Bronnen bij Angelsaksische versus Rijnlandse model:
vergelijkingen
| 1 mrt.2005 |
Ten tijde van het uitkomen van onderstaande artikelen was de term
"Rijnlandmodel" ("Rijnlandse model") in Nederland vrij onbekend. Die
onbekendheid is grotendeels verdwenen door de kredietcrisis van 2008. De
genoemde snelle groei van de Angelsaksische economieën ten opzichte van de
Rijnlandse is inmiddels gevolg door een nog snellere daling - sic transit
gloria mundi.
Het eerste artikel was hetgeen waarmee destijds de verzameling is begonnen,
toen het triomf van het Angelsaksische denken nog op zijn hoogst was:
Uit:
De Volkskrant, 17-08-2004, artikel van Ralf Dahrendorf, socioloog en lid
van de Britse House of Lords.
Leve het Rijnlandmodel
Wie gelooft er nog in het Rijnlands model? Europa moet hervormen, zegt Ralf
Dahrendorf, maar houdt genoeg ruimte over om zijn sociaal karakter te handhaven.
Het Angelsaksische voorbeeld is niet zaligmakend.
Niet zo lang geleden wezen Duitsers en andere continentale Europeanen op de
'werkende armen' van Amerika, en op de bedroevende staat van de publieke
voorzieningen in Groot-Brittannië, als gebreken die onvermijdelijk de prijs
waren die de Angelsaksische landen betaalden voor hun meedogenloze vorm van
kapitalisme. Europeanen (Duitsers in het bijzonders) genoten daarentegen van het
'Rijnlandse model': een markteconomie waarin economisch succes bijdraagt aan
sociale rechtvaardigheid.
Wat is er veel veranderd in vijf jaar! Tegenwoordig spreken
slechts weinigen, misschien wel niemand, met tevredenheid over het Rijnlandse
model.
Zoals de zaken er nu voor staan, blijft de Duitse economie
achter bij de meeste andere in Europa, en bijna alle Europese economieën blijven
achter bij Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De werkloosheid is hoog en
stijgend, terwijl Duitse bedrijven hun productie overhevelen naar lage
lonenlanden in Oost-Europa of Azië. In Duitsland is het 'onversneden
kapitalisme' aan zijn heerschappij begonnen. Winstgevende bedrijven sluiten als
hun inkomsten dalen onder de internationale normen. De salarissen van
topmanagers - inclusief bonussen voor falende directeuren - bereiken nieuwe
hoogtepunten.
Hierdoor komen mensen tot de conclusie dat sociale
rechtvaardigheid wordt opgeofferd aan winst. Deze conclusie wordt versterkt door
bezuinigingen op publieke voorzieningen. Sociale aanspraken worden verminderd,
terwijl eigen bijdragen aan gezondheidszorg, pensioenen, onderwijs en sociale
zekerheid worden verhoogd - niet alleen in het Rijnland en zijn naburige Binder,
maar ook in andere landen.
Zo komen de ooit zo robuuste instituties van sociale
rechtvaardigheid. van het Rijnlands model in de verdrukking. Maar het
kapitalisme dat de andere component van het Rijnlandse model vormde is ook
veranderd. Het is niet verkeerd om globalisering hiervan de schuld te geven.
Bedrijven vormden internationale verbindingen om concurrerend te blijven. Veel
van deze verbindingen waren met Britse of Amerikaanse bedrijven, hetgeen leidde
tot een diepgaande verandering in de zakencultuur.
De oude notie dat grote bedrijven verantwoordelijk zijn voor
hun werknemers van de wieg tot het graf - niet alleen met lonen en bonussen,.
maar ook met sportvoorzieningen, goedkope vakanties en royale pensioenen -
raakte in vergetelheid. Buitenlandse eigenaren hadden niet zo veel begrip voor
het Duitse gebruik om met Kerstmis een dertiende maand uit te betalen.
