Klimaat: opwarming

De middelbare schooltijd van deze redactie werd doorlopen op het Charlois Lyceum, welke laatste term aanduidt dat er zowel een gymnasium- als HBS-afdeling was, qua populatie in de verhouding van één staat tot twee of drie.

Ten dienste van de HBS-afdeling waren de lokalen op de begane grond voorzien van een theater-opstelling, zodat de leerlingen achter in de klas ook de proefjes gedaan aan de voorkant goed konden zien.

Deze lokalen waren ook wat meer aangekleed, met in het scheikundelokaal glazen instrumenten opgeslagen in de zijwanden, en in het natuurkunde-aardijkskundelokaal hangende aan de wand de van vroeger bekende schoolplaten.

Eén van die platen was van de geologische tijdperken sinds het ontstaan van de Aarde, naar dit model:

Het Charloise model vertoonde zo'n acht categorieën, met onderop een Aarde met vurige oppervlakte, en bovenaan de gematigde Aarde van nu als weide-achtachtig landschap met een oermensje erin bovenaan -

Ergens op drie of vier stond het Carboon.

Het Carboon is het tijdperk van het broeikaseffect, gekenmerkt door grote hoeveelheden kooldioxide in de atmosfeer, daar beland door vulkanische uitbarstingen, en een temperatuur van zo'n veertig tot vijftig graden.

Een broeikas. Ideaal voor de groei van planten.

Die dat dan ook massaal deden, overvloedig levende en overvloedig stervende, ongeveer zoals hier weergegeven (een samenvatting van een paar pagina's van Bert's Geschiedenissite (nu off line) - en wat getrouwere versie staat hier uitleg of detail ):
 

Carboon (363 - 290 miljoen jaar geleden)

 

Het tijdvak 350 - 280 miljoen jaar geleden wordt Carboon genoemd. De naam van dit vijfde tijdvak van het Paleozoïcum, is afgeleid van het Latijnse woord voorsteenkool: carboniferous. Steenkool is ontstaan uit de dikke lagen veen die tijdens de laatste 33 miljoen jaar van het Carboon gevormd zijn. Deze veenlagen ontstonden in de uitgestrekte tropische moerassen in de rivierdelta's, kustvlakten en moerassige bergdalen.

De steenkoolafzettingen komen voor door heel noordelijk Europa, Azië en het midwesten en oosten van Noord-Amerika. Deze lagen zijn soms elf tot twaalf meter dik. De naam Carboon wordt door de gehele wereld gebruikt om deze periode te beschrijven, alhoewel deze in Noord-Amerika is onderverdeeld in het Mississippian (Vroeg Carboon) en Pensylvanian (Laat Carboon). De grens tussen het Vroeg en Laat is lager dan die van het Mississippian en het Pensylvanian in Noord-Amerika.

Het Carboon kende aanvankelijk een warme periode. Overal op Aarde heerste een tropisch, broeierig klimaat, wat de vegetatie zeer ten goede kwam. Zelfs in de Poolstreken ontstonden uitgestrekte bossen De oorzaak van dit tropische klimaat was zeer waarschijnlijk gelegen in het feit dat de dampkring een zeer hoog koolzuur bevatte. Koolzuur bezit namelijk de eigenschap, evenals het glas van een broeikas, de zonnewarmte gevangen te houden. Het hoge gehalte van koolzuur en waterdamp in de lucht en daarnaast het warme klimaat waren de oorzaak voor de snelle groei van reusachtige varens die door de voortplanting van hun sporen uitgestrekte bossen vormden.

Later vond er een sterke afkoeling plaats, waardoor de ijskap op de Zuidpool groeide en de zeespiegel verder en verder zakte. Tegen het eind van het Carboon waren alle oceanen die bij het uiteenvallen van het continent Pannotia in het Cambrium waren ontstaan, verdwenen. 

Rond het eind van het Carboon was de uitgestrekte Centrale Pangeaanse Bergrug gevormd, samen met een hoogvlakte. Door deze bergrug werden de vochtige equatoriale winden tegengehouden waardoor het klimaat droger en droger werd. Rond de Evenaar - waar het klimaat warm en vochtig was, ontstonden uitgestrekte moerassen. Seizoenen bestonden niet omdat de enorme Panthalassic Oceaan het grootste deel van de Aarde bedekte en daarmee de temperatuur grotendeels regelde. Door de lage zeespiegel stonden grote delen van het land met elkaar in verbinding, waardoor de flora en fauna zich konden verspreiden. Er ontstond een enorme variëteit aan leven. Bossen bedekten grote delen en moerassen waren talrijk.

