Bronnen bij Managen en vakkennis: fout management
Voorbeelden van fouten gemaakt door managers en management:
Uit: De Volkskrant, 30-11-2007, van verslaggever Ron Meerhof
Ict bij de overheid is beter af met minder ict
... Die zegt nu dat de gezamenlijke overheden ‘slechts’ voor
2,1 miljard per jaar aan ict-projecten voor hun rekening nemen. Ook vond de
Rekenkamer dat automatisering vaak beter uitpakt dan de Amerikaanse praktijk uit
1995. De Standish Group deed in 2003 zijn onderzoek over en daaruit rolde de
gunstiger verhouding van 15:50:35. Een peiling uit dit jaar onder Nederlandse
directeuren, ict-managers en ict-professionals komt uit op 4:48:48.
De Rekenkamer waagt zich niet aan zo’n formule, maar noemt
het probleem ‘in elk geval substantieel’.
Wat zijn de oorzaken? De factor die als eerste wordt genoemd,
is ‘het ict-enthousiasme bij veel hoge ambtenaren, ministers en bij de Tweede
Kamer’. De beslissers zien ict als een wondermiddel, schrijft de Rekenkamer. Dat
komt doordat ze er erg weinig van weten. ...
Ict-leveranciers ten slotte willen vooral opdrachten en
liefst zo groot mogelijk. Extra eisen, meerwerk? Alles kan. ...
Red.: De managers bij de afnemende instellingen weten er te
weinig van, en het "wij-kunnen-alles-leveren" enthousiasme bij de verkopende
bedrijven is ook afkomstig van managers - de professionals die het werk moeten
leveren weten meestal donders goed dat bepaalde zaken erg moeilijk tot niet
haalbaar zijn.
Uit: VARA TV Magazine, #36, 2004, artikel van Henk van Gelder
over David Croft:
De Engelse televisiemaker David Croft, van Dad’s
Army, It ain’t half hot mum, enz.:
Ietwat verbitterd is hij eigenlijk alleen maar over de recente ontwikkelingen
bij de BBC, waar het management – zoals ook elders – de plaats van de
programmakersintuïtie heeft ingenomen. Croft zag de opmars van de
managementconsultant met eigen ogen: ‘ We zagen de jongere leden van die teams
de ronde doen in pakken met dassen, en met zeer zorgelijke gelaatsuitdrukkingen,
misschien om veiligheidsredenen in groepjes van zes of acht, allemaal met een
clipboard onder de arm.’ Intussen de vaste repetitieruimten van de BBC
opgedoekt, zodat er voortaan moest worden gewerkt in gehuurde zaaltjes. De
productie van comedyseries (binnenshuis gemaakt voor 175.000 per aflevering)
moest worden uitbesteed aan buitenproducenten, die 250.000 pond in rekening
brachten.
‘Toen we erover klaagden, waren de managers veel te bang voor hun baantjes om er
iets aan te doen,’ aldus de oude rot in het vak.‘ We bleven achter met honderden
mensen die naar computerschermen zaten te staren en papier produceerden. ‘Ieder
idee voor een nieuwe serie moest worden goedgekeurd door de netmanager van BBC1
of BBC2, de chef amusement, de genre-chef, de functionaris voor
comedy-opdrachten en de chef comedyseries. ‘Elk van die lieden zal zijn
armzalige ideetjes gaan spuien, en de gepijnigde schrijver en producer zijn
verplicht daarmee rekening te houden.’
Croft zegt het niet met zoveel woorden, maar de conclusie is onontkoombaar. Hij
kan zich nauwelijks voorstellen dat zo’n hele bureaucratie nu nog het groene
licht zou geven aan series als Dad’s Army en Are you being served?
Veel te riskant, geen bij voorbaat verzekerd succes.
Red.: De boodschap is duidelijk: hoe meer managers, hoe
duurder en hoe minder kwaliteit.
Uit:
De Volkskrant, 19-01-2005
Shell zoekt extra olie-ingenieurs
...
