Bronnen bij Linkse denkfouten: Nederlandse cultuur

4 mei 2007

Omdat het nu eenmaal lastig is om matig functionerende culturen als die van de Nederlandse allochtonen omhoog te praten wordt ook veelal de andere methode gehanteerd, het omlaagpraten van de Nederlandse cultuur. Onderstaand bronnen die laten zien dat er wel degelijk een Nederlandse cultuur is - waarbij natuurlijk bekendste weerlegging is: ga maar eens een tijdje naar het buitenland, dan zie je het verschil onmiddellijk:


Uit: De Volkskrant, 21-04-2007, Olga Tokarczuk, schrijfster

Tevreden, goedlachs en beleefd

Te gast in Nederland ziet de Poolse schrijfster Olga Tokarczuk weinig idealen, weinig fanatisme, weinig angst, maar eindeloos veel pragmatisme. Ze voelt zich er wonderwel bij thuis. ‘Pragmatisme is geen element van het water, maar van de aarde.’

...
Januaristorm
Ik heb een politieagent gezien die toeristen aanspoorde door rood licht de straat over te steken, want er kwam toch geen auto aan en zij blokkeerden de oversteekplaats. Ik zag het bezoek van de Engelse koningin in een naburige kerk en zag daarna zwarte limousines een tamelijk onhandige poging doen zich opnieuw in het verkeer op straat te mengen, berinkeld door een ongeduldige tram.
    Ik heb slagregens meegemaakt en zelfs een januaristorm. Ik dacht dat op die dag het fietsverkeer wel stil zou komen te liggen, maar nee hoor, niemand die er zich aan stoorde. De storm werd geminacht, onverschrokken fietsten de fietsers te midden van windvlagen, laverend tussen vallende dakpannen.
    Ik heb duizenden manieren leren kennen om kinderen op een fiets te vervoeren, soms was ik verbaasd over de vindingrijkheid: kinderen op de arm, op de bagagedrager, op zadels, in aanhangers, een kind dat achterop stond en zijn vader bij de hals vasthield. Veel te gevaarlijk, dacht ik, en dat allemaal zonder helm? In de meeste van de andere steden ter wereld zou de wet bepaalde veiligheidsmaatregelen voorschrijven. Daar is de staat voor; hier bemoeit men zich vrijwel nergens mee. Zoals we allemaal weten, bemoeit men zich ook niet met het roken van marihuana of hasj. En men tolereert de eigen inconsequentie; ik heb de logica van het bestaan van koffieshops nooit begrepen, er mag wel worden verkocht maar niet worden geproduceerd. Hoewel dit ongetwijfeld een vorm van hypocrisie is, is deze op een bepaalde manier ook weer zacht en vriendelijk. En zoals alles hier, pragmatisch.
    De wereld lijkt hier geschapen naar een menselijke maat, hij is in de maat HS – homo sapiens size. Comfortabel, stabiel en ondanks de aan de zee ontnomen zompige grond veilig. Er heerst een ongedwongen sfeer van rust. Ik heb de indruk dat de mensen ontspannen zijn, tevreden, goedlachs en beleefd. Ze worden groot en groeien op met blosjes op hun wangen. Ze werken met plezier. Er heerst hier een soort milde, zachte en aandoenlijke anarchie. Ik raakte er snel aan gewend en voelde me er wel bij. De staat lijkt op een of andere manier non-categorisch, zijn wetten niet onherroepelijk, alsof ze bedoeld zijn voor verdere discussie. Het maatschappelijk leven berust in feite op een gezonde reflex: de mens weet wat hij doet en je moet hem helemaal niet bij de hand leiden, maar hem zelf de wereld laten ontdekken. De wereld is veilig en de mens verstandig.
    Als burger van het Nieuwe Europa benijd ik Nederland om zijn geschiedenis. Het is namelijk mogelijk gebleken je voor eens en voor altijd aan een vreemde overheersing te ontworstelen, het land met eigen handen op water te bouwen; de grond aan de zee te ontfutselen en niet aan de buren. Rijk te worden door de handel in de kolonies, zonder zich al te zeer af te vragen waarmee en hoe er wordt gehandeld en ondanks het bestaan van ongetwijfeld meer duistere dan heldere kanten, alleen de heldere te onthouden. De dag op kantoor doorbrengen met het tellen van de inkomsten uit de handel in gekaakte haring en ’s avonds je overgeven aan discussies met Spinoza of openbare anatomielessen. De filosofie ontwikkelen, de schilderkunst, belangstellend een kijkje nemen in het binnenste van het menselijk lichaam. Aandacht geven aan de details van de wereld, gefascineerd raken door de kleine dingen, de manifestaties verzamelen van het bestaan in zijn kleine kostbare sprankjes, het leven bekijken in de duizenden schitteringen van diamanten.
    Voor mij bestaat er geen enkele twijfel dat het moderne Europa hier haar oorsprong heeft. Nog voor het zich kleedde in de ideeën en woorden van het verlichte Frankrijk, hebben de Nederlanden het tientallen jaren eerder voorvoeld en ‘uitgevoerd’ door het – net als Huygens deed met de slinger van het door hem uitgevonden uurwerk – in gang te zetten. Geloof in het verstand. De kenbaarheid van de wereld. Het precieze zoeken naar orde. Empirisme en pragmatisme. Vertrouwen in de wetenschap. Democratie. Een maatschappelijk zintuig. Gelijkheid en tolerantie. Hier is in de 17de eeuw uit een getemde, op menselijke maat gesneden wereld Europa ontstaan.
    Een wereld die als veilig wordt behandeld, wordt veilig. Uit een onlangs gehouden onderzoek zou blijken dat de Nederlandse jeugd de meest over zichzelf tevreden jeugd is en dat zij verklaart gelukkig te zijn. Iets waar men trots op kan zijn.   ...
    Ik heb heel wat andere steden gezien, uitgestrekte, veel te grote, met brede straten die eerder voor de wind dan voor de mens waren aangelegd. Omgeven door blokkendozen in de voorsteden, met pleinen voor defilés in het centrum.