Daarnaast is de industrie, tot voor kort de belangrijkste
krachtbron voor de economie van Duitsland en andere Europese landen, op grote
schaal weggetrokken. Spoedig zullen niet alleen onze koelkasten en televisies,
maar ook onze auto's en machines vooral uit China komen. Er is geen voor de hand
liggende vervanging voor zulke industrieën in Europa.
Betekent dit het einde van het Rijnlandse model? Ten eerste
betekent het dat hervormingen noodzakelijk zijn. Mensen zijn het woord
hervorming beu, omdat het voor de meesten betekent dat sociale aanspraken en de
levensstandaard omlaag gaan. Niettemin is de opbouw van een verzorgingsstaat die
bij de nieuwe economische omstandigheden past een taak die ondernomen moet
worden.
Het zal een verzorgingsstaat zijn die gebaseerd is op een
nieuw evenwicht tussen solidariteit en individuele inspanning. Dat zou kunnen
betekenen dat mensen een bescheiden verlaging van hun levensstandaard moeten
accepteren, na een economisch wonder dat decennia geduurd heeft.
Het zal moeilijker zijn om traditionele economieën te
hervormen tot werkelijk moderne. Niemand is hier tot dusverre in geslaagd, ook
de Angelsaksen niet. Een werkelijk moderne economie is een diensteneconomie die
hoogwaardige kennisactiviteiten combineert met onmisbare banen op het gebied van
de persoonlijke dienstverlening.
Zulke economieën hoeven niet allemaal dezelfde blauwdruk te
volgen. ...
Er is dus geen reden tot wanhoop in het Rijnland. ...
Diversiteit zal een waarmerk blijven, zelfs in een economie die in toenemende
mate globaliseert.
Red.: Met het voordeel van een terugblik zou
Dahrendorf waarschijnlijk veel dichter bij het Rijnlandmodel zijn gaan staan,dan
hij nu (al) deed.
Uit:
De Volkskrant, 17-02-2005, reportage van Bert Lanting
De American Dream is uit, In Europa moet je zijn
Als een televisiedominee kwam de Amerikaanse econoom en publicist Jeremy Rifkin
deze week het evangelie prediken in het Europees Parlement. Met de microfoon in
de hand bracht de Amerikaan de stampvolle zaal het nieuws waarop ze allemaal
hadden zitten wachten: de 'American Dream' loopt op zijn laatste benen en de
toekomst is aan de Europese Droom.
.... 'Jullie zitten de hele tijd over ons, Amerikanen, te denken en wat denk je
dat wij over jullie denken?' Helemaal niets, wij denken nooit over jullie!', was
zijn ontnuchterende commentaar tot de zaal.
In vijftig minuten vatte hij de kern van zijn boek The
European Dream samen, zonder zijn gehoor een moment te verliezen. De blijde
boodschap komt erop neer dat Europa zijn burgers meer te dromen biedt dan de
Verenigde Staten, vroeger voor iedereen toch een land van onbegrensde
mogelijkheden. Langzamerhand beginnen ook de Amerikanen zelf volgens Rifkin te
ontwaken uit de droom dat iedereen, uit welk milieu hij ook komt, een succes van
zijn leven kan maken, als hij maar zijn best doet.
Nog maar 51 procent van de Amerikanen gelooft in het
handelsmerk van de VS, terwijl eenderde van hen het geloof in de American Dream
is kwijtgeraakt. Geen wonder, vindt Rifkin, want als het om inkomensverschillen
gaat, behoren de VS tot de oneerlijkste landen ter wereld. Alleen in Mexico en
Rusland zijn de verschillen nog groter.
Terwijl de Amerikanen leven om te werken - de meesten hebben
hooguit twee weken vakantie per jaar - werken de Europeanen om te leven. Veel
aangenamer dus. Een ander fundamenteel verschil is dat de Amerikanen hameren op
eigendomsrechten en burgerrechten (ze moeten wel, legt Rifkin uit, want ze
kunnen niet op steun van de overheid rekenen), terwijl de Europeanen meer
hechten aan sociale rechten en mensenrechten. Kortom. de individuele droom
tegenover de collectieve droom.
