Bronnen bij Allochtonendebat, misverstanden: contact

12 sep.2007

Van onderzoeken door de Amerikaanse socioloog Robert Putnam is bekend dat culturele vermenging niet leidt tot toename van het onderlinge vertrouwen, maar tot toename van het onderlinge wantrouwen. Dat dat in Nederland ook geldt, is nauwelijks verwonderlijk. Het is wel in strijd met alle Nederlandse politiek-correcte ideologie:


Uit: De Volkskrant, 08-09-2007, van verslaggever Peter Giesen (voorpagina)

Kind gemengde school niet milder over andere etnische groepen

Onderzoekers hekelen opvatting van overheid dat spreiding integratie zou bevorderen.


Gemengde scholen leiden niet tot een positiever oordeel over andere etnische groepen. Kinderen op gemengde scholen oordelen niet gunstiger over elkaar dan kinderen op homogeen witte of zwarte scholen. De overheid gaat er te gemakkelijk van uit dat spreiding de etnische verhoudingen bevordert.
    Dat concluderen socioloog Joep Bakker en onderwijskundige Eddie Denessen van de Radboud Universiteit Nijmegen na een onderzoek onder 1.287 kinderen uit groep vier tot en met acht. Ze deden hun onderzoek op twaalf basisscholen, in de regio’s Rotterdam en Nijmegen. Sommige van die scholen waren wit, andere zwart of gemengd.
    De etnische samenstelling van de klas bleek geen invloed te hebben op de attitude van de leerlingen ten opzichte van andere etnische groepen. Alle kinderen gaven de voorkeur aan vriendjes uit de eigen groep. Die houding was het sterkst bij autochtone kinderen.
    Op gemengde scholen hebben kinderen wel vriendjes uit een andere etnische groep, aldus Denessen. Die leiden echter niet tot een gunstiger oordeel over die etnische groep als geheel. Contact zegt weinig over attitude en omgekeerd: sommige kinderen hebben geen vriendjes uit een andere bevolkingsgroep maar wel een positief oordeel.   ...
 

Uit: De Volkskrant, 08-09-2007, door Peter Giesen (katern Kennis)

Integratie | Nijmeegs onderzoek bevestigt dat vertrouwen in gemengde omgeving niet vanzelf groeit

Ahmet is aardig, Turken niet

Het debat over integratie is vol van het idee dat contact vertrouwen kweekt. Nieuw Nederlands onderzoek weerlegt dat.