Wandelen
Ik was in steden waar de inwoners elkaar voor geen cent vertrouwen en stiekem naar elkaar loeren, zonder ook maar een glimlach, achterdochtig. Inwoners die zich het best thuis voelen in hun eigen woningen met televisie in plaats van een huiselijke haard. De gewoonte om te wandelen is daar een zeldzaamheid en wordt vaak beschouwd als een curiosum. Als mensen de deur uitgaan, doen ze dat alleen om hun zaken te regelen, haastig lopen ze langs elkaar heen.
    In andere steden wordt voortdurend een zekere spanning in stand gehouden. Mensen zijn zwijgzaam en ontstemd. Ik herinner me een reusachtige, overbevolkte stad waar in de straten een niet aflatende strijd om het bestaan wordt gevoerd en andere steden waarin schuilkelders nog steeds in gebruik zijn. Het is angst. Amsterdam is een stad waar geen angst is.   ...
    Angst heeft in tegenstelling tot vrees geen eigen object; het is een toestand van onaangename stimulatie, paniek, een toestand die op zoek gaat naar de oorzaak en voor ons de wereld projecteert. En hoe sterker hij is, des te wanhopiger hij zoekt. En vindt. Soms in de meest absurde regionen. Om zichzelf te rechtvaardigen zoekt hij vijanden, vreemdelingen, samenzweerders, zondebokken. Hij is altijd irrationeel.
    Een staat waarin een hoog niveau van angst heerst, bedenkt een inwendige en een uitwendige vijand, neemt geheime agenten in dienst, zal zelfs kinderen op school bespieden en afluisterapparatuur aanleggen. De autoriteiten zullen oude animositeiten en ressentimenten aanwakkeren en de burgers tegen elkaar opzetten. Ze zullen zich beroepen op irrationele categorieën als geloof en volk, die gesloten, xenofobische kringen vormen, en de burgers van deze staten gaan deze toestand als normaal beschouwen, ze zullen ophouden met reageren, ze zullen hoogstens proberen te emigreren. Angst is echter geen straf van God. Hij komt voort uit armoede, uit inefficiëntie van handelen, uit teleurstelling, uit historische fouten, uit fatale toevalligheden.
    Soms had ik vanaf mijn derde verdieping uitkijkend op het Spui de indruk dat dit Amsterdam en zijn wonderlijke klimaat vandaag reeds een anachronisme is en tot het verleden behoort. Dat als vandaag de landkaarten van de angst met eenzelfde overgave zouden worden geschetst als de landkaarten van de nieuw ontdekte landen in de 17de eeuw, zou blijken dat Amsterdam, Nederland en het zogenaamde Oude Europa een eiland zijn, en dat van verre het gerommel van de andere wereld komt, de haast, de onrust, de gewelddadigheid, de verbeten strijd.
    Pragmatisme beschouw ik als concentratie op datgene wat nuttig is. Waardevol is dat wat voor veel mensen voordeel oplevert. Waarachtig is dat wat werkt. Pragmatisme is geen element van het water, maar van de aarde. In Amsterdam is het juist de aarde die iedere dag weer het water overwint, eruit naar boven komt en dat evengoed terugdringt als onduidelijke ideeën en idiosyncrasieën.
    Pragmatisme is een eigenschap van deze stad en maakte prostitutie tot een toeristische attractie en legaliseerde de menselijke behoefte aan bewustzijnsverruiming, die elders de neiging heeft weg te glijden in een schemergebied. Pragmatisme is zonder omhaal spreken, de zaken bij de naam noemen, met de vinger aanwijzen. Dokter Freud zou tevreden zijn geweest, zo’n samenleving zou hem zeker zijn bevallen.
    Pragmatisme is op een bepaalde manier omgekeerd evenredig aan angst. Angst ontstaat immers daar waar wij de wereld proberen te beschrijven en te verklaren in categorieën die veraf staan van onze alledaagse ervaring, waardoor wij onze werkelijkheid moeilijk kenbaar maken. Pragmatisme overtuigt ons er daarentegen van dat begrippen en oordelen slechts instrumenten van ons handelen zijn. Alleen pragmatisme is in staat angst te bestrijden; het is de enige manier om ermee af te rekenen: het eerlijk en met open vizier reiken naar wat duister en onuitgesproken is.
    Pragmatisme brengt wat in de marge is gedrukt weer naar het daglicht, het verblindt de angst.
    Mochten jullie er ooit in slagen de angst te legaliseren, mijn beste Nederlanders, en hem daarmee te onderwerpen aan de controle van het verstand, de staatsinspectie en de belastingdienst, dan zullen wij allen u daarvoor uiterst dankbaar zijn.

