Arbeidsmigratie
In een normale economische situatie waarbij er min of meer een evenwicht is,
wordt de prijs van de arbeid grotendeels bepaald door de waarde van de arbeid in
het totale economische systeem. De arbeider levert een hoeveelheid arbeid af, en
krijgt daarvoor de tegenwaarde in geld, wat hem in staat stelt aan zijn
behoeftes te voldoen.
In een kapitalistisch systeem werkt dit anders. Arbeid wordt beschouwd als
een merkproduct, onderhevig aan vraag en antwoord. is er net genoeg arbeid
beschikbaar om aan de vraag te voldoen, is de situatie als in een normaal
evenwicht. Is er een tekort aan arbeid zal de prijs van arbeid stijgen. Maar die
prijs kan niet te veel stijgen, want dan wordt de arbeid duurder dan het
product, en is het verliesgevend, en veelal zinloos. In voedseltermen: de arbeid
kost meer voedsel dan het oplevert.
Tot slot de situatie dat er meer aanbod is van arbeid dan vraag. Dan zal de
prijs van de arbeid dalen, en wordt het ook winstgevender om het product te
maken. Oftewel: er is geen natuurlijk rem op de daling van de prijs van arbeid,
behalve de ultieme: wordt de prijs van arbeid te laag, kunnen de arbeiders niet
genoeg producten meer kopen, en gaan ze dood. Daardoor daalt het aanbod aan
arbeid weer, en gaat de prijs van arbeid weer stijgen tot de arbeiders er weer
van blijven leven. Wie denkt dat dit een onrealistische beschrijving is, wordt
verwezen naar de toestanden beschreven door Charles Dickens - die komen daar
volstrekt mee overeen. Dit is de economische wereld waarin we nu het
verschijnsel van arbeidsmigratie invoeren. Het effect is simpel: het vergroot
het aanbod aan arbeid, en het verlaagt dus de prijs van de arbeid.
Arbeidsmigratie betekent dalende lonen. Voor de arbeiders.
Aan de andere kant betekent een daling van de prijs van de arbeid een toename
van de winst van bazen en eigenaren. Die worden dus rijker. Maar er is ook nog
een derde effect, als die arbeidsmigratie plaatsvindt vanuit andere landen, en
vooral in die dit sociaal achtergebleven landen zijn. Die arbeidsmigranten
moeten namelijk gehuisvest worden, eventueel verzorgd (bij ziekte) en hun
eventuele kinderen moeten onderwijs krijgen.
Niets aan de hand, zou je zeggen als we normaal economisch redeneren: die
kosten trekken we af van de extra winst voor de bazen en eigenaren die die
arbeid importeren. Dit is niet als het werkt in een kapitalistisch systeem.
Dan worden de sociale kosten van de arbeidsimmigratie niet betaald door de
importerenden, maar door de overheid
. De overheid heeft dus extra kosten, en zal dus extra inkomsten moeten krijgen.
Weer: in een normaal economisch systeem zouden de overheid die extra inkomsten
van de importerende moeten vragen. In een kapitalistische economie verdeelt de
overheid die extra kosten over iedereen, dus ook de arbeiders.
Maar daar komt nog een effect bij: in een neoliberale kapitalistische
maatschappij van de soort waar wij in zitten, mag men niet de belasting verhogen
voor extra uitgaven, maar moet daarvoor op andere uitgaven bezuinigd worden.
aangezien in een neoliberale kapitalistische maatschappij de overheid al zodanig
weinig inkomsten krijgt dat basistaken als onderwijs niet meer goed
vervuld kunnen worden, worden die extra bezuinigingen verhaald op degenen die
daar in het geheel niets tegenover kunnen stellen, de zwakken. Het effect van
arbeidsimmigratie is dus drieledig: de bazen en eigenaren (en financiers) worden
rijker, de arbeiders worden armer, en de zwakkeren krijgen minder. En er is geen
enkele economische tegenfactor die dit proces kan stoppen. De enige middelen om
dit proces te stoppen zijn een overheidsverbod op de import van arbeid, en bij
gebrek daaraan, het eerder vermelde ziek worden of doodgaan van arbeiders. Of,
het minst waarschijnlijk, een opstand van arbeiders tegen deze gang van zaken.
Arbeidsmigratie is dus niets minder, of meer gezien de geschiedenis, dan een
wapen in de strijd van de hogere tegen de lagere klassen.
Naar Economische klassenstrijd
, Economie lijst
,
Economie overzicht
, of site
home
.
|