Bronnen bij Management: voorbeelden
|
27 okt.2010 |
Een van de tekenen van vooruitgang in de maatschappij is dat er meer
voorbeelden en voorstellen komen van goed management. Hier een aantal:
Uit:
De Volkskrant, 27-02-2009, van verslaggevers Marc van den Eerenbeemt en Michiel Haighton
Bestuurlijke elite | 'Hogere maatschappelijke waarden dienen ook de belangen
van de aandeelhouders'Manager kan de wereld verbeteren
Op de Rotterdam School of Management leren bestuurders dat er meer is dan
winst.
Kan een nieuwe generatie managers zorgen voor een betere wereld, een waarbij een
crisis als de huidige kan worden voorkomen? Ja, dat kan. En ze kunnen nog winst
maken ook. Aan de Rotterdam School of Management (RSM), een van de
toonaangevende business-schools in Europa, spreekt een nieuwe generatie
zakenmensen weer over de ethiek van het ondernemen.
Twee MBA-studenten van de RSM, de een uit Moldavië, de ander
uit Nederland, zijn het bij het uitgaan van een college eens wat zij zullen doen
als ook zij zouden mogen toetreden tot de top van het bedrijfsleven.
Vasile Trotinc (31) werkte voor hij naar Rotterdam kwam
drieënhalf jaar voor een Russisch bedrijf in de harde wereld van de staalmijnen
van Roemenië. Nu vindt hij dat de wereld ‘nieuw transformationeel leiderschap’
nodig heeft.
‘Managers moeten moedig genoeg zijn om hun organisatie niet alleen
in te richten op het maken van winst’, vindt hij. ‘Zij moeten ook hun
verantwoordelijkheid nemen voor hun sociale omgeving en de duurzaamheid van hun
activiteiten. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die hun sociale rol serieus
nemen, beter scoren.’
Een van de problemen in de huidige zakencultuur is de bonus,
zegt Trotinc. ‘Beter gezegd: de criteria voor het verlenen van de bonus. Alleen
het maken van winst is geen goede maatstaf voor beloning van de manager. De
directe winst kan hoog zijn, maar kan ook problemen veroorzaken op de balans,
bijvoorbeeld als duur kapitaal is aangetrokken om de benodigde groei mogelijk te
maken. De focus zou veel meer op de lange termijn moeten liggen.’
Ook student Jaco Luijendijk (32), die eerder werkte voor een
medicijnengroothandel voor ontwikkelingslanden, denkt dat het bedrijfsleven zijn
blik moet verleggen. ‘Topmensen hebben zich onvoldoende gerealiseerd dat zij
door het negeren van hogere maatschappelijke belangen uiteindelijk ook de
belangen schaden van hun aandeelhouders. Wie zich breder oriënteert, creëert
meer aandeelhouderswaarde op de lange termijn.’
RSM-decaan George Yip, een specialist in strategie en
marketing, beschrijft hoe de generatie managers die de crisis veroorzaakte zich
vooral richtte op de korte termijn. ...
Binnen het zakelijk systeem was alles en iedereen gebaseerd
op de korte termijn. ‘Niemand wilde die motor afknijpen. Men was zich er niet
van bewust dat sommige dingen niet ethisch waren.’
RSM besteedt al langer aandacht aan de ethiek van het
zakendoen, zegt Yip. De school legt er nu nog meer nadruk op. Typisch voor
‘Rotterdam’ noemt hij de notie dat je op meer dan één manier geld kunt
verdienen. ‘Risico’s kun je negeren door een focus op de korte termijn. Je kunt
ook breder kijken.’ ...
In maart vorig jaar stelde de school een hoogleraar gedrags-
en bedrijfsethiek aan, David de Cremer. Deze wil managers onder meer aanleren om
ethische dilemma’s te herkennen. ...
Een gedragscode alleen is niet genoeg, vindt De Cremer: ‘Na
een tijdje vergeet je die. Je hebt een verantwoordelijkheid als manager om
mensen tijdig recht te trekken. Dat leiderschap wordt opnieuw belangrijk
gevonden.’
Red.: Dit gaat over de houding binnen de laag van management
zelf. Maar er is een fundamentelere factor:
Uit: De Volkskrant, 10-08-2010, column door Pieter Hilhorst,
politicoloog.
