Bronnen bij Rijnlandmodel, historie: vakbeweging

26 jan.2006

In principe zou de geschiedenis van de ellende van de tijden van de Industriële Revolutie, dus van de begintijden van het kapitalisme, bekend genoeg moeten zijn. Onderstaand een bespreking van een boek over de oorsprong van de vakbeweging, ten tijde van de Industriële Revolutie. Het is enigszins ingekort, maar ook het volledige artikel is interessant genoeg:


Leids universiteitsblad Mare, 21-04-2005, door Bart Funnekotter

Om erger te voorkomen

Gedurende de negentiende eeuw voerde de zojuist ontstane Engelse vakbeweging een verbeten strijd om de arbeidsomstandigheden van werknemers te verbeteren. Onverdeeld succesvol was men niet. Het lukte wel een redelijk loon te bedingen, maar de werkdruk bleef enorm.


Natuurlijk, ook vóór de Industriële Revolutie was het niet prettig om werkzaam te zijn in de Engelse textielindustrie. De vele thuiswerkers die tot ongeveer 1770. toen de eerste machinerie haar intrede deed, aan het spinnen en weven waren, hadden nog een klein beetje zeggenschap over hoe ze hun dag indeelden. Ze werden per stuk betaald, dus de druk om hard te werken was groot, maar werd in ieder geval niet bepaald door het razende gereutel van een stoommachine.
    In zijn proefschrift Tussen traditie en emancipatie. De Engelse vakbeweging en haar strijd tegen de industriele arbeidsdisciplinering (1780-1914) onderzocht filosoof, theoloog en socioloog Teun Hoefnagel hoe de Engelse arbeiders omgingen met de werkomstandigheden zoals die na de Industriële revolutie ontstonden en hoe ze die omstandigheden trachten te verbeteren. ...
    Met de opkomst van machines die bediend moesten worden door een goed opgeleide arbeider, slaagden werknemers erin beter voor hun rechten op te komen. Voor dit soort werk waren namelijk mannen nodig en die begonnen zich te verenigen in zogenaamde combinations of friendly societies. Tot 1824, toen vakbonden bij wet werden toegestaan, moesten deze clubs in het grootste geheim opereren. ...
    Langzaamaan wonnen de diverse vakbonden echter terrein, hoewel het wel zo bleef dat hoe hoger opgeleid de leden waren, hoe standvastiger de bonden konden optreden tegen overheid en werkgevers. Deze vakbonden grepen ook pas in het uiterste geval naar het stakingswapen: liever kwamen ze er met overleg uit. Hun resultaten boekten ze vooral op het gebied van het salaris. A decent day's wage for a decent day's work, dat was wat ze wilden. Tegen de enorme werkdruk die er heerste, veroorzaakte door het zogenaamde driving en sweating van werkgeverszijde, kon minder worden uitgericht. Maar ook daar werden soms successen geboekt. ...
    Hoefnagel concludeert aan het eind van zijn boek dat het hoogste haalbare voor de jonge vakbonden was ervoor te zorgen dat de situatie voor hun leden in ieder geval niet slechter werd. Acties gingen in die tijd vaak niet om loonsverhoging, maar tegen loonsverlaging. Het kapitalisme, aldus de promovendus, gaat nu eenmaal vanzelf op zoek naar maximale winst, ook als die ten koste van de gezondheid van de werknemer behaald wordt. De rol van de vakbonden is anno 2005 daarom in wezen nog hetzelfde: strijd voeren om erger te voorkomen.


Red.:   Hoe moeilijk dit soort beschrijvingen van de werkelijkheid in de huidige maatschappij te verwerken zijn, blijkt uit de bespreking van het hetzelfde boek in de Volkskrant:


Uit: De Volkskrant, 19-03-2005, door Ben van Raaij

Geschiedenis | Promovendus analyseert ervaringen met industriële disciplinering in de 19de eeuw

Britse arbeidersbeweging won door gehoorzaamheid

In de spinnerijen, weverijen en ijzergieterijen van de 19de-eeuwse Midlands werden Engelse boeren met harde hand tot de eerste moderne fabrieksarbeiders gesmeed. Vakorganisaties waren essentieel om uitbuiting tegen te gaan.