Als je de economische kracht van de VS en Europa vergelijkt,
komt de EU er volgens Rifkin niet slecht vanaf. De Europese economie was in 2003
groter dan die van de VS, de EU is de grootste exporteur ter wereld en op tal
van terreinen behoren Europese bedrijven tot de top. Weliswaar verdienen de
Amerikanen 28 procent meer dan de gemiddelde Europeaan, maar daar staat weer
tegenover dat 40 miljoen Amerikanen geen ziektekostenverzekering hebben.
De economische groei van de afgelopen jaren in de VS waarop
de Europeanen zo jaloers zijn, is volgens hem ook schone schijn. De VS leven op
krediet en dat is ook af te lezen aan de stijging van de euro tegenover de
dollar. Ook de lage werkloosheid in de VS is gezichtsbedrog: wie geen uitkering
meer krijgt (na een half jaar) staat niet meer geregistreerd als werkloze, zodat
de statistieken er veel rooskleuriger uitzien.
Afgezien van de levenskwaliteit is er volgens Rifkin nog
zoveel meer moois aan de Europese droom, zoals meer oog voor het milieu en de
ambitie van de EU om 'vrede te voeren'. Maar de Europeanen hebben ook een
handicap: hun gebrek aan optimisme en hun minderwaardigheids-complex.
Maar van een Europees minderwaardigheidscomplex bleek
maar weinig op deze discussie-avond, die door de Groene fractie was
georganiseerd. De meeste sprekers straalden juist een onwrikbaar geloof uit in
de morele superioriteit van Europa. ...
Alleen Pascal Lamy, de Franse ex-eurocommissaris van Handel,
deed nog een poging Europa ietwat kritisch te bekijken. ...
De andere sprekers haalden Rifkins betoog aan als een bewijs
dat Europa nooit moet proberen de Amerikaanse droom te kopiëren. ...
Red.: Al in één opzicht heeft Rifkin gelijk gekregen:
Amerika leeft of leefde op krediet, en dat gaat fout.
Uit:
De Volkskrant, 14-04-2005, door Bart Dirks
Je Europeaan voelen? Ga naar Amerika
Op mijn prikbord hangt een groot vel van een flip-over, zo'n schildersezel voor
vergadertijgers. Tijdens een brainstormsessie in Schloβ
Elmau, een fraai retraite-oord in de bergen ten zuiden van het Beierse
Garmisch-Partenkirchen, hebben dertig Amerikanen en Europeanen afgelopen weekend
het papier volgepraat. Aan Niki uit Los Angeles en ondergetekende de taak om er
chocolade van te maken. Waaruit bestaat volgens jullie de Europese identiteit,
is onze vraag aan de Amerikanen. De voorbeelden borrelen op.
'Het euroteken', is het eerste antwoord.
'De Europese vlag' (gevolgd dooreen discussie over hoeveel gele sterren
er eigenlijk op het blauwe doek staan).
'World Cup' (de Amerikaan die dit oppert, was in Europa tijdens het WK
2002, maar wordt erop gewezen dat het evenement zelf in Japan en Zuid-Korea
was).
'Invloed van het socialisme.'
'Cultuur.'
'Meertalig.'
'Statisch/traditie.'
'Bureaucratie.'
'Talk, no action.'
Tja. Krijgt u er al een warm Europees gevoel van?
...
Terwijl Brussel worstelt met de technische problemen van de
uitbreiding niet nieuwe lidstaten, blijft de vraag wat de Europese identiteit
behelst. ...
Toch is er een manier om je heel Europees te voelen,
concluderen de Europeanen die in eerdere jaren in groepsverband weken kriskras
door de VS hebben gereisd. In Nebraska en New York voel je voor het eerst wat
een Nederlander gemeen heeft met een Portugees en een Deen.