De via-via logica
Tussentitel: De kracht van Boeing was een obsessie met vliegtuigen
Het klinkt meer als een boeddhistische wijsheid dan als de conclusie van een
proefschrift. Een bedrijf dat zich richt op het maximeren van de
aandeelhouderswaarde, brengt die aandeelhouderswaarde in gevaar. Bedrijven die
daar niet naar streven, doen het beter. Toch is dat een conclusie van het
proefschrift van bedrijfskundige Pieter Jan Bezemer. In 1992 streefde 13 procent
van de top honderd bedrijven in Nederland expliciet naar maximale waarde voor de
aandeelhouders. In 2006 deed 74 procent dat. Volgens Bezemer was dat
contraproductief. De kwart bedrijven dat niet streefde naar aandeelhouderswaarde
was succesvoller. Als aandeelhouder kun je dus beter investeren in een bedrijf
dat niet streeft naar maximale aandeelhouderswaarde! ...
Red.: Iets waar al eens eerder aanwijzingen voor zijn
gepubliceerd. Maar hier staat ook de vermoedelijk belangrijkste reden:
|
Bezemer geeft geen verklaring voor zijn opmerkelijke bevinding. De Engelse
econoom John Kay doet dat wel in Obliquity. Why our goals are best achieved
indirectly. Oblique betekent schuin, indirect. Het boek van Kay kan daarom
het best worden vertaald als ‘De via-via logica’. Hij beschrijft hoe bedrijven
juist door hun focus op shareholders value in de problemen kwamen.
Zo was Boeing een onaantastbare vliegtuigbouwer. Zijn kracht was een obsessie
met vliegtuigen. Ze waren niet bezig met het maken van winst, maar met het
bouwen van de beste en veiligste vliegtuigen ter wereld. In de jaren negentig
kwam de ommekeer. Aandeelhouderswaarde werd het hoogste doel. Van investeringen
werd een hoge return on investment vereist. In tien jaar tijd maakte deze
nieuwe wind Boeing bijna kapot. Boeing verloor in rap tempo terrein aan Airbus.
Na de aankondiging van topman Phil Condit dat het bedrijf aandeelhouderswaarde
tot topprioriteit maakte, steeg het aandeel tot 59 dollar. Bij zijn gedwongen
ontslag in 2003 was de koers gezakt tot 34 dollar. |
Hetgeen natuurlijk geldt voor ieder bedrijf dat iets maakt (zie het voorbeeld
van Shell hier => ), en je kan veilig aannemen dat het voor iedere
"ondermening" in de meest algemene zin geldt:je moet je als eerste concentreren
op de zaak waar het om gaat (the business at hand). Dus ook de overheid:
|
Kay keert zich ook tegen de bedrijfsmatige overheid die graag werkt met doelen
waarop instellingen kunnen worden afgerekend. De politie op het aantal
bekeuringen, scholen op de gemiddelde Cito-score, ziekenhuizen op de wachttijd
bij de eerste hulp. Zijn kritiek is dat wat waardevol is, zich niet zo
gemakkelijk laat vertalen in simpele meetbare doelstellingen. Meer bekeuringen
betekent niet meer veiligheid, een hogere Cito-score niet een betere school en
korte wachttijden geen betere zorg. Het gevolg is dat instellingen schijndoelen
gaan nastreven. De directe aanpak leidt volgens Kay vaak zelfs tot averechtse
effecten.
Zo streefde de Amerikaanse organisatie belast met het beheer van natuurparken
naar zero tolerance ten opzichte van bosbranden. Later ontdekten ze hoe
schadelijk dat was. Veel kleine bosbranden doven namelijk vanzelf uit. Maar
daarbij verbrandt wel struikgewas dat een grote rol speelt bij het verspreiden
van grote branden. Door alle kleine brandjes te blussen, werd de kans op een
grote catastrofale brand dus groter. |
De oorzaak van dit verschijnsel is dat in onderhavige gevallen het om
ingewikkelde zaken en processen gaat (ingewikkelde evenwichten
). Als je daarin iets gaat aanpassen, is de aard van het effect niet geheel of
nog minder voorspelbaar:
|
De aanhangers van de directe aanpak (formuleer een doel, benoem criteria voor
succes en meet de resultaten) miskennen de complexiteit van de werkelijkheid. Of
een bedrijf succesvol is valt niet louter af te meten aan de waarde van het
aandeel. De aanhangers van de directe aanpak lijken rationeel te handelen, maar
ze organiseren collectief blindstaren. |
Wat kan je dan wel doen:
|
Kay stelt dat wat wij van waarde achten vaak een bijproduct is van iets anders.
