Boekrecensie: Doodsstrijd in Appsala, Harry Harrison

Jason, de held in dit verhaal, heeft samen met Mikah schipbreuk geleden op een planeet die bewoond wordt door afstammelingen van een eerdere schipbreuk. De eerdere schipbreukelingen hadden gezamenlijk kennelijk een redelijke hoeveelheid technische kennis, die hen in staat heeft gesteld iets van een samenleving op te bouwen, die nu verkeert in het stadium van krakkemikkige stoommachines, en een beetje elektriciteit en chemie.

Waarschijnlijk door de lage bevolkingsdichtheid is de bevolking opgesplitst in drie niveaus van beschaving: een simpele jager-verzamelaarcultuur met twee rangen: meester en slaaf, een simpele productiecultuur met landbouw en smederij-capaciteiten, en een ietwat verstedelijkte structuur (het Appsala uit de titel) waar er op de meest primitieve manier nog wat van "hogere"techniek bewaard is gebleven in de vorm van krakkemikkige stoommachines en een nog krikkemikkiger elektriciteitsgenerator. In verband met de hoge waarde die dat soort kennis had, is de bevolking opgesplitst geraakt in clans die iedere hun eigen technische specialiteit hebben, elkaar op leven en dood bestrijden, en hun technische kennis als clangeheim angstvallig bewaken. Daardoor is die technische kennis verworden tot een soort religie met alleen wat in orthodoxie vastgelegde praktische regels, en een status van geestelijkheid hebbende "wetenschappers".

Het onderlinge maatschappelijke vertrouwen, op alle plaatsen, bevindt zich op het niveau van de volgende conversatie tussen Jason, die op dat moment is opgeklommen tot slavenmeester, en een andere slavenmeester:
  Fasimba: 'Verspil geen slaven. Heb hem geruild met de d'zertanoj. Heb pijlen. Wil je pijlen?'
Jason: 'Dit keer niet Fasimba, maar bedankt voor de inlichtingen.' Hij groef in de zak en haalde een kreno tevoorschijn. 'Hier, wat te eten.'
Fasimba: 'Waar heb jij vergiftige kreno vandaan?'

En aangaande het verschil tussen een slavenmeester (hier genaamd Ch'aka) en een slaaf, een conversatie tussen Jason, toen nog slaaf, en een mede-slaaf:
  ‘Je bent stom. Als jij Ch'aka hebt vermoord, ben jij Ch'aka. Dan kan je doen wat je wil.’ Natuurlijk. Nu het hem was verteld was de maatschappelijke structuur overduidelijk. Omdat hij slaven en slavendrijvers had gezien had Jason de verkeerde mening opgevat dat het verschillende maatschappelijke klassen waren, terwijl er in werkelijkheid maar een klasse was, die je de ik-of-jij klasse zou kunnen noemen.

Jason en Mikah worstelen zich door verschillende deelculturen op deze wereld, van laagste van een pure slavernij volgens het "het recht van de sterkste"-principe waaruit bovenstaande conversatie stammen naar wat de tweede waarin Jason het begrip "werknemer" introduceert - de slavenhouders vinden dat een angstwekkend en revolutionair idee. Mikah blijkt daarbij iemand met hoge geestelijke principes, terwijl Jason een zuivere pragmaticus is (volgens kwade tongen van het machiavellistische soort), die op het eerste niveau van beschaving, als slaaf, zijn slavenmeester Ch'aka vermoordt onder het motto: "Het is het lokale gebruik om slavenmeester te worden is door de huidige slavenmeester te vermoorden, dus volgens het lokale gebruik handel ik ethisch als ik de slavenmeester vermoordt", en op het tweede niveau een slavenopstand organiseert om zelf te kunnen ontsnappen. Mikah verraadt de opstand omdat het een "Revolutie!" is, en "Revolutie!" is "Slecht!". Dit laatste natuurlijk als satire van de auteur op alle Aardse religieuzen die een soortgelijke houding ten opzichte van "Opstand tegen het gezag" ten toon spreiden.

Deze achtergrond blijkt een vruchtbare basis voor veel andere luchtige observaties over allerlei maatschappelijke en filosofische kwesties, waarvan de luchtigheid de diepgang ervan nauwelijks doet opmerken. In het opzicht van de combinatie van principes (ideologie) en realisme (werkelijkheid) laat het boek minstens 99 procent van alle filosofische en maatschappelijke schrijverij ver achter zich.

Vanuit een Aards en contemporain sociologisch standpunt is de analogie met de werkelijkheid helder: dit gaat over de ontwikkeling van een beschaving, en met name de rol van twee factoren: maatschappelijk vertrouwen, oftewel: samenwerking en machtsverhoudingen, en technologische ontwikkeling. Een sterk gelijkend reëel geval, dat van de Russische tsaar Peter de Grote is beschreven hier  .

De andere Doodsstrijd-boeken van Harrison hebben hetzelfde soort speelveld, maar Appsala is verhaaltechnisch de meest geslaagde. Het eerste deel, Doodstrijd op Pyrrhus, gaat over de interactie tussen sterk verschillende culturen, en lijkt een parabel op de situatie tussen Palestijnen en Joden, en het derde deel, Doodstrijd op Voorspoed, behandelt de strijd tussen nomadische  en residente  culturen.

Zie ook de citaten hier  .


Naar Literatuur, inleiding  , of site home  .