Ja, beamen de Amerikanen die allemaal het nodige van Europa
hebben gezien, dat hadden wij ook! In Bratislava en Berlijn vervagen de
verschillen tussen New Yorkers en de inwoners van Ohio.
Natuurlijk mogen de Europeanen ook de Amerikaanse identiteit
schetsen. Religieus, veel wapens, creditcards, onwetend, dynamisch, positief,
naïef, ondernemend, geobsedeerd door succes. De Amerikanen zelf vullen het
lijstje aan met pragmatisch, hardwerkend, dromers, kunstmatig, geobsedeerd door
beroemdheden, gebrek aan sociale zekerheid.
Gelukkig, die Amerikaanse identiteit is ook niet alles. Maar
dat wisten we eigenlijk al.
Red.: Een paar jaar alter nog eens een artikel over
iemand die het nog eens heel duidelijk zegt:
Uit: De Volkskrant, 29-01-2010, door Olaf Tempelman
Europa: slim, zacht en toch veracht
Europa is niet alleen socialer en menselijker dan de Verenigde Staten, maar
ook democratischer, milieubewuster en beter op de globalisering ingesteld,
betoogt de Amerikaanse publicist Steven Hill. De Europese Unie die hij ontwaart,
heeft veel weg van het beloofde land.
Je hoort vaak over Europeanen die de efficiëntie en daadkracht van de Verenigde
Staten ontdekken en Amerika-idolaat worden. Bij de Amerikaan Steven Hill (1958),
directeur van het hervormingsprogramma van de New America Foundation, gaat het
precies andersom. Elke keer als hij Europa aandoet is hij weer aangenaam
verrast. Een vriendin in Toulouse wordt door een wesp gestoken. Een kwartier
later staat de huisarts voor de deur. Een dokter aan huis, roept Hill uit, dat
is in de VS sinds Eisenhower niet meer vertoond.
Zijn schoonvader krijgt in Europa last van zijn urinebuis.
Een dokter heeft meteen tijd. Enkele jaren later heeft schoonvader thuis in
Minneapolis pijn op dezelfde plek en zit hij negen uur in de wachtkamer. Een
Europese vriend raakt arbeidsongeschikt. Zijn werkgever laat hem herstellen en
helpt hem een alternatieve werkplek inrichten. Na twee jaar werkt hij weer
gewoon. Een Amerikaanse vriend wordt ook arbeidsongeschikt. Hij raakt zijn baan
kwijt, moet zijn auto en zijn huis verkopen.
Hills lijst met voorbeelden is net zo lang als zijn
overtuiging stevig is: Europa is niet alleen socialer, menselijker en gezonder
maar ook democratischer, milieubewuster en beter op de globalisering ingesteld
dan de Verenigde Staten.
Amerika-kenners uit Europa ergeren zich vaak aan het
vertekende beeld van de VS in de Europese media, Hill verfoeit de
Europa-berichtgeving in de Amerikaanse media. Ze gebruiken voor het oude
continent vaak dezelfde naam die een eeuw terug voor het Ottomaanse Rijk in
omloop was, ‘zieke man’ – geplaagd door torenhoge belastingen, bemoeizuchtige
regelgeving, kolossale overheidsapparaten, ‘socialistische’ bureaucratische
inefficiëntie, kibbelende nationaal eigenbelang nastrevende politici enzovoort.
Dat behoeft correctie. Wie is er nou ziek, vraagt Hill zich
af: het continent met de verkwistende semi-socialistische overheden of het land
waar de gehate slanke overheid het puin van wilde kapitalistische excessen mocht
gaan ruimen? Met Europe’s promise – Why the European way is the best hope in
an insecure age neemt Hill de corrigerende taak zelf op zich.
