Na het verschijnen van het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie
Onderwijs, meestal aangeduid als het rapport-Dijsselbloem, wordt er
geleidelijk wat gedaan aan het herstel van het onderwijs. Wat voorbeelden:
Uit:
De Volkskrant, 29-11-2008, van verslaggever Bart Dirks
Kabinet: terugdraaien schoolfusies toegestaan
Kabinet zet rem op schaalvergroting in het onderwijs | Fusie mag alleen nog
als er andere scholen in de omgeving overblijven
Fusies in het onderwijs zijn niet langer zaligmakend. Het moet mogelijk
worden om reeds doorgevoerde fusies terug te draaien. Dat moet kunnen indien
ouders, leerlingen en leerkrachten de meerwaarde van de fusie niet inzien.
Het kabinet heeft vrijdag ingestemd met een ‘echte
koerswijziging in de manier van denken over schaalgrootte’, zei
PvdA-minister Ronald Plasterk (Onderwijs) na afloop van de ministerraad.
Over een tot twee jaar moet er een ‘fusietoets’ zijn
uitgewerkt. Die moet beoordelen of er na een fusie nog wel voldoende
keuzevrijheid overblijft. Nu zijn in sommige regio’s onderwijsmonopolies
ontstaan. Onder andere oppositiepartij SP dringt al lange tijd aan op zo’n
fusietoets. De Onderwijsraad bepleitte deze week in een rapport een
‘fusie-effectrapportage’.
Plasterk noemt het voorbeeld van de gemeente Deventer, waar alle
middelbare scholen met elkaar zijn gefuseerd. ‘En sterker nog, ook scholen
uit Oldenzaal en Hengelo horen erbij. Ouders en leerlingen hebben dus
eigenlijk niets meer te kiezen. De menselijke maat moet daarom terug in het
onderwijs.’
Tot nu toe zijn alle financiële en organisatorische prikkels
echter gericht op grootschaligheid. In het basisonderwijs had een bestuur in
2000 gemiddeld 830 leerlingen onder zich, tegen 1.308 in 2007. In het
voortgezet onderwijs was de groei in die periode van 1.918 tot 2.746
leerlingen, in het mbo van 7.267 naar 8.231, in het hbo van 5.969 tot 7.940.
Maar er zijn uitschieters ontstaan van middelbare scholen met tienduizenden
leerlingen.
‘Bij een schoolbestuur van 5.000 leerlingen heb je de meeste
schaalvoordelen. Je kunt financiële tegenvallers opvangen, er is genoeg
massa om bijvoorbeeld maatschappelijk werkers in dienst te nemen. Maar een
school met 30 duizend leerlingen vind ik wel heel er veel. Dan houden de
schaalvoordelen op’, aldus Plasterk. Bovendien kan de Onderwijsinspectie
geen direct verband aantonen tussen de omvang van een onderwijsinstelling en
de prestaties van leerlingen.
Om een rem te zetten op de schaalvergroting, komt er voor
onderwijsbestuurders voortaan een salarismaximum. Nu stijgt het inkomen van
een bestuurder veelal naar gelang een onderwijsinstelling meer leerlingen
heeft.
In het uiterste geval is het voor scholen ook mogelijk uit
een fusie te stappen, schrijft het kabinet aan de Kamer. Omdat een ‘defusie’
veel geld kan kosten, moeten de juridische en financiële gevolgen dan wel
eerst worden onderzocht.
Uit:
De Volkskrant, 25-11-2008, van verslaggever Robin Gerrits
PvdA, nooit te oud om te leren, ziet nu ook dat het vmbo op
de schop moet
Scholen mogen niet te groot worden, het onderwijs moet passender: de partij
geeft haar critici van tien jaar geleden alsnog gelijk.
... Tien jaar nadat PvdA-staatssecretaris Tineke Netelenbos ‘haar’ vmbo met de
nodige bestuurskracht door de Kamer loodste, schrijft de PvdA een notitie over
het voorbereidend beroepsonderwijs, die pleit voor een moderne variant van de
ambachtsschool en een meer uitdagende mavo.