...    Hoefnagels literatuurstudie analyseert de manier waarop Engelse arbeiders vanaf de Industriële Revolutie eind 18de eeuw - als eersten ter wereld - werden onderworpen aan een door mechanisatie aangedreven arbeidsdisciplinering en de wijze waarop ze zich daartegen trachtten te verzetten.
    De overgang van een traditioneel agrarische naar een vroeg-industriële samenleving was een pijnlijk proces waarbij oude manieren van leven en werken werden vernietigd. In de dark satanic mills werden spinners en wevers tot fabrieksarbeiders gedrild en tol klasse gesmeed. De Britse historicus E. P. Thompson sprak in zijn gelijknamige klassieke studie uit 1963 dan ook van 'The making of the English working class'.
    'Externe dwang' domineerde. In de textielfabrieken in de Midlands heerste een bikkelhard regime van lage lonen, streng toezicht, extreme werkdruk, stukloonsysteem en ook kinder-arbeid. 'In Manchester kun je nog de onderkomens zien waar kinderen in ploegendiensten hun bed moesten delen.' Later kwam er ook 'interne dwang', de zogeheten moral machinery van methodisme en zondagsscholen.
    De onvervalste uitbuiting leidde begin 19de eeuw tot de eerste vakbonden. Met stakings-acties werd getracht betere lonen af te dwingen. Na 1850, toen de eerste arbeidswetgeving was gerealiseerd en de welvaart groeide, gingen de 'unions zich ook op algehele belangenbehartiging en de culturele verheffing van hun leden richten.
    De aanwezigheid van vakbonden in een industrie maakte groot verschil. `Waar vakbonden lange tijd ontbraken, zoals in de confectiesector, waarin vooral vrouwen werkten, trof je de ergste sweatshops aan. In sectoren die wel vakbonden kenden, werden de gevolgen van het kapitalisme verzacht.'
    Het is een verhaal van emancipatie en disciplinering. Enerzijds wist de Britse arbeiders-beweging met enig succes 'dignity at work', `respectability' en 'a fair day's wage for a fair day's work' te realiseren, anderzijds raakte ze opgesloten in wat Max Weber de `ijzeren kooi' Van het kapitalisme noemde.
    De paradox is, zegt Hoefnagel, dat beide processen zich tegelijkertijd voltrokken. De Britse arbeiders konden alleen erkenning verwerven door hun plaats in de maatschappelijke orde te accepteren. Emancipatie was een 'overwinning door gehoorzaamheid'. ...
 

Red.:   In vergelijking met het stuk uit de Mare is dit stuk dus een heel stuk positiever wat betreft wat de Industriële Revolutie heeft betekend voor de arbeider, en een stuk negatiever over de betekenis van de vakbeweging. Het laatste citaat uit de Mare maakt Hoefnagel iets minder naïef en iets meer kwaadwillend dan uit het stuk in de Volkskrant blijkt. Het maakt ook dat het stuk in de Volkskrant daarmee maatschappelijke en politiek gekleurd is, en wel in de rechtse richting.
    Het waarom van deze keuzes blijkt nog eens duidelijk uit het laatste deel uit het Volkskrant stuk:

  Heeft deze heroïsche strijd ons vandaag de dag nog wat te zeggen?, Het 19de eeuwse kapitalisme en de arbeidersklasse zijn immers passé. We hebben arbeidswetgeving en een welvarende verzorgingsstaat.
    Hoefnagel vindt van wel. `Het kapitalisme is door de globalisering tot een bijna ontologische vanzelfsprekendheid geworden. Door de scherpe internationale concurrentie heeft het zich weer verhard. In westerse landen worden werkdruk en arbeidstempo sterk opgevoerd. En waar vakbonden of wetgeving tekort schieten, zoals in China, zie je uitbuiting, ook van vrouwen en kinderen.'
    Tijd dus voor een antikapitalistisch réveil? Dat ook weer niet, aldus Hoefnagel, die, hoewel zijn betoog anders doet vermoeden, actief lid is van de VVD. `Het kapitalisme is het best mogelijke systeem. Het moet wél kritisch begeleid en gehumaniseerd worden. Want het mag goed zijn voor de welvaart, het is slecht voor het welzijn.'