Uitgangspunt van dit vrij lijvige werk is, niet onredelijk,
dat ze in een stuk van de wereld goed bezig zijn als mensen er graag vertoeven
en er een mondiale aantrekkingskracht vanuit gaat. De aanlokkelijkheid van het
Chinese model verwijst Hill daarom goeddeels naar het rijk der mediahypes.
...
De hoofdmoot van Europe’s Promise betreft het verschil
in economische cultuur tussen Europa en de VS. ...
Omdat Europe’s promise in de eerste plaats voor een
Amerikaans publiek is bedoeld, bestrijdt Hill in het eerste helft vaak het
misverstand dat de Europese Unie ‘verkapt socialistisch’ is. Er bestaat in
Europa een ‘sociaal kapitalisme’, geen ‘primitief en dierlijk’ zoals het
Amerikaanse. De VS beroemen zich erop een ownership society te zijn. De
werkelijkheid is er, vindt Hill, een van een on your own society. In
vergelijking met Europeanen denken Amerikanen op de korte termijn. Ze nemen
enorme risico's en leven met grote onzekerheden.
De Amerikaanse economie heeft te lijden als mensen aan
tegenspoed ten prooi vallen. Een uitgebreid stelsel van sociale zekerheden heeft
Europese ondernemingen niet minder competitief gemaakt, zoals Amerikaanse media
suggereren. ‘De in Europa voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg, het
ouderschapsverlof, het ziekteverlof, de kinderopvang, de lange vakanties, het
mag allemaal genereus lijken in onze Amerikaanse ogen, maar het maakt deel uit
van een coherent systeem om gezonde werkers en families te produceren.’
Belasting is in de VS een gewraakt begrip. Begrijpelijk, zegt Hill: het
belastinggeld wordt opgeslokt door defensie. Als de Amerikanen zouden weten wat
Europeanen allemaal voor hun belasting krijgen, zouden ze er niet de hele tijd
zoveel stennis over maken.
Met lede ogen heeft hij aangezien hoe de kloof tussen de VS
en Europa de afgelopen dertig jaar groter is geworden ... De ongelijkheid in de
VS is groter dan ooit. De rijkste 1 procent heeft meer dan de onderste 95
procent. De rijkste 10 procent bezit 70 procent van de weelde, in Duitsland is
dat maar 40 procent. Een Chief Executive Officer verdient in de VS 475
keer zoveel als een gewone werknemer, in Zweden maar 13 keer zoveel.
In plaats van om de productie van concrete zaken, gaat het in
de VS tegenwoordig om financialization, geld verdienen door gegoochel met
geld. In 2008 kwam boontje om zijn loontje. De crisis trof ook Europa, maar
minder hard, omdat de sociale voorzieningen automatic stabilizers zijn.
In de VS vielen in de auto-industrie massale ontslagen, in Duitsland gingen
werknemers tijdelijk korter werken en hielp de overheid met een hoge inruil voor
eigenaars van oude auto's. Vergelijk Europa en Amerika rustig met auto's. De
Amerikaanse is onveilig, de Europese heeft een stevige kooi, gordels en een
airbag. ...
Europe’s promise bevat heel veel statistieken waarmee
Hill laat zien dat de kwaliteit van het leven in de Europese Unie hoog is, erg
hoog, waarin EU-landen het goed doen en de VS vaak blijven bungelen tussen
Latijns-Amerikaanse of Afrikaanse landen. ...
Red.: De schrijvende journalist, lid van de hogere (=
boven de werkende) klassen in Europa en daarom gebaat bij meer Anglicisme (denkt
hij) is natuurlijk sceptisch:
|
Hills kritische analyse van de VS is, evenals die van China, India
en Rusland, meestal redelijk doorwrocht en vaak ook wel geloofwaardig.
Gaat het over Europa en de EU, dan sluipt er een bepaald soort
triomfalisme in zijn toon dat eigen is aan mensen die het beloofde land
hebben gezien.