Neem geluk. Mensen met vrienden zijn gelukkiger dan mensen zonder vrienden. Maar
wie vriendschappen louter onderhoudt om er gelukkig van te worden, heeft van
vriendschap niks begrepen. Filosofen noemen dat de paradox van de hedonist. Wie
alleen zijn eigen genot en geluk nastreeft, is minder gelukkig. Dat geldt ook
voor Boeing. Een bijproduct van de liefde voor vliegtuigen is een winstgevend
bedrijf.
Kay bepleit een aanpak van trial and error zonder masterplan. Een
vliegtuigbouwer moet proberen de beste vliegtuigbouwer te worden. Maar wat een
goede vliegtuigbouwer is, blijft altijd ten dele ongewis. Door tastend je weg te
vinden, door een via-via logica te hanteren, worden kolossale blunders
voorkomen. |
En nog wat algemener geformuleerd, kom je dan snel uit bij het begrip
"kwaliteit".
Een ongetwijfeld essentiële factor, spelend op een wat lager
niveau, is deze:
Uit: De Volkskrant, 23-10-2010, door Malou van Hintum Altijd aan het werk Deze week was de aftrap
voor de landelijke campagne ‘Het Nieuwe Werken doe je zelf’. In november volgt
de landelijke week van HNW. Is het iets anders dan af en toe eens thuiswerken en
na de spits op weg gaan? ‘Ja,’ zegt bedrijfskundige Pascale Peters (Radboud
Universiteit Nijmegen, Institute for Management Research), gespecialiseerd in
telewerken, flexwerken en, jazeker, Het Nieuwe Werken. ‘HNW gaat om een
cultuuromslag waarvan verantwoordelijkheid, vrijheid en vertrouwen de essentie
vormen.’
Dat zegt u mooi. Maar in de praktijk is HNW: altijd werken.
‘HNW heeft het gevaar van grenzeloosheid in zich. Maar het mag niet zo zijn dat
mensen hun werk nooit meer kunnen uitschakelen. Ze moeten grenzen stellen, en
dat vereist zelfmanagement. Vroeger viel het slot in de poort van het
kantoorgebouw, nu kun je 24 uur per dag inloggen. Je werk is er altijd; je moet
er zelf voor zorgen dat jij er niet ook altijd bent voor je werk.’
Wat kunnen werkgevers doen?
‘Managers en werknemers cursussen work-life-balance aanbieden. Maar het
belangrijkste is dat werkgevers realistische doelen stellen. ...’
...
HNW vereist ook een ander type manager.
‘De manager wordt een coach van de werknemer, en een soort verbindingsofficier
tussen werknemer en bedrijf. Want binding houden met het bedrijf en sociale
steun krijgen van collega’s blijft belangrijk.’
Red.: Dit lijkt door de mogelijkheid van het langer moeten
gaan werken allemaal negatief. Maar er staat ook aanwijzing voor wat de clou is
|
24/7 werkers worden vanzelf een keer overspannen. De wal keert het schip.
‘Nou… Uit mijn onderzoek naar thuis- en telewerken blijkt dat mensen die wat
vaker overwerken en in het weekend werken, ontspannender bezig zijn dan mensen
die precies tussen negen en vijf werken. Het lijkt erop dat de mogelijkheid om
uit te lopen het werken minder stressvol maakt. Maar loop je altijd uit, dan
zorgt dat weer wel voor uitputting.’ |
Die clou is dit: dat mensen met meer plezier werken naarmate ze meer controle
hebben over hun werk (is vele malen uit onderzoek gebleken, bronnen later). Wat
sterker geldt naarmate het hoger opgeleid werk is. En dat is dus een moeilijke
zaak voor de gemiddelde manager.
Naar Psychologische krachten
, Psychologie
lijst
, Psychologie overzicht
, of
site home
.
|