Plassen met de wind mee
Op een avond maakte ik met een Duitse vriendin een wandeling in de stad. In de buurt van De Balie kwamen we bij de doorgang van het Kleine Gartmanplantsoen naar het Max Euweplein een soort classicistische arcade tegen. Op de architraaf stond een opschrift dat ons verbaasde en eerlijk gezegd ook in vervoering bracht: homo sapiens non urinat in ventum.
    We moesten toegeven dat wanneer een dergelijke boog in Duitsland zou worden gebouwd, er iets uit Goethe op zou komen. In Polen zou er een citaat van de paus op hebben gestaan. En plotseling toonde dit opschrift ons nog een niet eerder opgemerkte dimensie van het Nederlands pragmatisme: de ironie, de afstand tot zichzelf en het gevoel voor humor dat alleen iemand zich kan veroorloven die niet bang is. We vonden ook, dat we kennelijk tot volkeren behoorden, aan wie het tegen de wind in plassen niet vreemd is. Maar ook Nederland is dat zo nu en dan overkomen.
    Want waarschijnlijk hebben we geen andere uitweg dan pragmatisch en verstandig zijn. Niet omdat het onze hoogst mogelijke waarden zijn, maar omdat geen andere soelaas bieden. Politieke ideologieën niet en religieuze al helemaal niet. We moeten ons rationeel en pragmatisch gedragen, tot vervelens toe, aangezien er steeds meer van de wereld noch pragmatisch noch rationeel is.
    Doorgaan, mooi Amsterdam! Ga zo door, zonder angst.


Naar Linkse denkfouten  , Politiek lijst  , Politiek & Media overzicht  , of site
home  .