Toelichting bij In het kort, ontwikkelinghulp
Deze stelling is niet moeilijk te onderbouwen. Eerst deel één: in ieder land is er een beperkt budget voor sociale uitgaven, wat bepaald wordt door factoren als de maximale belastingdruk, dat wil zeggen: de belastingmoraal. Die druk is voornamleijmk afkomstig van de rijken, die bij volgens hen te hoge belastingdruk naar het buitenland vluchten. Hetgeen erin resulteert dat als die maximale belasting en dus maximale sociale uitgaven bereikt is, wat zo is voor alle Europese landen, dat wat extra uitgegeven wordt aan het ene ten koste gaat van het andere. Sociale uitgaven in het buitenland, ontwikkelingshulp, gaan dus ten koste van de binnenlandse sociale uitgaven. Dus ten koste van de armen. Dan deel twee: ontwikkelingshulp gaat naar arme landen. Dus naar slecht functionerende landen. Slecht functionerende landen hebben slecht functionerende staten. In slecht functionerende staten wordt er door de rijken nog veel meer gestolen van de armen dan in Europese landen, en dan hebben we het over factoren in de buurt van de tien. Dus als je geld geeft aan de armen in arme landen, dus in slecht functionerende landen, komt dat geld razendsnel terecht bij de rijken in die landen. Waarmee de stelling bewezen is |