De stelselherziening in 1999 leidde door de samenvoeging van
lbo en mavo met delen van het speciaal onderwijs tot de omvangrijkste vorm van
voortgezet onderwijs. En hoe nobel de doelstellingen toen ook waren, al snel
klonk van alle kanten de kritiek dat het vmbo voor velen te theoretisch werd,
voor sommigen te makkelijk, dat het leidde tot te grote scholen met een niet
altijd fijn klimaat, dat het gemiddelde niveau omlaag werd getrokken en dat het
voor laatbloeiers bijna onmogelijk was geworden via havo alsnog hoger onderwijs
te bereiken.
... tien jaar en een door een sociaal-democraat geleide
parlementaire commissie verder breekt PvdA-Kamerlid Staf Depla een lans voor
precies de punten uit de kritiek van toen. ‘We moeten als Den Haag niet alles
willen voorschrijven. Het vmbo is te weinig gedifferentieerd. We redeneerden
toen te veel vanuit het gelijkheidsdenken. Voor sommigen is het nu te makkelijk,
voor anderen te theoretisch.’
De PvdA wil nu dat de scholen niet te groot worden, dat de
lat voor kinderen die wat in hun mars hebben omhoog moet en dat het onderwijs
voor jongeren die het van hun handen moeten hebben vooral praktisch is. Op een
ronde door het land merken de PvdA’ers dat de werkelijkheid de politieke theorie
van weleer allang heeft ingehaald.
... Depla: ‘Vroeger was niet alles beter. Maar als we toen
beter hadden geluisterd, waren we nu misschien verder geweest.’
Red.: Let op de dooddoener: 'Vroeger was niet
alles beter' ... Wat een wanstaltige opmerking - hierin verstopt zitten
eindeloos veel foutieve houdingen en ideeën.
Een volgende die om is:
Uit:
De Volkskrant, 21-04-2010, column door Evelien Tonkens, bijzonder
hoogleraar actief burgerschap.
Hoog tijd voor de echte
ambachtsschool Tussentitel: Zorgen wordt ten onrechte niet
gezien als vak Niet zo negatief doen over het vmbo, zegt Jack altijd.
Jack is onderwijskundige, dus hij kan het weten Het is een prima schooltype,
vindt Jack. Tot hij voor zijn eigen dochter een vmbo-school moet zoeken. In
een straal van 50 kilometer rond Amsterdam is er geen een waar hij zijn
dochter heen durft te sturen. De gedachte achter het vmbo is prima, de
praktijk ...
... de praktijk van het vmbo is vaak anders. De leerlingen
komen niet binnen met het idee dat zij de uitverkoren vaklui zijn die dit
land zo hard nodig heeft. De Cito-eindtoets heeft velen bestempeld tot
verliezers van de meritocratie. Hun motivatie is daardoor beperkt. Hun ego
is kwetsbaar als een zeepbel. Faalangst is vaak een belangrijke reden zich
niet in te spannen. ...
De verschillende niveaus werken niet zozeer motiverend maar
eerder bedreigend: ze voeden angst te dalen, niet de hoop te stijgen. In de
theorielessen is de sfeer vaak lamlendig, hoe hard de docenten ook proberen.
Pen, potlood of schrift vergeten. Iemand ligt op de tafel, een ander heeft
muziek aan, er wordt gekletst. Na vier keer uitleg geven worden docenten
wanhopig: kunnen of willen de leerlingen niet? ...
Ook bij sommige praktijklessen, bijvoorbeeld ‘zorg en
welzijn’, is de sfeer rommelig en ongeïnspireerd. Het is onduidelijk wanneer
je het goed doet, wanneer het af is en hoe je je werk kunt verbeteren. De
spullen liggen niet waar ze horen. Net als in veel andere zorgberoepen waart
hier de schaduw van de huisvrouw rond. Zorgen wordt daardoor niet als vak
gezien. Ten onrechte, want het is een hele kunst om iemand drinken te geven
zonder dat hij zich verslikt of alles langs zijn mond loopt, maar het
ambachtelijke hiervan krijgt weinig aandacht.
Heel anders is de sfeer echter bij techniek. Daar werken
leerlingen vaak toegewijd en enthousiast aan werkstukken, alleen of in
groepjes. Ze schilderen plinten of maken een pennenbakje. ‘Kijk eens
meester, hoe netjes!’ Ze zijn geïnteresseerd en stellen veel vragen.
