De Volkskrant, 08-01-2005, van
correspondent Hans Moleman (Shanghai)
Achtergrond | Bij aardbeving in Chinese stad liet in 1976 een kwart miljoen
mensen het leven Tangshan kwam er bovenop zonder giro 555
In 1976 was er geen massale hulp voor de honderdduizenden slachtoffers van de
aardbeving in de Chinese stad Tangshan. Vrijwel op eigen kracht kwam de stad er
bovenop.
De zeebeving in Azië heeft de ernstigste aardbeving van de afgelopen eeuw weer
in herinnering geroepen. In 1976 werd de Chinese stad Tangshan getroffen door
een schok die bijna een kwart miljoen mensen het leven kostte.
Het was een ramp die, anders dan de tsunami van nu, geen
massale internationale hulpacties tot gevolg had. De doden werden snel begraven,
en het destijds nog van het westen geïsoleerde China verwerkte de dodelijkste
natuurramp in de recente geschiedenis bijna geheel op eigen kracht.
In de Chinese media wordt dezer dagen amper gerefereerd aan
de aardbeving in Tangshan. De kranten, tv en radio besteden wel ruime aandacht
aan de aardbeving op Sumatra en de vloedgolf die vervolgens dood en verderf
zaaide. De Chinese regering heeft ruim 50 miljoen euro geschonken aan de
getroffen landen - slechts eenzevende van het bedrag dat buurland Japan ter
beschikking stelt, maar veel voor China, dat nog maar enkele jaren geleden
weinig aan internationale ramphulp deed.
China heeft ook medische hulpteams gestuurd, en premier Wen
Jiabao was donderdag op de hulptop in Jakarta. Want Peking beseft dat het, met
zijn economische groei en behoefte aan grondstoffen, tegenwoordig meer moet
werken aan het internationaal imago.
Voor buitenstaanders mag het vreemd lijken dat de staatsmedia
de trieste gebeurtenissen in eigen land van 28 juli 1976 niet memoreren.
Tangshan, een grote stad op tweehonderd kilometer van Peking, bij de kust in
Noordoost-China, werd weggevaagd door een schok van 7,8 op de schaal van
Richter. De ramp gebeurde even voor vier uur in de nacht.
Bijna een kwart van de circa een miljoen inwoners kwam om het
leven, of door de eerste schok, of door de hevige naschok die de volgende middag
plaats vond, op het moment dat de reddingswerkzaamheden op gang kwamen.
Desondanks werden velen die onder ingestorte huizen lagen gered. Ruim 160
duizend mensen kwamen eraf met verwondingen.
Waarom wordt de herinnering aan de grootste natuurramp ter
wereld in eigen land niet opgefrist, terwijl de Chinese media bij andere
historische gebeurtenissen, zoals de oorlogsmisdaden die Japan tegen China
beging, niet nalaten deze regelmatig weer in de schijnwerpers te zetten?
'Japan is politiek. Tangshan was een natuurverschijnsel, lang
geleden, voorbij', verklaart een Shanghaise de conjunctuur in aandacht. Destijds
was er zeker geen sprake van stilzwijgen over de aardbeving: ze kan zich nog
goed herinneren hoe ze in 1976 als jonge studente op de ochtend van de rampdag
op de Chinese radio de berichten over Tangshan hoorde.
'De media besteedden er veel aandacht aan. In alle steden
werden inzamelingsacties georganiseerd van geld en hulpgoederen.
Er was ook geen reden voor de regering om te zwijgen of te
verdraaien: het was een natuurramp, geen politiek ongeluk als de
studentenbetogingen op het Plein van de Hemelse Vrede van 1989.'
In China zijn de afgelopen dagen ook hulpinzamelingen voor de
tsunami-slachtoffers op gang gekomen, en sommige particuliere bijdragen wijzen
erop dat gewone Chinezen hun grote aardbeving, van 1976 bepaald niet zijn
vergeten.
Tangshan is door de Chinese regering na de ramp weer helemaal
opgebouwd. Het is tegenwoordig een moderne miljoenenstad, zonder dat giro 555
eraan te pas is gekomen.
Terug naar Fout in de krant
, Wetenschap home
, of naar
site home
.
|