Europa en sociale zekerheid

De Europese Unie heeft een economisch strategieplan opgesteld, de Lissabon-strategie. De Lissabon-strategie streeft er naar om Europa op economisch terrein in 2010 de nummer één regio in de wereld te maken. Daartoe zou Europa de concurrentie moeten aangaan met Amerika en Azië.

In het kader van deze strategie is er onder leiding van voormalig Nederlandse premier Wim Kok in november 2004 een tussenrapport uitgebracht. In dat rapport wordt geconstateerd dat bij de huidige ontwikkelingen de doelstelling van de strategie bij lange na niet gehaald zullen worden. Er worden een aantal oorzaken daarvan genoemd, maar waar het hier om gaat is de volgende (uit het bericht in de Volkskrant van 04-11-2004): 'Het grote probleem wordt in hoeverre de EU-landen bereid zijn het mes te zetten in hun sociale stelsels of bijvoorbeeld regelingen voor vervroegd pensioen. … Om de EU-landen onder druk te zetten zich aan hun beloften te houden, zouden de landen volgend jaar ieder een nationaal actieplan moeten indienen. Vervolgens zou de Europese Commissie ieder jaar moeten bekijken welke landen de meeste vooruitgang boeken en welke landen achterblijven.'

Hier staat met zoveel woorden dat een van de doelstellingen van de Europese eenwording de afbraak van de sociale stelsels is. De nieuwe bestuurslaag onder leiding van de Europese Commissie heeft hierbij de rol van het orgaan dat deze afbraak van de sociale stelsels moet afdwingen.

Dit is het uiteindelijke bewijs van het vermoeden dat iedereen had kunnen formuleren, dat een Europa eenwording, voornamelijk naar Amerikaans voorbeeld, alleen al door de schaalvergroting leidt tot een vorm van economie naar Amerikaans model. Dit betekent een grote verschuiving van macht en rijkdom van lagere- en middenklassen naar de topklassen, een verschuiving van zwakkeren naar sterkeren. Het leidt weinig twijfel dat dit de reden is dat alle Europese leiders zo voor de Europese eenwording zijn.
 

Naar Rijnlandse model , of naar site home .