Waardoor veranderen lamlendige klieren bij techniek ineens in
toegewijde ambachtslieden? De instructies zijn concreet, ze leiden tot
tastbare producten en je werkt met mooi, goed geordend gereedschap.
Leerlingen worden er niet massaal langs één meetlat gelegd. Hun prestaties
worden vergeleken met eerdere eigen prestaties.
Hier zie je in de praktijk gebracht wat de socioloog Richard
Sennett ambachtelijkheid noemt: de langdurige basale menselijke neiging om
een taak goed te doen, omwille van de taak zelf. Hoofd en hand werken samen.
Ambachtelijkheid vereist diepgaande ervaringskennis van het materiaal waar
je mee werkt: van de taaiheid, en hoe je het toch met toewijding en geduld
kunt vormen.
Ambachtelijkheid hoeft niet voorbehouden te zijn aan het vak
techniek. Ook iemand eten geven is een ambachtelijke activiteit, die
toewijding, geduld en kennis vereist. Het is wel moeilijker dan bij techniek
om er passende oefeningen en instructies bij te bedenken.
Het vmbo en het mbo) hebben de toekomst, mits het moderne
ambachtsscholen worden, die passen bij de postindustriële diensteneconomie.
Waar ambachtelijkheid centraal staat. Waar je een echt vak leert, inclusief
de sociale vaardigheden en kennis die tegenwoordig voor elke functie
noodzakelijk zijn. Waar je vooral concurreert met jezelf, zonder de
verlammende angst een niveau te zakken. Waar hand en hoofd samen iets moois
maken. ...
Red.: Het heeft wel drie jaar geduurd voordat het
kwartje bij Tonkens, natuurlijk ook multiculturalist en kosmopoliet, is
gevallen, zie hier
. En zoals de meeste ideologen kon ook zij niet laten haar oude ideeën
proberen goed te praten:
Het zit in dat 'uitgebalanceerde': voor de gamma-ideoloog is dat een hele dag
theorie, met een uurtje praktijkles - de ambachtsschool doet het omgekeerde -
enigszins zwart-wit gesteld.
Nog een belangrijke stap: de erkenning dat lesgeven een
vak is waarvoor je ze goed mogelijk gekwalificeerd moet zijn:
Uit:
De Volkskrant, 27-05-2010, van verslaggever Gerard Reijn
Academische juffen en meesters In de
Onderwijsagenda zoekt de Volkskrant naar oplossingen voor problemen
in het onderwijs. Kan de universitaire pabo het basisonderwijs verbeteren?
In de verkeersles die Janice Wierenga (21) aan groep 6 van de Amersfoortse
school Atlantis geeft, is niet veel bijzonders te zien. Wierenga informeert
bij de kinderen of die nog weten hoe dat zat met de verkeersregels voor de
voetgangers, ze schrijft een paar van die regels op en zet de groep dan aan
het werk.
Niets bijzonders dus, behalve Wierenga zelf. Zij is
bijzonder. Ze is van de eerste lichting van een nieuw soort onderwijzer in
de maak. ‘Normale’ basisschoolonderwijzers komen van de pabo, een opleiding
op hbo-niveau. Maar zij zit op de Academische Lerarenopleiding Primair
Onderwijs Alpo, ook wel de Academische Pabo genoemd. Het is een
samenwerkingsverband van de universiteit en de hogeschool in Utrecht.
Afstuderen levert een universitair (bachelor) diploma onderwijskunde op en
een hbo-diploma pabo.
De Alpo was de eerste academische pabo, maar inmiddels hebben
veel universiteiten er een. De academische pabo is een van de meest
hoopgevende antwoorden op de volgens velen tanende kwaliteit van het
basisonderwijs.
Wierenga heeft het verschil aan den lijve gemerkt. Ze zat op de
pabo, maar dat doorliep ze ‘met twee vingers in de neus’. Toen ze van de
Alpo hoorde, schreef ze zich onmiddellijk in, kwam door de selectie (één op
de drie studenten werd toegelaten) en nu zit ze in het tweede jaar. ...
