Algemene semantiek | Abstractieladder, deel II
In vroeger tijden was wat boer Klaas over koe Klara wist wel zo'n beetje het
maximale wat een mens over een koe kon weten, als boer Klaas een goede boer was.
In moderne tijden gaat boer Klaas met klachten over Klara naar dierenarts Peter,
omdat de dierenarts veel meer van Klara te weten kan komen dat Klaas zelf. Dat
komt omdat Peter niet alleen kijkt naar de direct waarneembare werkelijkheid van
Klara, maar ook naar de details die daar achter zitten, via de methodes van de
wetenschap. Peter is een wetenschapper, in het vak genaamd diergeneeskunde. Die
wetenschap heeft een eigen verzameling begrippen en methodes ontwikkeld, met
bijpassende woorden, zoals "temperatuur", "bloeddruk", enzovoort. met die
methodes kan Peter zich een beter beeld vormen van de oorzaken van de ziekte van
Klara.
Ook dit gaat verder. Want als Peter er met zíjn onderzoek ook niet uitkomt, kan
hij monsters van het bloed en de mest van Klara opsturen naar het laboratorium,
voor nog verfijnder onderzoek. En ook dit zou je een vorm van abstractie kunnen
noemen: voor een gewoon mens die geconfronteerd wordt met een gewone koe zijn
eigenschappen als dat hij behoort tot de verzameling "vee" even weinig relevant
als dat die koe een bepaalde bloedgroep heeft.
En ook hier lijkt er geen ondergrens in het niveau van detail waarop men
onderzoek kan doen. eerst kijk je naar bacteriën in het bloed, dan naar
moleculen, atomen, en zo zou je door kunnen gaan.
Maar ook hier is de nuttigheid van verdere abstractie als snel beperkt: waar het
nog interessant is om te weten te komen welke cellen zich in het bloed van de
koe bevinden, omdat daar ook ziektekiemen, bacteriën, tussen zouden kunnen
zitten, is dat wat betreft de samenstelling van die bacteriën in het geheel niet
van belang: die zijn in deze situatie gewoon een gegeven.
Dat laatste geldt natuurlijk niet in het algemeen. Als wetenschap is de
diergeneeskunde weer afhankelijk van methodes die stammen uit de biologie, de
biologie gebruikt methodes uit de scheikunde, scheikunde methodes uit de
natuurkunde, en natuurkunde methodes uit de wiskunde.
Wat we nu gedaan hebben is de abstractieladder naar beneden toe uitbreiden.
Eerst gingen we van de concrete koe "Klara", via iets meer abstracte maar nog
steeds aanwijsbare begrippen als "koeien", naar steeds meer zweverige termen als
geld en welvaart. Bovenstaand zijn we van "Klara" naar beneden gegaan, naar de
dingen die tezamen "Klara" maken. Zoals een verzameling "Klara"s samengevat
wordt in "koeien", wordt een verzameling "cellen" samengevat als "Klara".
En ook hier is er dus meteen weer een hele ladder van dit soort begrippen, met
bijvoorbeeld tussen "cellen" en "Klara" de begrippen "organen", en "lever",
"nieren" enzovoort, en voorbij "cellen" begrippen als "moleculen", "atomen",
enzovoort.
Men zou kunnen denken dat we dus twee abstractieladders hebben: een naar boven
en een naar beneden. Die naar boven behoort dan tot de taalkunde: het gaat in
feite over woorden. En die naar benden gaat is dan gewoon die van de wetenschap,
waar"bij de term "wetenschap' hier gebruikt wordt in haat Engelstalige
betekenis, waarin "science" niet "wetenschap", maar "natuurwetenschap"
betekent.
Een alternatieve verklaring is dat dit in feite één en dezelfde ladder betreft
waarop wij mensen dan ergens in het midden staan. Dat is zelfs de meest
waarschijnlijk verklaring, want naast verschillen zijn er duidelijke
overeenkomsten tussen de twee ladders - voor beide geldt: bij ieder stap neemt
men de onderdeeltjes van eronder samen, en bij ieder stap verliest men
eigenschappen van die onderdeeltjes, en krijgt men er nieuwe eigenschappen bij.
Een ander argument maakt het gebruik van het intuïtieve begrip van de eenvoud,
in de Engelstalige wereld bekend als Occam's razor (het scheermes van
Occam): als er twee benaderingen van een situatie of oplossingen van een
probleem mogelijk zijn, is degene die de minste vooronderstellingen nodig heeft
het meest waarschijnlijk. Hier betekent het dat het beeld van een enkele ladder
waarschijnlijker is dan dat van twee.
En een derde argument draait om het meer filosofische begrip van het
antropocentrisme. dat is de aanduiding voor het denken vanuit de mens, bekend
van oude opvattingen dat de aarde het midden van het heelal is, en toen dat niet
zo bleek te zijn: de zon, enzovoort. De gangbare opvatting hierover nu is dat
een goede wetenschappelijke theorie niet afhankelijk is van de mens of de
positie van de mens. En een theorie van twee abstractieladders met de mens in
het midden is duidelijk antropocentrisch.
Het samenvoegen van het taalkundige en het wetenschappelijke deel van de
abstractieladder is in feite de kern van de Algemene semantiek, zoals bedoeld
door Korzybski. Het maakt het taalkundige deel van de ladder onderhevig aan
hetzelfde soort wetten en regels als het wetenschappelijke deel - merk hierbij
op dat Korzybski niet de term "abstraction ladder", maar "structural
differential" gebruikt. Het uiteindelijke doel van Korzybski was om
door het toepassen van de methodes uit de natuurwetenschappen, de
menswetenschappen een sterke impuls zouden krijgen - een streven dat hier
voortgezet wordt. In het volgende artikel wordt dat gedaan door lessen te
trekken uit de opbouw van de abstractieladder
.
Naar Abstractieladder I
,
Alg. semantiek lijst
, Alg. semantiek overzicht
, of site home
.
|