 
Boven: Carboon (bron: Natuurhistorisch Museum Maastricht)

De insecten veroverden ook het luchtruim. In de lucht verschenen Libellen, Waterjuffers en talrijke andere insecten. Vooral in barnsteen, wat niets anders is dan de versteende hars van bomen, zijn veel insecten en afdrukken van voorhistorische dieren bewaard gebleven.


Aan land vertoonden zich ook steeds meer Amfibieën, want door de enorme bebossing werd de lucht steeds beter voor longademhaling geschikt. Het aantal  soorten nam sterk toe en uit de Labyrinthodontia (Stegocephalia), die behoren tot de oudste amfibieën, ontwikkelden zich de voorouders van de reptielen: de Cotylosauria of Stamreptielen en de Synapsiden, de verre voorouders van de latere zoogdieren.

En wat die schoolplaat ook in illustratie duidelijk liet zien, is hoe al dat afgestorven plantenleven zich opstapelde, in dikke lagen, dat die lagen resten door de geologie van de platentektoniek veelal diep onder de grond kwamen te liggen en dat die plantenresten aldaar werden omgevormd tot voornamelijk steenkolen, en op sommige plaatsen olie en gas.

Terwijl ondertussen de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer sterk afnam, zodat het broeikaseffect stopte, en de temperatuur van de Aarde daalde naar de ons bekende waardes van rond de twintig graden.

Dit allemaal had deze redactie ontelbare malen de gelegenheid te bekijken en overdenken, als de aandacht even niet bij de les nodig was.

En deze redactie in haar leerlingenleeftijd tot de conclusie kwam dat het opstoken van die fossiele (brand)stoffen het omgekeerde was als het in de grond stoppen, dat je dus met het opstoken van die fossiele brandstoffen bezig was het broeikasklimaat opnieuw op te wekken, en dat dat geen goed idee was.

Met als slotconclusie: "Maar dat dat zal ik niet meer meemaken".

Dat was dus allemaal volkomen juist gezien, behalve het laatste.

Die school van de redactie heette dus Charlois Lyceum, en het 'Charlois' erin duidde op de standplaats: Rotterdam Charlois, westelijk deel van Rotterdam-Zuid, redelijk vlak bij de Maashaven. Niet het echte Charlois want dat ligt veel dichter bij de Maas, maar in de aanpalende wijken, gevuld met haven- en andere arbeiders, veelal ooit komend uit Brabant en Zeeland.

HBS-volk en geen gymnaisum-volk.

En toch had ook op dat "gewone volk"-Lyceum (het waren natuurlijk wel de wat "betere" leerlingen maar voornamelijk uit de middenstand) het gymnasium een wat hogere status dan de HBS.

Zoals destijds in de hele maatschappij de "schrijvende", de "intellectueel" een hogere status had dan de "praktische", de technicus en natuurwetenschapper.

Een situatie die alleen maar schever is komen te liggen .

En zo kon het dus komen dat wat voor een gewone middelbare-schoolleerling met wat bèta-talent en met normale inzichten een volkomen duidelijke zaak was, maar wat voor de alfa kennelijk onbekende talenten zijn, volkomen onbekend bleven.

En dat, verbijsterd waargenomen,  de hele alfa-meute zich keerde tegen wat de bèta-leerling bedacht als oplossing voor het kooldioxide-probleem, kernenergie, door die alfa's te vuur en te zwaard bestreden werd.

Als het dus ergens terecht is dat er mensen met uitsterven bedreigd worden, zoals bijvoorbeeld aangeduid met de naam van de huidige, schrijvende 2023, actiegroep Extinction Rebellion, is het dus de extinctie van de soort mens genaamd "alfa".

En, ironisch genoeg maar zo werkt de geschiedenis vaak: het soort mensen dat Extinction Rebellion bevolkt, is qua samenstelling grotendeels dezelfde groep als de vroegere tegenstanders van kernenergie.

Greenpeace en consorten.

Die trouwens nog steeds mordicus tegen kernenergie zijn

Dat soort mens moet dus heel nodig verdwijnen qua maatschappelijke invloed, wil de mensheid in zijn huidige vorm een kans tot overleven hebben.

De mensheid kan er voor kiezen dat op een min of meer redelijke manier te doen, of het overlaten aan de natuur om dat te regelen.

De natuur heeft daarvoor een heel spectrum aan mogelijkheden, de meeste waarvan door de mens als zeer hardhandig worden ervaren. Zie bijvoorbeeld hier uitleg of detail .


Naar Klimaat & milieu inleiding , of site home .

28 mrt.2023