Bronnen bij Boerkaverbod: de discussie
Uit:
De Volkskrant, 21-12-2005, van verslaggevers
Kamer: verbied dragen burqa in het openbaar
Het dragen van een burqa in het openbaar moet worden verboden. Dit vindt een
meerderheid in de Tweede Kamer. CDA, VVD, LPF en de Groep Nawijn steunden
dinsdag een motie van het Kamerlid Geert Wilders die het kabinet opriep een
burqaverbod in te stellen. Minister Verdonk voor Integratie onderzoekt de
komende weken of dit mogelijk is.
De burqa is een islamitisch gewaad dat de vrouw van top tot teen bedekt. Hoewel
burqa’s in Nederland slechts sporadisch worden gedragen, draagt de gewoonte
volgens de partijen niet bij aan de integratie van moslims in Nederland. ‘Ik zie
de burqa als een vrouwonderdrukkend symbool’, aldus Wilders.
‘De hele gedachte achter de burqa is strijdig met de manier
waarop wij in Nederland met vrouwen omgaan. Vrouwen hoeven zich hier niet te
schamen voor hoe ze eruit zien. De burqa is een uitwas van de islam waarvoor
hier in Nederland simpelweg geen plaats is. In die zin is dit een ondersteuning
voor de gematigde moslims in Nederland die hun best doen hier gewoon netjes te
integreren.’ Wilders vindt ook de veiligheid belangrijk: ‘Zeker in deze onzekere
tijden is het belangrijk dat mensen in het openbaar altijd identificeerbaar
zijn. Je moet kunnen zien wie iemand is.’
Vorig jaar gingen enkele Belgische steden Nederland al voor.
In Antwerpen treedt de politie in samenspraak met de burgemeester op tegen
vrouwen die een burqa in het openbaar dragen. Als basis daarvoor werd in België
een wet gebruikt die het mensen verbiedt zich in het openbaar te maskeren.
Eerder dit najaar zei minister Verdonk dat een algemeen
verbod op burqa’s wel eens zou kunnen botsen met de Nederlandse grondrechten.
Zij beloofde onderzoek te doen, dat naar verwachting in januari klaar is.
...
Uit:
De Volkskrant, 22-12-2005, van verslaggever Michiel Kruijt
Discussie sluierwet duurt al even
In Nederland is de discussie over het verbieden van religieuze kledingstukken
een aantal keren opgelaaid. Zo wilde de LPF begin 2004 een hoofddoekjesverbod
voor ambtenaren. Kort daarvoor had het Franse parlement de ‘sluierwet’
aangenomen, die het dragen van hoofddoeken, keppeltjes en kruisen op openbare
scholen verbood.
De LPF kreeg evenwel geen poot aan de grond. Vier ministers, onder wie Verdonk
(Integratie) en Donner (Justitie), lieten weten tegen zo'n verbod te zijn. Een
paar maanden later bracht het kabinet de Nota grondrechten in een pluriforme
samenleving uit, waarin dieper op deze kwestie werd ingegaan. Hoofdregel is
volgens het kabinet dat de drager die zich beroept op de godsdienstvrijheid
‘daaraan in beginsel bescherming kan ontlenen’.
Maar er mogen in een aantal gevallen wel beperkingen worden
opgelegd. Aan ambtenaren bijvoorbeeld, om redenen van ‘veiligheid,
functionaliteit of onpartijdigheid’. Rechters en politiefunctionarissen mogen
geen religieuze kledingstukken dragen, omdat zij boven alle partijen moeten
staan. Voor andere ambtenaren geldt dat het functioneren niet belemmerd mag
worden door een ‘gezichts- of lichaamsbedekkende sluier’.
Ook scholen kunnen het dragen van hoofddoekjes verbieden.
Veel scholen hebben dit al in de reglementen opgenomen. Het kabinet concludeerde
dat het stellen van verdere regels ‘niet gewenst’ is.
Nu is er opnieuw een discussie over deze kwestie, ditmaal
aangeslingerd door het Kamerlid Wilders. ...
Uit:
De Volkskrant, 22-12-2005, van correspondent Bart Dirks
Achtergrond | In veel steden in Vlaanderen geldt al een jaar een burquaverbod
‘Een bivakmuts is op straat ook verboden’
Sinds december 2004 geldt in Vlaanderen een modelreglement op basis waarvan
gemeenten vrouwen kunnen verbieden een burqa te dragen.
Vorig jaar veroorzaakten vier vrouwen in burqa opschudding in het
Belgisch-Limburgse Maaseik. Sindsdien geldt in veel Vlaamse gemeentes een
burqaverbod. De echtgenotes van twee van de geheel gesluierde Maaseikse vrouwen
stonden deze maand terecht op een terrorismeproces in Brussel.
Een van hen, de 21-jarige Maureen R., werd zelf begin deze
maand kortstondig in verband gebracht met zelfmoordaanslagen in Irak. Ze
ontkende die beschuldiging van een getuige. Tegen haar man Rachid Iba werd deze
maand in Brussel vijf jaar cel geëist wegens lidmaatschap van een terroristische
organisatie. Op het proces van haar man verscheen Maureen R. ongesluierd en in
westerse kleding.
