Bronnen bij Zware drugs, behandeling: locatie

7 aug.2006

De behandeling van zware-drugs gebruikers, heel vaak ook psychiatrische patiënten, in een omgeving te midden van gewone burgers is slecht voor de drugsgebruikers aangezien ze dan zo weer aan drugs kunnen komen. En het is slecht voor de gewone burgers, aangezien ze heel veel overlast hebben van die verslaafden annex psychiatrische patiënten. En de afkeer die de burgers daarom krijgen is natuurlijk ook niet goed voor de patiënten.
    Hoe groot die overlast is, staat ten overvloede nog eens belicht onder:


Uit: De Volkskrant, 16-11-2005, van verslaggeefster Deedee Derksen

Overlast van verslaafde patiënten verpest de sfeer in dorp Den Dolder

Rare figuren met aluminiumfolie

Inwoners van Den Dolder kijken niet op als iemand op straat zomaar een lied aanheft. Ze leven al honderd jaar samen met patiënten uit inrichting Altrecht. Gebruik van alcohol en drugs heeft die rust danig verstoord.


Stond er laatst ineens een man met een bloedend gezicht aan de toonbank. Nancy Echter, eigenaar van de designwinkel Nnzart ’n Styling in de voormalige wachtruimte van station Den Dolder, schrok zich wezenloos. ‘Ik heb snel een stanleymesje gepakt.’ Of hij bij haar misschien een treinkaartje kon kopen. Dit liep dus goed af, maar ze ziet ze steeds vaker op het station, zegt Echt rare figuren, vaak in de weer met aluminiumfolie. Ze maken ruzie, vechten. En dat in zo’n klein dorp.
    Toch zijn ze wel wat zonderlinge types gewend in Den Dolder; iedereen kent Gerrit nog, die met zijn stofjas en een kar vol schillen door het dorp stiefelde. En die ander die altijd zong: ‘twee reebruine ogen keken de jager aan’. Al honderd jaar wonen de bewoners samen met de psychiatrisch patiënten van de Utrechtse instelling Altrecht, die in de Dolderse bossen een grote afdeling heeft. Dat ging prima, totdat er de laatste jaren steeds meer drank en drugs in het spel kwamen.
    Nu scoren de bewoners ‘van over het spoor’ drugs of staan ze op het perron blikjes bier van de Aldi te zuipen, zegt Hero Stukje van café De Egelantier terwijl hij misnoegd naar het raam wijst. ‘Ik heb grote moeite om ze buiten de deur te houden.’ Afgelopen zomer ging het bijna mis; dochter Kim kreeg een glas naar haar gezicht gezwaaid. ‘Ze durft niet meer alleen achter de bar te staan.’
    Tolerant en behulpzaam zijn ze zelf altijd geweest, zeggen de dorpelingen, veelal bovenmodale tweeverdieners die in hun grote auto’s schril afsteken tegen de afwezige scharrelaars in het dorpcentrum. Wat heet, veel van hun ouders werkten vroeger bij Altrecht. En allemaal zijn ze buiten Den Dolder wel eens vriendelijk gepest met ‘het gekkendorp’ en ‘een enkeltje Den Dolder’. ‘Dat zeiden ze dan op school’, zegt Janneke Kos van de lokale keurslagerij. ‘Maar dat was niet erg hoor.’
    Nu de bewoners steeds meer overlast hebben van de psychiatrisch patiënten, verandert hun houding. De groeiende kloof werd onlangs pijnlijk zichtbaar tijdens een speciale informatiebijeenkomst die Altrecht had belegd. Toen een van de psychiatrisch patiënten opperde dat ze zelf ook in lokale winkels kopen en dus geld in het laatje brengen, stapte een vijftal Doldenaren demonstratief op.   ...
    Ook op het terrein van Altrecht worden maatregelen genomen. Maar Altrecht is geen gevangenis, benadrukt divisiedirecteur Joost-Jan Stolker. ‘De maatschappij stelt ingewikkelde eisen aan ons. Wij zijn verantwoordelijk voor de moeilijkste mensen, maar we kunnen en moeten ze niet opsluiten. Het gaat erom ze beter te maken, en daar past resocialisatie bij.’
    Höppener wil bovendien niet alleen maar zoete broodjes bakken met bewoners die hun onderbuikgevoelens laten spreken, zegt hij. ‘In Den Dolder zijn ze niet veel gewend op het gebied van verslaving, de tolerantiegrens is lager dan in Utrecht.’
    ‘Onzin’, briest supermarktmanager Gerard Jansen van de plaatselijke Albert Heijn. Dagelijks krijgt hij verslaafde psychiatrisch patiënten in zijn winkel die soms ineens uit hun dak gaan, het personeel verrot schelden of bier stelen. ‘Dit kan echt niet meer zo.’
    Het is inderdaad een beetje sneu voor Den Dolder, geeft Höppener toe, zo’n grote psychiatrische instelling om de hoek. ...
 

