Juristen: studiezwakte
| 9 jul.2006 |
De juridisch studie vergelijken met andere studies als, bijvoorbeeld,
natuurwetenschappen is in zekere mate oneerlijk, in dat iedere studie net zo
moeilijk is als men het wil maken - in principe is alles met alles verbonden, en
in de praktijk heel veel met heel veel. Het gaat bij de beoordeling dus
uiteindelijk om wat men er in de praktijk ervan maakt. Dan gelden de opmerkingen
dat het overgrote deel der rechtenstudenten capaciteiten heeft die dermate
beperkt zijn dat een studie in welk natuurwetenschappelijk vak tot de
onmogelijkheden behoort.
In de universitaire wereld is dit allemaal overbekend:
Uit: Leids universiteitsblad Mare, 01-03-2007, door Bart Braun
Afvalbakstudie 'De maatschappelijke waarding
voor een afgeronde rechtenstudie is onevenredig met de relatief lage studielast
daarvan', stond ooit in een ingezonden brief in Mare. Er kwam geen enkele
reactie op: blijkbaar denken ze er bij rechten eigenlijk net zo over.
De opleiding rechten staat niet bepaald bekend om het
loodzware studieschema, waar studenten vele tientallen uren per week hun nose
to the grindstone moeten houden om nog mee te kunnen. ...
Uit:
Leids universiteitsblad Mare, 20-09-2007, door Jasper Lukkezen
Rubriek De Zeepkist | Gerard Oosterwijk (23), 4e-jaar rechten
'Niet strenger, maar zwaarder'
'Ik heb er genoeg van dat iedereen altijd maar op rechten kakt. Oké, het is
terecht, de bachelor is ook niet moeilijk. Zo makkelijk, dat studenten, die er
toch al nauwelijks voor hoeven te werken, nog minder doen dan noodzakelijk en
dan falen. Je studie staat op nummer vier op je prioriteitenlijstje, na je
vereniging, je hobby's en je sociale leven. ...
Red.: Iets anders is het natuurlijk als het in de publiciteit komt:
Uit:
De Volkskrant, 30-06-2006, column door Ronald Plasterk
Kabinet tegen fundamentele wetenschap
Het kabinet-Balkenende heeft innovatie en wetenschap hoog op de agenda gezet.
Dat op zich is winst. De universiteiten staan er in politiek Den Haag al
decennia beroerd op. Dat heeft er misschien mee te maken dat veel politieke
leiders ooit zelf zeven tot tien jaar hebben gedaan over iets wat je met een
schriftelijke cursus in de avonduren zou kunnen leren. In de Volkskrant
stond op 27 april een lijstje: Balkenende (acht jaar, rechten en geschiedenis),
Pechtold (tien jaar, rechten en kunstgeschiedenis), Hoogervorst (zeven jaar,
geschiedenis), Verhagen (twaalf jaar, geschiedenis), Rutte (zeven jaar,
geschiedenis). ...
Red.: Natuurlijk valt dat hard:
De Volkskrant, 30-06-2006, ingezonden brief van Jacob de Boer,
vierdejaars student rechten (Amsterdam)
Cursus
Volgens Ronald Plasterk kan een studie als rechten schriftelijk in een
avondcursus worden afgedaan (Forum, 30 juni).
De Romeinse rechtsgeleerde Ulpianus schreef begin 3de eeuw:
‘Recht is de kunde van wat goed en billijk is.
Terecht zou men ons daarom wel priesters kunnen noemen: wij
beoefenen immers de gerechtigheid en verkondigen de kennis van wat goed en
billijk is. Daarbij scheiden wij billijk van onbillijk, en onderscheiden wat
geoorloofd is van wat dat niet is.’
De rechtsgeleerdheid omvat meer dan het in een avondcursus
uit het hoofd leren van een wetboek.
Red.: Maar dat is dus precies wat het recht zou moeten zijn. In de
praktijk hebben we te maken met de inzet zoals eerder beschreven hier
.