De commotie in Maaseik leidde ertoe dat Marino Keulen, de
minister voor Integratie in Vlaanderen, in december 2004 een modelreglement
opstelde. Het stelt dat ‘personen die zich op openbare wegen en plaatsen en in
openbare gebouwen bevinden, te allen tijde geïdentificeerd kunnen worden,
teneinde meteen ook de sociale orde die een harmonieus verloop van de menselijke
activiteiten verzekert te beschermen’.
De burqa wordt niet expliciet genoemd. Voor
carnavalsvierders, bij processies en voor sinterklaas en de kerstman geldt het
verbod niet. ‘Elke gemeenteraad kan zelf beslissen of ze dit reglement al dan
niet overnemen’, aldus woordvoerder Dejaegher van minister Keulen. ‘Ze kunnen
ook zelf de hoogte van de boete vaststellen.’
Volgens Dejaegher telt Vlaanderen amper burqadragers. ‘De
minister wilde een verbod mogelijk maken voordat het een echt probleem werd. Er
komen soms wel meldingen van vrouwen in burqa, maar dat blijken dan toch telkens
gewone hoofddoekjes te zijn.’ ...
Het verbod ligt gevoelig. Burgemeester Frank Beke van Gent
was er lang tegen gekant. ‘Voor mij is het een pure veiligheidskwestie. Je mag
ook niet met een bivakmuts of een helm met donker glas over straat, omdat je dan
onherkenbaar bent. Als humanist vind ik een burqa een symbool van onderdrukking
van de vrouw, maar dat staat los van mijn beslissing als burgemeester.’
...
Uit:
De Volkskrant, 22-12-2005, door Frank van Zijl
Peiling Terechte beknotting?
Een meerderheid in de Tweede Kamer vindt dat het dragen van een burqa in het
openbaar moet worden verboden. Wenselijk?
Rabi’a Frank, Nederlandse bekeerlinge, sinds een jaar draagster van een burqa:
‘Een verbod? Belachelijk. Ik ben echt niet van plan om me daar aan te houden. Ik
ken nog wel een paar dingen waaraan ik me stoor, dat ga je toch ook niet
verbieden? En ik ben niet gevaarlijk hoor.’
Hikmat Mahawat Khan, voorzitter van de Contact Groep Islam: ‘Weg met de
burqa! Het is helemaal geen issue. Missschien dat er een paar honderd vrouwen in
lopen en iedereen vindt dat belachelijk. Maar waarom beginnen CDA en VVD niet
bij de oorsprong van dit soort gedachtegoed? Want Bij fundamentele discussies
over subsidie voor de orthodoxe imamopleiding laat het CDA het afweten.’ Daar
gaat gewoon geld naartoe.’
Auteur Wessel te Gussinklo (De verboden tuin) schreef zaterdag 17 december in
Trouw een open brief aan zijn apotheker, die een vrouw in burqa achter de
toonbank heeft staan: ‘Ik vrees dat u een ernstige vergissing begaat. (..) U
zou er in de jaren dertig niet over gepiekerd hebben iemand in een NSB-kostuum
achter de toonbank te laten plaatsnemen. (..)
‘Zo vind ik het onaanvaardbaar dat iemand in deze tijd van
islamitische terreur, van moordaanslagen en bedreigingen– terwijl de
islamitische bevolking van Europa zich niet krachtig tegen deze terreur keert;
deze terreur, deze dreigingen niet resoluut afwijst, hoogstens wat mompelt over
niet mee eens zijn en niet islamitisch zijn, maar toch, en zich verder op de
vlakte houdt – want Israël, want Amerika, want Irak, want de Kruisvaarders, in
die situatie vind ik het onaanvaardbaar dat iemand die demonstratief haar
islamitische geloof belijdt, die daarvan in het openbaar getuigt terwijl de
sjaria dat ontraadt in het land der ongelovigen, zelfs verbiedt, achter uw
toonbank staat.’
Theo van Kallen uit Overveen in een brief aan Trouw: ‘Wessel te
Gussinklo slaat met zijn flippica tegen islamitische dracht achter de toonbank
de spijker op de kop. Er kan geen speld tussen: monnikspijen, nonnenkappen
hanenkammen en burqa’s achter toonbank, balie of loket in een publieke
niet-religieuze of niet-ideologische getinte ruimte zijn onduldbaar.’
Famile Arslan, de eerste advocate met hoofddoek: ‘Ik denk dat het sowieso
juridisch niet haalbaar is. Het lijkt mij in strijd met een aantal fundamentele
vrijheden. Er is geen rechtvaardiging voor dit soort beknotting. Er zijn
maximaal honderd vrouwen in Nederland die een burqa dragen. En daar is nu zoveel
aandacht voor. Ik zou zeggen: steek die energie in andere zaken zoals huiselijk
geweld.’
Gerard Derksen van de gemeente Utrecht: ‘Dit najaar is in Utrecht actie
ondernomen tegen twee dames die een burqa droegen en een uitkering genoten. Daar
zijn maatregelen tegen genomen omdat het dragen van de burqa tijdens een
sollicitatie het vinden van een baan in de weg staat. Dit zou kunnen leiden tot
een korting op de uitkering. In één geval bleek de vrouw zes maanden zwanger,
wat betekent dat ze is vrijgesteld van sollicitatieplicht. In het tweede geval
is 20 procent gekort op de uitkering voor oktober. De vrouw heeft vervolgens
haar gedrag aangepast. Haar gezicht is niet langer bedekt.’ ...
