Bronnen bij De toekomst: optimisten

Een toekomst zonder mensheid is geen onbekend begrip in de sciencefiction. Maar het huidige gedrag van de mensheid begint ook mensen buiten dit circuit van de mogelijkheid bewust te maken (de Volkskrant, 09-05-2008, door Evert Nieuwenhuis):
  Een iets te redelijk reddingsplan

De wereld dreigt ten onder te gaan aan een combinatie van milieurampen, extreme armoede en overbevolking, aldus de invloedrijke econoom Jeffrey Sachs in Common wealth. Maar geen nood, de aarde valt te redden.

Jeffrey Sachs is een ambitieus man. In The End of Poverty (2005) stippelde hij een – bejubelde en bekritiseerde – route uit naar een wereld zonder extreme armoede. In Common Wealth – Economics for a crowded planet gaat Sachs nog een paar stappen verder. Ditmaal buigt hij zich over de vraag hoe de aarde en daarmee de mensheid van een naderende ondergang kan worden gered.
    De 21ste eeuw zal volgens Sachs beheerst worden door drie grote problemen: achteruitgang van het milieu, overbevolking en extreme armoede. Deze drie bedreigingen hangen samen en vereisen geïntegreerde oplossingen. Alle drie hebben dezelfde oorzaak: de mens put de aarde uit.
    Met een vloedgolf aan cijfers, grafieken en citaten, schetst Sachs nuchter en zakelijk een doemscenario. De menselijke soort is sinds 1750 vertienvoudigd in omvang. Niet alleen nam de wereldbevolking explosief toe, ook de menselijke productie – en daarmee het gebruik van natuurlijke hulpbronnen – vertienvoudigde. Met andere woorden: de menselijke productie verhonderdvoudigde sinds het begin van het industriële revolutie.
    Deze ontwikkeling is nog lang niet ten einde. In 2050 zal de aarde volgens gematigde prognoses negen miljard mensen tellen. China, India, Brazilië en andere opkomende landen zullen hetzelfde consumptieniveau bereiken als wij, het rijke Westen, dat nu minder dan een zesde van de wereldbevolking uitmaakt. In 2050 kan de wereldeconomie verzesvoudigd zijn.
    De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn nu al desastreus. Zo goed als elk groot ecologisch systeem wordt bedreigd door menselijke activiteit. Planten en dieren sterven uit met een snelheid die honderd tot duizend keer groter is dan vóór het tijdperk dat de mens de aarde domineerde. Wellicht zijn tweederde of meer van de grote visstanden in de wereld ‘volledig geëxploiteerd of uitgeput’. De wereld kent bijna geen land meer om te ontginnen voor landbouw. Water wordt schaarser dan olie. De atmosfeer raakt verzadigd (een kwart van alle CO2 is uitgestoten door mensen) en klimaatverandering is onafwendbaar. Enzovoorts.
    De uitputting van de aarde leidt tot grote sociale en politieke spanningen. In arme landen, waar de noden het hoogst zijn en de weerbaarheid het kleinst is (denk aan de recente voedselrellen), maar ook in rijke landen. De mondiale strijd om grondstoffen zal tot geopolitieke conflicten leiden die ook wij in onze huiskamer zullen voelen.
    Gelukkig is er in de wereld van Sachs geen ruimte voor defaitisme. Sachs is een aartsoptimist, een wetenschapper die gelooft in een maakbare mondiale samenleving. Dankzij technologische vooruitgang, wereldwijde samenwerking en goede wil kunnen we de aarde voor iedereen leefbaar houden.
    Enkele praktische oplossingen: druppelirrigatie kan met name in arme landen het waterverbruik dramatisch verminderen (zo’n 70 procent van al het menselijke waterverbruik vindt in de landbouw plaats). Genetisch gemodificeerde zaden kunnen de landbouwopbrengst per hectare drastisch verhogen. Als in 2026 alle auto’s gas-elektrische hybride motoren hebben, zal de CO2-uitstoot naar een beheersbaar niveau afnemen. Elektriciteitscentrales kunnen CO2 opvangen en onder de grond opslaan. Het instellen van mondiale visquota en visreservaten kunnen vele vissoorten van de ondergang redden.