Sinds het schrijven van het voorgaande is er een nette
opsomming gekomen van alle technische falens van justitie, en één van de redenen
ervan: gebrek aan opleiding:
Uit:
Leids universiteitsblad Mare, 20-09-2007, door Bart Braun
Experts in het 'land der blinden'
De juridische wereld heeft moeite met wetenschappelijk bewijs en
getuige-deskundigen, zo blijkt andermaal uit de zaak Lucia de B. 'De gemiddelde
jurist heeft te weinig bagage.'
Lucia de B. zou waarschijnlijk niet veroordeeld zijn voor de moord op baby
Amber, als de rechter meer inzicht had gehad in de complexe wetenschap rond
digoxinevergiftiging. Dat bracht de Comissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken
vorige week naar buiten. Bij de Schiedammer parkmoord ging Cees B. onschuldig de
cel in, terwijl het DNA-bewijs niet in zijn richting wees. In Engeland belandde
de moeder van een wiegendood-baby onschuldig in de cel, na een misvatting over
statistiek.
Rechtszaken, en dan met name die in het strafrecht, krijgen
steeds vaker te maken met bewijs uit wetenschappelijke hoek. Dat zorgt soms voor
problemen, zoals uit bovenstaande voorbeelden blijkt. Wat gaat er mis? 'Veel
functionarissen in de strafrechtketen geven voortdurend blijk van een gebrek aan
kennis, en een gebrek aan ambitie om deze kennis te vergaren', stelde prof. dr.
Peter de Knijff in zijn oratie verleden jaar. De Knijffis hoofd van het Leidse
Forensisch Laboratorium voor DNA Onderzoek. 'Ik noem het de kenniskloof, zegt
hij in zijn kamer in het onderzoeksgebouw van het Leids Universitair Medisch
Centrum.
Om die kloof te dichten, geeft hij workshops aan medewerkers
van het Openbaar Ministerie. 'Mijn eerste zin is altijd dat ik hoop ze in een
staat van opperste verwarring achter te laten. Daar kunnen ze natuurlijk niet
tegen, verwarring. Juristen hebben ook een onmogelijke taak. Je kunt niet
verlangen dat ze alles weten van alle relevante wetenschappen.'
Het zijn er nogal wat, die relevante wetenschappen. Bij de
zaak van De B. speelden toxicologie en Bayesiaanse statistiek een belangrijke
rol. Op het Nederlands Forensisch Instituut werkt een bioloog die zich
bezighoudt met forensische algenkunde.. Een gebied dat van pas kan komen wanneer
een lijk in het water heeft gelegen. Kennis van vliegen die eitjes leggen in een
versgestorven lijk kan bepalen hoe lang iemand al dood is. Bij een incestzaak
beweerde het slachtoffer dat ze gedwongen was urenlang seks te hebben met een
bok, en zo wordt kennis van het seksleven van dieren ineens een kwestie van
belang. Het duurt maar een paar seconden voor een bok klaarkomt, maar hoeveel
advocaten weten dat?
'Er zijn meer dan honderd gevestigde forensische expertises',
legt hoogleraar bewijs en bewijsrecht Hans Nijboer uit. 'Van forensische
accountancy tot forensische zoölogie. Het recht weerspiegelt de ontwikkelingen
in de maatschappij, dus ook de verwetenschappelijking. Bij ontzettend veel zaken
komt een element van deskundigheid kijken.'
De advocaat, de officier van justitie en de rechter missen in
de regel die deskundigheid. Nijboer: 'Als je de rechtspraktijk ingaat, kom je de
problemen met wetenschappelijk bewijs zeker tegen in je beroep. In de studie?
Nog veel te weinig: het hangt er vanaf welke keuzevakken iemand volgt.
Onderwerpen rond forensisch onderzoek en bewijs zijn te lang als bijzaak gezien;
de gemiddelde jurist wordt met te weinig bagage losgelaten.' Hij vervolgt: 'Dit
probleem is overigens niet typisch Leids, maar speelt in heel Nederland.'