Shell kwam in 2004 in grote problemen door het afboeken van delen van zijn olie-
en gasreserves. De affaire was deels te wijten aan het verlies van
technologische kennis bij het bedrijf. Bij het laboratorium in Rijswijk en ook
op het kenniscentrum in het Amerikaanse Houston zijn sinds midden jaren negentig
vele banen verloren gegaan.
Door teloorgang van technische kennis is Shell slechter gaan
presteren bij de zoektocht naar olie. Bij proefboringen naar olie boorde Shell
de laatste vijf ook vaker mis dan zijn concurrenten. ...
Voor deze proefboringen zijn extra ingenieurs met kennis van
oliewinning nodig. Daarnaast zijn de extra arbeidsplaatsen nodig om het
natuurlijk verloop van personeel op te vangen, aldus een woordvoerder van
Shell. ...
Volgens kenners zijn oliedeskundigen schaars. Aan de
Technische Universiteit Delft ronden jaarlijks dertig studenten hun opleiding
tot petroleumingenieur af. Veel van deze studenten krijgen een baan bij Shell.
Ruim de helft van zijn ingenieurs haalt Shell uit het buitenland.
Red.: Shell heeft in de tussentijd nooit moeite gehad om managers te
vinden. Shell bemerkt nu dat het aannemen van managers geen meerwaarde aan het
bedrijf geeft. Shell merkt dit, omdat het een objectief meetbaar economisch goed
produceert: olie. Die olie moet geproduceerd worden door ingenieurs, technici,
en arbeiders. De extra bijdrage die managers daaraan kunnen leveren als er een
goed werkend systeem bestaat, is nihil. Wil je meer olie ontdekken heb je niet
door managers te ontwikkelen nieuwe targets nodig, maar heb je meer ingenieurs,
technici en arbeiders nodig. Shell was in de problemen, omdat het ten prooi was
gevallen aan het Angelsaksische management en haar cultuur, bestaande uit het
concentreren op targets formulerende managers. Meestal zijn die targets dan ook
nog van het financiële soort. Het leidt
weinig twijfel dat de ontslagen bij de Shell laboratoria gedaan zijn door deze
managers.
Wat voor Shell geldt, geldt voor alle bedrijven als ze iets zinvols produceren,
zelfs als dat zinvolle zaken als beleid betreft. ook daar zijn er mensen die het
beleid maken, en managers die dat proces begeleiden, met precies dezelfde
misstanden. Bij bedrijven en instellingen die minder goed meetbare zaken
produceren als Shell spelen precies dezelfde problemen, alleen zijn ze daar
minder goed meetbaar.
Het is dus volkomen duidelijk dat als men de prestaties van bedrijven en
instellingen wil verbeteren, men in de meeste gevallen kan volstaan met het
ontslaan van alle managers, en het eventueel opnieuw invullen van een beperkt
aantal management functies bij gebleken noodzaak, dat wil zeggen gebleken
behoefte van het producerende personeel aan dit soort ondersteuning.
Uit:
De Volkskrant, 18-03-2005, door Diederik van Hoogstraten
Een samenzwering van gevaarlijke gekken
New York Times-journalist schrijft schokken boek over Enron-schandaal
... Kurt Eichenwald is daarvoor medeverantwoordelijk. De verslaggever van de
The New York Times volgde Enron voor zijn krant en schreef er een schokkend,
uitmuntend, thriller-achtig boek over: Conspiracy of Fools. Daarin
schetst hij tot in detail de opkomst en val van Enron aan de hand van de
hoofdpersonen. Het was inderdaad een 'samenzwering van gekken'. Gevaarlijke
gekken, zou je kunnen zeggen, want de implosie van het miljardenbedrijf was
tegelijk een explosie. De naschokken werden gevoeld op Wall Street en financiële
markten wereldwijd, in Washington en aan Amerikaanse keukentafels, waar gewone
Amerikanen verbijsterd vaststelden dat hun pensioenen, beleggingen, lonen - poef
- weg waren.
De auteur beschrijft het ontstaan van het Enron-schandaal als
de chemie van een giftig mengsel die leidde tot een zieke bedrijfscultuur.
Hoewel het soms literair geschreven verhaal veel boeven in pak en een enkele
held kent, was er niet één boosdoener. ...
