Bronnen bij Rijnlandse democratie: lobbies

De meer dan stevige boerenlobby

Veel landbouw-woordvoerders in de Tweede Kamer zijn boer, of boer geweest. Ze weten wat er aan de keukentafel in de boerderij leeft. Maar zijn ze niet te persoonlijk betrokken?

Wie een rondje belt met de landbouw-woordvoerders in de Tweede Kamer, belandt al snel bij een boerderij. Voorzitter Schrijer-Pierik van de Kamercommissie staat in Twente net sperzieboontjes en aardappelen van eigen land te koken. VVD’er Oplaat helpt tijdens het reces mee met eieren rapen in de pluimveehouderij van zijn familie.
    Samen met CDA-minister Veerman van Landbouw, eigenaar op afstand van boerderijen in Nederland en Frankrijk, bepalen deze (ex)-boeren het Nederlandse landbouwbeleid. Is dat wel gezond?
    Critici van de Evert Vermeer-stichting vinden het twijfelachtig dat Veerman in het kabinet pal staat voor dezelfde Europese landbouwsubsidies die zijn eigen bedrijven ontvangen.
    Het GroenLinks-Kamerlid Duyvendak ziet de rol van de minister genuanceerder. Maar hij is in Den Haag wel gestuit op een sterke boerenlobby. Als niet-boer krijgt hij in de vaste Kamercommissie voor Landbouw vaak het verwijt dat hij ‘niet weet wat er aan de keukentafel in de boerderij leeft’.
    Duyvendak klaagt dat initiatieven voor milieu en dierenwelzijn die boerenbelangen schaden, steevast worden geblokkeerd door een Kamermeerderheid van CDA, VVD en LPF. ‘Dat zijn allemaal boeren: Koopmans, Oplaat en Van den Brink. Ze zetten de minister keihard onder druk.’ Hij heeft Oplaat wel eens een subsidie zien eisen voor het soort bedrijf dat zijn familie bezit. ‘En zijn vriendjes zaten op de tribune te klappen.’
    Harm-Evert Waalkens, PvdA-woordvoerder en zelf biologisch boer, vindt het niet ongezond dat in de Kamer belangen worden afgewogen. Maar de ‘stevige boerenlobby’ wordt hem soms ook te gortig. ‘De belangenbehartiging loopt door tot in de Kamer. Dat is niet goed. ’
    De andere boeren-landbouwwoordvoerders verdedigen zich fel. ‘Natuurlijk speelt het een rol dat ik boer ben’, zegt Koopmans. ‘Het speelt ook een rol dat ik uit Limburg kom, dat ik homo ben, dat ik nu in mijn eigen antiekwinkel sta en dat ik slecht kan sporten. En dat is maar goed ook, want anders krijg je alleen maar onzijdige mensen in de politiek, en dat is de dood in de pot.’ Vaak krijgen politici het verwijt ver van de praktijk te staan. ‘En nu staan we weer te dichtbij de praktijk.’
    Kennis van de sector is juist goed, zegt Oplaat. ‘Er worden ingrijpende beslissingen genomen, en wij weten hoe het is voor de mensen aan de keukentafel.’ Het verwijt van lobbyisme vindt hij onzin. ‘Het is bij ons niet anders dan in de defensiecommissie, waar oud-militairen beslissen of wel of geen fregatten worden gekocht. In de commissie gezondheidszorg zitten veel mensen uit de medische sector, in de onderwijscommissie oud-leraren.   ...
 

Naar Rijnlandse democratie , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .