De allochtonenproblematiek als parabel: sociale zekerheid
| 21 okt.2006 |
De rol van de allochtonen kan ook uitstekend gezien worden als illustratie van meer
algemene sociale processen, bijvoorbeeld in de sociale zekerheid:
Uit: De Volkskrant, 11-10-2006, van verslaggever Frank van Alphen
Interview | Nahied Razwani, kandidaat Kamerlid voor de VVD, vindt dat
iedereen zelf kan sparen voor een werkloosheidsuitkering
‘Uitkering maakt mensen afhankelijk en laks’
Weg met de collectieve verzekering: iedereen kan zelf sparen voor de eigen
WW-uitkering, vindt Nahied Razwani. Wie nooit werkloos wordt, houdt een mooi
bedrag over bij pensionering.
Maak de verzorgingsstaat minder verzorgend, was begin deze week de boodschap van
de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De econoom Nahied
Razwani, nummer 52 op de kandidatenlijst van de VVD voor de komende Tweede
Kamerverkiezingen, wil nog een paar stappen verder gaan. ‘We moeten af van de
verzekeringsgedachte. Werknemers moeten zelf sparen voor hun WW’, zegt ze.
Razwani (1966) vluchtte vijftien jaar geleden samen met haar
man uit Iran naar Nederland. Ze zegt de negatieve kanten van de Nederlandse
verzorgingsstaat te hebben gezien bij haar mede-asielzoekers. ‘Vluchtelingen
zijn over het algemeen initiatiefrijke mensen. Ze verlaten met veel moeite hun
land en willen ergens anders een bestaan opbouwen. In Nederland zag ik dat ze
veranderden in mensen zonder zelfrespect. Mensen die afhankelijk werden van een
uitkering en dachten dat ze niets meer konden. Daaruit ontsnappen, is moeilijk.’
...
Ze vindt ook dat de ontslagbescherming en het minimumloon op
de schop moeten. Volgens Razwani is het financiële verschil tussen een uitkering
en werken nog te klein. ...
Red.: Razwani vertelt hier het verhaal vanuit het gezichtspunt
van de hoogopgeleide asielzoeker. Veel meer voorkomend is natuurlijk dat van de
laagopgeleide asielzoeker, bijvoorbeeld vrijwel alle Afrikanen, en het
allermeest hebben we natuurlijk te maken met de allochtone kettingemigranten,
die niet afkwamen op uitdagingen, maar de verhalen van hun familie en
dorpsgenoten over gemakkelijk geld, geheten sociale uitkeringen. Mensen met een
laag initiatiefniveau, zoals nu blijkt.
Omdat aantallen doorslaggevend zijn, is het natuurlijk vooral die laatste,
veruit de grootste groep, dat er nu gepraat wordt over het verminderen of
afschaffen van ontslagbescherming, werkloosheidsuitkeringen, en dergelijke.
Kortom: het is de allochtone immigratie die de oorzaak is van de initiatieven
tot afbraak van ons sociale stelsel. Wat weer geheel en al klopt met de meer
algemene stelregel: een min of meer onbeperkte of a-selectieve immigratie, gaat
niet samen met een sociaal stelsel.
Dat dit soort initiatieven nu ook uit immigrantenmonden komen, maakt de zaak
extra navrant. Het antwoord op de uitspraak in de kop kan dus luiden: "Lakse
immigranten maken uitkering onmogelijk".
Een nieuw pleidooi:
Uit: De Volkskrant, 05-10-2007, door Ed Lof, econoom en publicist
Kom met meer dan alleen royale uitkeringen
Immigranten komen niet aan het werk omdat de sociale lasten hen te duur maken.
Daarom moeten we de sociale zekerheid anders regelen, betoogt Ed Lof.
... Dan de globalisering. De Beer en Koster noemen het
argument dat de hoge kosten van de sociale zekerheid onze concurrentiepositie
aantast. Vervolgens betogen ze dat dit geen hout snijdt. Maar de globalisering
ondermijnt het stelsel van sociale zekerheid op een heel andere manier.
Globalisering is vrij handelsverkeer, maar ook vrij verkeer van mensen en
informatie, geschraagd door dezelfde factoren als de individualisering:
transport- en communicatiemiddelen. Dat mag niemand verbazen, omdat van oudsher
innovaties op die terreinen de belangrijkste aanjagers van economische en
culturele ontwikkeling zijn.
Dat heeft consequenties voor de verzorgingsstaat, omdat
Nederland en andere West-Europese landen daardoor immigratielanden geworden
zijn. Het stelsel van ‘draagt elkanders lasten’ is geënt op een traditionele,
homogene samenleving en moeilijk te verenigen met open grenzen. Niet vanwege
gebrek aan solidariteit met nieuwkomers, maar om meer concrete redenen.
Ten eerste wordt de link tussen lasten en lusten doorbroken:
als mensen die niet in de kosten van de sociale zekerheid hebben bijgedragen
daar wel een beroep op kunnen doen, brokkelt het financiële fundament af. Ten
tweede biedt het stelsel negatieve prikkels (de ‘armoedeval’) die binnen een
gesloten samenleving beheersbaar zijn, maar die meer impact hebben naarmate de
ontvanger aan lagere inkomens gewend is.
De Beer en Koster wijzen op het concurrentievoordeel van een
land met een gezonde, hoogopgeleide beroepsbevolking, waarvoor de hoge kosten
van een verzorgingsstaat geen beletsel hoeven te zijn. Hoogwaardige bedrijven
met gekwalificeerd personeel kunnen inderdaad concurrerend blijven. Maar een
immigratieland kenmerkt zich nu juist door grote groepen laagopgeleiden, en
juist zij komen niet meer aan de bak omdat de lasten van de sociale zekerheid
ook hun loonkosten opstuwen. Dat heeft weinig te maken met concurrentie uit
lagelonenlanden: de conciërge en de straatveger zijn niet verdwenen doordat hun
werk naar China is verdwenen, maar doordat de loonkosten het ‘rendement’ van dat
soort werk te boven gaan. Het is blijkbaar goedkoper ze maar een uitkering te
geven. Dat is het ‘insider-outsiderprobleem’: de insiders zorgen goed voor
elkaar (denk aan de met de vut gestuurde rijksambtenaren), maar wel ten koste
van de outsiders. Die uitsluiting leidt tot allerlei sociale problemen
(gettovorming, criminaliteit, extremisme), waarvan de maatschappelijke kosten
nauwelijks zijn te overzien. ...
Naar Allochtonenproblematiek als parabel
,
Allochtonen overzicht , of site home
.
|