Sadik Harchoui, directeur van multicultureel instituut Forum: ‘Of zo’n
verbod er moet komen is geen vraag die zich in een oneliner laat beantwoorden.
Het argument van de Kamer is dat het dragen ervan sociaal onwenselijk is. Maar
de vraag is of een verbod proportioneel is en juridisch houdbaar. Laten we eerst
het onderzoek van het kabinet afwachten. Het debat moet vervolgens gaan over de
grenzen van de rechtsstaat, niet enkel over een verbod van de burqa.’
Uit:
De Volkskrant, 22-12-2005, hoofdredactioneel commentaar
Burqaverbod ongewenst
Tot verrassing ook van de Tweede Kamer zelf, sprak een meerderheid van de
volksvertegenwoordigers zich dinsdag uit voor een verbod op het dragen van een
burqa in het openbaar. ...
Hoe klein het aantal vrouwen dat een burqa draagt op dit
moment ook is, de motie stelt een serieuze kwestie aan de orde. Hoe kan worden
voorkomen dat de islam vrouwen van hun vrijheid berooft? Als vrouwen vrijwillig
voor dit kledingstuk kiezen, moeten zij dan toch tegen zichzelf worden beschermd
vanuit de wetenschap dat dit hun kans op werk en de mogelijkheid op volwaardige
wijze deel te nemen aan de Nederlandse samenleving tot nul reduceert?
Voor de voorstanders van een verbod ligt de zaak eenvoudig.
De burqa is het.symbool van de onderdrukking en achterstelling van moslimvrouwen
en maakt daarbij ieder normaal contact met anderen onmogelijk. Of een burqa
wordt opgedrongen of niet, je op een dergelijke manier isoleren past niet in een
open en vrije samenleving.
Artikel l van de Grondwet bepaalt dat burgers in gelijke
gevallen gelijk moeten worden behandeld en verbiedt discriminatie op onder meer
religieuze gronden. Dit artikel staat een exclusief verbod op het dragen van een
burqa in de weg. In dat geval zou het voor iedereen moeten worden verboden
gemaskerd of anderszins onherkenbaar over straat te gaan. Ook het dragen van een
bivakmuts valt dan onder het verbod. Sommige gemeenten hebben uit oogpunt van
openbare orde en veiligheid reeds een dergelijke bepaling in de Algemene
Plaatselijke Verordening opgenomen.
Langs deze weg zou een burqaverbod kunnen worden ingevoerd
zonder dat formeel sprake is van discriminatie van moslims. Blijft staan dat dit
een gelegenheidsargument is dat voorbijgaat aan de kern van de zaak. Dat een
burqa moslimvrouwen in hun vrijheid beperkt, wil nog niet zeggen dat alle
middelen zijn toegestaan hen te 'bevrijden'. In een liberale rechtsstaat past
uiterste terughoudendheid bij het opleggen van regels aan gedrag en kleding.
Dwang kan hier bovendien een averechts effect hebben. Het dragen van een burqa
wordt zo nog meer een daad van verzet tegen de normen en waarden van de westerse
samenleving.
Dat het hier om meer gaat dan een persoonlijke voorkeur
voor een bepaald kledingstuk, is een terechte tegenwerping. Dan nog lijkt het
verstandiger een burqaverbod te beperken tot situaties en beroepen waar
kledingvoorschriften een aanwijsbare functie hebben. Een leerling moet kunnen
communiceren met zijn of haar docent, een conducteur op de tram moet zich kunnen
verstaan met zijn passagiers. Om dat te regelen, is geen landelijke wetgeving
nodig.
Addendum jan. 2007:
Onderstaand twee bijdragen uit de twee kampen in de hernieuwde discussie naar aanleiding van het
definitieve voorstel:
Uit:
De Volkskrant, 25-11-2006, ingezonden brief van M. Bauwens (Den Haag)
Verbod op boerka is intolerant
Zaterdag las ik in de Volkskrant, dat het kabinet op vrijdag 17 november
heeft besloten tot een verbod van boerka’s op straat. .....
Het is een beslissing die is genomen met een ongefundeerde
angst als grondslag. Mijns inziens zijn niet de boerka’s op straat symbool van
een tweedeling in de samenleving maar juist het verbod erop. Dit verbod staat
voor een toenemende intolerantie en uitsluiting (die verder reikt dan de
boerka’s). Een democratie onwaardig. En het maakt mij bijzonder ongerust over de
toekomst.
Uit:
De Volkskrant, 25-11-2006, ingezonden brief van Ankie van Rongen (Leidschendam)
Open vizier
Het is toch te zot voor woorden, dat het zo moeilijk zou zijn een boerkaverbod
uit te vaardigen. Boerka’s zijn toch overduidelijk een gevaar voor de
veiligheid. Iedereen kan zich er wel onder verschuilen: een terrorist, een
crimineel, een verkrachter, een ontsnapte tbs’er. Op allerlei plaatsen is
tegenwoordig cameratoezicht. Wat heb je aan camera’s, als je degene die op de
beelden staat, niet kunt herkennen? .....
Red.: Kortom, de ideologie versus de praktische overwegingen.