    Extreme armoede – 1,5 miljard mensen leeft van minder dan twee dollar per dag – staat een duurzame wereld in de weg. Dat klinkt contra-intuïtief. Want als alle arme mensen net zo rijk worden als wij, zal de wereld dan niet helemaal te klein worden?
    Los van de morele implicaties van deze vraag, (waarom hebben wij wel recht op vervuilende rijkdom en Afrikanen niet?) is het tegendeel waar, zo maakt Sachs duidelijk.
    Hoe groter de armoede, hoe meer kinderen sterven. Om van een verzorgde oude dag verzekerd te zijn, nemen arme mensen veel meer kinderen dan er zullen sterven. De bevolking zal blijven toenemen, en daarmee de druk op het (lokale) milieu, wat tot meer armoede en dus tot meer bevolkingsgroei leidt. Bovendien heeft een welvarende samenleving meer geld, tijd en energie om te bouwen aan een duurzame toekomst. Zo is de goedkoopste energie vaak het meest vervuilend.
    Anderzijds vertrouwt Sachs op grote mondiale actieplannen. Hoopgevend is het Global Fund, een fonds waarin VN-organisaties, wetenschappers, ngo’s, regeringen en filantropen als Bill Gates samenwerken om malaria, aids en tbc te bestrijden. Sachs, een van de grondleggers van dit succesvolle fonds, stelt zes nieuwe fondsen voor om bijvoorbeeld infrastructuur in ontwikkelingslanden te bevorderen of Afrika een groene revolutie te bezorgen.   ...
    Het is verleidelijk om Sachs als een naïeve dagdromer weg te zetten. Dat is niet helemaal terecht: veel van zijn oplossingen zijn direct uitvoerbaar en zullen substantieel bijdragen aan een duurzame toekomst. Maar ook de meest welwillende lezer moet toegeven dat Sachs zo nu en dan wereldvreemd is. Neem ontbossing, een van de grootste oorzaken van klimaatverandering maar volgens Sachs ‘een proces dat een van de gemakkelijkste is om te vertragen of te stoppen’. Vanaf de maan gezien is het inderdaad niet moeilijk om ontbossing tegen te gaan. Maar een bezoekje aan Brazilië had Sachs geleerd dat illegale kap een bijna onontwarbare kluwen van sociaal-economische en zelfs etnische problemen is. In Brazilië staat illegale houtkap hoog op de politieke agenda, en toch blijkt het hondsmoeilijk om het probleem op te lossen. Te vaak klinkt Sachs’ ‘all we need to do’-mantra misplaatst. Te vaak negeert hij de voetangels en klemmen op de weg naar een duurzame toekomst.
    Ook over het opslaan van CO2 – een belangrijke pijler in Sachs’ betoog – is hij te optimistisch. Ten eerste moet nog bewezen worden dat deze techniek op grote schaal kan worden toegepast. Ten tweede stapt Sachs over de ethische aspecten van ondergrondse CO2-opslag heen. Wat als onze CO2-uitstoot generaties later ineens door onvoorziene omstandigheden ontsnapt? De milieuramp dient zich dan alsnog aan. CO2-opslag is vergelijkbaar met kernafval: we wentelen onze vervuiling af op generaties na ons.
    Bovendien is Sachs’ nadruk op technologische oplossingen eenzijdig. Gedragsveranderingen komen nauwelijks aan bod. In vierhonderd pagina’s lezen we nergens dat wij, consumenten in ontwikkelde landen, ons veel meer van de aarde toe-eigenen dan het 1/6,6 miljardste deel dat ons toekomt. ... ‘Het idee dat de wereld potentieel het meest kan veranderen’, schreef Sachs onlangs in Time, ‘is simpelweg het volgende: als we ons cynisme overwinnen en de misplaatste visie opgeven dat de wereld het toneel is van een eeuwige strijd tussen ‘hen’ en ‘ ons’, en in plaats daarvan naar wereldwijde oplossingen zoeken, dan kunnen we de wereld, nu en in de toekomst, werkelijk voor iedereen behouden. Of we elkaar te lijf zullen gaan of zullen samenwerken om gevaren af te wenden die ons bedreigen, is onze keuze. Ons lot, ons gemeenschappelijk welzijn, hangt van onszelf af’. Typisch Sachs: alle grote wereldproblemen zijn op te lossen. Als als we maar net zo redelijk zijn als Sachs zelf. Maar, zoals The Economist fijntjes opmerkte, als iedereen zo redelijk was als Sachs, zouden er überhaupt geen problemen zijn.   ...