Tussentitel: Hun wereldbeeld wordt over de hele linie wrokkiger

De Utrechtse Elle Petit bezocht eind 2003 de Parkschool, een zwarte school in haar eigen buurt. Ze kreeg er meteen een ‘goed gevoel’, zo valt te lezen op de website van het Kenniscentrum Gemengde Scholen. Petit begon een actie onder witte ouders om van de Parkschool een gemengde school te maken. Inmiddels zitten er acht witte kinderen op, en het worden er meer.
    Zo zijn er talloze initiatieven van idealistische ouders, die van harte worden ondersteund door de overheid en de onderwijskundigen van de Onderwijsraad. Segregatie is slecht, kinderen van verschillende etnische groepen moeten samen opgroeien.
    ‘Het is een ideaal dat ik deel. In een fatsoenlijke samenleving horen bevolkingsgroepen niet langs elkaar heen te leven’, zegt dr. Joep Bakker, socioloog aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Alleen: gemengde scholen leiden niet tot een positievere attitude jegens andere bevolkingsgroepen, zo blijkt uit zijn onderzoek.
    Met onderwijskundige dr. Eddie Denessen en enkele studenten deed hij onderzoek onder 1287 leerlingen uit de groepen 4 tot en met 8, op twaalf basisscholen in de regio’s Rotterdam en Nijmegen. Kinderen op gemengde scholen oordelen niet gunstiger over kinderen uit andere etnische groepen dan kinderen op homogeen witte of zwarte scholen. Ook intercultureel onderwijs – waarbij expliciet aandacht wordt besteed aan elkaars cultuur – bleek geen significante invloed te hebben.
    Alle kinderen oordelen het positiefst over kinderen uit hun eigen groep. Wel bleken allochtone kinderen positiever te staan ten opzichte van autochtone dan omgekeerd. ‘De witte cultuur is dominant in onze samenleving. Daarom zijn allochtone kinderen waarschijnlijk wat meer geneigd concessies te doen’, zegt Bakker. ‘Dat zie je ook in andere landen. Op YouTube kwam ik laatst een Amerikaans filmpje tegen waarop zwarte en witte kinderen konden kiezen tussen een zwarte of witte pop. Ook de meeste zwarte kinderen oordeelden systematisch gunstiger over de witte pop, die toch een ideaalbeeld vertegenwoordigt.’
    Op gemengde scholen ontstaan wel vriendschappen tussen kinderen uit verschillende etnische groepen, iets wat op een etnisch homogene school niet mogelijk is. ‘Maar het positieve oordeel over een vriendje wordt niet gegeneraliseerd naar de hele groep’, zegt Denessen. Ahmet is aardig, maar dat wil niet zeggen dat Turken als collectief gunstiger worden beoordeeld. Contact zegt weinig over attitude en omgekeerd: sommige kinderen hebben geen enkel vriendje uit een andere etnische groep en oordelen toch positief.
    Het lijkt een waarheid als een koe: als kinderen samen opgroeien, zullen ze elkaar beter begrijpen. ‘Dat is een naïef geloof in de maakbaarheid van het kind’, zegt Bakker. ‘Kinderen zijn geen onbeschreven bladen. Het maatschappelijk klimaat sijpelt door, ook naar kinderen op de basisschool. Het is van belang wat ze op televisie zien, of hoe hun ouders over andere groepen praten.’