Voorbeelden van (incidenteel) misbruik praktijk staat staat hier
. Hieronder nog wat praktische ervaringsvoorbeelden:
Uit:
De Volkskrant, 13-01-2007, door Will Tinnemans, publicist
Een vrouw moet haar gezicht laten zien
Waarom maken we ons zo druk om die paar vrouwen die hun gezicht in de openbare
ruimte willen bedekken? Die relativerende houding raakte Will Tinnemans kwijt
tijdens een reis door Jemen.
Tussentitel: Nooit besefte ik hoe belangrijk het waarnemen van gelaatstrekken
is
Affra maakt een zelfverzekerde indruk en daar heeft ze reden toe. Ze is op haar
25ste hoofd van een laboratorium met zeven medewerkers en verantwoordelijk voor
de kwaliteit van het drinkwater in Yarim, een plaats met zo’n 40 duizend
inwoners ten zuiden van de Jemenitische hoofdstad Sana’a.
Direct na haar studie chemie, in 2004, ging Affra werken voor
het staatswaterleidingbedrijf. Een jaar later werd ze gevraagd als chef van het
laboratorium. Niet slecht voor iemand van die leeftijd, een knappe prestatie
voor een vrouw in Jemen en verbluffend voor een jonge islamitische vrouw die
zich van top tot teen in een zwart gewaad heeft gehuld en bovendien stoffen
handschoentjes draagt, opdat geen reepje van haar huid onbedekt blijft.
Wel ongemakkelijk voor een laborante, die handschoenen. Maar
als ze in haar lab met petri-schaaltjes en andere instrumenten in de weer is,
gaan de handschoenen uit. Zodra het fijnere werk gedaan is, bedekt ze haar
handen. Dekhemar, zoals het alles bedekkende gewaad in Jemen heet, blijft altijd
aan, behalve thuis.
Affra is ongehuwd. Samen met haar vader, die onderwijzer is,
verdient ze de kost voor een gezin dat uit tien mensen bestaat. Affra is blij
met deze baan. Ze kan zich niet voorstellen dat ze zonder khemar en handschoenen
op haar werk verschijnt. Waarom, wil ik weten, laat ze dan toch tenminste haar
ogen niet vrij, zoals de meeste vrouwen in dit Arabische land die hetzelfde
geloof aanhangen als Affra, maar in een boerka lopen in plaats van in een khemar?
Ze wendt zich tot de tolk en zegt ferm: ‘Ik werk voortdurend
in ruimtes waar ook mannen komen en ik wil niet dat ze mijn gezicht zien.’ Ik
zou me kunnen voorstellen dat ze als ongehuwde vrouw juist wél wil dat mannen
toch minstens haar ogen zien? De vraag gaat de tolk net iets te ver; hij
vertaalt mijn woorden niet. Wel kijkt hij nog eens in haar richting om duidelijk
te maken dat haar antwoord mij niet tevredenstelt. ‘Ik wil het zo’, herhaalt
Affra.
‘Die vraag kun je als man niet aan een vrouw stellen’, licht
de 26-jarige tolk later toe. Ze zou het kunnen opvatten als een onwelkome
toenadering. ‘Bovendien kiest zij zelf geen huwelijkskandidaat, dat doet haar
vader voor haar.’
Voordat ik voet zette op Jemenitische bodem, vond
ik de Nederlandse discussie over boerka’s sterk overtrokken. Zeker, er zitten
principiële kanten aan: godsdienstvrijheid versus de grondwettelijke gelijkheid
van man en vrouw, veiligheidsoverwegingen, de boerka als symbool van
vrouwenonderdrukking en als hindernis voor integratie. Maar in Nederland zie je
zelden een vrouw in boerka. En sinds de godsdienstpacificatie in de 16de eeuw –
de feitelijke instelling van godsdienstvrijheid in de gewesten en steden die
zich vanaf 1579 aansloten bij de Unie van Utrecht – geldt hier de stelregel:
maak van een mug geen olifant, gedoog religieuze gebruiken en gewoonten zolang
anderen er geen last van hebben.
Toch is in Nederland een boerkaverbod in de maak: de
gezichtsbedekking is niet alleen vrouwonvriendelijk, vrouwen in boerka kunnen
ook nog eens bedreigend zijn voor de veiligheid. Je weet immers nooit wie
eronder zit en je kunt niets aflezen aan de gezichtsuitdrukking.
Hoezo vrouwonvriendelijk, wierpen tegenstanders van het
boerkaverbod tegen. Vrouwen kiezen er zelf voor een boerka te dragen, zonder die
bedekking kunnen ze helemaal de straat niet op. Hun diepgewortelde religieuze
overtuiging vereist immers dat ze hun schoonheid voor vreemde mannen verbergen.
De boerka verschaft vrouwen dus vrijheid en de Grondwet geeft hun het recht
gevolg te geven aan hun religieuze overtuiging.
En een bedreiging van de veiligheid? Ach, scholen, bedrijven
en overheidsinstellingen kunnen nu al eisen dat het gezicht van vrouwen
zichtbaar is. De veiligheid wordt juist bedreigd door een verbod, want
frustraties in de islamitische gemeenschap nemen zo toe en dat kan
moslimradicalisering in de hand werken. ...
In drie weken tijd ontmoette ik in Centraal-Jemen honderden
mannen en enkele tientallen vrouwen. De mannen waren vrijwel zonder uitzondering
gastvrij en hartelijk – nadat ze me gevraagd hadden waar ik vandaan kwam en het
antwoord niet Amerika of Groot-Brittannië luidde, dat wel. Van die landen, die
de Arabische wereld proberen te temmen, moeten de Jemenieten niet veel hebben.