Bovenal werd Enron geleid door een incompetente bende
zelfingenomen, halve en hele amateurs. Hun namen, in volgorde van betrokkenheid
en domheid, volgens Eichenwald: Andrew Fastow, Jeffrey Skilling en Kenneth Lay.
Van alle details en verschijnselen die de lezer kippenvel
kunnen bezorgen, is het mismanagement wel de meest indringende. Jarenlang was
Enron een Concorde die door een blinde piloot werd gevlogen, schrijft
Eichenwald. Maar intussen was de snel groeiende energieboer de lieveling van
Wall Street. De onderneming was een favoriete zakenpartner van vertrouwde
mega-ondernemingen als Calpers, het Californische pensioenfonds.
Gerenommeerde investeringsbanken als Merrill Lynch smeekten
om opdrachten. De top speelde golf met de oude president George Bush en Bill
Clinton. In het Witte Huis was Kenneth Lay, ook nadat de tweede George Bush erin
was getrokken, een graaggeziene gast. In India en Brazilië werd Enron een speler
op de energiemarkt, die de lokale economieën en het leven van duizenden mensen
beïnvloedde.
Red.: Al die andere mensen uit de top die hier genoemd worden kunnen
dus geen leeghoofd van een manager onderscheiden, geen boef van een gewoon mens.
Gezien de ernst van de leeghoofdigheid en schurkachtigheid van de Enron
betrokkenen, is er maar een mogelijke verklaring waarom hun omgeving het niet
ziet: ze zijn het zelf ook in op zijn minst aanzienlijke mate.
Uit:
De Volkskrant, 27-05-2005, door Pieter Klok
`Managers strooien te veel plannen rond'
Bijna elk bedrijf is driftig aan het veranderen. Of althans de managers maken
plannen daartoe. In de meeste gevallen komt er niets van terecht.
... De gemiddelde mens/manager heeft goede ideeën genoeg, ziet Tiggelaar. 'Als ik managers bij een training vraag wie het afgelopen jaar een
briljant idee heeft gehad, steekt iedereen zijn hand op. Maar geen van hen
blijkt het te hebben uitgevoerd.'
In plaats van na te denken over de uitvoering (hoe krijg ik
het nou echt voor elkaar? Tegen welke weerstanden loop ik aan?) blijven de
meeste mensen/managers in de ideeënvorming hangen. Ze maken de mooiste plannen,
schrijven die op in mooie rapporten en notities en gaan er bijna blind van uit
dat het ook wordt uitgevoerd. Het is toch een goed plan? 'Een mooi rapport laat
zich makkelijk schrijven en voelt heel belangrijk', zegt Tiggelaar, 'Het is dus
niet vreemd dat managers zoveel plannen maken, vaak acht of negen tegelijk.' Dat
is meestal een zinloze activiteit, blijkt uit vele studies. 60 tot 90 procent
van de veranderingen in het bedrijfsleven mislukt. ...
Het lijkt allemaal weinig opzienbarend en dat is het
misschien ook. `Alles wat ik beweer is in wetenschappelijke kringen allang
bekend. Het gaat om basistechnieken die ook in gedragstherapie worden toegepast.
Voor een groot deel zijn het open deuren misschien, maar soms denk ik: dit soort
belangrijke deuren kunnen niet open genoeg staan.'
Waarom de prachtigste plannen bijna altijd hopeloos mislukken
Volgens Ben Tiggelaar, bestsellerauteur en veelgevraagd spreker, zijn er drie
hoofdoorzaken, waardoor de prachtigste plannen van managers - maar ook van
gewone mensen - zo jammerlijk mislukken.
1 We kijken te veel naar resultaten en te weinig naar gedrag. Veel benaderingen
van verandering, zowel voor het bedrijfsleven als voor persoonlijke verandering,
richten zich vooral op het formuleren van de beoogde resultaten en niet op het
benodigde gedag. Daardoor ondernemen we meestal geen actie, vaak de verkeerde
actie, en maar heel soms de goede.