En dat niet iedereen zo redelijk als Jeffrey Sachs zou Sachs zelf als beste moeten weten: hij was de voornaamste architect achter de privatisering van de economie van de Sovjet-Unie na de val van het communisme, leidende tot het ultieme roofridder-kapitalisme van Rusland - een grandioze mislukking gebaseerd op een volkomen foute inschatting van menselijk gedrag (de Volkskrant, 23-12-2008, door Pieter Broertjes en Fokke Obbema):
  Boven onze stand

'We kunnen de weg omhoog inslaan of naar beneden sodemieteren', zegt aartsoptimist Herman Wijffels. De ondergang van het 'fundamentalistisch kapitalisme' juicht hij toe. 'Ik geloof in nieuwe technieken.'


...   Drie maanden geleden hield Herman Wijffels nog kantoor op 300 meter van het Witte Huis, als bewindvoerder bij de Wereldbank. Inmiddels woont de voormalig topman van de Rabobank en architect van het huidige regeerakkoord weer in Nederland - als 66-jarig ambteloos burger in een villa in lommerrijk Maarn. Het aanzien van de wereld is in die periode drastisch veranderd: de kredietcrisis is 'ontaard' in een mondiale recessie van nog onbekende omvang. Herman Wijffels spreekt onomwonden van 'een vertrouwenscrisis in het bestaande stelsel'.
    In september gaf hij nog blijk van opgetogenheid over de crisis tegenover de Volkskrant. Die houdt hij nu in toom: 'Er staan heel ernstige dingen te gebeuren. Je zult mij niet horen beweren dat dit het allerbeste is wat ons kon overkomen.'
    Maar somber is hij allerminst. De crisis kan ook goed uitpakken, meent hij. Zelfs als die doorslaat naar een heuse depressie. De optimist Wijffels ziet diverse positieve signalen. Die variëren van de vragen die mensen zich stellen over hun eigen koopgedrag, tot de uitverkiezing van Barack Obama als president van Amerika en de ondergang van wat hij 'het fundamentalistisch kapitalisme' noemt.   ...
    Na twintig jaar ('historisch gezien heel kort') is tot zijn vreugde een einde gekomen aan het neoliberalisme en het neoconservatisme. 'Die twee stromingen beleefden hun summum met Bush en zijn met hem ook ten onder gegaan.'
    Die ondergang houdt nauw verband met de kredietcrisis, meent Wijffels. 'Niet alleen de financiële wereld leefde boven haar stand, dat deden of doen we allemaal. Want we gebruiken met z'n allen ongeveer een kwart meer dan wat ons ecosysteem aankan, als het om cruciale bronnen als water, grondstoffen, landbouwgrond en bossen gaat.'
    Het besef van dit grotere verband leeft nog onvoldoende in Nederland, vindt Wijffels, 'ook in de top van het kabinet'. 'Deze crisis wordt primair als een financieel-economisch verschijnsel gezien. Feitelijk heeft de regering behoorlijk adequaat gereageerd in de alle-hens-aan-dekfase. Maar wat ik mis in de analyse, is de relatie met de bredere problemen waarmee onze planeet te kampen heeft. De kredietcrisis is niet los te zien van de klimaatcrisis en de energiecrisis;
in feite zijn we bezig de basis van ons bestaan aan te tasten.'
    In zijn ogen is een complete transformatie van het economisch bestel nodig, waarbij het van essentieel belang is dat productieprocessen worden omgebouwd 'van lineair naar cyclisch'. 'Ruwweg gezegd: nu maken we spullen door fossielen uit de grond te halen, te verwerken en te verbranden; wat we niet kunnen gebruiken, blijft dus achter in de natuur als afval of als uitstootgas.
    'Van die wegwerpeconomie moeten we af. We moeten overgaan op cyclische processen, gericht op hergebruik.'

Kan de regering dat groene ideaal nog wel stimuleren, een 'New Green Deal' tot stand brengen, als de belastinginkomsten straks miljarden minder zijn als gevolg van de crisis?
'Het is een misverstand te denken dat voor zo'n activistisch overheidsbeleid vooral veel geld nodig is. Er valt ook al veel te bereiken met nieuwe regelgeving.' Als voorbeeld noemt Wijffels een wet die het mogelijk moet maken dat iedereen die stroom produceert (via zonnepanelen, wind of anderszins), kan leveren aan het elektriciteitsnet. Ook ziet hij via regelgeving een rol voor de 'overheid als voortrekker op het gebied van elektrische auto's en gebouwen die net zoveel energie produceren als ze nodig hebben. 'Dat zijl} bestaande technieken, die garant staan voor sloten nieuwe werkgelegenheid. Als beleidsmakers kun je die toekomst dichterbij halen.'   ...