Maar Nederlanders zijn top. We behoren met Duitsland nog steeds tot de grote
donoren, we helpen het land met onze kennis over watermanagement en de
medewerkers van de Nederlandse ambassade staan bekend als behulpzaam, beleefd en
ruimdenkend.
Maar vraag een Jemeniet naar zijn ideeën over vrouwen en de
kloof blijkt enorm. Mijn vrouw werkt niet, zegt de gids van het ministerie van
Informatie, een dertiger die veelvuldig westerse journalisten in zijn land
begeleidt. Maar zou zijn vrouw niet willen werken? ‘Nee, het is beter zo, mijn
twee kinderen groeien op voor galg en rad als mijn vrouw ze niet opvoedt. Zij
vindt het prettig om het huishouden te doen en goed te zorgen voor mij en mijn
kinderen.’ Draagt ze een boerka? Van de gids, een gelovig man, hoeft ze dat niet
per se. ‘Maar ze kiest er zelf voor.’ Ik krijg de kans niet om het haar te
vragen. Als ik de gids aan het einde van de reis thuis opzoek, is zijn vrouw de
stad in en ze komt niet terug voordat ik alweer ben vertrokken.
Geen gebod Gezichtssluiers, al dan niet met ruimte voor de
ogen, zijn geen religieus gebod. Het gaat hier om een cultureel gebruik uit het
Midden-Oosten en Noordoost-Afrika. Er lopen op de wereld veel meer moslimvrouwen
rond die hun gezicht niet bedekken dan die dat wel doen.
De boerka en khemar komen op mij over als een motie van
wantrouwen tegen de man, maar wat vrouwen zelf denken of vinden, dat valt niet
makkelijk te achterhalen. Op straat spreek je een vrouw niet aan, zelfs niet om
de weg te vragen. Omdat meestal alleen hun ogen zichtbaar zijn, en zelfs die
vaak niet, zijn gesprekken met vrouwen incompleet. Nooit was ik me er sterker
van bewust dat het waarnemen van gelaatstrekken van zo wezenlijk belang is
tijdens een conversatie. Door het gelaat onzichtbaar, onkenbaar te maken,
vervalt een deel van het mens-zijn.
Door de boerka en khemar voelde ik me in Jemen tijdens
gesprekken met vrouwen onthand. Een vrouw kan mijn vragen wel braaf
beantwoorden, maar het maakt nogal wat uit of ze daar ontwijkend, boos of
uitdagend bij kijkt, haar mondhoeken laat hangen, een wenkbrauw optrekt of haar
neusgaten verwijdt. Haar stem wordt gedempt en vervormd door de stof voor haar
mond en zelfs een handdruk zit er niet in. Ik zal nooit weten wie ik werkelijk
tegenover me heb en dus kan ik de vrouw tegenover me niet echt kennen. Bijna de
helft van de bevolking van Jemen onttrekt zich aan mijn waarneming. Jemenieten
zitten er niet mee, want de vrouw en haar opvattingen zijn in hun ogen in het
openbare leven sowieso van weinig belang.
Er is geen reden om de Arabische wereld onze normen
en waarden op te dringen, en zelfs als we dat zouden willen, is er niet veel
kans van slagen. De cultuur van Jemen is veel ouder dan de onze, de samenleving
veel hechter, de nationale identiteit aanzienlijk sterker. Een cultuur kan door
internationale contacten veel vreemde invloeden ondergaan en opnemen, maar dwang
of opdringerigheid hebben daarop doorgaans geen gunstige invloed.
Om onze eigen samenleving leefbaar te houden, mogen we – of
moeten we zelfs – aan alle burgers een minimale set van normen en waarden
opleggen. Iedereen is vrij om te doen en laten en te geloven wat hij wil, zolang
hij daarmee anderen geen directe schade toebrengt. Maar daar gaat iets aan
vooraf: om te kunnen samenleven, moeten we elkaar kunnen kennen. Dat gaat niet
als een vrouw haar gelaat – of het grootste deel daarvan – aan de waarneming van
medeburgers onttrekt.
Het kwantitatieve argument – ‘het gaat in Nederland maar om
honderd vrouwen’ – is daartegen niet opgewassen. Het gaat hier om een principe:
zonder de basisbereidheid tot communicatie wordt onze samenleving onleefbaar.
Uitdrukking van de wil om deel te nemen aan het sociaal verkeer is in een open
samenleving een norm die alles overstijgt en die voorafgaat aan samenleven.
Ik stel met tegenzin vast dat ik daarmee beland in het kamp
van Wilders en Verdonk. De islam-bashing waaraan Wilders zich schuldig maakt, is
niet mijn stijl. Maar hoezeer ik zijn programma verder ook verwerp, hier heeft
hij een punt. Hoofddoekjes, lange en wijde gewaden – ik vind het allemaal best,
maar ik wil de ogen, de neus en de mond kunnen zien van degene die ik in de
openbare ruimte tegenkom.
