Bronnen bij Rijnlandse democratie

12 sep.2008

In het onderstaande gaat het over het APS, Algemeen Pedagogisch Studiecentrum, dat een prominente rol heeft gespeeld in het invoeren van het Nieuwe Leren in het onderwijs - een methodiek die na een Parlementaire Enquête bewezen is als zijnde zeer slecht voor het onderwijs. Onderstaande artikel stamt uit de tijd daarvoor, toen de discussie over de kwaliteit van het onderwijs net was begonnen:
 

Uit: De Volkskrant, 03-10-2005, door Arjen Rienks, freelance journalist.

Nepwetenschap is inspiratiebron nieuwe leren


Tussentitel: Is de overheid nu ook al bekeerd tot het breinleren?

Het nieuwe leren op middelbare scholen stoelt op semi-wetenschappelijke ideeën over breinleren, met kinderen als proefkonijn, oordeelt Arjen Rienks.

Martin Sommer, 22 september op Forum: 'Het nieuwe leren is een radicale pedagogische stroming die bezig is dominant te worden in Nederland.' Maar er is meer aan de hand. Het nieuwe leren is geen wetenschappelijke stroming, het is pseudowetenschap. Motor is het APS, Algemeen Pedagogisch Studiecentrum. Op zijn website blijkt dat het instituut hoog opgeeft van 'hartbreinleren' volgens de HeartMath-organisatie in Californië. Hier gelooft men onder meer dat in het hart een minibrein huist dat informatie uitwisselt met hartbreintjes van andere mensen via radiogolven over DNA-antennes (nee, dit is niet overdreven). Deze fysiologische en natuurkundige revolutie is helaas nooit gepubliceerd in de serieuze wetenschappelijke literatuur. ...
    Het nieuwe leren is een grootschalig experiment met Nederlandse schoolkinderen als proefkonijn. Als een echte wetenschapper een proefdier voor onderzoek nodig heeft, is hij een half jaar bezig toestemming te krijgen. Als hij onderzoek met mensen wil doen oordeelt een ethische commissie of het om een wetenschappelijk onderbouwde methode gaat zonder onverantwoorde risico's, en moeten de proefpersonen vooraf instemmen. Maar als het APS op drijfzand gebaseerde methoden op kinderen loslaat is dat geen enkel probleem. Het ministerie van Onderwijs verwijst veelvuldig naar het APS, dat een dikke vinger in de pap van het onderwijsbeleid heeft. ...
    Het onderwijs uitleveren aan pseudowetenschappelijk denken is gevaarlijk. ... Het nieuwe leren is nepwetenschap die de samenleving zwaar kan beschadigen.


Red.:   De ambtenaren van het ministerie van Onderwijs, laag- of hoogopgeleid, hebben geen verstand van onderwijs. Dus zijn ze gevoelig voor andere invloeden, zoals de bekeringsdrift van semi-religieuze ideologieën.
    Een andere vorm van ondeskundigheid is dat die ideologie zit ingebakken in de keuzes die politici maken, zoals met betrekking tot publieke instellingen.


Uit: De Volkskrant, 27-09-2005, door Jan Hamel en Kim Putters (PvdA), Jos van der Lans en Tof Thissen (Groenlinks); en Tineke Slagter (SP), leden van de Eerste Kamer en voor hun partijen woordvoerder gezondheidszorg.


Zorgstelsel moet zorgvuldiger

Nu de Zorgverzekeringswet van minister Hoogervorst zoveel onduidelijkheden oplevert, is invoering per 1 januari geen goed idee, stellen Jan Hamel e.a.


Tussentitel: Invloed verzekerden op zorgverzekeraars is niet goed geregeld

Er is iets vreemds aan de hand in politiek-bestuurlijk Nederland. Nog maar een paar decennia geleden was het vanzelfsprekend om in het geval van ingrijpende wetgevingsoperaties een redelijke termijn in acht te nemen tussen het einde van de politieke besluitvoering en het moment van inwerking treden. Dat werd nodig geacht om uitvoerende overheden, instellingen en burgers de tijd te geven de nieuwe wet op een zorgvuldige wijze in te voeren, zodat er geen onnodige maatschappelijke Ongelukken zouden gebeuren.
    De samenleving is er ondertussen niet minder complex op geworden, maar de tijdsspanne tussen de finale politieke besluitvoering en feitelijke invoering wel steeds kleiner. De politieke besluitvorming wordt steeds vaker ingehaald door voldongen uitvoeringsfeiten: de instellingen zijn er al klaar voor, je kunt geen rijdende treinen stoppen, nu nee zeggen zou ontzettend veel geld kosten.
    Het gevolg is dat burgers worden opgezadeld met moeilijk te doorgronden wetgeving, die in een later stadium alleen maar onoverzichtelijker wordt door onvermijdelijke reparatiewetgeving.
    Het nieuwe zorgstelsel is hier het meest actuele voorbeeld van. ...
    Maar dat is niet de enige onduidelijkheid. Er zijn er vele. We tasten in het duister over de prijzen van de polissen. We weten niet of de vrije artsenkeuze wel voor iedereen voldoende is gegarandeerd. Onduidelijk is wat er gebeurt met mensen die voor onverwacht hoge en niet door de verzekering gedekte kosten komen te staan. We kunnen niet overzien of individuele verzekerden niet de rekening gepresenteerd krijgen van het feit dat allerhande georganiseerde groepen kortingen kunnen bedingen op hun polissen. We weten nog niet precies wat de hoogte van de zorgtoeslag zal worden, omdat die mede wordt bepaald door de soorten polissen (natura of restitutie) die door de verzekeraars worden afgesloten. De invloed van verzekerden op de zorgverzekeraars is niet goed geregeld. Een definitieve regeling over de omgang met de privacy van patiënten is nog in de maak. We hebben geen zekerheid of de beoogde kostenbeheersing van de gezondheidszorg met dit stelsel bereikt zal worden. Het markttoezicht is niet op orde. De vraag of er winst gemaakt mag worden in de zorg is nog steeds onbeantwoord. En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan.
    De toekomst van de gezondheidszorg is op dit moment een black box met veel onbekenden. Het enige wat we hebben, zijn bezweringen van de minister dat het allemaal onder controle is. De vraag is of het parlement als wetgever zo met burgers om kan gaan.
Velen weten momenteel niet waaraan ze toe zijn en dat geldt in het bijzonder voor ouderen en chronisch zieken. Dat kan je niet wegwuiven met een betere voorlichtingscampagne. Gezondheidszorg kan niet een kwestie zijn van op-hoop-van-zegen. Het gaat hier om een publiek goed dat een uiterste aan zorgvuldigheid vereist.   ...


Naar Rijnlandse democratie , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .