Het Rijnlandse democratische model: het uitvoerbaarheidargument
Af en toe geeft ook de reguliere politiek blijk van besef van het belang van de
effectiviteit van regelgeving, zie bijvoorbeeld onderstaande artikel. Conclusies
eronder.
Uit:
De Volkskrant, 05-09-2005, door Kim Putters, PvdA-lid van de Eerste Kamer
en bestuurskundige aan de Universiteit van Tilburg.
Uitvoerbaarheid dit politieke jaar centraal!
Een paradox bedreigt de uitvoerbaarheid van beleid: reductie van regels leidt
tot nieuwe regels om negatieve effecten van afschaffing te corrigeren. Beter is
effecten van beleid te accepteren, zegt Kim Putters.
Burgers hebben steeds minder vertrouwen in politici. 'In het afgelopen
parlementaire jaar werden veel plannen gelanceerd om de kloof tussen kiezer en
gekozene te dichten. Politici buitelden over elkaar heen met 'hervormingsplannen
voor de verzorgingsstaat en de rechtsorde. Burgers moeten meer invloed krijgen
via een ander kiesstelsel en patiënten, huurders en studenten via meer
marktwerking.
De vertrouwensbreuk tussen burger en politiek wordt daarmee
echter niet in de haarvaten aangepakt. Het probleem ligt niet zozeer bij de
beperkte invloed van burgers, maar bij het falen van politici om uitvoerbaar
beleid te maken. Het nieuwe politieke jaar is begonnen, dus hoe de kloof echt te
dichten? Drie wenken voor beter uitvoerbare wetgeving.
Een. Het dominante systeemdenken moet een halt worden
toegeroepen. Met de introductie van systemen van marktwerking is het geloof in
de maakbaarheid van de samenleving helemaal terug. Grote stelselhervormingen in
zorg en zekerheid moeten de burger meer invloed op de eigen leefsituatie bieden.
Patiënten zijn echter niet ineens consumenten, werkgevers geen zetbazen van de
overheid en gemeenten niet ineens professionals in de maatschappelijke
ondersteuning. De grootse stelsel plannen komen van achter de tekentafel en
miskennen wat er op de werkvloer wel en niet goed werkt. In Nederland maak je
echter nog steeds carrière met allesomvattende beleidsplannen en niet met
maatwerk in de uitvoering. Deze structurele weeffout in ons openbaar bestuur
moet worden bestreden door goede uitvoeringspraktijken boven grootse
systeemveranderingen te waarderen.
Twee. Er is veel meer aandacht nodig voor adequate
informatievoorziening in en over de publieke dienstverlening. ...
Drie. De politiek moet accepteren dat dé burger, patiënt en
student niet bestaat. De neiging tot generaliseren leidt tot regels die moeten
garanderen dat iedereen dezelfde voorzieningen krijgt, terwijl dat niet altijd
nodig is. ...
Om dat mogelijk te maken moet wetgeving de toegang tot
voorzieningen garanderen, maar niet in uitvoeringsdetails treden. De zorg in
Maastricht mag anders zijn dan in Amsterdam, werkgevers kunnen bedrijvenpoli's
starten en koopkrachtige burgers mogen voor hun wensen betalen. Dat biedt veel
meer ruimte voor nieuwe vormen van solidariteit en het leidt tot heel wat minder
regels.
Zolang hiermee geen begin wordt gemaakt, bedreigt een
regelparadox de uitvoerbaarheid van beleid. De wens het aantal regels te
reduceren leidt namelijk tot méér regels om eventuele negatieve effecten van
minder regels te reguleren. Politici accepteren de consequenties van hun eigen
beleid dus niet. Men wil marktwerking in publieke sectoren, maar ook dat
iedereen wordt geaccepteerd bij zorgverzekeraars, dat iedereen een gelijke kans
houdt op de arbeidsmarkt en dat vele toezichthouders precies controleren hoe
scholen en ziekenhuizen de publieke middelen inzetten.
Om aan deze regelparadox te ontsnappen, moet het parlement
niet te snel naar de burger wijzen die dan maar moet zeggen hoe het moet, maar
bij zichzelf te rade gaan. Er zijn meer consistente en beter uitvoerbare wetten
nodig die leiden tot betere dienstverlening.
Het is onthutsend hoe vaak wetgevingsadviezen van de Raad van
State en rapporten van de Algemene Rekenkamer over onuitvoerbaar beleid uit
politieke opportuniteit worden genegeerd. Uitvoerbaarheidsproblemen zijn zelden
een reden wetten af te stemmen, al is daar alle reden voor. ...
Laat dit het jaar van de uitvoerbaarheid worden, zodat de
kiezer het jaar daarna kan bepalen of daarmee de vertrouwensbreuk ook een beetje
is hersteld.
Red.: Dit artikel geeft besef van het feit dat uitvoerbaarheid
iets van het uitvoeringsniveau is, en niet dat van wet- en regelgeving. De
logische conclusie, boven niet getrokken, is dat de het uitvoeringsniveau dus
bij de regelgeving betrokken moet worden. Dat betekent dat de regelgeving niet
meer centraal gedaan kan worden, maar opgesplitst moet worden naar de velden
waarvoor de regelgeving wordt gemaakt. Kortom: het argument van uitvoerbaarheid
leidt, via een omgekeerde keten van redenaties, tot eenzelfde vorm als het
Rijnlandse model.
Het opmerkelijke aan bovenstaande stuk is de concrete manier van redeneren en
het uitgaan van de werkelijkheid, heel ongewoon voor een politiek stuk. Met name
het besef van het niet bestaan van een enkele burger, staande voor de gemiddelde
Nederlander, waarvoor regels kunnen worden ontwerpen, gaat voorbij de
capaciteiten van onderscheiding van de meeste politici. Het valt dan ook niet te
verwachten dat dit soort ideeën enige anklang binnen de politieke
omgeving van de schrijver, de PvdA, zullen vinden, mede omdat uitvoering ervan
een aanzienlijke uitkleding van de macht van de politiek zal betekenen.
Naar Rijnlandse democratie
,
Rijnlandmodel lijst
, Rijnlandmodel
overzicht , of site home
.
|