Een voorbeeld: in de Engelse wiegendood-zaak verklaarde
kinderarts Sir Roy Meadow dat de kans op een tweevoudige wiegendood ontzettend
klein is. Onderzoek had uitgewezen dat een willekeurige baby van welvarende,
niet-rokende ouders een kans van I op 8,500 had aan wiegendood te overlijden.
Bij twee onafhankelijke gevallen van wiegendood was de kans op toeval dus 1 op
8.500 in het kwadraat, ofwel 1 op 73 miljoen. De jury ging mee, en een moeder
die zojuist haar tweede kind had verloren ging de bak in voor een dubbele moord.
In werkelijkheid is het zo dat er bij mensen die een kind aan
wiegendood verliezen, factoren kunnen spelen die ook voor het tweede kind van
toepassing zijn. Een erfelijke aanleg, bijvoorbeeld, of de gewoonte om de baby
mee in bed te nemen. 'Een jurist moet door zo'n redenatie heen kunnen prikken',
vindt Nijboer. 'Prikt hij er ook doorheen? Waarschijnlijk niet.'
'Het gebrek aan kennis is ontstellend' meent ook Ton
Broeders, hoogleraar criminalistiek. 'Dat juristen niet in staat zijn ?m
technisch bewijs te beoordelen is onverantwoord en anachronistisch.' Zowel
Broeders als Nijboer geven vakken die rechtenstudenten dat aanleren, maar die
zijn niet verplicht. 'Wij missen bepaalde zaken verschrikkelijk in het
onderwijs: inzicht in statistiek en de wetenschappelijke methode.'
Er is echter maar een beperkte tijd beschikbaar voor een
studie rechten, waarin de studenten ook nog eens iets moeten leren over het
rechtssysteem. De finesses van elke forensische wetenschap blijven per definitie
onderbelicht. Dus gebruiken juristen hetzelfde trucje als journalisten: ze halen
er deskundigen bij.
'De inbreng van getuige-deskundigen speelt in Nederland
achter de schermen. Dat komt door de grote invloed van het dossier', legt
Nijboer uit. 'En dus maakt het niet zoveel uit wie die deskundige achter het
rapport in het dossier is. Advocaten en politie gingen in eigen kring zoeken wie
er deskundig was, of ze liepen langs de gebaande paden, zodat ze steeds weer bij
dezelfde mensen, zoals Peter de Knijff, terechtkwamen. De mensen die men toch al
kent, of die toevallig werden aangeraden. En dat woordje "toevallig" vind ik
zorgwekkend. Het suggereert een grote mate van subjectiviteit. De betrokken
juristen lopen in het land der blinden rond.'
Deskundigen brengen natuurlijk hun eigen problemen met zich
mee. Meadow bleek toch niet zo deskundig. Een andere toxicoloog had wellicht een
andere uitspraak opgeleverd voor Lucia de B. Broeders: 'Op de deskundigen valt
echter ook het nodige aan te merken. Die statistici hadden hun petitie in 2004
in moeten dienen, toen de rechtszaak nog liep. Toen stond ook al in de krant dat
de kans op toeval zogenaamd nul was. Het nu alsnog doen is lachwekkend.
Het gaat allang niet meer om statistiek maar om de digoxineconcentratie'
Omgekeerd komt het ook voor: De Knijff zag ooit hoe een
officier van justitie aan de haal wilde gaan met DNA-bewijs in de Puttense
moordzaak. 'Die deed net alsof hij een keihard daderspoor had gevonden. Ik heb
toen onmiddellijk de voorzitter van de rechtbank gefaxt met hoe het werkelijk
zat.' Ook fysisch antropoloog George Maat droeg regelmatig bij aan rechtszaken,
bijvoorbeeld met een bepaling of iemand minderjarig is of niet. 'Of er een
botsing van culturen plaatsvindt? Die is er wel, ja. De grondhouding bij de
rechterlijke macht is dat ze het allemaal wel uitgelegd krijgen. Vervolgens
blijkt het toch iets te veel om in een zitting mee te nemen. De complexiteit
maakt het ook verleidelijk om een deskundigenrapport links te laten liggen,
zodat harde feiten in een la verdwijnen. Je hoeft als jurist niet alles te
begrijpen, maar je moet weten wat er te koop is, en wat voor extra onderzoeken
er mogelijk zijn. Ondertussen klaagt de rechterlijke macht dat de rapporten te
moeilijk zijn. Maar zij moeten er van hun kant ook echt wat aan gaan doen.
