Bronnen bij Rijnlands onderwijsbeleid: tekenen van herstel
Eerste een stukje uit een langer artikel dat gaat over het algemene verval van
initiatief en beleidskracht in Nederland waarin het pre-Mammoetonderwijs
positief aangehaald wordt, en daarna een uitgebreid artikel waarin het
onderwijsbeleid van Rijnlandse model wordt overgenomen met ongeveer dezelfde
argumenten:
De Volkskrant, 06-12-2005, rubriek Haagse berichten door Hans Wansink
Land zonder focus Nout Wellink, president van De
Nederlandsche Bank, formuleerde het probleem twee weken geleden als volgt: 'De
overheid weet maar niet over het voetlicht te brengen waar het echt om draait.'
Een gebrek aan een heldere boodschap en een kloof tussen gewekte en nagekomen
verwachtingen zorgen voor een vertrouwensbreuk tussen de politiek en de
bevolking. ...
De verleiding is dan groot om met spectaculair gooi- en
smijtwerk te komen. Voeg de drie technische universiteiten samen, stelde Bernard
Wientjes (VNO-NCW) in reactie op Verwaayen voor. MKB-man Loek Hermans, gewezen
minister van Onderwijs, vond dat Nederland in 1968 'met de Mammoetwet de
uitdaging uit het onderwijs heeft gehaald'. ...
Uit:
De Volkskrant, 03-12-2005, door Hendrik Jan Schoo, publicist en politiek
columnist van de Volkskrant
Dubbeltjes kunnen best kwartjes worden
Tussentitels: Het is de poor white trash uit Chicago's Uptown
sinds de jaren 60 eigenlijk heel goed gegaan
Het huidige onderwijs bevestigt de nieuwe ongelijkheid in de samenleving
Onlangs sprak ik een Amerikaanse socioloog die midden jaren zestig domicilie
koos in Chicago's Uptown, een buurt die in de jaren vijftig razendsnel
van bevolking wisselde. De middenklasse vertrok, arme blanken uit de Appalachen
namen hun plaatsen in. Poor white trash uit de 'bergholen' van de
Virginia's. James Agee, de schrijver-journalist, en Walker Evans, de fotograaf,
vereeuwigden hen in hun befaamde Let us now praise famous men.
De radicale New-Yorkse socioloog, voorzitter van Students for a Democratie
Society (SOS), was als organizer naar Uptown gekomen om in de
egalitaire geest van die jaren de armen te helpen meer greep op hun buurt en
leven te krijgen.
Toevallig kwam ik eind jaren zestig een paar keer door
Uptown. Een wit getto, vervuild en vervallen, roestbakken voor de deur, her
en der hangende mannen, spelende kinderen en vrouwen met witte sokken over hun
nylonkousen. 'Hoe is het ze nadien vergaan?' vroeg ik de nog altijd linkse
socioloog. Verrassend goed, eigenlijk. Ze waren niet zo bijzonder meer en
gaandeweg opgegaan in de samenleving.
Het is een relaas uit vele. Bevolkingsgroepen waarover ooit
werd geschamperd en gesomberd, maar die na verloop van tijd, bijna ongemerkt,
door de maatschappelijke hoofdstroom zijn opgenomen en niet langer als
'probleem' te boek staan. ...
In veertig jaar tijd voltrok zich, geholpen door economische
groei en gestage welvaartsstijging, een onderwijsrevolutie die nieuwe generaties
van kennis en vaardigheden voorzag die voor hun ouders onbereikbaar waren. Een
wonder eigenlijk. Omdat we zo snel vergeten, zijn we geneigd 'zwarte' .en
'witte' scholen als een helemaal nieuw probleem te zien. Onderwijssegregatie is
ook een probleem, maar echt nieuw is het niet.
