De Volkskrant, 15-05-2006, door Marjan van den Berg

Beter onderwijs met leerrechten?

De Tweede Kamer debatteert vandaag met staatssecretaris Rutte van Onderwijs (VVD) over de leerrechten, waarmee studenten vanaf volgend studiejaar te maken krijgen. Acht vragen.


Wat zijn leerrechten?
Met leerrechten kunnen studenten aan hogeschool of universiteit onderwijs inkopen met het (relatief lage) wettelijk collegegeld.

Waarom wil Rutte een nieuw systeem invoeren?
Leerrechten zijn volgens Ruttes plannen een halfjaar geldig. De staatssecretaris hoopt dat studenten daardoor kritischer naar het lesaanbod kijken: wie ontevreden is, kan na zes maanden overstappen naar een andere universiteit of hogeschool.

Dat kan toch nu ook al?
Jazeker, maar in het leerrechten-systeem voelt de universiteit of hogeschool de overstap van de ontevreden student in de portemonnee. Want leerrechten zijn vooral een nieuwe manier om het hoger onderwijs te financieren. Nu nog krijgt een universiteit of een hogeschool overheidsgeld op basis van het aantal studenten dat afstudeert. Dat gaat veranderen. Een universiteit of hogeschool wordt voortaan gefinancierd overeenkomstig het aantal studenten dat leerrechten komt verzilveren.

Hoeveel leerrechten krijg ik als student eigenlijk?
Iedereen krijgt leerrechten voor de duur van de studie, en een jaar uitloop per master- of bacheloropleiding. De meeste universitaire studies bestaan uit een driejarige bachelor- en een eenjarige master-opleiding. In dat geval krijgt de student leerrechten voor zes jaar. Hbo-studenten krijgen vijf jaar leerrechten (vier jaar bachelor plus een jaar uitloop).

Tijd genoeg dus om een jaar lang in een bestuur te gaan zitten?
Dat kan, maar dat kost leerrechten.

En als ik langer studeer dan die vijf of zes jaar?
Wie door zijn rantsoen leerrechten heen is, gaat fors betalen. Vanaf dan hoeven hogescholen of universiteiten zich namelijk niet langer aan het wettelijk collegegeld van 1500 euro te houden, maar mogen zij hun eigen tarief bepalen – tot woede van de studentenorganisaties. De Technische Universiteit Eindhoven heeft al bekendgemaakt 8150 euro collegegeld in rekening te zullen brengen.

Ik heb mijn bachelor keurig in drie jaar gehaald en geen uitloopjaar gebruikt. Mag ik die leerrechten opsparen?
Hierover ligt de Kamer nog met Rutte in de clinch. Volgens de plannen van Rutte vervalt het extra jaar leerrechten, en staat de teller bij aanvang van de master-opleiding weer op nul.
    Bovendien gelden uitlooprechten maar voor één studie. Wie een tweede studie doet, krijgt hiervoor geen extra portie. En wie zijn studie keurig in vier jaar heeft afgerond, mag met de overgebleven uitloopjaren geen tweede studie beginnen. Het CDA en de PvdA willen dat snelle studenten hun reserve-leerrechten wel kunnen aanspreken voor een tweede studie.

En stel dat ik na vier maanden stop?
Ook daarover is de Kamer het nog niet eens met Rutte. De staatssecretaris wil halfjaarlijkse leerrechten: wie na vier maanden stopt, verliest dus twee maanden leerrechten. Een meerderheid van CDA en PvdA is het hiermee niet eens, en pleit voor maandelijkse leerrechten.
 

De Volkskrant, 09-05-2006, door Gertrud Visser-Van Erp, secretaris Onderwijs van MKB-Nederland, en Jonathan Mijs, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb).

Leerrechten bieden juist minder keus

Tussentitel: Resterend leerrecht moet niet na een jaar alweer verlopen

Staatssecretaris Rutte wil leerrechten invoeren. Studenten zijn tegen, werkgevers voor. Als de wet er komt, moet hij beter, zeggen Gertrud Visser-Van Erp en Jonathan Mijs.


De ‘leerrechtenwet’ van staatssecretaris Rutte, die deze maand definitief wordt behandeld in de Tweede Kamer, kan inhoudelijk veel beter. Leerrechten – een constructie waarin de student onderwijs ‘inkoopt’ waarna de bekostiging volgt – moeten ook flexibel inzetbaar worden voor korte perioden. Daarbij moeten leerrechten langer dan maximaal één jaar kunnen worden bewaard. Immers, ‘een leven lang leren’ is het credo.
    Voorts moeten in de leerrechtenwet stevige garanties komen voor goede beroepskeuzevoorlichting en begeleiding van studenten in het onderwijs. Hierbij zijn zowel studenten als de arbeidsmarkt gebaat.
    MKB-Nederland, de werkgeversorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf, geldt als een van de belangrijke afnemers van het hoger onderwijs. Gemiddeld vindt 40 tot 50 procent van de studenten een baan in het mkb.
    MKB-Nederland is voorstander van invoering van een systeem van leerrechten. De LSVB daarentegen is geen voorstander van de invoering hiervan.
    Maar als de leerrechtenwet wordt aangenomen, zijn de LSVb en MKB-Nederland gezamenlijk van mening dat de doelstellingen van de leerrechtenwet – meer flexibiliteit en keuzevrijheid en betere kwaliteit van het onderwijs – in het huidige voorstel te weinig worden gerealiseerd. De wet kan op een aantal punten een stuk beter.
   In vergelijking met de huidige situatie is er, als de leerrechten zijn ingevoerd, eerder een beperking van de flexibiliteit te verwachten dan een vergroting daarvan.
   Zet een student het leerrecht in, dan betaalt deze het wettelijk vastgesteld collegegeld; zijn de leerrechten al volledig gebruikt, dan betaalt de student een hoger collegegeld. Naar schatting zal dit collegegeld achtduizend tot 15 duizend euro bedragen.
    Beëindigt een student op dit moment zijn studie nog tijdens het studiejaar, dan krijgt hij of zij het te veel betaalde collegegeld terug. Leerrechten daarentegen worden eenmalig ingezet en is de student vervolgens kwijt. Een foute studiekeuze kost de student daarmee straks minstens een half jaar bekostiging.
    Leerrechten bieden juist bij uitstek de mogelijkheid het concept van een ‘leven lang leren’ daadwerkelijk te ondersteunen. Voor de arbeidsmarkt is het van belang om resterende leerrechten te kunnen bewaren en (jaren) later alsnog te kunnen inzetten voor bijscholing of omscholing. In de huidige plannen wordt daarin nauwelijks voorzien. Dit is een gemiste kans om het ‘leven lang leren’ vorm te geven en te stimuleren.
    Hoeveel leerrechten de student ook ‘over’ heeft, er mag in het huidige voorstel maximaal een jaar worden bewaard!
    Daarnaast kunnen leerrechten alleen worden ingezet voor studieonderdelen van een half jaar; bij een kortere inzet zijn studenten de leerrechten voor een half jaar kwijt. Dit stimuleert studenten weinig om de studie zo effectief mogelijk af te ronden.
    Daarom moeten studenten alle resterende leerrechten kunnen behouden, vinden wij. Niet voor niets wordt gesproken over het persoonlijk leerrecht. Een student moet beloond worden voor een snelle effectieve studie, want zo’n persoonlijke prestatie staat voor een werkhouding die in mkb-bedrijven hogelijk wordt gewaardeerd.
    Voor echte flexibiliteit, grotere inzet en keuzevrijheid is dus meer nodig dan nu in het voorstel van staatssecretaris Rutte wordt geboden. De LSVb en MKB-Nederland willen dat de leerrechten worden opgedeeld in kleinere eenheden, inzetbaar voor korte periodes, zodat een gerichte, tijdelijke overstap naar een andere hogeschool of universiteit geen negatieve financiële gevolgen met zich meebrengt. Vooral in de eindfase van de studie zijn kleinere leerrechteenheden essentieel, net als later tijdens het uitoefenen van de functie.
    De eerste twee jaren zouden studenten eventueel leerrechten van een jaar kunnen krijgen, aangezien studenten na een goede keuze meestal niet van hogeschool of universiteit veranderen. Voor universiteiten en hogescholen biedt dat een vaste financiële buffer. Wel moet een uitzondering worden gemaakt voor studenten die door een foute keuze binnen een half jaar van studie veranderen.
    In het derde en vierde jaar moeten bij de leerrechten kleinere eenheden mogelijk zijn. Dit zou studenten stimuleren bewuste keuzen te maken voor studieonderdelen aan bepaalde hogescholen of universiteiten.
    MKB-Nederland en de LSVb vinden het bovendien van belang dat hogescholen en universiteiten hierdoor ‘kleur moeten bekennen’ en zich meer specialiseren, opdat studenten vakken volgen waar die het meest optimaal worden gegeven. Op deze manier gaat de kwaliteit van het hoger onderwijs ook daadwerkelijk omhoog.
    Kwaliteit staat of valt ook met een goede begeleiding bij de studiekeuze. Studenten moeten daarom al in een vroegtijdig stadium van het voortgezet onderwijs worden begeleid naar de juiste studie- en beroepskeuze.
    Dat kan alleen door heldere en onafhankelijke voorlichting, inclusief een zo goed mogelijk beeld van de arbeidsmarktperspectieven van de verschillende beroepen.
    Keuzen van studenten en behoeften van de arbeidsmarkt lopen immers steeds meer uiteen. Juist voor deze beroepskeuzevoorlichting en -begeleiding moeten in de wet stevige garanties komen, vinden wij.
    LSVb en MKB-Nederland roepen de Tweede Kamer op om, wanneer ze instemmen met deze grote hervorming, ook alles uit dit systeem te halen wat er in zit!
 