Maar als het niet de overheid is die groene initiatieven financiert, dan moet de markt het doen. Alleen stuiten bedrijven op zeer terughoudende banken. Is de krimpende economie niet een grote bedreiging voor uw mooie idealen?
Wijffels, met grote nadruk 'Het hangt er helemaal vanaf wat we er zelf van maken. Dat is een kwestie van bewustzijn, wil en organisatievermogen. Die drie componenten zijn nodig om wat van de toekomst te maken. Ik geloof in nieuwe technieken waarbij we én welvarend kunnen leven én ons aanpassen aan het draagvermogen van deze planeet. Dat is de hoopvolle toekomst die ik zie.
    'Maar ik geef toe: het wordt een dubbeltje op zijn kant. We staan op een tweesprong: we kunnen de weg omhoog inslaan of we kunnen naar beneden sodemieteren. En dan kun je ook heel extreme, reactionaire politieke reacties verwachten. Er staat verschrikkelijk veel op het spel.'
    In de hoopvolle, groene toekomst van Wijffels zullen banken hoe dan ook als financiers een belangrijke rol moeten blijven spelen. Maar voorlopig hebben zij vooral zélf geld nodig. Er is zelfs sprake van een Tweede Ronde aan kapitaalinjecties. De oud-bankier daarover: 'Het lijkt me logisch dat als je de eerste stap hebt gezet je ook de tweede zet. Anders is de eerste zinloos geweest.'

Is er nog wel voldoende politiek draagvlak voor nog meer kapitaal naar de bankiers? Ze hebben recent veel antipathie gekweekt met hun optreden in de Tweede Kamer, waarbij ze geen enkele zelfkritiek of schuldbesef aan de dag legden.
'Daar was wel enige ruimte voor', zegt hij na flink aandringen zuinig. 'Ik hoor dat jullie daar uitgesproken opvattingen over hebben, maar ik heb er geen behoefte aan nu een oordeel uit te spreken.'

Liever spreekt hij vol vuur over positieve ontwikkelingen. Zo brengt hij het gesprek als het maar even kan op nieuwe technologieën, die een welvarende, duurzame levensstijl mogelijk kunnen maken. 'Door toedoen van de milieubeweging wordt groen geassocieerd met consuminderen, maar ik ben ervan overtuigd dat duurzaam én goed leven kunnen samengaan.'
    En hij heeft het graag over de nieuwe president van de Verenigde Staten - die wel het gewenste verband legt tussen de kredietcrisis en de ecologische crisis. 'Obama zegt heel duidelijk: we hebben te veel op de pof geleefd en daarmee onze economische groei gefinancierd. Nu moeten we op zoek naar nieuwe bronnen van groei die duurzaam zijn, met name op energiegebied.'
    Het fenomeen Obama is volgens Wijffels 'omhoog gewoeld door deze tijd'; zijn opkomst is geen toeval. Nederland wenst hij zijn eigen Obama toe, al ziet hij die vooralsnog niet. Maar de voedingsbodem is er. 'De kernbeweging achter Obama wordt gevormd door mensen die je hier in Nederland ook hebt. Dat zijn de 'spiritueel ongebondenen', mensen die bereid zijn hun eigen leefstijl ter discussie te stellen. Volgens het onderzoeksbureau Motivaction valt een kwart van de bevolking daaronder te rekenen.'
    Denk na over je levensstijl, is dan ook wat Wijffels de lezer van de Volkskrant wil meegeven voor de kerstdagen. 'Als individu kun je keuzes niet uit de weg gaan. Vroeger had je daar organisaties voor: vakbonden en politieke partijen die volgens het links-rechtsschema van mening verschilden over sociaal-economische vraagstukken. Maar nu gaat het om levensvraagstukken en moet ieder voor zichzelf beslissen op welke manier hij Wil bijdragen aan de toekomst. Dat gaat van dubbel glas via minder vlees eten tot de keuze voor een hybride auto. Iedereen moet vanuit zijn eigen positie kiezen.'



Naar De toekomst , of site home ·.

25 dec.2008