Toelichting bij In het kort: houden van macht
Degenen die het
meest van macht houden, zijn er het minst geschikt voor.
Een eigen conclusie van de redactie, maar al eerder geformuleerd, waarschijnlijk
meerdere of vele malen. In de vorm van Douglas Adams: Iedereen die zichzelf
beschikbaar stelt om macht uit te oefenen, is per definitie ongeschikt voor die
taak.
Uit: De Volkskrant, 17-10-2008, door Jan Tromp
Halfgoden die van geen wijken weten
Hoogst zelden lukt het politieke kopstukken rustig en bijtijds weer van de
macht afstand te doen. Ed van Thijn, politiek coryfee in ruste, beschrijft de
Shakespeariaanse drama's van gretige heren, en zoekt naar de wortels van hun
verslaving. 'Blinde eerzucht? Honger naar macht? Geldingsdrang?'
Ed van Thijn heeft een geweldig boek geschreven over aan de macht verslaafde
politici die maar moeilijk afstand kunnen doen van hun toppositie, 'ook als de
houdbaarheidsdatum is verstreken'. Joop den Uyl dus. Die blijft de eerste aan
wie je denkt. ...
Men maakt het mee in alle kringen, maar nergens mooier dan in
de politiek. Margaret Thatcher, weggezet door de 'nitwit' John Major. Helmut
Kohl, overvleugeld door 'het meisje' Merkel. 'Er zijn weinig voorbeelden bekend
van kopstukken die een politiek zachte dood zijn gestorven.'
Ed van Thijn is op zoek gegaan naar de Shakespeariaanse
drama's, vooral in het buitenland, hij heeft zich uitgebreid gedocumenteerd, hij
zocht een patroon en hij lijkt uit te komen bij de angst voor 'het zwarte gat'
als belangrijkste drijfveer voor leiders om langer te blijven zitten dan gezond
is. Het is 'de vrees voor de onbekende toekomst, voor het einde van de carrière
en de mogelijkheid van de aanstaande dood. Zullen anderen mij vergeten?'
Elders schrijft Van Thijn: 'Afscheid nemen van .de macht doet
pijn', om vervolgens beeldend in te wrijven hoe je als gewezen leider moet
toezien 'met lede ogen en gesnoerde mond' dat het politieke leven doorgaat,
zonder jou gisteren nog halfgod, nu een kever op de vuilnishoop van de
geschiedenis.
Op grond van wat Van Thijn zelf aandraagt aan gevallen - de
neiging om hier ziektegevallen te tikken wordt nog even onderdrukt - is het toch
de vraag of het zwarte gat en de angst daarvoor de voornaamste factor is. Het
zwarte gat gaat over dat wat volgt na vertrek;
in de beroemde woorden van Vasalis: 'Niet het snijden doet zo'n pijn, maar het
afgesneden zijn.' Maar het is de vraag of voor de verslingerden aan de macht
niet eerder het snijden zelf de grootste pijn veroorzaakt.
Het is tijdens het lezen vooral de opeenstapeling van
ziektegevallen die je de adem beneemt. Het gaat telkens om kerels - soms om een
vrouw - die domweg van wijken niet willen weten, die iedereen die voor de voeten
loopt een rotschop willen verkopen. Dat gaat niet over de dood, dat gaat over de
macht en de geilheid daarvan. Wat Van Thijn op dit terrein te bieden heeft is
overrompelend.
Je hebt het weergaloze instinct om toe te slaan van Tony Blair nog niet gehad,
je hebt je afgevraagd of het nou inderdaad schaamteloze geldingsdrang was van
Elco Brinkman die Ruud Lubbers dreef tot de moord op zijn door hemzelf verkozen
kroonprins, of je belandt in de strijd op leven en dood die Peres en Rabin
dagelijks met en tegen elkaar voerden.
Het was een oorlog die zich uitstrekte tot de kinderachtigste details en die
ongetwijfeld tot op de dag van vandaag zou hebben voortgeduurd als Rabin niet
toevallig in november 1995 was vermoord. ...
Op 12 mei 1994 stond plotsklaps het hart stil van
Labourleider John Smith. Nog dezelfde dag, het lijk was nog warm, meldde Tony
Blair zich als de opvolger. Even telde de diepe verbondenheid met 'bloedbroeder'
Gordon Brown wat minder. Tien jaar later verklaarde Blair tegenover zijn
biograaf Alistair Campbell, tevens zijn spindoctor: 'Ik had nooit verwacht de
leider te zullen worden. Ik was er vast van overtuigd, dat het G.B. (Gordon
Brown, red.) zou worden. Hij zou het nog zo kunnen worden, ik zou graag onder
hem dienen.'
Het boek van Ed van Thijn wemelt van, dit type citaten. Er
druipt verzorgde huichelachtigheid van af. De politicus, brutaal als de beul,
debiteert met droge ogen, met gevoelige stem, als het even kan met brok in de
keel zijn mededogen met de rivaal.
Er was een deal gemaakt tussen de twee kameraden Brown en Blair: eerst een
tijdje de een, dan de ander: Blair begon. Blair hield niet meer op, totdat hij
tien jaar later door de neergang van Labour werd gedwongen ermee op te houden.
Toen mocht Brown'opdraven, als bezemknecht.
'Zachtzinnig gaat het nooit,' noteert Van Thijn. 'Macht
verslaaft nu eenmaal.' En zo is het. Meer dan een boek over angst is
Kroonprinsenleed een boek over verslaving.
In achttien bondig geschreven hoofdstukken schildert Van Thijn 24 dwangneuroses,
de ene ernstiger dan de andere. Maar bij elkaar,vormen ze een fascinerend palet
van de political junkie.
En zoals echte verslaafden niet meer kunnen malen om
burgermans fatsoen en zich niet laten hinderen door het onmogelijke in de
bevrediging van hun behoefte, zo laten de politieke leiders van Van Thijn,
althans veruit de meeste van de geportretteerden, zich niet remmen door
burgerlijke omgangsvormen en zoiets zwaks als collegialiteit. Loyaliteit is een
groot goed zolang het uitbetaalt. Afspraken zijn heilig totdat ze flagrant
geschonden worden. Het geheugen is scherp en helder zolang vergeetachtigheid
niet de voorkeur verdient.
Over de Franse president: 'Trouw' is niet het eerste woord
dat je te binnen schiet als je Sarkozy's weg naar de macht op de voet volgt. In
alle fasen van de lange mars gaat het er hard aan toe, worden voormalige
'vrienden' genadeloos opzijgezet en schrikt hij ook niet terug voor vadermoord'
bedoeld wordt Jacques Chirac.
Als je er doorheen bent, door die ruim 250 pagina's, en
gefascineerd achterover leunt over zoveel eerzucht, bekruipt je toch de vraag of
het schoften zijn, van zichzelf vervulde ego's die zichzelf een maatschappelijk
etiket hebben uitgereikt als socialist of hervormer of conservatief, louter en
alleen om de macht te vieren. Wie dat erin wil lezen kan gemakkelijk tot de
conclusie komen dat alle politici neurotische en ijdele apen zijn. Ed van Thijn
is de laatste die zoiets zou willen suggereren, maar des te meer is het jammer
dat die vraag blijft hangen. Toch blijft het een geweldig boek over een van de
meest eigenaardige en eenzaamste beroepen die er zijn, dat van politiek leider.
Naar In het kort: machtliefhebbers
, Algemeen
overzicht
, of site home
.
|