De Volkskrant, 03-05-2006, column door Evelien Tonkens

Leerrechten als lakmoesproef

Iedereen die terzake kundig is, is ertegen. Toch drukt de regering het door, met steun van de Tweede Kamer. Het is een slecht, overhaast, bureaucratisch, duur plan dat de kwaliteit van het onderwijs eerder verlaagt dan verhoogt, luidt de optelsom van de kritiek van de studentenbond LSVB, de HBO-raad, de VSNU (de koepel van universiteiten), de Onderwijsraad, de Onderwijsinspectie, de Raad van State en het Interstedelijk Studentenoverleg ISO. Toch zal de Tweede Kamer over twee weken waarschijnlijk groen licht geven aan het leerrechtensysteem, dat dan in 2007 ingaat.
    Zie daar de kern van de kloof tussen burgers en bestuur. Iedereen die in het hoger onderwijs werkt of studeert, moet hieruit wel weer concluderen: 'Ze doen maar wat, ze luisteren helemaal niet naar ons.' De kloof is geen gevolg van het politieke bestel zelf, zoals minister Pechtold zo graag wil geloven. De kloof schuilt in de verhouding tussen burgers en publieke instellingen. De politiek neemt keer op keer beslissingen over die publieke instellingen, die regelrecht indruisen tegen het oordeel dat betrokkenen daarover geven.
    Het leerrechtenplan wordt daarom een lakmoesproef voor het verkleinen van de kloof. Zal de Kamer nu eindelijk luisteren naar het veld, of toch om intern-politieke redenen de wet steunen?
    Leerrechten vormen de kern van een nieuw financieringsstelsel voor het hoger onderwijs. Ze vormen een vooruitgeschoven onderdeel van de later te behandelen Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHOO). Leerrechten zijn een soort 'persoonsgebonden budget' voor de student, geënt op hetzelfde model van marktwerking. Het geld voor onderwijs gaat niet langer naar instellingen, maar naar studenten, die daarmee vrij kunnen gaan shoppen en elk half jaar van universiteit kunnen wisselen. Dit 'stemmen met de voeten' moet het hoger onderwijs tot kwaliteitsverbetering dwingen. Het maximale aantal jaren dat een student dit budget krijgt, is nu gesteld op de studieduur plus anderhalf jaar. Wie langer over zijn studie doet, moet mogelijk tien maal zoveel collegegeld gaan betalen.
    Natuurlijk wordt er een beetje geluisterd naar de bezwaren. Het wisselgeld ligt al klaar. Rutte zal de maximale studieduur waarschijnlijk verhogen van 5,5 naar 6 jaar. Ook zal halfjaarlijks wisselen mogelijk worden veranderd in jaarlijks. Gezien het verstrekkende karakter van de wet zijn dit echter details. Maar zoals vaker bij dit soort ingrijpende wetten, draait het beslissende Kamerdebat om dergelijke bijkomstigheden.
    De bezwaren die betrokkenen aandragen, zijn des te klemmender omdat ze precies de kern van het kabinetsbeleid raken. Ze zouden de regeringspartijen dus moeten aanspreken. De leerrechten-wet brengt namelijk meer bureaucratie en minder binding, terwijl het kabinet minder bureaucratie en meer binding beloofde.
    De kosten van de bureaucratie stijgen met 73,5 miljoen euro, waarvan 45,5 miljoen structureel, zo becijferde bureau Berenschot. De universiteiten en hogescholen mogen dit bedrag zelf ophoesten. Het zal dus ten koste gaan van het onderwijs zelf: naar schatting zal dat duizend arbeidsplaatsen van docenten kosten. Hetzelfde onderwijs moet gegeven worden met duizend docenten minder. Het is moeilijk te geloven dat dit tot kwaliteitsverhoging leidt.
    Rutte en een Kamermeerderheid, waaronder de grote partijen en D66, leggen dit rapport echter naast zich neer. Rutte betoogt luchtigjes dat de universiteiten zelf geen extra werk zullen hebben van de wet, omdat de ingewikkelde registratie van individuele leerrechten centraal zal plaatsvinden. Maar wie krijgt er straks de huilende studenten langs wier leerrechten bijna op zijn en die daarom binnen een maand een extra herkansing eisen? Of kunnen docenten deze studenten soms naar het ministerie doorverwijzen?
    Studenten die kritiek op hun studie hebben, moeten gemakkelijk kunnen opstappen, is het idee. De studentenorganisaties geven echter aan dat ze liever kritiek uiten dan opstappen. Dat ze liever actieve burgers zijn die zich aan een institutie binden en deze van binnenuit verbeteren, dan consumenten die bij de eerste teleurstelling de winkel uit lopen. Meer binding en betrokkenheid van burgers was toch ook een van de doelen van dit kabinet?
    De politiek dendert doofstom door in de doodlopende straat van neoliberale martkwerking. De vernietigende kritiek op deze route, afgelopen week nog weer zo treffend verwoord door Frank Ankersmit en Herman Tjeenk Willink, wil maar niet tot het kabinet doordringen. Zelfs de PvdA ziet blijkbaar niet dat alleen dat element al voldoende is om deze wet naar de prullenmand te verwijzen.
    Is het zo erg? Nee, het is nog erger. De politici zien het allemaal heus wel. Maar Rutte moet en zal één ding op zijn naam hebben, en dat kan alleen dit ding zijn. Het CDA steunt hem, in ruil voor VVD-steun voor eigen laatste-kansmaatregelen.
    Maar de PvdA en D66 dan? Die kunnen zich hier toch even fijn op profileren? Het is de beste bijdrage die zij momenteel aan verkleining van de kloof kunnen leveren: een wet wegstemmen, alleen al omdat die door terzake kundigen wordt verworpen.
 

