019, door Eric Vrijsen
):
Het weerzinwekkende karakter van Marokkanen zit in de genen ingebakken,
en komt naar buiten zodra ze ook maar enigszins geprikkeld worden.
Naar Allochtone integriteit, PvdA
, Allochtone integriteit
, Allochtonen lijst
, Allochtonen overzicht
, of site home
.
|