Bronnen bij Rijnlands onderwijsbeleid: hoger begaafden

13 mrt.2007

Eerst een artikel over de noodzaak van een aparte benadering:


Uit: De Volkskrant, 12-05-2009, column door Aleid Truijens

Geef slimmeriken vrijplaats

Tussentitel: Er is voor een 12-jarige toch wel iets moeilijks te bedenken?

Je hebt van die kinderen die intuïtief worden gemeden door klasgenoten. Ze hoeven niet eens een raar brilletje te dragen, of foute sportschoenen. Goed zijn in voetballen of tekenen helpt niet, dat versterkt zelfs de argwaan. Hun kleeft iets aan dat ongeneeslijk is: ze zijn slimmer dan de rest. Ze kunnen al lezen voor ze naar groep 3 gaan. In groep 5 verbeteren ze de leerkracht bij breuken. Ze praten te wijs voor hun leeftijd. Dat pikken de anderen niet; die storten zich eensgezind op de afwijkende in de roedel. Domheid kan schattig zijn, wijsneuzigheid koddig; hoge intelligentie is vooral irritant.
    Het oertype van zo’n kind is Richard Simmillion, het alter ego van W.F. Hermans in zijn autobiografische verhalen. Een van de aangrijpendste verhalen die ik ken is ‘De elektriseermachine van Wimhurst’. Kleine Richard zit in de eerste klas lagere school en staat alleen tegenover ‘de massieve solidariteit van de dommen’. Als een klasgenoot de plantjes in zijn volkstuintje, waarin hij bloemen en groente voor zijn moeder wil telen, met zand verstikt, denkt hij dat kennis zijn wapen is: Als ‘kleine landbouwdeskundige herhaalde ik mijn college over de knoppen, de bloemen’. Maar de kinderen vertrappen joelend zijn tuintje.
    Gepest worden is niet eens het ergste. Richard verliest pas alle vertrouwen als de meester zegt dat hij weliswaar gelijk heeft, maar ‘niet zo moet janken’. Zijn moeder, oud-onderwijzeres, bijt hem toe: ‘Jij kunt nooit eens leuk met anderen spelen.’ Zo groeit in Richard een wraakzuchtige. Hij zal die debielen eens wat laten zien! Op school staat een kapotte elektriseermachine, die hij weer aan de praat zal krijgen. Het lukt, en hij mag een demonstratie houden voor de klas. Maar de sukkelige meester verpest de proef door een gloeilamp aan te sluiten op de machine. Thuis krijgt Richard een pak slaag omdat hij de meester heeft beledigd.
    Misschien is het geruststellend te lezen dat ‘leuk met de anderen meedoen’ ook tachtig jaar geleden het hoogste pedagogische goed was en dat uitblinken al verdacht was. Gelukkig is er tegenwoordig voor slimme buitenbeentjes een uitweg.  De Stichting Cognitief Talent, die jaarlijks een ‘Toptoets’ organiseert voor talentvolle achtstegroepers, heeft een Digitale Topschool opgericht. Onder begeleiding van oud-deelnemers van Toptoetsen kunnen kinderen die dat leuk vinden – de beladen term ‘hoogbegaafd’ wordt vermeden – werken aan opdrachten als ‘Hoe werkt een hovercraft?’ of ‘Middeleeuwse emblemata’.   ...


Uit: De Volkskrant, 20-02-2007, door Robin Gerrits

Hoogbegaafden kunnen naar school

Hoogbegaafde kinderen kunnen met ingang van komend schooljaar terecht op aparte scholen. In Apeldoorn en in Venlo, en mogelijk op nog meer plaatsen in Limburg, beginnen na de zomervakantie basisscholen voor kinderen met een buitengewone intelligentie.
    Tienduizenden kinderen met een IQ van meer dan 130 gelden als hoogbegaafd. Velen van hen ontwikkelen op school gedrags- of sociaal-emotionele problemen als hun behoefte aan uitdagingen niet wordt herkend. Niet zelden leidt dat tot schooluitval.
    Eerder probeerden groepen ouders aparte scholen op te richten voor hoogbegaafde kinderen, maar die bestonden niet lang, zegt directeur Laetititia Hooft van het Landelijk Informatiecentrum Hoogbegaafdheid (LICH). ‘Die scholen werden opgericht voor kinderen die al in het reguliere onderwijs waren stukgelopen. Dat is geen goede basis.’ ...


Red.:   Het is de vraag is het 'in het reguliere onderwijs waren stukgelopen' niet een veel belangrijkere overweging is dat de slachtoffers "leren omgaan van de rest van de maatschappij". Uit dat laatste argumenten klinkt veel meer de angst om een vorm van een elite te kweken - uit een egalitistische gedachte of ideologie. Speciaal omdat dit geen willekeurige elite is zoals die nu bestaan, maar één gebaseerd op capaciteiten  - echt eng, vindt men dat. Meer over de opvattingen van Laetititia Hooft verderop.
   En de ontwikkeling zet door:


Uit: De Volkskrant, 29-03-2008, van verslaggever Robin Gerrits

Middelbare school voor hoogbegaafde

Veel aparte afdelingen op scholen gepland | Trend volgt basisonderwijs.