Wie ergens een beloofde land ontwaart, woont daar meestal
niet, maar bezoekt er geregeld aangename plekken. Een selectieve blik
kan het gevolg zijn. Bijna al Hills voorbeelden komen uit het
noordwesten van Europa, met een stevige nadruk op Scandinavië. ...
Wellicht dat het zo zou zijn als Europa zou eindigen bij
Frankrijk en Oostenrijk.
De helft van de Europese Unie bestaat inmiddels uit
voormalige communistische landen met een grotere sociale ongelijkheid
dan de VS, zonder dat daar een stevige middenklasse tegenover staat. Dat
Hill hen niet noemt, is wellicht nog een kwestie van wennen aan een
nieuwe situatie. Maar er komt in Europe’s promise ook nooit eens
een voorbeeld uit Portugal, Griekenland of Italië, nota bene een van zes
grondleggers van de Europese samenwerking. |
Volstrekte onzin,natuurlijk. Hill heeft het over het kenmerkende van Europa, en
dat is (Noord)West-Europa. Latijns-Europa is een aftreksel daarvan, en
Oost-Europa hoort er ,sinds kort, alleen maar administratief bij - maar slechts
in beperkte mate cultureel. In ieder gevalniet zo veel dat het heeft te maken
met een vergelijking met Amerika. Aan de andere kant is Mexico er ook niet bij
genomen, hoewel dat samen met Amerika en vrijhandelszone vormt.
|
Het meest wreekt de beloofde-land-inslag zich in de hoofdstukken
over Europa’s mondiale activiteiten en het buitenlandse beleid van de
EU. Hill laat hierin de agressieve hard power van de VS
contrasteren met de soft en smart power van de Europese
Unie. Die is als de taoïstische stootkracht van de milde kracht. ‘De
Europese Weg is geduldig en volhardend, als een rivier die constant met
een vriendelijke kracht de oevers beroert, de loop ervan met de tijd
veranderend.’ Welke Europese Weg, vraag je je dan af. Het initiatief
voor de invasie in Irak kwam, zeker, van de VS. Maar Hill stapt wel
makkelijk over het feit heen dat die invasie niet zozeer op massieve
Europese weerstand stuitte als wel op grote Europese verdeeldheid.
Over de oorlogen in het voormalige Joegoslavië, de achtertuin
van de Europese Unie, heeft Hill het helemaal niet. Dat is niet
verwonderlijk, want de zachte en slimme kracht vermocht daar jarenlang
weinig te bewerkstelligen. Pas toen de VS na een lange afzijdigheid
bereid waren er wat hard power tegenaan te gooien, kwam er schot
in de zaak. De man die na talloze mislukte Europese pogingen
uiteindelijk vrede wist te bewerkstelligen in Bosnië, was ook een
Amerikaan.
De EU-landen waren ook toen vaak verdeeld. Maar misschien
ontbeerden ze ook wel een bepaald soort geloof in eigen kunnen. Daarmee
belanden we bij wat wellicht de belangrijkste omissie van Europe’s
promise is, het niet behandelen van een bepaald soort irrationeel
element dat maakt dat mensen houden van de plek waar ze wonen, en
waarvan nationalisme slechts een der voortvloeisels is. |
En alweer een grote misser: de hardpower van Amerika was een mislukking
in Irak (vanuit Irakese en Arabische ogen gezien), en was ook een mislukking in
Joegoslavië: men heeft een racistische schurkencultuur aan de macht geholpen uit
de behoefte de Slaven oftewel de Russen een hak te zetten - net als in
Afghanistan de schurken zijn geholpen tegen "de Russen".
Maar Olaf Tempelman, oud-Oost-Europa correspondent en fervent
anticommunist is een van de laatsten die dat zal zien.
Naar Rijnlandmodel
,
Angl. vs. Rijnl. lijst
,
Angl. vs. Rijnl. overzicht
, of site home
.
|