Dat is merkwaardig: het best mogelijke systeem moet wel gehumaniseerd worden. Dat wil zeggen dat het niet humaan is. Hoe kan het dan het best mogelijke systeem zijn? Dit is je reinste cynisme, wat dan wel weer klopt met het feit dat Hoefnagels actief lid van de VVD is. Het zou interessant zijn te vernemen hoe hij reageert op een voorstel om mensen te dwingen tot de keuze voor welzijn, of humaan gedrag, in plaats van die voor welvaart. Waarschijnlijk zouden dan allerlei opmerkingen over vrijheid en dergelijke volgen.
    Wat Hoefnagels in zijn cynische naïviteit laat zien is dat de positie van de arbeiders van toen de facto weinig meer was dan die van slaaf, en dat die van nu alleen gradueel beter is.
    Wat ook uit dit stuk blijkt, is dat de kern van het Rijnlandse model in strijd is met de kern van het kapitalisme. Als er op dit moment met het kapitalisme gewerkt moet worden, is dat alleen vanuit het standpunt van de keuze voor een minst kwade. Het is een weerslag van de toestand van beschaafdheid van onze huidige maatschappij, en haar deelnemers. Die is in feite dus betrekkelijk primitief, een toestand waar geen snelle verbetering in valt te verwachten. De werkwijze van de redactie bestaat uit die van constateren.
    Uit dezelfde regio ook nog een verhaal wat er gebeurde met de waarde van de op deze manier afgedwongen arbeid:


Uit: De Volkskrant, 24-10-2009, katern Reizen, door Gert-Jan van Teeffelen

Katoenvallei

Op veel plaatsen in Groot-Brittannië is industrieel erfgoed te zien. In Derbyshire bezoekt Gert-Jan van Teeffelen een charmante vallei - wellicht de échte geboorteplaats van het fabriekssysteem.

Oorverdovend is het nog net niet. Er draaien in Masson Mills vandaag maar twee machines, met eindeloze rijen spoelen die razendsnel vol garen worden gewonden. Overal draden, werktuigen en bakken katoen.
    Wie de ogen half dichtknijpt, ziet ze krioelen over de houten vloeren: de honderden mannen, vrouwen en kinderen - soms niet ouder dan 4 jaar - die dit soort fabrieken ooit bevolkten.
    ... De vallei is hier zo nauw, dat er langs het riviertje Derwent alleen plek is voor een weg, niet voor huizen. In de bedding werd in 1783 een reusachtig gebouw van rode bakstenen neergezet: een van de eerste Engelse cotton mills. ...
    Groot-Brittannië is de geboorteplaats van de industriële revolutie, die de wereld goedkope spullen, uitbuiting en vervuiling bracht, maar ook - dat duurde even - voorspoed.    ...
    Het was vooral de massafabricage van katoendraad en textiel die de aanjager bleek van alle groei en innovatie. Katoen bracht Britse industriëlen gigantische rijkdom. Met hun exportwinsten bouwden ze grote landhuizen en hielpen ze het Britse Empire financieren.   ...
    Een paar kilometer verderop ligt het dorpje Belper met zijn drukke hoofdstraat, waar de genereuze familie Strutt regeerde. Nog steeds spreken oudere bewoners over 'onze Jedediah' - de door hem gebouwde huizen zoals aan Long Row, waar de bewoners werden aangemoedigd hun eigen groenten te verbouwen, zijn nog steeds geliefd.
    Zijn reusachtige North Mill - nu eveneens museum - staat er nog, waar het katoen ooit op ruim 4.200 spoelen tegelijk werd gewonden. Het zes verdiepingen hoge gebouw geldt, vanwege zijn ijzeren geraamte, als voorloper van de moderne wolkenkrabber.
    'Er zweefden hier zo veel vezels door de lucht, dat men zei dat je honger erdoor werd gestild', zegt Stella Howitt, die rondleidingen verzorgt tussen de uitgestalde machines en kleding uit die tijd. 'Als je te laat was, verloor je je loon van die dag. De bel klonk om half zes 's ochtends, zes dagen per week.' Toch stonden zowel Arkwright als Strutt bekend als vrij nette werkgevers, aangezien ze kinderen pas vanaf een jaar of 7 tot 8 in dienst namen, en schooltjes inrichtten. Niettemin bestond tweederde van Arkwrights werknemers - zijn fortuin zou nu een kwart miljard euro bedragen - uit kinderen. Ze verdienden hooguit enkele euro's per week.
    Met enig recht kan Derwent Valley aanspraak maken op de titel 'geboorteplaats' van het fabriekssysteem. Het merkwaardige is dat er, ondanks de combinatie van natuurschoon, erfgoed en het 'goedkeuringsstempel' van Unesco, amper bezoekers komen.'Dit is een vergeten vallei', zegt Adrian Farmer. De attracties zijn enigszins 'houtje-touwtje' - zijn eigen woorden. 'We hebben nauwelijks geld. In dit land zijn we al verwend met 'gewoon' erfgoed.'
Vlakbij liggen bijvoorbeeld Chatsworth House en Haddon Hall. Deze landhuizen dienden vaak als filmdecor en trekken honderdduizenden bezoekers. Als die een kwartiertje zouden omrijden, konden ze zien waar de basis van dit soort weelde is gelegd.