Steeds meer middelbare scholen beginnen aparte afdelingen voor hoogbegaafde kinderen. In augustus beginnen scholengemeenschappen in Arnhem en Zwijndrecht met klassen voor louter hoogbegaafden. Op veel andere scholen voor voortgezet onderwijs bestaan plannen hiervoor. Volgens initiatiefnemer Jan Hendrickx van het Leonardo-onderwijsconcept voor hoogbegaafde kinderen moet er zelfs een aparte, doorlopende leerlijn komen, van basisschool tot en met de universiteit.
    De trend in het voortgezet onderwijs volgt die in het basisonderwijs. In september 2007 opende het christelijke schoolbestuur PCBO in Apeldoorn de Plusschool, een aparte basisschoolklas voor 19 kinderen. In dezelfde maand begon in Venlo de eerste Leonardoschool voor basisonderwijs. De 31 kinderen, soms van ver buiten de regio, vormden twee groepen, die ‘inwoonden’ bij openbare basisschool De Regenboog. Inmiddels is een derde groep begonnen en Hendrickx verwacht in augustus een vierde en een vijfde groep.
    Ook in Rijswijk, Geleen en Hengelo beginnen basisscholen komend schooljaar Leonardo-klassen. Hendrickx: ‘We voorzien in een grote behoefte.’   ...


Uit: De Volkskrant, 29-03-2008, van verslaggever Robin Gerrits

Hoogbegaafd presteren in eigen klas

Ouders komen van verre naar school voor hoogbegaafden | Scholen hopen op extra geld met etiket ‘speciaal onderwijs’


Veel ouders met hoogbegaafde kinderen zitten met de handen in het haar. Ze merken aan hun kinderen dat ze zich vervelen op school, de aansluiting met leeftijdgenoten missen, en vaak zelfs minder presteren dan hun klasgenoten. Op het Olympuscollege in Arnhem is lange tijd geprobeerd de kinderen in gemengde klassen extra aandacht te geven. Directielid Anita O’Connor: ‘Maar je bent dan te afhankelijk van de welwillende docent. En die heeft in de klas al te maken met ADHD’ers, kinderen met dyslexie en kinderen met een autistische stoornis. Voor hoogbegaafden resteert dan vaak te weinig aandacht.
    Nu bekend is geworden dat ‘het Olympus’ een afdeling begint voor hoogbegaafde kinderen, melden ouders van heinde en verre zich aan. O’Connor: ‘We hebben plaats voor 25 leerlingen en al meer dan genoeg aanmeldingen.’ Op termijn moet het project uitgroeien tot een aparte afdeling, met eigen docenten.
    In Zwijndrecht begint het Walburgcollege komend schooljaar een aparte afdeling, voor in eerste instantie 10 tot 20 kinderen. ‘We gaan werken volgens het topdown-leerconcept van Leonardo’, zegt directeur Frans Coers. ‘Hoogbegaafde kinderen leren namelijk niet stapje voor stapje, maar met grote sprongen en vullen dat later in.’ Volgens Coers is het van belang deze kinderen bij elkaar te zetten. ‘Dan ontwikkelen ze zich beter, en zullen ze zich ook later ambitieuzer opstellen in de maatschappij. Tussen kinderen met een gemiddelde intelligentie worden ze geremd, en raken ze gefrustreerd. Menigeen haakt dan af.’   ...
    'Je moet hoogbegaafden juist in klassen met gewone kinderen houden' Kinderen worden doorgaans als hoogbegaafd aangemerkt als ze een IQ hebben van 130 of meer. Volgens directeur Laetitia Hooft van het Landelijk Informatiecentrum Hoogbegaafdheid is 1 op de 30 kinderen hoogbegaafd. Bij velen van hen leidt dat niet tot problemen. Maar voor een stevig deel van deze kinderen is extra zorg nodig, zeker als zij een autistische stoornis hebben of ADHD. Hooft ziet de ontwikkeling van aparte voorzieningen voor hoogbegaafden met lede ogen aan. ‘Wij zijn daar erg tegen. Ze moeten juist leren omgaan met kinderen met een andere intelligentie. Het is beter hen goed begeleid in gewone klassen te houden.’
    Jan Hendrickx van de Leonardoscholen is het daar niet mee eens. ‘Ze zijn onderdeel van de school, maar krijgen vaak apart les.’
    ‘Integratie is niet onze belangrijkste doelstelling’, erkent Anita O’Connor van het Olympuscollege in Arnhem. ‘Onderzoek wijst uit dat ze zich het fijnst voelen tussen ontwikkelgenoten.’
    De bevindingen vanuit de Leonardo-basisschool in Venlo bevestigen dit volgens Hendrickx. ‘Van ouders horen we dat de kinderen daar eindelijk weer goed slapen en een positief zelfbeeld hebben.’
 

