Juristen De rechtenstudie is een van oudste studies aan een
universiteit, stammende uit tijdens dat een universitaire studie voorbehouden
was aan de maatschappelijke elite. In de moderne tijden is de studie der
rechtsgeleerdheid, of rechten, een van de vele studies, maar het heeft
daarbinnen wel nog steeds een aparte plaats. Dat begint al bij de studiekeuze. Er
zijn twee grote groepen die rechten kiezen: degenen die niets beter weten te
vinden
, en degenen die afkomen op de aloude status. De eerste groep volgt
meestal een
bekende redenatie, al dan niet bewust: niet slim genoeg voor de bčta-vakken, niet creatief genoeg
voor de talen, niet sociaal genoeg voor de menswetenschappen, en niet bestand
tegen bloed of hard werken (iedereen weet dat medicijnenstudenten wel hard moeten
werken, en juristen een makkie hebben
). De tweede groep bestaat voor een groot deel uit kinderen van onze
elites, of hen die het dolgraag willen worden - aan de rechtenfaculteiten
zijn leden van de studentencorpora, dat andere instituut van de elites, sterk
oververtegenwoordigd
.
Dit wat betreft de degenen die de studie gaan volgen. Maar ook qua inhoud
bestaat er een hiërarchie tussen de verschillende studies. Iedereen die ooit een studie aan
een universiteit heeft gevolgd kent de
reputatie van de verschillende studies. Die van rechten staat op de bodem, de
laatste plaats, met afstand. Rechten wordt beschouwd als veruit de lichtste
studie zowel qua studiebelasting als studie-inhoud. Er gingen tijdens de
universitaire tijd van de IRP-hoofdredacteur verhalen van twee
natuurkundepromovendi die in een paar vakantie een kandidaats rechten hadden
gehaald. Ook uit die tijd zijn de klachten van een rechtenstudent over de
moeilijkheid van het vak economie "Ja, want in het boek staat een grafiek" ... .
Recente navraag heeft geleerd dat deze reputatie nauwelijks veranderd is, en het
bewijs dat dit terecht is, vindt men hier
.
Met deze opmerkingen wil absoluut niet beweerd worden dat het juridische vak
zelf makkelijker of simpeler zou zijn - wat dat betreft is het net zo als dammen
en schaken: dammen lijkt simpeler, maar dat is schijn die bedriegt, en het gaat
uiteindelijk alleen om de moeite die men erin steekt. Een goede studie rechten
gaat ook over psychologie en sociologie. De huidige studie rechten schiet in al
dit soort opzichten tekort
.
De reden dat het niveau van de studie rechten zoveel lager ligt zit dus niet
in het vak zelf, maar in de intenties en mentaliteit van de grote meerderheid
die het vak kiezen. Het vak is in eerste instantie bedoeld om een positie in de
maatschappelijke top in te nemen. En dat is een wederzijds proces: de
maatschappelijke top kiest mensen met een rechtenopleiding meestal niet omdat ze
zo'n grote behoefte hebben aan juridische bekwaamheden, maar omdat ze mensen uit
eigen kring, met de geschikte mentaliteit zoeken
. Voor de opkomst van de
bedrijfskundige studies, was een juridische opleiding de basisachtergrond nodig
om manager te worden.
Het gebrek aan inhoudelijke, of wetenschappelijke, diepgang van de
rechtenopleiding en haar studenten betekent dat deze mensen slecht scoren op de
schaal van allerlei zaken als logisch kunnen redeneren, een objectief oordeel
hebben, de feiten boven opinies stellen, het verstand boven de emotie, en
soortgelijke processen
.
Het Openbaar Ministerie is een instituut dat noodzakelijkerwijs put uit de
voorraad afgestudeerden aan de rechtenfaculteiten. Als kwaliteit een criterium
is, is het dus voor het OM sowieso niet zo makkelijk om de juiste mensen uit de
groep van de juridisch afgestuurden te halen. Maar er zijn duidelijke
aanwijzingen dat het Openbaar Ministerie daarbij, net als Buitenlandse Zaken, er
zeer elitaire criteria op na houden: bekende namen uit de top van het OM zijn
Joan de Wijkerslooth, Graaf Van Randwijck, Docters van Leeuwen, Dato Steenhuis,
allemaal achter- of voornamen met een elitair bijsmaakje. Het OM is kennelijk
een organisatie waar inhoudelijke prestaties minder belangrijke zijn dan het lid
zijn van elitaire netwerken. Het gaat niet om je prestaties, het gaat erom hoe
goed je ligt bij bepaalde mensen. Het gaat hier om de vorm, het gaat om de
inhoud. En als je moet kiezen zijn emoties belangrijker dan de redelijkheid
.