2 We managen vaak maar een kant van ons gedrag.
Ons gedrag wordt niet alleen bepaald door bewuste voornemens, maar ook door
allerlei prikkels uit de directe omgeving. Die prikkels roepen doorgaans
allerlei automatische gewoontegedragingen op waarbij we ons zeker en plezierig
voelen. Succesvol veranderen vereist dat we onze intenties managen en de
situaties waarbinnen oude gewoontes overwonnen moeten worden.
3 We zijn ongeduldig, werken ongestructureerd en gefaseerd.
De meeste verandermethoden houden te weinig rekening met de tijd die we nodig
hebben om tot succesvolle veranderingen te komen. Wanneer we bijvoorbeeld niet
kritisch bepalen wat we echt willen, is de kans op een succesvolle verandering
zeer gering. Een grote verandering kost al gauw een jaar.
Red.: Kortom: het overgrote deel van de managers deugen niet
voor een belangrijk deel van hun werk: het zorgen voor verbeteringen van de
bestaande gang van zaken.
Uit:
De Volkskrant, 23-05-2005, serie Elf over elf, door Ron van Gelderen
'Ik had op school beter mijn best moeten doen'
...
Maandagochtend 11.11 uur; Sabrina de Hek schrijft sneller facturen dan minister
Zalm kan rekenen. Ze verwerkt de cijfers in de computer, checkt het totaalbedrag
op een rekenmachine, belt een klant en trommelt ritmisch mee met de muziek van
de Counting Crows.
De administratief medewerkster kent haar pappenheimers. Tegenover de klanten die
keurig hun rekeningen betalen, staan net zoveel klanten die vriendelijk tot
betaling moeten worden bewogen. 'Sommigen hebben een boek met twintigduizend
smoezen. Dat neemt een heleboel tijd in beslag.'
Ze heeft zich de financiële administratie zelf eigen gemaakt.
Na haar lhno-examen deed ze alleen een basiscursus boekhouden. ...
Ze heeft leren relativeren. Voor deze baan draaide ze mee in
de mallemolen van het grote Manpower. 'De prestatiedruk was idioot. Wat je de
ene maand met z'n tienen deed, moest de volgende maand met z'n vijven, onder
toezicht van 86 duizend leidinggevenden die iedere keer weer betere cijfers
wilden. Ik trok het niet meer.' ...
Red.: Een illustratief bericht uit de samenleving: de goed en
efficiënt werkende medewerkster, met initiatief, die wordt gefrustreerd door
managers, waarvan er teveel zijn.
Een individueel voorbeeldje:
Uit: De Volkskrant, 06-01-2005, door Harry van
Gelder
Cerfontaine houdt niet van tegenspraak
De top van Schiphol kon al een jaar lang niet meer samen door één deur.
Cerfontaine won de machtsstrijd. Van Lier Lels moest weg. 'Een donderslag bij
heldere hemel.'
Tussentitel: Cerfontaine is geen ondernemer,
Van Lier Lels wel Vlak voor kerst, 23 december, moet Marike van Lier Lels, operationeel directeur
van Schiphol, zich plotseling melden bij Jan Kalff, voorzitter van de raad van
commissarissen van Schiphol.
Daar krijgt ze te horen dat ze niet goed functioneert. 'De mededeling kwam voor
haar als een donderslag bij heldere hemel', vertelt Leo Berndsen,
ex-Nedlloyd-topman en een vriend van Van Lier Lels. Nooit eerder is ze vermaand
of gewezen op falen.
Bijna een week eerder, 17 december, komt de raad van commissarissen bijeen. Een
van de onderwerpen is de tweespalt in de raad van bestuur. Op Schiphol is het
geen geheim dat het driemanschap aan de top - Cerfontaine, financieel directeur
Verboom en Van Lier Lels - nauwelijks met elkaar door één deur kan.
Vooral na het gestuntel van Cerfontaine bij de bijna-benoeming tot voorzitter
van VNO-NCW trekt het zuur in de verhoudingen. Cerfontaine was bijna rond met de
werkgeversorganistatie, maar stelde op de valreep nog een pensioeneis van ruim
355 duizend euro. VNO-NCW blies de onderhandelingen meteen af en Cerfontaine
keerde terug naar Schiphol.