De Lange is het niet opgevallen, maar er is ook een enorm
verschil in kennis. Net als pabo-studenten moeten de alpo-studenten in het
eerste jaar reken- en taaltoetsen maken. Van de pabo-studenten bleek 38
procent na drie pogingen er nog steeds niet voor geslaagd. Op de Alpo
slaagde 98 procent bij de eerste poging voor de rekentoets, en 95 procent
voor de taaltoets. ...
Red.: Het voorgaande gaat over de inhoud.
Maar ook aan de organisatie wordt nu iets gedaan:
Uit:
De Volkskrant, 23-08-2012, van verslaggever Merijn Rengers
Scholenmoloch Amarantis opgedeeld in vijf groepen
De Randstad is met ingang van het huidige schooljaar vijf nieuwe
scholengroepen rijker. Die zijn voortgekomen uit de omgevallen
onderwijsgigant Amarantis. Daarmee is de eerste schaalverkleining in het
onderwijs in Nederland een feit.
De nieuwe scholengroepen, gevestigd in Amsterdam, Almere,
Amersfoort en Utrecht bestaan sinds 31 juli van dit jaar. De oprichting van
de nieuwe stichtingen, die nog niet allemaal een eigen, pakkende naam
hebben, is het sluitstuk van de zeer snelle onttakeling van het imperium van
de Amarantis Onderwijsgroep.
Deze fusiemoloch die 30 duizend leerlingen telde, kwam begin
dit jaar in problemen als gevolg van onverantwoord financieel beleid, te
hoge overheadkosten, tegenvallende leerlingenaantallen en een te duur
hoofdkantoor, gevestigd aan de Amsterdamse Zuidas. ...
Red.: En nog een stap:
Uit:
De Volkskrant,10-01-2013, van verslaggever Bart Dirks
Roc's gaan snoeien in opleidingen
De Rotterdamse roc-kolossen Albeda College en Zadkine willen kleiner worden.
Een handvol vakscholen zou genoeg moeten zijn.
Tussentitel: 21.200 leerlingen telt het Albeda-college in Rotterdam.
Samenwerkingspartner ROC Zadkine heeft 19.185 leerlingen
Groot, groter, grootst is niet langer de norm in het middelbaar
beroepsonderwijs. In Rotterdam willen ROC Zadkine en het Albeda College
juist opgaan in vijf tot acht gespecialiseerde 'mbo-colleges'. Deze kleinere
vakscholen moeten beter herkenbaar worden voor studenten, docenten en vooral
ook het bedrijfsleven.
Rotterdam is de enige stad in Nederland met twee regionale
onderwijs instellingen (roc's) Samen hebben ze ruim 40 duizend leerlingen.
Een groot aantal beroepsopleidingen wordt door zowel Zadkine als door Albeda
aangeboden. ...
Red.: Dit voornamelijk na langdurige
klachten vanuit het bedrijfsleven, met name over het gebrek aan technisch
geschoolde mensen:
Uit:
De Volkskrant,10-01-2013, van verslaggever Bart Dirks
'Geef mij iemand die lekker handig is'
Zijn bedrijf doet in allerlei vormen van communicatie . Ict'ers heeft hij
niet nodig, wel echte techneuten.
Algemeen directeur Dick Slingerland van Alphatron zit te springen om mbo'ers
die een radarinstallatie kunnen installeren. Goede stagiairs kunnen rekenen
op een baan als ze hun diploma hebben gehaald. 'We hebben als erkend
leerbedrijf altijd stagiairs, ook van Albeda en Zadkine', zegt Slingerland.
Alphatron telt wereldwijd driehonderd werknemers. Het is gespecialiseerd in
communicatie, observatie en navigatie voor onder meer scheepvaart, visserij
en de beveiligingsbranche.
Zadkine en Albeda willen opgaan in vakcolleges. Zou u dat helpen?
'Meer middelbare scholieren moeten techniek kiezen. Daarom heb ik veel
snuffelstages voor leerlingen, zodat ze niet allemaal banketbakker willen
worden. We halen nu mensen uit Roemenië en Polen: daar is techniek wél
populair. Als een nieuw vakcollege meer Rotterdamse leerlingen voor techniek
kan interesseren, dan is dat uiteraard winst.' ...