Nog midden jaren zestig, aan de vooravond van de
onderwijsrevolutie, was het lager onderwijs in de steden in wezen
standsonderwijs. 'Opleidingsscholen' bereidden voor op hbs, mms, lyceum en
gymnasium. Wie dat niet haalde, kon altijd nog naar de ulo. 'Volksscholen'
leverden daar hun beste leerlingen aan de betere gingen naar ambachts- en
huishoudschool. Maar voor velen was de lagere school eindonderwijs. Van
ongedeeld onderwijs was geen sprake. Het was stand bij stand. Alleen de elite en
de allerbegaafdsten uit lagere milieus, mits van het juiste, mannelijke,
geslacht, drongen door tot hogeschool en universiteit en, later, de hogere
echelons van de samenleving. Zoals links in de jaren zestig knarsetandend
vaststelde: het onderwijs 'reproduceerde' de maatschappelijke verhoudingen.
Die gesloten standenmaatschappij is niet meer. Te beginnen
met de hbs in de negentiende eeuw, slaagde het onderwijs erin 'verborgen talent'
aan te boren. En de samenleving leerde om mensen niet alleen op hun sociale
afkomst - en, niet te vergeten: sekse - te beoordelen en hun plaats in de
maatschappij te wijzen. Verdiensten, merites als intelligentie, kennis,
vaardigheden, werklust, gingen ook tellen. Niet dat de oude scheidslijnen van
rang en stand helemaal verdwenen, maar de meritocratie die uit de
standenmaatschappij groeide deed ze wel vervagen. Die nieuwe nadruk op
verdienste leidde de voorbije eeuw tot dalen en stijgen op de maatschappelijke
ladder. Vooral dat laatste, want de economische ontwikkeling en veranderingen op
de arbeidsmarkt hielden niet in dat de één zijn emancipatie opeens andermans
declassering was. Er kwam zowel 'more room at the top' als een breed,
druk krioelend maatschappelijk midden.
Everybody happy? Nee, van meet af aan had de
meritocratie haar dissidenten. Sterker, voor de man die de term muntte, de
Engelse socioloog, socialist én edelman Michael Young, was de meritocratie
helemaal geen aanlokkelijk vergezicht, maar een schrikbeeld. Zijn The Rise of
the Meritocracy (1958) was een satire op 'verdienste' als grondslag voor
maatschappelijke waardering. Een jaar voor zijn dood in 2002 riep hij in de
Guardian nog recalcitrant: 'Weg met de meritocratie' en hij verbood Tony
Blair, aanhanger van het meritocratisch ideaal van individuele emancipatie, met
zoveel woorden om het m-woord te gebruiken.
Voor Young is de meritocratie een wrede manier om de
maatschappij te ordenen. De heerschappij der verdienstelijken vernedert de
onvermijdelijke verliezers, mensen met beperkte intelligentie en geringe
schoolse vaardigheden. Voortdurend wrijft de meritocratie hen in dat ze sukkels
zijn. Zij hebben gefaald en weten het. Niet door een speling van het lot,
geboorte, maar eigen tekortkomingen. De winnaars daarentegen, de meritocratische
elite, gelooft zo in haar eigen voortreffelijkheid dat zij zich, almaar
inhaliger, steeds grotere rijkdommen toeëigent. De meritocratie, kortom, is niet
te rijmen met het gelijkheidsideaal, zij staat voor 'kansengelijkheid' en
schrijnend ongelijke uitkomsten. Daarom liever de geborgenheid van rang en
stand, de veilige haven van de arbeidersklasse, dan dit gevecht met al zijn
verliezers.
Youngs ideeën hebben in de Britse standensamenleving steeds
op aanhang kunnen rekenen, uit socialistische als conservatieve hoek. De Engelse
filosoof John Gray noemde Young daarom de ontwerper van een 'reactionaire
orthodoxie' die nog altijd als een dood gewicht op het Britse politiek rust.
Volgens Gray miskende Young dat toenemende sociale
ongelijkheid het gevolg is van niet-selectief onderwijs. Dat is namelijk niet
bij machte om slimme leerlingen van nederige afkomst boven hun milieu uit te
tillen. Met als gevolg dat zij inmiddels minder kans maken dan jarenlang het
geval was, om in hun latere leven tot de betere banen door te dringen.