Dit werkt mogelijkerwijs ook de andere kant op. Degenen die de nieuwe juristen
moeten onderrichten in het nieuwe vak, behoren op zijn minst voor een deel ook
weer tot hetzelfde netwerk. Zo zijn er veel gevallen van families met juridische
tradities op de faculteiten, zie bijvoorbeeld het geval Kist
, en
gaan mensen uit de juridische praktijk vaak weer terug naar de universiteit, of
ze het nu goed of slecht deden
.
Vanuit dat licht bezien zijn de recent naar buiten gekomen blunders van het
Openbaar Ministerie nauwelijks een wonder. Als je sperma op het slachtoffer van
moord en verkrachting vindt, en het is niet het sperma van jouw daders, dan
verzin je gewoon een theorie die dit verklaart (de Puttense moordzaak), als de
duidelijke daderbeschrijving van het slachtoffer niet klopt met jouw dader, dan
stel je gewoon dat hij het fout heeft gezien, en als het DNA op het moordwapen
niet klopt met dat van de dader, zeg je gewoon dat dat DNA niet van belang is
(de Schiedamse parkmoord). Er zijn talloze kleinere en grotere voorbeelden van
dit soort irrationeel gedrag, zoals onder ander blijkt uit het grote archief van
zaken van Peter R. de Vries. Voor een beperkt dossier van het IRP, zie hier
.
Het falen van het Openbaar Ministerie is dus beslist geen eenmalig incident,
het is slechts en flagrant voorbeeld van een proces dat het hele instituut
doortrokken heeft, veroorzaakt door het soort mensen dat er werkt. Het meest duidelijk
blijkt dit wel uit het
volkomen gebrek aan openheid en een vrijwel volledige onvermogen tot het
erkennen van overduidelijke fouten. Een gebrek aan openheid is het kenmerk van
ieder gesloten netwerk, en het niet kunnen erkennen van fouten is algemeen
erkend als een oorzaak van onvermogen, en de totaliteit van die ontkenning bij
overduidelijke bewijzen van het tegendeel laat zien dat dat onvermogen
aanzienlijk moet zijn. Het overduidelijke signaal hiervan is het optreden van
klokkenluiders, en de reacties daarop
.
Al deze verschijnselen kan men samenvatten in de conclusie dat juristen zich
gedragen als een gesloten beroepsgroep waarin de solidariteit tussen de leden
ervan in bijna alle gevallen gaat voor de de kwaliteit van uitoefening van de
functie - op het niveau van grote processen, tot het niveau van hoe ga je met je
de ex-vrouw van je collega om
.
Deze relatie tussen functioneren en juristen is niet beperkt tot hun directe
vakgebied. Men vindt juristen in allerlei ambtelijke en niet-ambtelijke
instituten, zoals ministeries - van de laatste het meest natuurlijk bij
justitie, en maar ook veel bij ministeries als binnenlandse en buitenlandse
zaken. Voor wat dit betekent voor het relatieve functioneren van die
ministeries, zie hier
.
Het slechte functioneren van juristen binnen van het Openbaar Ministerie en
ander ministeries is een voorbeeld van grootte van de schadelijkheid van
maatschappelijke elitaire netwerken, zoals behandeld in de Houding van de top
V
.
Een van de belangrijkste gevolgen is die voor het functioneren van het
juridische apparaat als geheel, want dat is hetzelfde als het functioneren van
de rechtsstaat, zie hier
.
P.S. De processen waarvan hier voorbeelden zijn aangegeven moeten natuurlijk
verder onderzocht worden om meer definitieve uitspraken te kunnen doen. Dit
onderzoeken zou gedaan moeten worden door degenen die de werking van de
maatschappij als hun onderwerp hebben: sociologen. Maar die zijn nog altijd te
beroerd om dit soort veldwerk te doen, en houden zich liever bezig met
theoretische richtingstrijd en andere onzin, om hun handen niet aan de
werkelijkheid te hoeven branden, zie ook hier
.
Naar Houding top V
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site
home
.
|