De topman had zich in de jaren daarvoor vooral beziggehouden met de aanstaande
privatisering van de luchthaven. Hij was het gezicht van Schiphol en had zijn
bezigheden voornamelijk buiten de luchthaven. Het financiële gedeelte liet hij
over aan Pieter Verboom, de dagelijkse gang van zaken aan Marike van Lier Lels.
Als Cerfontaine terugkeert, eist hij tot verdriet van onder meer Van Lier Lels
in toenemende mate de dagelijkse leiding op. Over nog veel meer zaken zijn de
twee het niet eens. Binnen Schiphol wordt het als een ernstig gemis gezien dat
Cerfontaine geen ondernemer is. Van Lier Lels is dat wel.
Zij ziet, anders dan Cerfontaine, minder noodzaak in de privatisering van de
luchthaven. Ook is zij het niet eens met het buitenlandse beleid en de
investeringen in Amsterdam. Van Lier Lels laat zich vaker horen en dat is tegen
de zin van Cerfontaine, die zich graag omringt met medestanders.
Cerfontaine, vertellen medewerkers, houdt niet van tegenspraak . Hij besluit een
week voor kerst de commissarissen in te lichten, waardoor het lang sluimerende
conflict naar buiten komt. 'Van Lier Lels en Cerfontaine zijn uit elkaar
gegroeid. Dat kan gebeuren en dan moet er één weg. Ik heb nooit meegemaakt dat
dan de baas opstapt', zegt Berndsen. ...
Uit: De Volkskrant, 03-11-2007, column door Aleid Truijens
Een poelier die het vegetarisme propageert
Scholen zijn geen instellingen die kennis overdragen aan jonge mensen. Dat zeg
ik niet, maar de opperhoeder van ons middelbaar onderwijs, Sjoerd Slagter,
voorzitter van de VO-Raad. Slagter geeft geen stuiver meer voor de ‘geijkte,
rationele kennistraditie’. We moeten, vindt hij, maar eens inzien dat kennis
tegenwoordig altijd ‘subjectief’ is, want de samenleving is immers ‘polyvalent’
en ‘vloeibaar’.
In die snel van kleur verschietende zee die ‘onze postmoderne
tijd’ is, kan de traditionele leraar met zijn ‘eurocentrische, westerse ideeën’
niet meer de stuurman zijn op het wankele bootje van de leerling. Hij kan beter
opdonderen, die erudiete leermeester. Het onderwijs zit in een ‘transitiefase’,
verheldert Slagter: ‘Niet langer is de kennis van de leraar zijn unieke kracht,
maar de wijze waarop hij in de wereld staat’. ‘Verbinding’ en ‘het morele
discours’ zijn de sleutelwoorden. Onnodig te zeggen dat de Nieuwe Leraar de
innovatieve hand van zijn management behoeft om op het juiste morele spoor te
blijven.
Slagter klinkt als een poelier die hartstochtelijk het
vegetarisme propageert. Deze onnavolgbare lariekoek uit zijn mond is te lezen in
een onlangs verschenen bundel opstellen en interviews, Van wie is het onderwijs,
onder redactie van Pieter Hettema en Leo Lenssen, twee oude rotten in
onderwijsmanagement en -bestuur. Zij spraken ook met Jos Elbers. Hij is de –
scheidende – bestuursvoorzitter van InHolland, een mammoethogeschool die bij
invoering van het ‘competentieleren’ in een kafkaëske chaos belandde waarbij de
studenten massaal meer les eisten of wegholden, en menig docent instortte.
...
De auteurs vragen aan de bestuursvoorzitter van InHolland hoe
hij de docenten bij de innovatie heeft betrokken. ‘De backbone van het nieuwe
onderwijsconcept hebben we centraal uitgewerkt’, antwoordt Elbers. In dit
concept staat niet kennisoverdracht maar ‘studieloopbaanbegeleiding’ centraal,
‘een sterkere relatie met de beroepscontext’ en ‘individualisering, ondersteund
door een interactief elektronisch leerplatform, Blackboard.’ In
vertaling: de docenten werden nergens bij betrokken, net zo min als de
studenten, die voortaan zelden college kregen en achter hun computer
quasirealistische opdrachten moesten maken.