Communistenleider Marcus Bakker zei het al in de verhitte middenschooldiscussie:
nu arbeiderskinderen eindelijk ook naar het gymnasium kunnen, willen ze het
afschaffen!
Daar is het nooit van gekomen. In Nederland is de meritocratische idee ook
altijd minder omstreden geweest dan in Engeland. Na de voltooiing van de
emancipatie van de volksdelen in de naoorlogse jaren, was het de beurt voor
individuele emancipatie. Daarom kwam de Mammoetwet er in 1968. Latere pogingen
om die om te bouwen tot een radicaal middenschoolmodel verzandden in het
compromis van de basisvorming.
Toch slaat nu ook in Nederland scepsis toe over de zegeningen
van 'de' meritocratie. Die heeft alles te maken met de massale immigratie sinds
de jaren zeventig en de vooralsnog gebrekkige integratie van die nieuwkomers.
Het meritocratisch beginsel integreert niet, maar brengt een gesegregeerde
samenleving voort.
In Zwanger van segregatie zette Jan Latten veel
sombere feiten op een rijtje. De samenleving is aan het 'uitsorteren', waardoor
we 'soort bij soort' en sociaal nauwkeurig gelaagd, in onze eigen buurten en
wijken wonen, met elkaar op school en kantoor zitten, onder elkaar trouwen en er
dezelfde levensstijl op nahouden. 'Uitsortering' verandert de open samenleving
die we dachten te hebben gekregen in een bastion van rangen en standen, met een
'etnische' onderklasse als permanente bewoners van het souterrain. Daar
cumuleren onderwijsachterstanden, kwade kansen op de veeleisende,
post-industriële arbeidsmarkt en lage inkomens. Toenemende ongelijkheid en
segregatie zijn ons voorland. Precies was Michael Young altijd al voorspelde.
Misschien is de meritocratie bezig aan haar eigen logica ten
onder te gaan. Haar leidend beginsel genereert niet langer sociale dynamiek,
maar verfijnde 'uitsortering', geen sociale' mobiliteit, maar een nieuwe
standenmaatschappij. Die stoelt weliswaar niet op geboorte, maar op verdienste.
Maar dat verschil is betekenisloos als intelligentie, de belangrijkste bron van
verdienste, inderdaad in hoge mate erfelijk is. Met z'n allen hebben we dan, van
de regen in de drup, een erfelijke standenmaatschappij verruild voor een
erfelijke meritocratie.
Maar die vlieger gaat alleen op als onderwijs werkelijk
verschil maakt, meer biedt dan het ouderlijk milieu of wat leerlingen van elkaar
of internet oppikken, en alle talent rigoreus aanspreekt En juist dat is
intussen een twijfelachtige aanname, zoals Martin Sommer in de Volkskrant
al weken achteren laat zien. 'Soft' onderwijs zoals het nieuwe leren maakt dat
verschil niet, stelde de Engelse onderwijssocioloog Michael Young (nee, geen
vergissing of grap, de man heet werkelijk ook zo) vorige week nog in NRC
Handelsblad. Het belet getalenteerde kinderen van immigranten om aan de
beperkingen van hun milieu te ontsnappen. Het hoge woord moet er maar uit: soft,
niet-selectief onderwijs is anti-emancipatoir.
En anti-meritocratisch. Onderwijs dat geen verschil maakt, is
standsonderwijs en 'reproduceert' weer feilloos maatschappelijke ongelijkheid.
Het categoraal gymnasium voor de nieuwe geleerde stand, vmbo als 'volksschool'
voor de nieuwe onderklasse, 'middelbaar' onderwijs voor het brede
maatschappelijke midden. Dit nieuwe oude standsonderwijs doet vooral, maar zeker
niet uitsluitend, kinderen van immigranten tekort, zowel de minder als de meer
getalenteerden. ...
Naar Rijnlands onderwijsbeleid
,
Rijnlandmodel, lijst
,
Rijnlandmodel, overzicht
, of site home
.
|