De Volkskrant, 12-05-2006, ingezonden brief van H. C. Tijms (Santpoort-Zuid)

Leerrechtenplan
 
Het artikel `Leerrechten als lakmoesproef` , waarin uw columniste Evelien Tonkens stelling neemt tegen het onderwijsplan van Mark Rutte, schudde me hard wakker (Forum, 4 mei).
    In de politiek gaan irrationele processen blijkbaar hun eigen weg. We hebben dit in de jaren negentig in onderwijsland kunnen zien aan de verwoestingen die op basisschool en middelbare school werden aangericht.
    Hetzelfde lijkt ons nu te wachten te staan met het leerrechtenplan voor studenten in het hoger onderwijs. Leerrechten zijn een soort `persoonsgebonden budget` voor de student, geënt op hetzelfde model van marktwerking.
    Het plan gaat de kwaliteit van het hoger onderwijs tot op het bot aantasten. Men weet dat dit gebeuren gaat, wat de vlotgebekte staatssecretaris ook moge beweren.
    Laten we hopen dat Rutte en de onderwijskundigen in de Tweede Kamer bijtijds bij zinnen komen.
    Als kiezer kunnen we hier nog enige invloed op uitoefenen door met de voeten te stemmen bij de keuze die binnenkort gemaakt moet worden tussen Rutte en Verdonk.


IRP:   Wordt vervolgd hier .


Terug naar Onderwijsbeleid, lijst , Rijnlands beleid , Rijnlands beleid, overzicht  , of naar site home .