Uit: De Volkskrant, 15-04-2006, van verslaggeefster Karin Sitalsing

Hooghalen zegt nee tegen oude junks die uit het westen komen

De inwoners van het Drentse Hooghalen zijn het zat een dumpplaats te zijn. De GGZ Drenthe en de gemeente Midden-Drenthe willen er een verpleeghuis neerzetten voor 120 oude verslaafden uit de Randstad. De dorpelingen zijn woedend en bang dat hun leefmilieu wordt aangetast. En boos dat ze straks zelf niet meer kunnen bouwen.


Waarom altijd weer Hooghalen? Die vraag kwam steeds weer boven tijdens de informatie-avond donderdag. ‘Na de oorlog vingen we Molukkers op’, verduidelijkt tegenstander Albert Bruins. ‘Later kregen we asielzoekers.’ Toen het azc na vijf jaar nog eens vijf jaar bleef, begon de bevolking te steigeren. ‘Het lijkt me dat we onze portie maatschappelijke discussie wel hebben gehad. Daarom laten we onze beurt dit keer liever voorbij gaan. Al die tijd hebben we klaargestaan voor opvang; nu wordt het tijd om voor het dorp te kiezen.’
    In het dorp en op internetfora heeft iedereen het erover. ‘Dus het noorden wordt toch dumpplaats van het afval van het westen’, meldt Jan op de site van het Dagblad van het Noorden, die eraan toevoegt dat hij ‘alles uit het westen het liefst linea recta terugtrapt’. Op de site van jeugdsoos Allskin snapt Mark niet ‘waarom WIJ met de problemen uit het westen worden opgezadeld.’ De jeugd wil liever een sportpark op het terrein.
    Het idee van de GGZ Drenthe kwam als beste van tien ideeën uit de bus, om de oude Randstadjunks op te vangen op het voormalige azc-terrein. Afkicken is niet de insteek van de opvang, wel goede zorg en begeleiding. Het gaat veelal om mensen voor wie afkicken en reïntegratie allang niet meer aan de orde zijn. Zij worden gedwongen opgenomen en mogen het terrein niet af.
    ‘Het dorp is niet vrolijker geworden van de informatie-avond’, beaamt Geert Tijms van dorpsbelang. ‘Waar het ons vooral om gaat, is dat het dorp straks helemaal op slot zit. Voor de enige plek waar nog mogelijkheden waren, zijn nu voorgekookte plannen gepresenteerd.’
    Ook over de doelgroep maken de inwoners zich zorgen. Want hoe moet het als verslaafden aan hun begeleiders ontsnappen? Blijven de junks die wél in de maatschappij terugkeren in de buurt rondhangen? En trekt het verpleeghuis ongenode gasten aan? ‘Daarop hadden de gemeente en de GGZ niet echt een antwoord’, zegt Geert Tijms. ...
 

Uit: De Volkskrant, 26-01-2006, door Sacha Kester

‘Dat drugshol is ons door de strot geduwd’

Wethouder welzijn Jetta Klijnsma slaapt er niet slechter van, maar de spierballentaal aan haar adres liegt er niet om: de ruimte voor harddrugsgebruikers moet weg, anders ‘vallen er doden’.