Red.: Men legt ook nog even uit hoe
het zo ver heeft kunnen komen:
Uit:
De Volkskrant,10-01-2013, door Rutger Bregman
Analyse | Einde aan de fusiegolf
Schaalvergroting zag er vooral op papier goed uit
Het had de kwaliteit van het onderwijs moeten verbeteren en de kosten moeten
drukken. Maar fuseren werd een doel op zich voor managers.
Tussentitel: Schaalvergroting werd in de jaren negentig heilig
Op papier leek het zo mooi: schaalvergroting in het onderwijs. Het zou geld
besparen en de scholen nog beter maken ook. Politici van links tot rechts
raakten er in de jaren negentig van overtuigd: geen Haagse regelzucht meer,
maar scholen zelf laten doen waar ze goed in zijn. Leerlingen zouden er wel
bij varen: ze konden meer vakken volgen en kregen toegang tot allerlei leuke
extraatjes - van onderwijspsychologen tot sport en muziek.
...
Red.: "Vergeten" in dit artikel,
maar een essentiële rol hierin is natuurlijk de steun van de media. Niet van
rechts, maar van "links". Die allang in dit opzicht neoliberaler zijn dan de
rechtse kant, maar dan vanuit ideologische motieven - gelijkheid, enzovoort.
Natuurlijk is men zich in het achterhoofd wel bewust van de
medeverantwoordelijkheid. Die schuld aan maatschappelijke misdaden. Dus wat
doe je dan, als medium dat vrijuit de mogelijkheid dit soort misdaden te
begaan: je geeft de schuld aan anderen:
Een gore leugen: de PVV (onder initiatief van Tweede-Kamerlid Harm Beertema,
zelf afkomstig uit het onderwijs) en de SP waren de eerste politieke partijen
die zich openlijk verzet hebben tegen de grote schaal en de schaalvergroting.
Een van de lessen van elders:
Uit:
De Volkskrant, 29-10-2013, door Thomas Friedman (The New York Times).
Vertaling: Leo Reijnen
Het geheim van Shanghai
Tussentitel: Laat leraren van elkaar leren en hun eigen kennis verdiepen
Bij ieder bezoek aan China valt me weer op dat je zulke sterk uiteenlopende
voorspellingen hoort over de toekomst van het land. ... Wie echter onderbouwing
zoekt voor de stelling dat die optimistische visie niet helemaal krankjorum is,
moet maar eens een kijkje gaan nemen op een basisschool in Shanghai.
Ik ben in China met Wendy Kopp, de oprichter van Teach
for America, en met de leiders van de daarop gebaseerde Teach for
All-programma's, die in 32 landen worden uitgevoerd. We gaan op bezoek bij
enkele van de best en slechtst presterende scholen in China om te proberen
achter Het Geheim te komen: hoe het kan dat de openbare middelbare scholen van
Shanghai in 2009 bovenaan eindigden op de wereldranglijst van PISA, een
grootschalig internationaal vergelijkend onderzoek dat om de drie jaar wordt
uitgevoerd onder duizenden 15-jarigen in 65 landen. De leerlingen worden
getoetst op hun kennis en vaardigheid inzake wiskunde, natuurkunde en
leesvaardigheid.
Na een bezoek aan de Qiangwei-basisschool (754 leerlingen, 59
onderwijzers, groep 3 t/m 7) denk ik het geheim ontdekt te hebben: er is geen
geheim.
Als je hier een les bijwoont en met het schoolhoofd en de
onderwijzers praat, merk je de voortdurende focus op alle beginselen waaraan een
goed presterende school moet voldoen. Namelijk: diep overtuigd zijn van het
belang van de lerarenopleiding, peer-to-peer-leren en permanente
beroepsontwikkeling, hoge betrokkenheid van ouders, een schoolleiding die de
hoogste normen nastreeft en een cultuur waarin onderwijzers aanzien genieten.
