Bronnen bij De multiculturele samenleving: de aanval


1 nov.2006

Een bijzonder gevaarlijke ontwikkeling in het allochtonen- en integratiedebat is de directe aanval door allochtonen op de Nederlandse en westerse cultuur. De stilzwijgende ondermijning kon alleen bestaan door de medewerking van politiek-correcten en multiculturalisten heeft geleid tot een grote afkeer van de Nederlandse bevolking van de laatsten - de afkeer tegen allochtonen bestond voornamelijk tegen overlastverschijnselen, en zouden bestreden kunnen worden door die misstanden de kop in te drukken door passend politieoptreden, en dergelijke.
 

Uit: De Volkskrant, 14-10-2006, door Halleh Ghorashi, bijzonder hoogleraar diversiteit bij de afdeling Cultuur, Organisatie en Management van de Vrije universiteit Amsterdam.

Er is werk aan de winkel voor de autochtone Nederlanders, als ze prettig willen samenleven met migranten, zegt de nieuwe hoogleraar diversiteit Halleh Ghorashi.

Nederlander, ga eens opzij met je dikke identiteit


Tussentitel: Nebahat Albayrak wordt ten onrechte op haar nummer gezet

De discussie rond de Turkse Nederlanders en de Armeense kwestie is een voorbeeld van hoe we niet met elkaar moeten omgaan als Nederlandse burgers. ...
    Voor een nieuw Nederland is het nodig ruimte te maken. Het gaat om de wil om de ander te ontmoeten; hiervoor is niet alleen een overtuigend betoog nodig, maar vooral het vermogen opzij te stappen. Dan kan de ander worden toegelaten en ook de stap maken tot de algemene noemer van het Nederlanderschap.
    Een begin is om veel meer ruimte te maken voor culturele hybriden. De Turkse Nederlanders die nu onder vuur zijn komen te liggen, zijn daar juist de voorbeelden van. Kijk naar de prestaties die Nebahat Albayrak de laatste jaren voor de Nederlandse samenleving heeft geleverd. Ze is een Nederlands Kamerlid, lid van een Nederlandse politieke partij. Hoe ver moet je gaan om je te kunnen bewijzen als een Nederlander, zonder bij het eerste het beste incident op je nummer te worden gezet? Dat is echt jammer. Nederland heeft deze waardevolle krachten nodig, mensen die mooie voorbeelden zijn van geslaagde hybriditeit.
    'Culturele hybriden' kiezen bewust wat ze uit hun diverse culturen willen koesteren en wat niet. Deze mensen symboliseren waar moderne samenlevingen voor staan - vrijheid - omdat ze in staat zijn het beste uit diverse culturen te halen en zich niet laten beperken door de vanzelfsprekendheden van hun eigen cultuur. Door deze nieuwe Nederlanders de ruimte en de erkenning te bieden om hun identiteit in vrijheid vorm te geven, wordt het mogelijk de radicale groepen te marginaliseren. Deze nieuwe hybride Nederlanders zijn geen vijanden van de Nederlandse samenleving, maar de bondgenoten van de 'autochtone' Nederlanders - die ook moeten durven veranderen - voor de toekomst. ...
    Voor een diepgaander ontmoeting is zelfs nog iets meer nodig. Deze stap ziet de filosoof Theo de Boer als de eerste voorwaarde voor een interculturele dialoog. Deze stap heet epochè, dat betekent een tijdelijke opschorting van de waarheid van het eigen oordeel. We kunnen niet naar de ander luisteren zonder tijdelijk achter onze eigen overtuiging een vraagteken te zetten. ...
    Vervolgens zou er ruimte moeten worden gemaakt voor een nieuwe vorm van Nederlanderschap. ...
    Hier wordt gedacht in een of/of-scenario: om de een te worden, moet je de ander opgeven. De recente discussie rand de dubbele nationaliteit is een duidelijk voorbeeld van dit of/of-denken. Zo blijft er nauwelijks ruimte voor het ontstaan van nieuwe creaties van identiteit, waarin combinaties mogelijk zijn en waaruit nieuwe vormen van Nederlanderschap tot stand kunnen komen.
    De dominantie van het of/of-scenario in Nederland heeft onder and ere te maken met de constructie van de Nederlandse identiteit. De Nederlandse identiteit is te 'dik' (ofwel thick in het Engels). Hierdoor is zij niet omvattend genoeg om de aanwezige diversiteit van culturen in Nederland te kunnen bevatten. Tot voor kort was de Nederlandse identiteit weinig expliciet, maar toch was er een impliciete, onuitgesproken notie van gedragscode en uiterlijk aanwezig over wie wel of niet een 'echte' Nederlander was. De Nederlandse burger heeft een lichaam en een religie, ofwel is wit met een joods/christelijke achtergrond. Door de invloed van het categorale denken is het vanzelfsprekend geworden dat migranten met hun 'afwijkende cultuur' wel in Nederland wonen, maar nooit een 'echte' Nederlander kunnen zijn. Hooguit kunnen ze assimileren tot de 'nette burgers' die Nederland kan verdragen.
    Deze onuitgesproken, maar toch 'dikke' notie van Nederlanderschap is de afgelopen jaren wat explicieter geworden. De recente discussie rondom de Nederlandse canon is een voorbeeld hiervan. Zo'n verdere verdikking van de Nederlandse identiteit verscherpt het verschil, terwijl er juist ruimte moet komen. Ruimte, voor een eenheid vanuit verscheidenheid, die recht doet aan de cultuur van democratie. ...