In Jemen gaan de boerka’s en khemars thuis af en een aantal
mannen verzekerde me – ik was als man niet in de gelegenheid om het met eigen
ogen vast te stellen, maar in de soeks zag ik de kleding wel hangen – dat de
vrouwen er in de huiselijke sfeer in fleurige, vaak uitdagende gewaden
rondlopen. Zodra ze een voet buiten de deur zetten, bedekken ze hun gezicht. We
moesten het hier maar omdraaien: binnen mag je jezelf in alle denkbare
gezichtsmaskers hullen, op straat moet je gelaat zichtbaar zijn.
De weinige moslims in onze samenleving die voor zichzelf of
hun vrouwen het recht claimen hun gezicht in de openbare ruimte te bedekken,
mogen zich beroepen op de godsdienstvrijheid en de islam beleven en belijden
zoals het hen goeddunkt. Die tolerantie moeten we als samenleving opbrengen, en
daar is onze democratische rechtsstaat sterk genoeg voor. Maar daar horen geen
boerka’s en khemars bij. ...
Uit: De Volkskrant, 13-07-2007, door Marc Peeperkorn
Interview | Geert Wilders
‘Boerkaverbod niet iets om je voor te schamen’
Het dragen van een boerka of nikab op straat, in de auto of de moskee moet
verboden worden. Fractieleider Geert Wilders van de Partij voor de Vrijheid
(PVV) presenteerde donderdag een wetsvoorstel om deze gezicht en lichaam
bedekkende kleding uit alle publieke ruimten te weren. ...
Waarom een boerkaverbod?
‘Een heel groot deel van de Nederlanders wil een dergelijk verbod, dat is niets
om je voor te schamen. Boerka’s staan haaks op onze Westerse waarden. Ze zijn
een teken van een achterlijke cultuur die vrouwen ondergeschikt maakt aan
mannen. Dat is in strijd met onze rechtstaat. Daarnaast belemmeren boerka’s en
nikabs de integratie van moslima’s. Deze vrouwen krijgen echt meer vrienden en
werk als ze zonder die kleding naar buiten stappen. Ten slotte is er het punt
van de veiligheid: de meeste burgers ervaren boerka’s als bedreigend. Bovendien
heeft cameratoezicht geen effect als iemand zich bedekt.’
U voorstel krijgt geen Kamermeerderheid.
‘Ik reken op steun van CDA en VVD, ... Het gaat om de bescherming van onze
cultuur.’
U sluit vrouwen op als de boerka alleen binnenshuis gedragen mag worden.
‘Ik verwacht dat vrouwen tegen hun man of vader zeggen: het mag niet meer, ik
doe hem af. In België hebben een paar gemeenten een verbod ingevoerd. Daar is
niets van een verder isolement van moslima’s gebleken.’
Er is slechts een handjevol vrouwen dat een boerka draagt. U schiet met een
kanon op een mug.
‘Ik weet niet hoeveel boerkadragers er zijn, maar het worden er steeds meer.
Laten we eens maatregelen nemen voordat het uit de hand loopt.’
Zo’n verbod lijkt in strijd met de Grondwet en internationale verdragen.
‘De rechten die daarin staan zijn niet absoluut. De Grondwet kent heel wat
uitzonderingsbepalingen. Wij hebben een sluitend verhaal. Een keppeltje hoeft
niet verboden te worden want dat onderdrukt geen vrouwen en brengt de vrijheid
niet in gevaar. Niet gelijke gevallen hoef je niet gelijk te behandelen.’
Uit:
De Volkskrant, 16-02-2008, door Jorien de Lege
Contact gestoord
Een boerka belemmert volgens het kabinet de open communicatie en is daarom
onwenselijk. ‘Zou jij stoppen om iemand te helpen die zijn gezicht niet laat
zien?’
Met een boerka op de fiets stappen blijkt levensgevaarlijk. De wind gaat
onmiddellijk met de lap stof aan de haal waardoor het kijkgaasje voor je ogen
begint te dansen. En de rest van het straatbeeld ook.
Wazige figuren bewegen over stoepen en straten, auto’s lijken
uit het niets op te doemen en ik ben bang dat ze niet voor me zullen stoppen. Ik
volg de massa fietsers voor me, maar heb het gevoel niet echt bij hen te horen.
Zij zijn de wereld, en ik ben mijn eigen eiland.
Het kabinet heeft vorige week verklaard dat het dragen van
boerka’s en andere gelaatsbedekkende kleding de open communicatie belemmert en
daarom onwenselijk is. In scholen worden boerka’s verboden en ambtenaren mogen
geen boerka dragen. Ook in het openbaar vervoer is het dragen van boerka’s
volgens de kabinetsverklaring ongewenst.
Het bedekken van een gezicht is een bijzonder effectief
middel om iemand buiten de maatschappij te plaatsen, zegt Bea de Gelder,
hoogleraar medische en neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg en een
autoriteit op het gebied van gezichtsherkenning.
Zij is niet verbaasd over mijn gevoel van vervreemding dat een boerka met zich
meebrengt. ‘Het wordt voor een ander niet alleen moeilijk om te interpreteren
wat je zegt als hij je gezicht niet kan zien, de behoefte om een gesprek te
beginnen verdwijnt. ‘De boerkadraagster wordt vanzelf de mond gesnoerd.’
Het gezicht is veel meer dan een graadmeter voor schoonheid.
In de westerse wereld staat of valt goede communicatie met visueel contact.
