Het Anglicisme in de Europese Unie: de schade voor de lagere groepen
De uitbreiding van de Europese Unie voorbij de oorspronkelijke zes, heeft altijd
een aansluiting van landen met slechtere economieën en lagere levensstandaarden
betekent, en wel meer naarmate deze aansluitingen later waren. Dat betekent ook
steeds goedkopere arbeidskrachten op de Europese markt komen. Voor op zijn minst
een aantal beroepen betekent dit dat de positie van de bestaande arbeidskrachten
ondermijnt wordt, en op den duur verliezen ze of hun werk, of een deel van hun
inkomen. Dit wordt vaak door pro-Europese woordvoerders en politici bestreden,
maar onderstaand een voorbeeld van dit proces.
Uit:
De Volkskrant, 26-10-2005, ANP
Geen rem op lage lonen Oost-Europese werknemers
Tot groot ongenoegen van de linkse fracties heeft Europees commissaris McCreevy
(Interne Markt) dinsdag in het Europees Parlement herhaald dat hij zich zal
blijven inzetten voor Oost-Europese bedrijven die met goedkope arbeidskrachten
naar rijkere lidstaten trekken. Volgens de Europese Commissie betekent dat geen
aanval op het sociale model.
De socialisten in het parlement hadden geëist dat McCreevy en
Commissievoorzitter Barroso uitleg kwamen geven over uitlatingen de van McCreevy
over een zaak in Zweden. Daar wilde een bedrijfje uit Letland, Laval, een
schoolgebouw neerzetten met Letse bouwvakkers, tegen Letse lonen. Die zijn vier
keer zo laag als de Zweedse. ...
Lidstaten kunnen eisen dat werknemers uit andere EU-landen
zich aan de CAO houden. In het Zweedse systeem bestaan echter geen CAO's die
algemeen bindend zijn. Vraag is of Zweden de goedkope Letten buiten de deur mag
houden. ...
De kwestie betreft alle rijkere EU-landen. Onlangs leek het erop dat Belgische
arbeiders in een voedingsmiddelenfabriek vervangen zouden worden door goedkopere
uitzendkrachten uit Polen.
Red.: Wie denkt dat dit niet de bedoeling is geweest van de
uitbreiding is een sukkel.
Uit:
De Volkskrant, 23-08-2005, van correspondent Jan Hunin
‘Nederland kan concurrentie niet meer aan’
Voor internationale transportbedrijven wordt Nederlands personeel veel te duur,
stelt de branche zelf. ‘Een Poolse chauffeur verdient eenderde van het salaris
van een Nederlandse.’
Vanuit hun hotel aan de autosnelweg A4 in Katy Wroclawskie kijken Henk en Rico
Schavemaker van het gelijknamige transportbedrijf uit over het terrein van hun
nieuwe Poolse vestiging. Met de bouw van een vierduizend vierkante meter groot
distributiecentrum had eigenlijk al enkele weken geleden moeten worden begonnen,
maar door bureaucratische rompslomp heeft hun project een gevoelige achterstand
opgelopen. Zolang ze geen eigen bedrijfsruimte hebben, doet hun hotel, met de
toepasselijke naam Azyl (Asiel), dienst als hoofdkwartier.
De beslissing om in de buurt van de Poolse stad Wroclaw een
vestiging te openen, viel vorig jaar in april. ‘We dachten er al langer aan een
deel van onze activiteiten naar het Oosten te verschuiven’, zegt directeur Henk
Schavemaker, ‘maar met de uitbreiding van de Europese Unie was het nu of nooit.’
Voor het familiebedrijf uit Beverwijk is het de eerste buitenlandse vestiging.
Behalve het toenemende belang van de Oost-Europese markt,
waren vooral financiële overwegingen doorslaggevend. Volgens de Schavemakers was
uitwijken de enige manier om aan de zware loonlasten te ontsnappen. ‘Vooral voor
internationale transporten kan Nederland de concurrentie met het buitenland niet
meer aan’, beweert Henk, de oprichter van het bedrijf. ‘Een Poolse chauffeur
verdient ongeveer eenderde van het salaris van een Nederlandse.’
Binnenkort zullen bij Schavemaker vijfentwintig trucks met
een Pools kenteken rondrijden, eenvijfde van het wagenpark. ...
De Schavemakers blijken slechts twee van de vele Nederlandse
ondernemers voor wie Polen het beloofde land is. Op de Nederlandse ambassade in
Warschau toont Wouter Lok de Handelsraad, een lijst waarop meer dan vijfhonderd
Nederlandse bedrijven staan. En die is niet eens volledig. Lok schat het aantal
Nederlandse ondernemingen op een duizendtal, eenmanszaken inbegrepen. ...
Ook in het bureau van Schavemaker-Polen op de bovenverdieping
van hotel Azyl is zelden een Nederlander te bespeuren. De administratie is er
volledig in handen van drie Polen. Eens per maand komen de Schavemakers langs om
papieren te ondertekenen, maar na een dag of twee zijn ze weer weg. Toch hebben
ze zich hun beslissing om hun werkterrein naar het Oosten te verleggen, nog geen
seconde beklaagd. Als het aan Henk Schavemaker ligt, zou hij zelfs nog verder
uitwijken. Laatst reed hij met hulpgoederen van het Rode Kruis naar Oekraïne. De
salarissen bleken er nog veel lager te liggen dan in Polen. ‘De toekomst ligt in
het Oosten’, besluit hij.
Terug naar Europa en Anglicisme
, Angelsaksische model
, Hiërarchie algemeen
, of naar
site home
.
|