Nu de ‘beroepscontext’, de echte.
Een goede vriendin is verpleegkundige op de afdeling
neurologie van een groot regionaal ziekenhuis. Zij begeleidt regelmatig
stagiaires, vaak van InHolland. Meermalen per dag komen patiënten binnen met
ernstig hersenletsel. Dan worden onmiddellijk tests uitgevoerd om te kijken of
sprake is van een bloeding of een infarct.
Mijn vriendin duwde haar stagiaire een rapportje met
uitslagen onder de neus. ‘Wat denk je’, vroeg ze, ‘moeten we deze patiënt
stollingsmiddelen geven of antistollingsmiddelen? Zou je in deze situatie een
arts bellen?’ Het meisje, derdejaars hbo-student, staarde met grote ogen naar de
testuitslag: niets erop kwam haar bekend voor. ‘Dat zoek ik op!’, riep ze
enthousiast en ze rende naar de computer. Zo had ze dat geleerd bij Blackboard.
‘Ben je gek?’, schrok mijn vriendin. ‘Daar heb je geen tijd voor. Deze meneer
verkeert in levensgevaar!’
Er viel geen dode, die dag. Mijn vriendin, dertig jaar
geleden opgeleid met veel medische kennis, had de supervisie. Maar over twee
jaar staat dat meisje alleen met dat papiertje in haar hand. Ze kan niet elk
half uur de arts bellen. Geen wonder dat enkele ziekenhuizen overwegen de
opleiding van verpleegkundigen weer zelf ter hand te nemen. Artsen, nu vrijwel
verdwenen in het competentieleren – veel te duur –, kunnen dan toekomstige
verpleegkundigen de belangrijkste basiskennis bijbrengen.
Stolling bevorderen of stolling stoppen, het maakt in de
praktijk het verschil uit tussen leven en dood. Geen polyvalente, postmoderne
waarde, maar een bloedwaarde, westers noch oosters. Zulke waarden kom je tegen
in elke beroepspraktijk. Gebrek aan basiskennis, bejubeld door de opperkoningen
van ons onderwijs, leidt tot gevaarlijke praktijken.
Red.: In de krantenwereld heeft het proces van vervanging van
vakkennis door management ook plaatsgevonden - met desastreuze financiële
gevolgen: PCM, uitgever van onder andere de Volkskrant en NRC
Handelsblad verloor een paar honderd miljoen euro:
Uit: De Volkskrant, 24-11-2008, door Paul Onkenhout
'Het is tijd dat de journalistiek eens terugmept'
De kaalslag en de onrust in de wereld van de betaalde kranten raken de
langstzittende hoofdredacteur van Nederland in zijn ziel. Rimmer Mulder: ‘En dan
komt er ook nog eens een vreselijke recessie overheen. Ik ben bang dat we met
z’n allen op korte termijn vreselijk veel gaan bezuinigen en daardoor een groot
deel verliezen van de infrastructuur die nodig is om onafhankelijke
journalistiek te bedrijven. Terwijl een onafhankelijke, zelfstandige
nieuwsvoorziening essentieel is in een democratie.’
Mulder (1948) werkte als verslaggever voor het Friesch
Dagblad en Trouw en is sinds 1988 hoofdredacteur van de Leeuwarder
Courant. Volgend jaar neemt hij afscheid, bezorgd.
‘Als betaalde kranten hebben we een structureel probleem. We
verliezen onze functie. Dat is onmiskenbaar. Kijk om je heen. Onder een bepaalde
leeftijd is het uitzonderlijk om een betaalde krant te lezen.
‘Dat is op zichzelf al een behoorlijk probleem. Maar het is
allemaal versterkt doordat op cruciale posten in onze branche mensen zaten die
heel weinig affiniteit met kranten hadden; mensen die geen oog hadden voor de
journalistiek en de missie van de journalistiek.’
Mensen die er een puinhoop van hebben gemaakt?
‘De oudere ondernemers, de courantiers, werden vervangen door managers.
En die hebben grote fouten gemaakt. De managers hebben het nu een paar jaar
gedaan. Laten we vaststellen dat wij het net zo goed kunnen. Het is tijd dat de
journalistiek terugmept in de richting van die managers. Dat hadden we eerder
moeten doen, dan hadden we een paar grote rampen kunnen voorkomen. ...