Alles in ons gezicht communiceert met anderen. Onze ogen, wenkbrauwen en
mondhoeken geven allemaal minieme signalen af. Die worden weer opgepikt door
onze gesprekspartner, die in reactie daarop zijn eigen signalen afgeeft. Zo
worden woorden in een context geplaatst, want hoe weet je anders of die
sarcastische opmerking een goedbedoelde plagerij, een belediging of zelfs een
flirt is? De indruk die iemand maakt, is een optelsom van signalen. Zo is voor
een goed verstaander veel af te lezen uit de intonatie van de stem en de gebaren
die iemand maakt.
Verreweg de meeste signalen komen echter van het gezicht. Uit
onderzoek van de Amerikaanse psycholoog Albert Mehrabian, bleek dat de sympathie
voor een gesprekspartner voor 55 procent werd bepaald door lichaamstaal, voor 38
procent door intonatie en 7 procent door de verbale communicatie.
De ogen, wenkbrauwen en mond zijn omgeven door fijne
spiertjes waardoor we steeds verschillende gelaatsuitdrukkingen kunnen aannemen,
die bijna overal worden herkend. De gezichten die we daarmee kunnen trekken,
worden bijna overal herkend. Zo worden bij een ontmoeting de wenkbrauwen even
opgetrokken, ten teken van begroeting.
Dat gaat zo snel dat het onbewust gebeurt, behalve bij het
zien van baby’s. Dan gaan de wenkbrauwen in zo’n nadrukkelijk opgetrokken stand,
dat je vanzelf de nogal ridicule gezichtsuitdrukking krijgt, die vaak met
babypraat gepaard gaat.
Een gezicht is een betrouwbare communicatiebron omdat er maar
een paar uitdrukkingen zijn die je kunt faken. De Amerikaanse psycholoog Paul
Ekman categoriseerde gelaatsexpressies en testte of ze gesimuleerd konden
worden. Een beleefde glimlach naar die vervelende collega lukt nog wel, en een
quasi-verbaasd of boos gezicht kost ook weinig moeite.
Maar bij verdriet blijken de binnenhoeken van de wenkbrauwen
opgetrokken te worden, een beweging die bijna niemand bewust kan maken. Of
probeer maar eens echt bang te kijken. Daarvoor moeten de wenkbrauwen worden
opgetrokken en tot een frons gevormd, een beweging die nog geen 10 procent van
de mensen vrijwillig kan maken.
Wat nu als iemand dat sprekende gezicht helemaal afschermt,
zoals met een boerka; of alleen de ogen vrijlaat, zoals met de iets
gebruikelijkere nikab? In de discussie over gezichtsbedekking worden beide
kledingstukken vaak op een hoop gegooid, maar in communicatie een wereld van
verschil: bij de nikab zijn de ogen zichtbaar, bij de boerka niet.
Aan de Universiteit van Amsterdam is het eerste onderzoek
naar het effect van de nikab op de onderlinge communicatie net afgerond.
Hoogleraar sociale psychologie Agneta Fischer en haar collega’s toonden aan 119
proefpersonen een geluidloos filmpje waarin een vrouw een verhaal vertelde en
diverse emoties liet zien. In het ene filmpje was het gezicht van de vrouw
gewoon te zien, in het tweede filmpje droeg de vrouw een nikab, waarbij alleen
haar ogen zichtbaar waren, en in een derde filmpje was alleen een uitsnede van
een paar ogen zichtbaar.
Het blijkt dat de ogen een krachtig communicatiemiddel zijn.
De verwachting was dat emoties het beste herkend zouden worden als het hele
gezicht zichtbaar is, maar in alle filmpjes werden de getoonde emoties goed
herkend. De interpretatie van de beelden verschilde echter wel. Bij de vrouw in
nikab werden negatieve emoties als veel intenser ervaren, terwijl bij de
uitsnede van alleen de ogen blijdschap juist veel sterker werd ervaren.
Aan de hand van deze eerste resultaten vermoedt Fischer dat
onze bezwaren tegen de gezichtsbedekking dan ook vooral cultureel van aard zijn.
‘Wij vinden een nikab gewoon eng.’ Dit is ook niet zo gek, vindt de hoogleraar,
omdat wij gewend zijn via gezichtsuitdrukkingen te communiceren. ...
Lichaamstaaldeskundige Frank van Marwijk vindt zowel de
boerka als de iets minder verhullende nikab een ernstige beperking voor de
communicatie. Naast het overbrengen van emoties heeft het gezicht, en dan vooral
de blik, volgens hem een belangrijke functie in het reguleren van contact.
Oogcontact zorgt ervoor dat we niet tegen elkaar opbotsen in
een drukke winkelstraat, en dat we weten of een roddel in goede aarde valt of
niet. Bijna ongemerkt passen we onze presentatie aan de reactie van die ander
aan. Een blik is ook heel dwingend. ‘Probeer iemand maar eens te negeren. Zodra
jullie blikken elkaar kruisen, kun je niet meer om hem heen.’
Zonder gezicht wordt het bijzonder moeilijk om signalen te
interpreteren, denkt psychologe Bea de Gelder. ‘Het leidt onherroepelijk tot
miscommunicatie. Je begrijpt maar een gedeelte van de boodschap, omdat de rest
verborgen blijft achter een stuk stof. Dan ga je te laat reageren en verkeerd
interpreteren, met als gevolg dat je contact liever vermijdt.’ ...
