Bronnen bij Moraliteit van rijkdom: drugs

9 jun.2007

Er is een redelijk algemeen vooroordeel dat drugsgebruik vooral geassocieerd moet worden met armoede. De gevoelsargumenten achter dit vooroordeel zijn de ideeën dat armen altijd al meer gerookt en gedronken hebben (zie de bekende smartlap "Ach vader lief, toe drink niet meer"), en de laatste decennia zijn daar allerlei vormen van drugsgebruik bij gekomen.
   Wat betreft roken is dit voorooordeel waarschijnlijk wel waar. Maar wat betreft drinken ligt dit vermoedelijk al genuanceerder. Ten eerst heb je daar het verschijnsel dat armen makkelijker voor hun drinken zullen uitkomen dan rijken, vanwege het stigma dat op (overmatig) drinken rust - en rijken hebben sociaal gezien dus meer te verliezen. Dus rijken zullen bij onderzoek dat berust op vraagstelling sneller sociaal gewenst antwoorden - wat niet geldt voor roken, vanwege het veel kleinere sociale stigma.
    Maar er is nog meer bekend. Er is ook onderzoek gedaan naar het verband tussen inkomen en drinken. Nu zou je zeggen dat dat hetzelfde is als het verband tussen armoede en drinken, maar kennelijk is dat niet zo, gezien de resultaten van dat onderzoek:


Uit: De Volkskrant, 23-09-2006, column door Hans van Maanen

Mensen die drinken, verdienen een zesde meer. Of is het toch andersom?

Dezelfde onderzoekster die zegt dat je van alcohol drinken welvarender wordt, noemt dat ergens anders juist een mythe.


Het nieuws moet brouwers, stokers en drinkers als muziek in de oren hebben geklonken. Twee Amerikaanse onderzoekers, Bethany Peters en Edward Stringham, hebben uitgezocht dat geregeld alcoholgebruik, en vooral gezamenlijk cafébezoek, het maandinkomen van werknemers flink kan verhogen. ‘Wij vinden dat mensen die zeiden dat zij drinken, 10 tot 14 procent meer verdienen dan geheelonthouders,’ zo meldden zij vorige week. ...
    De stelling dat er een positief verband is tussen inkomen en alcoholgebruik komt voor velen misschien als een verrassing, maar is onder economen al veel langer gemeengoed. Het verband werd in 1988 voor het eerst geopperd, en is sindsdien in talloze studies bevestigd. Wel verrassend in het artikel van Peters en Stringham is de grootte van het verschil: andere onderzoeken komen niet veel verder dan acht procent. Nog steeds een verschil waar die borrel wel van betaald kan worden.
    Het effect bleek zelfs nog groter toen de onderzoekers onderscheid maakten tussen mensen die alleen thuis drinken en mensen die eens in de maand of vaker naar een café gaan. Dat scheelt voor mannen nog eens zeven procent extra. Gezellige drinkers verdienen dus ruim een zesde meer dan geheelonthouders. Voor vrouwen maakte het niet uit. Dat zal wel toeval zijn, zo groot waren de onderzochte groepen uiteindelijk niet, maar de onderzoekers opperen hierover ietwat geheimzinnig: ‘Misschien dat vrouwen hun sociale kapitaal anders dan met het drinken in bars vergaren.’
    Uiteraard hebben de onderzoekers rekening gehouden met zaken als ras, leeftijd, opleiding, huwelijkse staat en nog zo wat. ...


Red.:   In één van de onderzoeken wordt de suggestie gedaan dat je van meer drinken een hoger inkomen krijgt - als dit juist zo zijn, zouden armen dus gratis drank verstrekt moeten worden. Daar er niemand is die dat suggereert, is deze suggestie dus volstrekte onzin.
    De andere verklaring die de onderzoeken noemen, is dat een hoger inkomen meer drinken veroorzaakt. Dat klinkt iets logischer, maar vermoedelijk ligt de zaak nog anders. Want dan zou men de hoeveelheid inkomen die nodig is om veel te drinken in aanmerking moeten nemen, en zonder de cijfers te kennen, durven we hier wel te gokken dat die dusdanig laag is, dat het overgrote deel van de bevolking er absoluut geen problemen mee zou hebben om dit op te brengen.
    Dus moet er nog verder gezocht worden, en wel naar een andere gemeenschappelijk factor tussen drinken en een hoog inkomen. Zelfs voor een amateur socioloog/psycholoog is die niet moeilijk te vinden: hoe hoger de baan, hoe meer de stress en dergelijke - en hoe meer stress, hoe meer drinken. Beide zijn ook zaken die onderbouwd moeten worden met onderzoek, maar dat lijkt geen probleem, als ze al niet gedaan zijn.
    Maar wat dus in ieder geval niet waar is, is dat minder inkomen, en dus armoede, tot drinken leidt. Dit vooroordeel klopt dus in ieder geval niet.
    Gaan we over naar de hardere drugs: heroïne, cocaïne, crack enzovoort. Ook daarvan is het algemene idee dat de armen meer gebruiken. De vraag is dus of ook misschien ook anders ligt. Want eigenlijk moet er eerst een correctie worden gepleegd; van de groep van harddrug gebruikers als heroïne enzovoort, is inmiddels redelijk bekend dat dit voor het overgrote deel mensen met psychistrische storingen zijn. Die men kan je nauwelijks tot de gewone bevolking rekenen - bij een vergelijking tussen drugsgebruik en inkomen moet je deze groep buiten beschouwing laten.
    Een volgende correctie is dat de hoge inkomens veel gemakkelijker aan drugs kunnen komen, en veel minder snel tegen de lamp zullen lopen omdat ze zichzelf buiten het distributiekanaal kunnen houden - bezorging aan huis in plaats van dealen op straat.
    Naast deze concrete argumenten, zijn er ook wat andere verhalen die in een andere richting wijzen:


Uit: VARA TV Magazine, nr. 7-2007, door Mirjam Bosgraaf

Rijk en ranzig

Het begon met de verdorven bekentenissen van de manager van een vijfsterrenhote1, en nu is er geen Babylon dat nog geheimen heeft voor onthuljournaliste Imogen Edwards-Jones.

'You've seen too much', zegt een gast in Hotel Babylon 2 tegen het geschokte hotelpersoneel. En dat is de spijker op z'n kop. De manager van de Engelse schrijfster/journaliste Imogen Edwards-Jones kende iemand die al twintig jaar in een Londens vijfsterrenhotel à la The Ritz werkte. Hij was er opgeklommen van keukenknecht tot manager en had zo vaak gemerkt hoe rijke hotelgasten in de do not disturb-beslotenheid van hun crèmekleurige suites alle perken te buiten gingen met spuiten en slikken en meer, dat het hem te veel werd. Het moest eruit, dit moest de wereld weten.
    'Iedere hotelmedewerker weet hoe het er aan toe gaat,' zegt Imogen Edwards-Jones, 'alleen het publiek niet. En zo zal het ook blijven. ...
     Imogen Edwards-Jones is intussen bezig met een nieuw project, over resorts, luxe vakantieplaatsen op de Seychellen of in Dubai. 'Iemand die op zo'n plek werkt zei het mooi: "jullie paradijs is mijn Alcatraz." '
    'Dit zijn de werelden die de moeite waard zijn om te onderzoeken', zegt Edwards-Jones.
'De menselijke misère, de grote extremen. Zoveel luxe en toch zo cynisch en ongelukkig zijn.' ...

Red.:   Nu mag je rustig aannemen dat al deze gevallen van drugsgebruik binnen hotels als The Ritz en andere luxeplaatsen nauwelijks of niet terecht komen in de drugscijfers - die zijn meestal gebaseerd op politie-archieven. Dus alles wijst erop dat het idee dat het gebruik van de drugs als cocaïne en dergelijke niet iets is van de armen, maar juist van de  rijken.
    Tezamen met de eerdere tussen drankgebruik en inkomen, is het dus waarschijnlijker dat men kan stellen dat hoge inkomens en rijkdom leiden tot drugsgebruik in het algemeen, dan armoede.
    Een verdere onderbouwing ligt in de psychologie van de situatie van armen en rijken. In de moderne kapitalistische maatschappij is het zo dat de hogere inkome3ns en de rijkdom niet gebaseerd is op grotere verdiensten. Gemiddeld genomen zullen de mensen die die hogere inkomen en rijkdom hebben misschien meer bijdrage aan de maatschappij, maar bijna even zeker is dat dat niet zo veel meer is, dat het het totaal van hun extra inkomen en hun extra rijkdom rechtvaardigt. En in de huidige kapitalistische maatschappij is dat waarschijnlijk zo voor de overgrote meerderheid van hen - de kans dat een bankemployee die een half miljoen verdient ook voor een half miljoen aan de economie heeft bijgedragen is nihil.
    Natuurlijk weten  dit soort hogere inkomen en rijken dit zelf ook. En dat belast het met een schuld. Een schuldgevoel dat gesust moet worden. En hoe sussen mensen hun schuldgevoelens: met genotsmiddelen - als drugs.
    Kortom: hoe je het ook bekijkt: drugsgebruik lijkt eerder een probleem van de hogere inkomens en de rijke, en wel omdat de maatschappij waarin zij leven de kapitalistische, Angelsaksische, maatschappij niet deugt. En hoe zou men dat kunnen zien: door bestaande maatschappijen te vergelijken, of door een bestaande maatschappij Angelsaksischer te maken. En in beide gevallen vindt men hetzelfde: hoe Angelsaksischer een maatschappij, hoe meer drugsgebruik.
    De conclusie is dus eenduidig en duidelijk: het hoge drugsgebruik is de huidige westerse maatschappijen is het gevolg van een niet-deugend onderliggend systeem: de Angelsaksische maatschappij.


Naar Moraliteit rijkdom  , Anglicisme home  , Economie overzicht , of ite home .