Geweld
Contact kan ook leiden tot frictie. Uit onderzoek van de Amerikaanse sociologen David Eitle en Tamela McNulty Eitle bleek bijvoorbeeld dat geweld vaker voorkomt op gemengde middelbare scholen dan op etnisch homogene. Door zulke botsingen wordt de eigen etnische identiteit alleen maar versterkt.
    Ook de befaamde Amerikaanse socioloog Robert Putnam constateerde onlangs in een omvangrijke studie dat contact lang niet altijd het gewenste effect heeft. Volgens Putnam daalt het sociaal vertrouwen, naarmate de etnische diversiteit in de woonomgeving toeneemt. In etnisch homogene gemeenschappen zegt 70 tot 80 procent veel vertrouwen in zijn buren te hebben, in etnisch diverse buurten is dat slechts 30 procent. In een buurt met veel verschillende etnische groepen hebben mensen minder vertrouwen in de media en politiek, doen ze minder vrijwilligerswerk en zijn ze minder tevreden over hun leven. Ze hebben niet alleen minder vertrouwen in andere etnische groepen, maar ook in hun eigen groep. Hun wereldbeeld wordt over de hele linie wrokkiger. Deze uitkomsten zijn gecontroleerd voor factoren als welvaart en opleiding. Met andere woorden: het lage vertrouwen kan niet worden verklaard doordat etnisch diverse buurten doorgaans armer zijn.   ...
    Dat lag heel anders bij zijn onderzoek naar etnische diversiteit en sociaal vertrouwen. ‘Putnam heeft er enorm mee geworsteld, omdat hij bang was dat rechts ermee aan de haal zou gaan’, zegt dr. Jean Tillie, docent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 2001 werkte Tillie samen met Putnam aan Harvard. ‘Toen waren de resultaten al bekend. Hij heeft zes jaar gewacht met publiceren, omdat hij ook aanbevelingen wilde doen over de manier om het vertrouwen te verhogen.’
    Die aanbevelingen waren overigens verre van opzienbarend. Putnam pleitte voor investeringen in gemeenschapscentra, sportvelden, scholen, alsmede voor nationale steun aan etnische groeperingen. Hierover werd hij zwaar bekritiseerd door conservatieven, die zijn resultaten overigens omhelsden. Een socioloog moet gegevens leveren, vonden zij, geen gekleurde beleidsaanbevelingen. ...
    Maar Putnams angst werd deels bewaarheid. Conservatieven beschouwden zijn onderzoek als bewijs dat massale immigratie de samenleving ontwricht. Volgens David Duke, voormalig Grand Wizard van de Ku Klux Klan, heeft hij zelfs bewezen dat racisme goed is.
    In Nederland is geen systematisch onderzoek gedaan naar de samenhang tussen etnische diversiteit en sociaal vertrouwen. ‘Maar ik verwacht dat Nederland een soortgelijk beeld zal geven. De materie ligt erg gevoelig, maar op zichzelf zijn de bevindingen van Putnam niet zo verrassend’, zegt Tillie.
    Immigratie gaat ten koste van het sociaal vertrouwen, zoals Putnam aantoont. Door immigratie verandert de omgeving, waardoor burgers onzeker worden. Bovendien voelen mensen zich doorgaans het meest op hun gemak bij mensen op wie ze zelf het meest lijken. ‘Als burgers hun omgeving als onveilig percipiëren, trekken zij zich terug in hun eigen kring.’   ...
    Niettemin moet een immigratiesamenleving nadenken over manieren om het sociaal vertrouwen te vergroten. Jean Tillies eigen onderzoek wijst in een richting die politiek volledig uit de mode is. ‘We hebben onderzoek gedaan naar politieke participatie, zoals stemmen of lidmaatschap van politieke partijen en actiegroepen. Daaruit blijkt dat allochtonen meer participeren naarmate zij sterker zijn ingebed in hun eigen organisaties’, zegt Tillie.
    Immigranten vinden eerst in eigen kring zelfvertrouwen en sociaal kapitaal, aldus Tillie. Daarna slaan zij een brug naar de rest van de samenleving. Ten onrechte worden allochtone organisaties tegenwoordig met veel wantrouwen bekeken, alsof zij mensen opsluiten in hun eigen etnische groep. ‘We hebben ook onderzoek gedaan naar radicalisering onder moslims. Daaruit bleek dat juist de mensen die in een sociaal isolement verkeerden, het meest vatbaar waren voor radicalisering, niet de mensen die zich deel weten van een gemeenschap.’
    Nederland zou daarom minder krampachtig moeten omgaan met zijn segregatie-angst, vindt Tillie. Groepen kunnen niet worden gedwongen met elkaar om te gaan. Soms is het beter om andere groepen hun eigen ruimte te laten.
    Ook socioloog Bakker en onderwijskundige Denessen vinden dat in het huidige politieke klimaat te veel nadruk wordt gelegd op contact tussen de verschillende etnische groepen. Bakker: ‘Je moet onderscheid maken tussen contact en attitude. Dat zijn twee heel verschillende dingen, zo blijkt uit ons onderzoek. Volgens mij is attitude belangrijker. Een negatieve attitude leidt uiteindelijk tot racisme. Ik vind het belangrijker dat mensen een zekere tolerantie tegenover elkaar betrachten dan dat zij op elkaars verjaardag komen.’
    Volgens Bakker gaan overheid en beleidsmakers er te klakkeloos van uit dat contact altijd heilzaam werkt: ‘Alle nota’s van de overheid en ook van de Onderwijsraad benadrukken het belang van spreiding en desegregatie. Dat is echter gebaseerd op een heel algemeen idee over de meest wenselijke samenleving, niet op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.’
    Denessen: ‘De overheid wedt op het verkeerde paard. We zouden eerst veel meer moeten weten over de condities waaronder contact de integratie bevordert.’
    Bakker: ‘Bij vluchtig contact vullen mensen vooral hun eigen stereotypen in. Zie je wel, zeggen ze dan, het blijven vreemde lui.’


Naar Allochtonendebat, misverstanden , Allochtonen lijst , Allochtonen overzicht , of site home .