Iemand die zijn gezicht niet laat zien toont volgens De
Gelder minder initiatief, wordt sneller genegeerd en minder aardig gevonden. Ze
trekt de vergelijking met studies naar mensen die kampen met een gedeeltelijke
gezichtsverlamming. ‘Anderen kunnen hun emoties minder goed herkennen, maar hun
eigen emotionele ervaring vervlakt ook. Het zou me niets verbazen als dit effect
ook optreedt bij mensen die zich geregeld moeten verbergen onder een boerka. Dat
richt emotionele schade aan.’
Tussenstukken:
Naema Tahir
'Ik heb als puber in Pakistan, bij mijn tante, een boerka aangehad, voor de lol.
Hij is zwaar, je ziet weinig. Je zit opgesloten. Als kind droeg ik een doekje,
m'n haar sprong eruit. Later droeg ik een sluier à la Benazir Bhutto. Als hij
afzakte, was dat geen drama. In mijn fanatieke, vrome periode was ik tijdens het
gebed en in de nacht bedekt, ik sliep met sluier. Een doek die nek en romp
bedekt, geeft bescherming, aanzien en fatsoen. En maakt seksueel bewust. Elke
man kijkt, juist! Je bent steeds bezig elk stukje huid te bedekken. Een doek
dicteert kuisheid, onopvallendheid, onzichtbaarheid. De boerka dwingt je ook je
armen stil te houden,op je buik te leggen. je loopt omzichtig. Het benadrukt je
illegaliteit op straat. Het beperkt sociaal contact, je straalt uit: het is hier
onveilig. Zo sluipt wantrouwen de samenleving in. Het is ook arrogant: ik zie
jou. jij mij niet. Ik verwonder me niet over de maatschappij en trek me er niks
van aan. Het toont een gemankeerd bewustzijn:
Van de auteur verschenen Een moslima ontsluiert en Eenzaam heden.
Betsy Udink
'Ik was als journaliste in Saoedi-Arabië, Egypte en Pakistan en heb ooit een
abaya omgehad, zo'n grote zwarte tent, die wel je gezicht vrijlaat. Toch roept
elke doek zo'n verzet bij me op dat ik om die reden niet naar Iran ga. Een
boerka maakt je onzichtbaar, vermoordt je identiteit.
De abaya en boerka zijn symbolen van van onderdrukking. De hoofddoek, en zeker
de boerka, impliceren dat je je plaats weet. je onderwerpt. Spontaniteit.
creativiteit en nieuwsgierigheid verdwijnen. Maar ik heb geen oplossing voor dit
dilemma: meisjes die van hun vader of broers alleen naar de universiteit mogen
als ze een hoofddoek omhebben. Moet je die meisjes aanraden zich te verzetten en
geen hoofddoek te dragen, met als risico dat ze helemaal niet mogen studeren?
Het probleem in dit debat is dat we emotioneel argumenteren, de een is beledigd,
de ander gekwetst. Een juridisch en intellectueel kader ontbreekt om te zeggen
waarom we wat willen. Ik haal graag het Hoeden Edict van Atatürk aan,
grondlegger van de Turkse seculiere staat. van begin jaren '20. Een fez, tulband
en hoofddoek passen niet bij een geciviliseerde samenleving, vond hij. Vrouwen
moesten 'de wind door hun haren kunnen voelen'. Dat ben ik met hem eens.'
Van de auteur verschenen Achter Mekka en Allah & Eva.
Red.: Uit een echte boerka-maatschappij:
Uit: De Volkskrant, 27-08-2009, door Pauline Kleijer
Bijkomstig voordeel van boerka's
Kauli Kid. Regie Barmak Akram. Met Hadji Gul, Messi Gul, Leena Alam. In 3
zalen.
'Waarom draag je nog een boerka, ze zijn uit de mode', zegt taxichauffeur Khaled
tegen zijn va!l top tot teen gesluierde passagier. Vloekend en mopperend rijdt
hij door het chaotische verkeer van Kabul. Wanneer hij een nieuwe klant oppikt
en de vrouw is uitgestapt, blijkt ze haar baby in zijn taxi te hebben
achtergelaten.
In Afghanistan is het niet uitzonderlijk dat baby's te
vondeling worden gelegd. De moeders zijn verkracht, straatarm of gewoon
wanhopig. ...
Kabuli Kid gebruikt een weinig origineel gegeven om de
tegenstrijdigheden in de Afghaanse samenleving zichtbaar te maken. Het
speelfilmdebuut van documentairemaker Barmak Akram staat in een lange traditie
van films over gevonden kinderen,
In een losse, documentaire stijl maakte Akram een actuele
film met een heldere boodschap, die nooit saai of bel er end wordt. De grootste
tegenstrijdigheid zit in het scenario: om de positie van vrouwen aan de kaak te
stellen, had de regisseur een mannelijke hoofdfiguur nodig. Terwijl Khaled op
zijn omzwervingen het moderne Kabul laat zien, komt zijn vrouw nauwelijks de
deur uit.
Red.: Dat is de reden voor een boerkaverbod: het is het
symbool van een achterlijke en mismaakte maatschappij.
Naar Boerkaverbod , Allochtonen lijst
,
Allochtonen overzicht , of site home
.
|