Uitwerking bij Juristen: emoties en redelijkheid Onderstaand
eerst een stuk dat vele van de gangbare misverstanden rond dit soort problemen
verwoordt:
De Volkskrant, 04-03-2006, ingezonden brief van Julien Puylaert (Oegstgeest)
Liever volharden dan toegeven
Toen ik de website geenonschuldigenvast.nl bezocht, raakte ik door de
overweldigende hoeveelheid bewijsmateriaal snel overtuigd van de onschuld van
Ernest Louwes.
Na verbijstering drong de intrigerende gedachte zich op, hoe het mogelijk is dat
gestudeerde, en in het dagelijkse leven normaal denkende en gerespecteerde
mensen, zo hardnekkig onlogische denkbeelden volhouden.
Zoals vaker bij onbegrepen psychologische fenomenen, kan de geschiedenis het
antwoord geven. Het fenomeen waar ik op doel, is het proces dat op gang komt,
als eenmaal de eerste beschuldigende vinger gewezen is. Dit proces wordt al snel
onomkeerbaar.
In de eerste plaats omdat de weg terug de betrokkenen confronteert met het
verschrikkelijke besef een onschuldig mens te hebben beschuldigd of veroordeeld,
in de tweede plaats omdat voor de betrokkenen pijnlijk gezichtsverlies dreigt en
niet zelden sociale verstoting.
Omdat er al gauw meerdere personen in eenzelfde zaak betrokken zijn, betekent
een mogelijke inkeer van een der betrokkenen, meteen bevuiling van het eigen
nest. Niemand wil graag klokkenluider zijn, want daar loopt het meestal slecht
mee af.
Verder leert de geschiedenis van gerechtelijke dwalingen dat er in dergelijke
gevallen, soms onbewust maar soms ook bewust, ontlastend materiaal wordt
achtergehouden. In dat geval loopt de betrokkene, naast het gevaar van
verstoting uit de beroepsgroep, ook nog eens het risico zelf in de
beklaagdenbank terecht te komen.
Ook in de geneeskunde zijn soortgelijke reacties bekend. Ofschoon Ignaz
Semmelweis onomstotelijk bewees dat kraamvrouwenkoorts veroorzaakt werd doordat
studenten bevallende vrouwen toucheerden met ongewassen handen, werden zijn
bevindingen met scepsis ontvangen, en werd studenten, na Semmelweis' vertrek uit
Wenen, door zijn tegenstander Klein, zelfs verboden nog langer hun handen te
wassen voor het toucheren.
De gedachte dat Klein een beleid had voorgestaan dat honderden kraamvrouwen
onnodig de dood had ingejaagd, was ondraaglijk. Liever dan toe te geven dat hij
fout zat, volhardde hij in zijn waan ten koste van honderden jonge
vrouwenlevens. Was Klein een onmens? Nee.
Het is in dit historisch perspectief dat de gang van zaken rond de onschuldige
veroordeling van Ernest Louwes moet worden bezien.
IRP: Julien Puylaert beschrijft hier een plausibel lijkende
verklaring, die als een vorm van excuus zou kunnen geleden. Maar hij zoekt wel een verklaring uitgaande van een
vooronder-stelling: dat degenen die een onschuldige vastzetten en hem daar laten
zitten na nog duidelijker gebleken onschuld, 'normaal denkende en gerespecteerde
mensen' zijn. De problemen met deze vooronderstelling zitten in de betekenis van
de termen 'normaal denkend' en 'gerespecteerde'.
Uit de rest van het verhaal blijkt wat Puylaert als 'normaal denkend'
beschouwd:
-
de persoonlijke belangen van de functionaris ('het verschrikkelijke besef ...',
'pijnlijk gezichts-verlies ... ') wegen zwaarder dan het persoonlijke belang van
de onschuldig veroordeelde;
- het inhoudelijke belang van zijn beroep (uitvoerende van de rechtsstaat), en
het groepsbelang van de uitvoerende personen, wegen zwaarder dan het
inhoudelijke belang van de functie (uitvoerenden van de rechtsstaat);
- prioriteit geven aan het inhoudelijke belang boven het persoonlijke belang
bij het zien van een ernstige fout ("klokkenluiden") is af te raden als leidende tot schade voor de
betrokkene.
Ter ondersteuning van zijn verklaring haalt Puylaert een historische
gebeurtenis aan, ייn van vele soortgelijke gebeurtenissen. Maar er
is een groot verschil tussen deze gebeurtenissen, en de gang van zaken bij
justitie. Deze historische gebeurtenissen beschrijven de strijd tussen een
gevestigde en algemeen aanvaarde opvatting, een orthodoxie, en een doorbreking
daarvan door een enkeling. In het justitiegeval is de orthodoxie juist dat men
het belang van de inhoud van de functie zwaarder laat wegen dan dat van de
functionaris, zoals onder andere tot uiting komt in de functionele kleding van
de uitvoerenden: die is bedoeld om hun neutraliteit te benadrukken. Het gedrag
dat Puylaert beschrijft is weliswaar menselijk, in de termen van "de geest is
sterk maar het vlees is zwak", maar volkomen in strijd met de orthodoxie van het
vak. Het is de orthodoxie van het vak die gebiedt dat die functionarissen van
het vak die ten offer vallen van "het vlees is zwak", deze functie
niet langer kunnen vervullen.
Wat Puylaert dus omschrijft als 'normaal denkend', waarbij "denkend"
automatisch associaties oproept met zich laten leiden door de ratio, blijkt in
werkelijkheid dus "normaal voelend" te betekenen, waarbij "voelend" slaat op het
zich laten leiden door emoties, van persoonlijke en sociale aard. Deze gang van zaken is inderdaad in veel
omstandigheden de meest voorkomen-de, maar hem bestempelen als "normaal" lijkt
wat teveel van het goede. Gezien vanuit de blik van een verstandig mens, dat wil
zeggen: iemand die de term "denkend" als horend bij de ratio beschouwd, is dit
meest voorkomende gedrag beter te beschrijven als "gestoord". Dat dit grote
groepen van gedrag en grote groepen bijbehorende mensen in de categorie
"gestoord" plaatst, is betreurenswaardig, maar desalniettemin een weergave van
de werkelijkheid. De verwarring rond de termen "normaal" en "gestoord" blijkt nog eens ten
overvloede uit het lot van klokken-luiders, die meestal ontslagen worden, en dus
behandeld als "gestoord", terwijl de inhoudelijke werkelijkheid is dat ze
"normaal" zijn. Dus zijn degenen die die klokkenluiders ontslaan "gestoord",
hoewel ze de grote meerderheid vormen, en in de ogen van die meerderheid
"normaal". Het zijn deze emotioneel-cognitieve storingen die aangepakt worden
door de Algemene semantiek, de leer van de betekenis van woorden
.
Tenslotte nog een opmerking over de term 'gerespecteerde'. Volgens Puylaerts
stuk zelf is dat dus niet een eigenschap die slaat op het inhoudelijk
functioneren, maar op de positie van de betrokkenen binnen hun eigen groep.
Precies dus wat het IRP aanvoert op grond van feitelijk bestaande sociologische
relaties tussen de leden ervan.
Terug naar Juristen
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of naar site home
.
|