Het geheim van Shanghai is dat ze daar deze principes beter
en vaker toepassen. Neem de beroepsontwikkeling van de leraren. Shen Jun, het
hoofd van Qiangwei, heeft ervoor gezorgd dat haar basisschool in tien jaar tijd
van een slecht presterende in een uitstekend presterende school is veranderd,
terwijl 40 procent van haar leerlingen kinderen zijn van laagopgeleide
gastarbeiders. Zij zegt dat haar onderwijzers 70 procent van de tijd lesgeven en
30 procent besteden aan het ontwikkelen van onderwijsvaardigheden en het maken
van lesplannen. Dat is veel meer dan in een doorsnee Amerikaanse school.
Tenh Jiao is 26 en geeft hier Engelse les. De school begint
om half negen en gaat om half vijf uit en in die tijd geeft hij gemiddeld drie
lessen van 35 minuten. Ik heb een Engelse les bijgewoond in groep 5. Die les was
minutieus gepland, er werd geen tijd verspild. De rest van die dag besteedt Tenh
Jiao aan het maken van lessen, het doen van oefeningen, luisteren naar
verbetertips van andere onderwijzers die een les van hem hebben bijgewoond of
meekijken in klaslokalen van zeer ervaren leraren.
'Dan zie je zoveel lestechnieken die je weer in je eigen klas
kunt toepassen', zegt hij. Elke onderwijsdeskundige kan je vertellen dat voor
het verbeteren van een school niets zo belangrijk is als onderwijzers de tijd te
geven van elkaar te leren, ze te laten zien hoe de beste leraren het doen en ze
de ruimte te geven om hun eigen kennis van wat ze onderwijzen te verdiepen.
...
Red.: Oftewel: de goeie ouwe school zoals we die in
Nederland hadden voor de opkomst, van en met de mammoetwet, van de invloed van
de alfa/gamma-denkers op het onderwijs, en de instroom van slecht-opleidbare en
onwillige allochtone kinderen. De elite probeert stilletjes wat
van de puinhopen die ze hebben aangericht te herstellen:
Uit:
De Volkskrant,10-01-2013, hoofdredactioneel commentaar, door Sander van
WalsumIn de samenleving
Met
zijn plannen voor het vmbo laat staatssecretaris Dekker de oude
ambachtsschool herrijzen.
'Het' vmbo bestaat niet, merkte
staatssecretaris Sander Dekker terecht op in zijn brief aan de Kamer over
deze vorm van voortgezet onderwijs - waar ruim 60 procent van de Nederlandse
scholieren na de basisschool terechtkomt. Het kent meerdere schakeringen van
theoretisch tot praktijkgericht onderwijs, het kent vier leerwegen op drie
niveaus en het wordt aangeboden door zeer ongelijksoortige scholen - van
kleine, categorale mavo's en specialistische vakscholen tot brede
scholengemeenschappen. Toch is 'het' vmbo tamelijk onbekend bij ouders wier
kinderen er geen onderwijs genieten en in de regel ongeliefd bij ouders wier
kinderen een vmbo-advies hebben gekregen. ...
Red.: Vanwege de massale en indringende campagne
van elite en elite-media dat het enige dat telt hersenwerk is. Gestoorde
half-intellectuelen genaamd alfa-intellectuelen.
Allemaal stellingen die de gestoorde half-intellectuele tot nu toe ten
stelligste bestreden hebben. De Volkskrant nog tot aan deze dag met
haar reclame voor het iPad-onderwijs van gestoorde half-intellectueel
Maurice de Hond. Volgende fase op dat pad: het iPhone-onderwijs. Onder het
bekende motto: "Aansluiten bij de belevingswereld van het kind". Met het
bekende argument: "De moderne tijd ...". Waarna weer
wat halve fopmaatregelen volgen (echt vakonderwisj is duur), om te belsuiten
met:
Wat een gotspe ... De Volkskrant is er bijna hoogstpersoonlijk
verantwoordelijk voor - die verdwijning. Oh ja, met
natuurlijk de gelijkgestemden die elders in de maatschappij de sfeer bepalen
en verpesten. En tezamen met hun steun aan de achterlijke en ideologisch-criminele moslims en de verdwijning van Zwarte Piet (om even te laten zien
hoe groot hun invloed is en van wat voort soort).
Naar Onderwijsbeleid, lijst
,
Rijnlands beleid
,
Rijnlands beleid, overzicht
, of site home
.
|