Cultuurdiscussie: onderwijs

Een belangrijk onderdeel van de cultuurdiscussie is die over de cultuuroverdracht in het onderwijs, de culturele canon. In deze discussie zijn argumenten te horen geweest als "waarom moeten we de slag bij Nieuwpoort leren aan kinderen die geboren zijn in Casablanca en naar de Marokkaanse tv kijken". De moord op Pim Fortuyn (2002) heeft in deze discussie, in tegenstelling tot vele andere zaken, geen grote verandering gebracht. De moord op Theo van Gogh (2004) wel, en ze steeds meer naar de voorgrond van het hele allochtonendebat gezet.

De discussie over de onderwijscanon kent drie hoofdgroepen aan deelnemers: de conservatieven, de linkse cultuur-elitisten, en de linkse cultuurrelativisten. De conservatieven propageren de simpele "vaderlandse helden" vorm van geschiedenis, ook wel aangeduid als patriottisme. De linkse cultuur-elitisten pleiten voor een canon uitgaande van Rembrandt en Vondel als voorbeelden van Nederlandse cultuur, en soms telt men daar Thorbecke en dergelijke bij. De cultuurrelativisten zijn grotendeels dezelfde als de politiek correcte club, beschreven elders  . Maar tussen elitisten en PC club is geen glasheldere scheiding, er zijn vertegenwoordigers van de PC club die in sommige opzichten wel elitisten zijn.

Zowel de Rijnlandse uitgangspunten als die van de Algemeen semantiek leiden natuurlijk direct naar een standpunt dat uitgaat van het behoud van de hogere culturele waarden, door die culturele waarden te onderwijzen aan de jeugd, waar dit ook maar enigszins kan. Dit mede als tegenwicht voor de Amerikaans cultuurjunk die via film en televisie over ons uitgestrooid wordt.

Een levensvatbare cultuur geeft aan haar kinderen de goede dingen door, en vertelt wat ze moet leren van de slechte dingen. Een goede canon in een groeiende cultuur als de onze geeft een idee van het pad van haar groei, waar die groei vandaan komt, en wijst op mogelijkheden voor nieuwe toevoegingen en mogelijke prestaties. Onderwijs leert in eerste instantie de basisvaardigheden om mee te kunnen doen: lezen, schrijven en rekenen (Engelstaligen noemen dit the three r's: reading, (w)riting, (a)rithmatic), en zou in tweede instantie moeten aanleren wat met deze vaardigheden te doen in de rest van het leven, als positieve bijdrage aan de maatschappij waar men deel vanuit maakt, en waarvan men de cultuurerfenis gekregen heeft. Dat de canon aangepast wordt aan het niveau van de diverse soorten onderwijs spreekt voor zich, maar doet niet af aan het feit dat de kern voor iedereen dezelfde is.

Wat cultuurrelativisten doen met hun standpunten grenst dicht aan de cultuurbarbarij: zij ontzeggen de jeugd haar erfenis, en daarmee ook een belangrijk deel van haar toekomst. Dat in hun argumenten de belangen van import-Nederlanders voorkomen maakt deze argumenten eerder schandaliger dan minder schandalig. Natuurlijk kunnen de import-culturen nooit onderwezen worden, omdat alleen al het aantal ervan het inpassen onmogelijk zou maken, nog afgezien van het feit dat voor een Surinamer de ligplaats van Casablanca nog minder relevant is dan voor een Nederlander - die heeft al een eigen extra achtergrondcultuur. Om dit te gebruiken als argumenten om dan ook minder nadruk te leggen op de Nederlandse cultuur, zoals gebeurd is, is eigenlijk een vorm van cultureel landverraad. In die zin is een discussie over de cultuurcanon of onderwijscanon een zeer dringende noodzaak.

Maar wat betreft de inhoud is er volgens de redactie dus niet echt sprake van een discussie, de uitkomst ligt vast. Onderstaand wat links naar een aantal artikelen die een opmerkelijke bijdrage geleverd hebben, en waar men dezelfde conclusies uit kan trekken.


Naar Cultuurdiscussie  , Sociologie lijst  , Sociologie overzicht  , of site home