Red.:   Dit waren de fatsoenlijken. Net als in deze tijd de minder erge uitbuiters als "fatsoenlijk" worden gezien.
    Tussen twee haakjes: zulke sociaal gevoelige informatie krijg je natuurlijk alleen in het katern Reizen.
    Een bericht uit een ander land over een ander aspect. In Frankrijk is een reeks stakingen gaande tegen verlenging van de pensioengerechtigde leeftijd. Het argument van de stakers: laten eerst de rijken maar eens een bijdrage aan de economische crisis en het bijkomende tekort voor de staat leveren:


Uit: De Volkskrant, 21-10-2010, van correspondent Ariejan Korteweg

Een traditie van opstandigheid

In Marseille staan de oude kanonnen op de stad gericht, een bewijs van de eeuwenoude opstandigheid van het volk. De havenstad is ook nu de hoofdstad van het Franse verzet.

Zeventig schepen die niet worden gelost, huisvuil dat in bergen van twee meter de trottoirs blokkeert, raffinaderijen waar geen fakkel meer brandt – welkom in Marseille, hoofdstad van het Franse verzet. Laatste nieuws: de bibliothecaressen mengen zich in de strijd.  ...

Tussenstuk:
Politie doorbreekt blokkade brandstofdepots, actievoerders blokkeren luchthavens

De Franse politie heeft woensdag in verscheidene plaatsen blokkades van actievoerders bij brandstofdepots doorbroken. Onder bewaking van politieagenten reden de eerste tankwagens naar buiten.
    President Sarkozy verzekerde dat de regering niet zal toestaan dat stakers het hele land platleggen en het economisch herstel in gevaar brengen.
    Zeker een kwart van de twaalfduizend benzinestations zaten woensdag zonder benzine. Een golf stakingen in 2007 kostte het land volgens het ministerie van Economische Zaken ruim 400 miljoen euro per dag, maar volgens deskundigen is de schade ditmaal kleiner.
    Bij tal van vliegvelden in Frankrijk blokkeerden actievoerders de toegangswegen, zodat passagiers lopend de laatste kilometers naar de luchthaven moesten afleggen. De luchthaven van Clermont-Ferrand was helemaal gesloten.


Red.:   Verzet tegen onrechtvaardige maatregelen vanuit de top is alleen toegestaan tot het moment dat het effectief wordt. Op dat moment krijg je de eerst de inzet van politie, en helpt dat niet, die van kanonnen.
    Oftewel: het verschil in economische positie en macht tussen de relatief kleine top en veel grotere groep van de onderliggende productieven is uiteindelijk het gevolg van de potentiële of daadwerkelijke inzet van wapens.


Naar Rijnlandmodel, historie , Rijnlands beleid, lijst , Rijnlandmodel overzicht , of site home .