'Het is schrijnend dat ik elke keer opnieuw uit moet leggen
hoe een leeftijdsbepaling werkt, maar als je gevraagd wordt, krijg je wel de
tijd en mogelijkheid om je verhaal te doen.
Die moet je ook nemen; niet wachten tot ze het precies op de juiste manier
vragen. Dat zal niet gebeuren, want die kennis is er niet.
'In Leiden is het vak criminalistiek niet verplicht. Je kunt
het niet geloven. Alleen maar over wetten leren, dat kan gewoon niet meer:
Red.: Maar hier zijn nog een paar zaken niet aan de orde
gekomen: het gebrek aan zorgvuldigheid en nauwkeurigheid (eigen fouten), de pure
domheid, en het gebrek aan integriteit (liegen in de rechtszaal, het niet willen
erkennen van gemaakte fouten).
Weer een bericht uit de bron van de ellende:
Uit:
Leids universiteitsblad Mare, 24-09-2009, door Guido Marchena
Onderwijs bij Rechten moet niet strenger worden, maar wetenschappelijker
De motivatie om zelf na te denken is nihil
Studentenverenigingen krijgen onterecht de schuld van het lage
studierendement bij Rechten. Maar in plaats van de opleiding schoolser te maken,
moet de faculteit het onderwijs verbeteren, betoogt Guido Marchena. Dat is er nu
namelijk enkel op gericht om studenten ‘het maar te laten halen’.
Tussentitel: 'Het wetenschappelijke aspect is ver te zoeken'
In het Leidsch Dagblad van 15 september presenteerde decaan Carel Stolker
trots de nieuwe maatregelen die rechtenstudenten sneller moeten laten
afstuderen. Voor elk door een student behaald punt ontvangt de universiteit geld
van de overheid met twee extra grote beloningen voor het behalen van de bachelor
en de master. Door studenten sneller door het traject te helpen krijgt de
universiteit sneller haar beloning. Vandaar dat een taskforce de opdracht kreeg
het college van bestuur te adviseren omtrent het studierendement. ...
Wat is er wel aan de hand bij de juridische faculteit? Mijn
visie is deze: er wordt niet meer aan wetenschappelijk onderwijs gedaan. Vanaf
de jaren zeventig zijn er gigantisch veel studenten bijgekomen. Dat aantal wordt
elk jaar groter. Het onderwijssysteem is ingericht om studenten ‘het maar te
laten halen’, in plaats ze een wetenschappelijke opleiding te bieden. Stof die
studenten zelf kunnen lezen, krijgen ze in hoorcolleges samengevat voorgekauwd
om het in werkcolleges op een praktische manier te kunnen toetsen.
Dit staat in schril contrast met bijvoorbeeld studies aan de
faculteit Geesteswetenschappen, waar docenten in colleges voortborduren op de
voorbereide stof. Dit maakt het bijwonen van colleges zonder voorbereiding
totaal nutteloos. Let op: dit gebeurt zonder verplichtende maatregelen.
Studenten - zo heb ik zelf kunnen ervaren - worden hier automatisch gemotiveerd
om de stof voor te bereiden, omdat ze anders voor niets in de collegebanken
zitten en het tentamen niet kunnen halen. De resultaten van deze opleidingen
zijn ontzettend goed en het systeem werkt, ongeacht de grootte van de
collegezaal.
Bij Rechten biedt het systeem de studenten een
stofinhoudelijke keuze. Ofwel de student leest de stof en haalt het tentamen (of
niet), ofwel de student volgt zonder voorbereiding de colleges waarin de stof
wordt samengevat en haalt ook het tentamen (of niet). Het wetenschappelijke
aspect is ver te zoeken. De motivatie bij studenten om zelf na te denken is
nihil. Op een handjevol vakken na functioneert de opleiding als een machine waar
studenten als kant-en-klare producten uitkomen. ...