Red.:   Omdat Ghorashi in deze alinea's niet spreekt in termen van een specifiek geval, moeten we er vanuit gaan dat ze dit in het algemeen bedoeld. Dan vallen deze stukken af te korten tot de stelling dat het in het algemene geval de Nederlanders zijn die bij een conflict van waarden hun waarden opzij moeten zetten. Dit blijkt ook uit de kop van het stuk: Nederlanders zijn intolerant, en moeten de waarden van anderen aanvaarden, de immigranten hoeven dat niet te doen. In ieder geval noemt Ghorashi deze verplichting of de wederzijdsheid van verplichtingen niet. 
    Dat dit geen eenzijdige interpretatie van de kant van de redactie is, blijkt uit de volgende reacties:


De Volkskrant
, 21-10-2006, ingezonden brief van Remco Wijnings (Rotterdam)

In Nederland is er in essentie geen culturele intolerantie

In haar artikel over culturele diversiteit (het Betoog, 14 oktober), pleit Halleh Ghorashi voor een meer open en minder etnocentrische houding van autochtone Nedelanders ten aanzien van allochtone ‘medelanders’.
    Dat een dergelijke houding in de basis altijd constructiever is dan het zwelgen in de door haar genoemde ‘dikke’, eigen identiteit, kan ik onmiddellijk onderschrijven.
    Het wordt echter een krom verhaal op het moment dat zij de prestaties en recente commotie rond Albayrak aanhaalt. Is het immers niet zo dat Albayrak tot haar prestaties in de Nederlandse politiek heeft kunnen komen juist omdat ze binnen de Nederlandse samenleving de kansen kreeg?
    Dat er nu discussie is rond haar persoon heeft te maken met een irritant Nederlands trekje om soms roomser dan de Paus te zijn, maar het is onjuist om dit meteen aan te voeren als een teken van autochtone intolerantie.
    En dat is wat mij steekt aan Ghorashi’s betoog: het impliceert een algehele culturele intolerantie in Nederland die er in essentie niet is. Voor allochtone groepen die, eenmaal aangekomen in Nederland, zelf de dikste randjes van hun identiteit afgeschraapt hebben, is er in Nederland altijd ruimte, begrip en belangstelling geweest.
    De manifeste onvrede die we de laatste jaren in Nederland en de rest van Europa zien omtrent immigranten, heeft meer te maken met het feit dat bepaalde groepen immigranten zelf nalaten die aspecten van hun culturele identiteit te relativeren die op gespannen voet staan met bepaalde basiswaarden in de Nederlandse samenleving.
    Ik doel op groepen die, ook als zij in Nederland wonen of geboren zijn, in de islam nog redenen vinden om te vervallen in intolerant gedrag ten aanzien van andersdenkenden (lees: geëmancipeerde vrouwen of homo’s).
    Ghorashi’s betoog was evenwichtiger geweest als zij er aan had toegevoegd dat cultureel relativisme altijd van twee kanten moet komen en dat de culturele dominantie van het nieuwe vaderland een onvervreemdbaar gegeven is.
 

De Volkskrant, 21-10-2006, ingezonden brief van Hans Valk (Dordrecht)

Hybride

Halleh Ghorashi stelt in haar artikel ‘Nederlander, ga eens opzij met je dikke identiteit’ dat er meer ruimte moet komen voor ‘culturele hybriden’. Deze moeten in staat worden gesteld ‘te shoppen’ in de westerse cultuur, maar ze moeten ook kunnen behouden wat ze in hun eigen cultuur van waarde vinden. Ze haalt daarbij een pijnlijk verkeerd voorbeeld aan.
    Ghorashi vindt dat de manier waarop is omgegaan met de Turkse kandidaat-Kamerleden, die onlangs weigerden de genocide op de Armeniërs te erkennen, een teken is dat er gebrek aan ruimte voor deze culturele hybriden is.
    Stelt mevrouw Ghorashi nu echt voor dat de Nederlandse samenleving het ontkennen van een genocide maar moet accepteren onder het motto ‘ruimte maken voor culturele hybriden’?
    Ik constateer dat er in dit geval inderdaad sprake van een culturele kloof. Autochtone Nederlanders moeten ook durven veranderen, schrijft mevrouw Ghorashi. Dan zou een voorbeeld als de grote sociale cohesie – die veel allochtone groepen kennen – beter op z’n plaats zijn geweest. Genocide lijkt me in elke cultuur een even groot kwaad. De ontkenning ervan zou dat ook moeten zijn.