Er zit niemand op de wipkip in het Van der Vennepark en er lopen ook al geen jongetjes met een voetbal rond. Maar dat komt doordat de kinderen nog op school zijn, zegt Shirley Marapin, een 41-jarige onderwijzeres die aan het park woont. ‘Op woensdagmiddag zit het hele parkje vol.’
    Daarom is ze ook zo boos. Hier spelen kinderen! Hoe halen ze het in hun hoofd om uitgerekend aan de rand van een speelplein een gebruikersruimte voor harddrugsgebruikers te openen?
    Omdat er nu eenmaal verslaafden zijn in de wijk, zegt de gemeente Den Haag. En het is voor iedereen beter dat ze hun drugs achter gesloten deuren gebruiken in plaats van op straat. Bovendien was aan het Van der Vennepark een mooi pand beschikbaar, dat ook nog eens vlak bij een politiebureau staat.
    Ja maar, zeggen de bewoners dan, ons park is al jaren drugsvrij. In de straten eromheen zitten misschien wel junks en dealers, maar op het speelplein kwamen ze nooit. Bovendien zitten vijf basisscholen in een straal van een paar honderd meter rond het pand. Verslaafden helpen? Prima. Maar niet hier!
    Er is maandenlang actie gevoerd, maar uiteindelijk is de gebruikersruimte er gekomen. ‘Het is ons door de strot geduwd’, zegt Zainab Igdir, moeder van vijf kinderen. ‘We hebben er last van!’ Vorige week bijvoorbeeld, zag ze twee junks in de buurt van het parkje blowen. Even daarvoor zat een andere verslaafde met een schroevendraaier in de buurt van de kinderen. Zainab Igdir is gaan gillen en kreeg hulp van mannelijke buurtbewoners, maar ze is bang dat het een volgende keer anders afloopt. ‘Die lui zijn niet te vertrouwen’, zegt ze. ‘Je weet niet waartoe ze in staat zijn.’
    Op het internet is de verbittering terug te lezen. In een lange chat over het onderwerp (op www.denhaag.org) vraagt een bewoner zich af waarom hij zich moet ‘aanpassen aan een land dat mij aan de kant schuift’ terwijl wel is geluisterd naar ‘die rijke stinkerds van Clingendael’. Toen de Amerikaanse ambassade naar hun ‘witte wijk’ dreigde te verhuizen, hebben ze dat met ‘een paar handtekeningen’ tegen weten te houden, terwijl de handtekeningen van ‘die domme allochtonen uit de Schilderswijk’ nergens toe hebben geleid.
    Er wordt spierballentaal gebruikt. Een bewoner zweert dat hij een honkbalknuppel pakt zodra hij een junk in zijn portiek ziet. Er wordt gezegd dat er ‘doden kunnen vallen’ omdat ‘de allochtone mannen een kort lontje hebben’. Daarna keert de woede zich tegen de politiek. De allergrootste boosdoener is wethouder Jetta Klijnsma (welzijn, volksgezondheid) die minachtend ‘Jetje’ of ‘Tante Jet’ wordt genoemd. Op het net staat dat ‘we haar kwijt moeten raken’, ‘op welke manier dan ook’. En als ze niet wil luisteren, dan moeten haar oren ‘ervan af worden gerukt’.
   ‘De buurtbewoners wensen me niet gewoon dood’, knikt Klijnsma in haar werkkamer. ‘Ze willen dat het langzaam en pijnlijk gebeurt.’ De wethouder slaapt er niet slechter van, maar het stemt haar wel treurig dat het niet is gelukt de bewoners uit te leggen dat het ‘allemaal niet zo erg is als ze denken’.   ...
    Dat is niet genoeg om Shirley Marapin gerust te stellen. ‘Ik geef niet op totdat dit drugshol weg is’, zegt ze terwijl ze op een stapel met 4500 handtekeningen wijst. ‘Dat worden er tienduizend. Want het gaat erom dat je zo’n instelling nooit in de buurt van een school of een kinderspeelplaats moet neerzetten. Als ze dat hier ongestraft doen, dan kunnen ze het straks overal.’


Uit: De Volkskrant, 15-05-2007, door Sara De Sloover

Accent | Maat vol in Leeuwarden

Heroïne verstrekken oké, maar waarom nou hier?

Voor Sjoukje Gallego, woordvoerster van actiegroep Vliet Heroïne-unit Niet uit Leeuwarden, is de maat vol. Dat de kinderen in de buurt regelmatig naalden op straat vinden, en dat een paar weken een junk een kind nog pillen aanbood, nee, daar kijken ze bij wijze van spreken al niet meer van op. ‘Maar dit? Dit gaat echt te ver.’
    ‘Dit’ is de komst van een medisch behandelcentrum voor heroïneverslaafden vlakbij twee basisscholen. Bewoners van de Leeuwardense wijk Vlietzone zien dat absoluut niet zitten. Gallego: ‘Er zijn al een tiental drugspanden, twee coffeeshops en een gebruikersruimte waar verslaafden hun shots kunnen zetten. Nu komt precies hier ook een behandelcentrum, op amper honderd meter van twee scholen.’
    Vliet Heroïne-unit Niet wijst met een beschuldigende vinger naar Verslavingszorg Noord-Nederland, die de locatie heeft uitgekozen. ‘Het behandelcentrum moet ergens staan’, zegt woordvoerster Lianne Zijlstra.
    ‘Wij hebben een hele tijd gezocht naar een geschikte locatie, in overleg met het gemeentebestuur. Eerst dachten we aan het Medisch Centrum Leeuwarden, maar dat wilde het behandelcentrum niet op zijn terrein.’
    Zeker, medisch gecontroleerde uitreiking van heroïne is een verbetering, vindt Gallego. ‘Maar moet dat midden in een woonwijk? Uit onderzoek blijkt dat de helft van alle deelnemers in zo’n programma snel afhaken. En dan staan de dealers hen bij wijze van spreken al aan de deur op te wachten.’
    Gallego snapt niet dat de regering geen coffeeshops in de buurt van scholen wil, maar wel toestaat dat heroïne naast de schoolpoort wordt uitgedeeld. Het comité heeft alle grote partijen uitgenodigd voor een debat.   ...


Naar Zware drugs, behandeling  , Drugs lijst , of site home .