Red.: Professionals vervangen door managers ... Het
begin van het verval.
Net als in het volgende voorbeeld:
Uit: De Volkskrant, 30-03-2012, van verslaggever Bart Dirks
Aanpak klebsiellabacterie was fiasco
De medische staf en de top van het Maasstad Ziekenhuis Rotterdam hebben op alle
fronten gefaald bij de uitbraak van de multiresistente Klebsiella oxa-48
bacterie in 2010 en 2011. Microbiologen sloegen geen alarm, de intensive care
was onachtzaam, bestuurders en raad van toezicht waren verblind door de
ziekenhuisranglijstjes van het Algemeen Dagblad en Elsevier. ...
Red.: Allemaal gevolgen. Hier is de oorzaak:
|
Ook de voormalige leiding van het ziekenhuis krijgt zware kritiek.
De opgestapte bestuurder Paul Smits keek vooral naar marktaandeel en de
financiële positie. 'Onderbelicht bleven kwaliteit en zorg', zegt
vicevoorzitter Peter Holland van de commissie. 'Op sleutelposities
werden mensen uit het bedrijfsleven benoemd zonder zorgachtergrond,
tegen de zin van de afdelingen in. Er was geen kwaliteitscontrole.' |
Volgens het gezegde veeg je een trap schoon vanaf de bovenkant, vanaf de top -
dat klopt volkomen met het feit dat de organisatie vies wordt gemaakt vanaf de
top. Het is allemaal zo voor de hand liggend en bekend,
dat er geen aandacht meer besteed is aan dit onderwerp. Bij wijze van
uitzondering nog maar een voorbeeld:
Uit: De Volkskrant,
20-03-2015, rubriek De kwestie, door Peter de Waard
Is A15 moeilijker dan Afsluitdijk?
Tussentitel: Bouwers konden beter calculeren op ruitjespapier
Als de Amsterdamsche Ballast Mij heeft Ballast Nedam in het verre verleden
heel veel grotere projecten aangepakt dan de verbetering van de huidige A15.
Ballast bouwde de Afsluitdijk, de Velsertunnel en de Zeelandbrug. Maar nu lijkt
37 kilometer snelweg tussen de Maasvlakte en het Vaanplein de nagel aan de
doodskist toe worden. De verliezen op dit project zijn zo hoog opgelopen dat de
accountant de jaarcijfers weigert te accorderen. De banken hebben het mes op de
keel gezet. Ballast Nedam speelt gewillig de rol van slachtoffer en wil zich
laten overnemen. Maar tot nu toe hapt niemand toe omdat onduidelijk is hoeveel
lijken er nog in de kast liggen. De A15 is niet het enige
project waarop Ballast verlies lijdt. Ook op de tunnelaanleg op de A2 moet geld
worden toegelegd. Aan gebrek aan ervaring zal het niet kunnen liggen. ...
Red.: Waarop een lange lijst volgt
van grote projecten ondernomen in het verleden. En nog wat andere bedrijven:
|
Van de bouwers die de na-oorlogse infrastructuur realiseerden zijn
de meeste al kopje onder gegaan. Volker Stevin werd onderdeel van
Wessels, Bredero en de Hollandsche Beton Groep werden opgeslokt door BAM
en OGEM verpieterde. Van de waterbouw is alleen nog de baggersector
wereldwijd toonaangevend. |
Dat het nu veel vaker fout gaat, wordt toegeschreven aan:
|
Sinds de komst van computers leren waterbouwers niet meer foutloos
ontwerpen en cijferaars niet meer foutloos calculeren. |
Bijzonder onwaarschijnlijk natuurlijk. Wat er vooral na de jaren zeventig
is gebeurd, is de opkomst van de manager. De jurist, de econoom, de
bedrijfskundige. Mensen die wel achter computers kunnen zitten en stukjes
schrijven, maar niet kunnen bouwen.
Naar Managen en vakkennis
,
Management, lijst
,
Economie lijst
, Economie overzicht
, of site home
.
|