Red.: Ook in deze tijd verschenen: het kant-en-klare vonnis
over het verzoek tot tijdelijke vrijlating van de vluchtgevaarlijke pooier en
vrouwenhandelaar Saban B.
Een verhaal dat overigens al jaren bekend is:
Uit:
Leids universiteitsblad Mare, 22-11-2005, door Hans van Scharen
'Justitie wil scoren met veroordelingen'
Tussentitel:
'Onzorgvuldigheid, klungeligheid, en bedrog'
De politiek zal de 'structurele problemen' bij justitie en politie, zoals
gebleken in de zaak Nienke, niet oplossen, meent hoogleraar psychologie en
oud-rector Willem Albert Wagenaar. Zijn hoop is gevestigd op de
rechtenfaculteiten.
'Het is best erg dat Cees B. onschuldig is veroordeeld en heeft vastgezeten.
....'
Oud-rector en hoogleraar psychologie Willem Albert
Wagenaar botst wel vaker fundamenteel met de magistratuur, met name wanneer hij
met zijn collega-psychologen als getuige-deskundige wordt opgeroepen in
strafrechtszaken. Wat voor hem cruciaal is - het blijven stellen van kritische
vragen, het doen van eigen onderzoek, leren van fouten, verantwoording afleggen
- ziet hij in die wereld te weinig gebeuren.
Aan de hand van vijftien representatieve zaken uit de
Nederlandse rechtspraak, publiceerde Wagenaar samen met collega emeritus
hoogleraar Hans Crombag, afgelopen week het boek The popular policeman and
other cases. Op onderhoudende wijze beschrijven de rechtspsychologen tot in
detail het verloop van die zaken, hun rol daarin als deskundige en de afloop.
...
Een 'justitiële bananenrepubliek', noemde Wagenaar Nederland
ooit. Om er nu aan toe te voegen dat het er niet echt beter op is geworden. ...
... De methoden van .het
rechtspsychologisch onderzoek werken beter dan het opsporingsonderzoek. Dat is
toch ernstig?'
De twee disciplines bijten elkaar, schrijven Wagenaar en
Crombag in boek The popular policeman. 'Er is een probleem. In de
rechtszaal ligt het primaat bij de rechtswetenschappen en dat moet zo blijven.
Maar dan dringt zich de vraag op of de rechtswetenschap voldoende aan zijn eigen
kwaliteit gewerkt? Als dat niet zo is, worden ze ingehaald door een andere
wetenschap. Dan verliezen ze op een gegeven moment het recht om burgers te
beoordelen en te veroordelen. Juristen hanteren zélf het begrip tunnelvisie! Dat
ligt aan een tekortkoming bij de rechtswetenschap.
'Hier in de faculteit Sociale Wetenschappen moeten alle
studenten "Methoden en technieken en onderzoeksmethoden" leren en afstuderen op
eigen onderzoek. Dat is toch fundamenteel in de wetenschap? Maar welk onderzoek
doen juristen? Ze hebben geen flauw idee hoe je onderzoek doet en eenmaal
afgestudeerd worden ze geacht te onderzoeken wat wij burgers misdaan hebben. De
juridische opleiding zou voor minstens een derde uit praktijk moeten bestaan.
'Carel Stolker, de decaan van de faculteit
rechtswetenschappen vroeg zich een paar jaar geleden af of het eigenlijk wel een
wetenschap is. Hij stelde de juiste vragen. Het gaat om objectiviteit van
onderzoek. Je kunt niets ontdekken als je geborneerd en met tunnelvisie naar de
wereld kijkt. Maar het vertaalt zich nog niet naar de studie rechten. Maar ik
denk dat de decaan achter me staat, als ik zeg dat de rechtenfaculteit toe is
aan een diepe bezinning.'
Naar Juristen
, Sociologie lijst
,
Sociologie overzicht
, of site home
.
|