Tussentuk:
'Je moet hoogbegaafden juist in klassen met gewone kinderen houden'

Kinderen worden doorgaans als hoogbegaafd aangemerkt als ze een IQ hebben van 130 of meer. Volgens directeur Laetitia Hooft van het Landelijk Informatiecentrum Hoogbegaafdheid is 1 op de 30 kinderen hoogbegaafd. Bij velen van hen leidt dat niet tot problemen. Maar voor een stevig deel van deze kinderen is extra zorg nodig, zeker als zij een autistische stoornis hebben of ADHD. Hooft ziet de ontwikkeling van aparte voorzieningen voor hoogbegaafden met lede ogen aan. ‘Wij zijn daar erg tegen. Ze moeten juist leren omgaan met kinderen met een andere intelligentie. Het is beter hen goed begeleid in gewone klassen te houden.’
    Jan Hendrickx van de Leonardoscholen is het daar niet mee eens. ‘Ze zijn onderdeel van de school, maar krijgen vaak apart les.’
    ‘Integratie is niet onze belangrijkste doelstelling’, erkent Anita O’Connor van het Olympuscollege in Arnhem. ‘Onderzoek wijst uit dat ze zich het fijnst voelen tussen ontwikkelgenoten.’
    De bevindingen vanuit de Leonardo-basisschool in Venlo bevestigen dit volgens Hendrickx. ‘Van ouders horen we dat de kinderen daar eindelijk weer goed slapen en een positief zelfbeeld hebben.’


Red.:   Laetitia Hooft ziet een kleinigheid over het hoofd: "gewone" kinderen vinden het ook heel vaak niet fijn om een hoogbegaafde om zich heen te hebben - al was het maar dat iedere duidelijke vorm van afwijking voor problemen kan zorgen - en zeker als die afwijking er een is die boven de massa staat. Dat leidt met dusdanig grote regelmaat tot pestgedrag, dat in ieder geval de mogelijkheid van een aparte opvang noodzakelijk lijkt. Zoals onderzoek dus uitwijst. Of interviews met de betrokken kinderen, die het pestgedrag van de "gewone" kinderen moeten ondergaan. Een pestgedrag dat vrijwel iedere echt goede leerling kent. Als Laetitia Hooft gelijk heeft dat er sprake moet zijn van 'leren omgaan', is het precies andersom als ze zegt: "gewone" leerlingen moeten leren omgaan met echt goede leerlingen. En de echt goede leerlingen hoeven niet als proefkonijnen te dienen voor de sociaal-mentale problemen van anderen.
    Het is een aantal jaren later - van halfzacht beleid:


Uit: De Volkskrant, 14-06-2012, van verslaggever Rutger Bregman

Aandacht school voor beste leerlingen schiet te kort

Bijna een kwart van de slimste leerlingen haalt het eindexamen VWO niet in de zes jaar die er voor staat. Dat blijkt uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat volgende week wordt gepubliceerd. De onderzoekers concluderen dat middelbare scholen meer aandacht moeten besteden aan hun beste leerlingen.   ...


Red.:   Er is alle aandacht voor de zwakkeren, en met name de allochtonen. de slimmeren verzuipen. Letterlijk:

  Het instituut GION onderzocht in opdracht van OCW de schoolloopbaan van leerlingen die in 1999 een hoge CITO score behaalden (549 of 550 punten). Onderzoeker Hans Kuyper is geschrokken van het grote aantal onder hen die daarna toch bleven zitten of zakten voor hun examen.
    'Dit zijn leerlingen die met gemak het VWO zouden moeten halen, zonder vertraging. Van tevoren dacht ik dat hoogstens 5 tot 10 procent vertraging op zou hebben lopen.' Voor de gemiddelde VWO-leerling ligt de kans op vertraging nog een stuk hoger: tussen de 30 en 40 procent.    ...

En de oplossing is ook die van het Rijnlandmodel:
  Een andere opvallende conclusie van het GION is dat leerlingen in een klas met alleen maar VWO'ers een grotere kans (10 procent) hebben om hun diploma zonder vertraging te halen dan leerlingen die het eerste jaar in een gemengde HAVO/VWO klas zitten. Het verschil met leerlingen die in hun tweede en derde jaar ook nog in een gemengde klas zitten, is nog groter, respectievelijk 16 en 32 procent.
    De conclusie lijkt simpel: zet de slimste leerlingen zo veel mogelijk bij elkaar. ...

En waarom gebeurt dat niet:
   De conclusie lijkt simpel: zet de slimste leerlingen zo veel mogelijk bij elkaar. Maar Kuyper nuanceert dat het voor minder goede leerlingen juist goed is om bij de allerbesten te zitten. 'Het is een dilemma. Zet je de besten bij elkaar om hun eigen prestaties te bevorderen of laat je anderen van hun intelligentie mee profiteren? Uiteindelijk is dat een ideologische keuze.'

In Nederland worden de betere leerlingen, voornamelijk autochtonen, opgeofferd aan de opvoeding van de zwakkeren, voornamelijk allochtonen.


Naar Rijnlands onderwijsbeleid , Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of site home .