Red.:   De houding die achter Gorashi's stuk zit, is duidelijk geworden na later verkondigde standpunten. De aanleiding in dat geval was de discussie over de Nederlandse identiteit, zoals in feite al een hele tijd broeiende, maar tot een openlijk vuur gebracht door de rede van prinses Maxima bij de presentatie van het integratierapport van de WRR, dat eenzelfde soort doelstelling en inhoud heeft als die van de commissie Pavem, die Gorashi aangesteld heeft. De ophef was voornamelijk naar aanleiding van de specifieke uitspraak van Maxima dat er geen dé Nederlandse identiteit bestaat, wat een gratuite opmerking is, welker gratuïtieit ze zelf aangaf door te stellen dat er ook geen dé Argentijnse identiteit is - en, dus implicerend, ook geen Duitse, Franse, enzovoort, dus geen enkele dé-identiteit. Dus ook geen Marokkaanse en Turkse. Dit dus ter ontkenning dat er een probleem bestaat, en dat als we maar over ophouden te praten over de verschillen, het integratieprobleem zich vanzelf oplost. De feitelijke boodschap is en blijft dus: er bestaat geen Nederlandse identiteit die in gevaar kan komen door een Turkse of Marokkaanse identiteit, want ze bestaan geen van drieën.
    Om deze hele discussie nog eens samen te vatten in het kader van de jaaroverzichten, organiseerde het VPRO-programma Spraakmakende zaken (30 dec. 2007) een debat, met onder ander Halleh Gorashi als deskundige (video hier ). En wat verkondigt mevrouw Gorashi bij het introducerende rondje standpunten: Ja, Maxima had gelijk, er bestaat geen dé Nederlandse identiteit.
    Hoe bont kan men het maken: eerst stellen dat de Nederlandse identiteit te dik is, en dan dat er geen dé Nederlandse identiteit bestaat. Op de prangende kwestie van deze tegenspraak, ook van toepassing op het wijdere debat, werd in het programma natuurlijk niet ingegaan, terwijl het wel degelijk de kern van het debat was, ook daar: men kwam voortdurend maar terug op wat nu die Nederlandse identiteit was, en dat dit zo moeilijk aan te geven is. Is dat juist, dan slaat het bovenstaande artikel van Gorashi nergens op.
    In de uitzending was er ook een Poolse gast. Die zei het onomwonden: dat ze zich had verbaasd over de Nederlandse houding, want het was toch simpel? Nederland is het gastheerland, en de immigranten zijn de gasten, dus de immigranten hebben zich aan te passen. "En niet andersom", zei ze er voor de duidelijkheid nog bij. Ook op deze prangende opmerkingen werd natuurlijk niet ingegaan.
    Over deze kwestie had mevrouw Gorashi in de rest van het programma nog een aantal opmerkingen, die tezamen neerkomen op: Nederland moet ruimte maken voor de cultuur van de immigranten. En dat het integratieprobleem de schuld is van de Nederlanders. Dus ook in deze kwestie staat mevrouw Gorashi aan de volkomen verkeerde kant - gezien vanuit de nuchtere Poolse.
    De reden van deze fouten is volkomen helder. Of hij nu geen identiteit heeft, of een te dikke, het is altijd de schuld van de Nederlander. Kortom: de oorzaak is niet van belang, de schuld van de Nederlander staat van tevoren al vast.
   En ook de hogere oorzaak van deze fouten werd door mevrouw Gorashi verklapt: Ja, gaf ze toe, ik ga in mijn denken toch nog altijd uit van idealen.
   Het ideaal in dit soort zaken natuurlijk zijnde dat van de vrije migratie, het globalistische ideaal van de overal zijn mooie-praatjes verkopende intellectueel, levende op de arbeid van de residenten.
   In vanuit dit persoonlijke belang wordt door mevrouw Gorashi de Nederlandse cultuur aangevallen.

De volgende, bekende, criticus van de autochtone meerderheid van Nederland:


Uit: De Volkskrant, 30-10-2006, column door Kader Abdolah

Sorry!

Er is een jaar verstreken sinds de Schipholbrand. Twee ministers zijn opgestapt, maar mevrouw Verdonk blijft hardnekkig in haar stoel zitten. Ze stapt niet op, ze stapt nooit op, ze weet niet wat dat is. ...
    Deze 26 duizend vreemdelingen zijn gaandeweg van ons geworden. Hun uitzetting is een onmogelijke daad geworden. Er is slechts één uitzettingsweg: hen kapot maken.
    Maar zo maken wij ons zelf ook kapot.
    Dit probleem is van ons en wij moeten het zelf oplossen. Het liefst nu. Anders worden we straks onherroepelijk oud en wordt er niet meer naar onze mening gevraagd.
    Het zou zwak zijn van onze generatie als we onze problemen niet zelf op zouden kunnen lossen en het aan onze kinderen over laten. Indien wij het niet doen, worden we later bestempeld als een bange radeloze generatie.
    We zijn er allemaal verantwoordelijk voor, één voor één! Een generaal pardon is een onvermijdelijke stap. We moeten dapper zijn en die mensen terug naar het leven laten komen. ...

Red.:   Zie hieronder de begeleidende illustratie van Kader Abdolah's ideaal:

   


Naar Multiculturele samenleving  , Allochtonen lijst , Allochtonen overzicht , of site home .