Bronnen bij Denkfouten, theoretisme: politiek

In de politiek is het theoretisme een veel gebruikt middel op het veld van de buitenlandse politiek. Een bekend specifiek geval dat ook wel gebruikt wordt als aanduiding voor het algemene proces is dat van de"kremlinologie": politieke waarnemers die gaan uitleggen wat de gedachtegangen van Russische, communistische, leiders zijn. Nodeloos om op te merken dat die veronderstelde gedachten vrijwel altijd van de zwartst mogelijke soort waren.

Maar politiek theoretisme is een zeer algemeen verschijnsel, en de broodwinning van grote groepen mensen. Zoals het onderstaande artikel laat zien (de Volkskrant, 12-03-2005, door Wim Bossema):
  Het debat in: Verenigde Staten. Over: zoekt de Amerikaanse regering wel de goede raadgevers? Door: antropologen, opiniemakers. Waar: universiteiten

De pundits hebben het mis

Tussentitel: Antropologen slaan terug: invloedrijke mode-auteurs verkopen onzin

De pundits hebben de macht achter de schermen in Washington. Pundits zijn de opinieleiders die invloed hebben op de Amerikaanse regering, op de machtigen die het te druk hebben om dikke wetenschappelijke studies te lezen over de wereldproblemen, die ze willen oplossen.
    Over de pundits verscheen onlangs het boek Why America's Top Pundits are Wrong (University of California Press). Onderkop: Anthropologists Talk Back. De antropologen schetsen een nogal angstaanjagend beeld: de leiders van de enig overgebleven supermacht nemen beslissingen over oorlog en vrede op grond van de eenzijdige visies van een paar auteurs met een goede pen.
    Het woord pundit is een Amerikaans begrip, maar stamt van het oude Indiase woord pandit, leraar in religie en de wetten. zo staat in het boek. Eigenlijk is het woord te veel eer, vinden de antropologen. Het wordt tijd dat de pundits weerwerk krijgen.
    Dat is mooi. Academici mopperen in eigen kring wel veel, maar dat heeft weinig effect. Er wordt heel wat afgegnuifd over modieuze pundit-auteurs als Samuel Huntington (Clash of civilizations). Robert Kaplan (Balkan Ghosts, The Ends of the Earth) en Thomas Friedman (The Lexus and the Olive Tree) maar dan op seminars, in vaktijdschriften en soms op academische internetsites.
    In het boek, met artikelen van antropologen van allerlei universiteiten, krijgen deze drie pundits het zwaar te verduren. Alledrie schreven ze over de wereld na het einde van de Koude Oorlog.
    Huntington beschreef hoe de wereld geconfronteerd zal worden met een botsing tussen beschavingen (culturen, godsdiensten) nadat de ideologische tegenstelling communisme versus kapitalisme was verdwenen. Volgens Hugh Gusterson begaat Huntington zeven doodzonden: zijn definities rammelen: culturen zijn bij hem stereotypen; culturen zijn bij hem statisch; hij deelt de wereld geografisch in culturen in, terwijl in de meeste landen en regio's vele culturen door elkaar leven; de islam schetst hij zonder nuances als kwaadaardig; zijn wetenschappelijke methoden lijken nergens op; zijn uitgangspunt is subjectief: het Westen is het beste.
    Kaplan voorzag dat steeds grotere delen van de wereld zouden wegzinken in burgeroorlogen, gevoed door soms eeuwenoude etnische haat. Het uiteenvallende Joegoslavië was een duidelijk voorbeeld. Het is bekend dat president Clinton onder de indruk was van Kaplans boek Balkan Ghosts en het aangreep als argument tegen interventie: aan eeuwenoude etnische haat valt van buitenaf weinig te doen. De antropoloog Tone Bringa laat echter zien dat Kaplans dramatische, fatalistische beeld niet overeenkomt met wetenschappelijke studies. Er waren veel meer factoren, en belangrijkere, die tot een burgeroorlog leidden na het uiteenvallen van de staat Joegoslavië.
    Catherine Besteman houdt Kaplans beweringen over het geweld in Afrika tegen het licht van antropologische studies, en komt tot eenzelfde conclusie. Het geweld is niet de natuurlijke staat waarin de onbeschaafde delen van de wereld terugvallen na de Koude Oorlog.
    Thomas Friedman, een toonaangevende columnist van de New York Times (zijn columns staan ook vaak vertaald in de Volkskrant), wierp zich op met zijn boek tot de pleitbezorger van de mondialisering of globalisering: de ongehinderde verspreiding van de vrije markteconomie over de wereld. Hij had juist een heel optimistische visie: de vrije markt zal de mensheid verlossen van primitieve impulsen als geweld en dictatuur. Antropologen die in de Derde Wereld onderzoek verrichten, weten dat de vrije markt ook vreselijke effecten kan hebben en zeker de bijbehorende recepten van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereld handelsorganisatie.
    Twee van hen. Ellen Ilerz en Laura Nader, nemen Friedman ongenadig onder handen. Zij ontrafelen zijn boek als een demagogisch werkstuk met een ideologisch doel. Hij presenteert alleen bewijsmateriaal dat in zijn straatje past, hij citeert alleen deskundigen als het hem uitkomt, zijn analogieën slaan vaak nergens op en om de lezer te overtuigen past hij de retorische truc van de herhaling toe.
     De lessen van dit leerzame boek zijn duidelijk en verontrustend: als je invloed wilt hebben in het Witte Huis moet je met grote streken generaliseren, moet je een eenzijdige visie zonder mitsen en maren presenteren, moet je sappig schrijven vol dramatische anekdoten, moet je de historische en plaatselijke context zoveel mogelijk buiten beschouwing laten en vooral de zaken niet te ingewikkeld maken.
    Of het boek veel uithaalt, is twijfelachtig. De regering-Bush ziet de meeste academici als linkse rakkers, die niet ter zake doen.
    Er is ook een les voor de antropologen: zit dichter op de actualiteit. De invloedrijkste pundit van dit moment wordt niet aangepakt: Bernard Lewis. de kenner van de islam, wiens visie dat de Arabische wereld niet vanzelf zal democratiseren dominant is in het Pentagon en het Witte Huis. Hij leverde de academische ondersteuning voor de invasie in Irak en het beleid van Bush om van buitenaf democratie in het Midden-Oosten te brengen.   ...
     In het blad The Washington Monthly deed Michael Hirsh (een toonaangevende Newsweek-journalist) in november een heftige aanval op Lewis. De Amerikaanse blunders in Irak wijt Hirsh voor een belangrijk deel aan de geleerde. Die had ten onrechte voorspeld dat de Irakezen de Amerikanen massaal als bevrijders zouden binnenhalen. Hirsh schrijft dat er in kringen van kenners veel kritiek was op de visie van Lewis, maar dat andere deskundigen bewust niet werden aangehoord in Washington.
    Hirsh laat in zijn lange artikel nu eens een reeks tegenstanders van Lewis aan het woord. Ze zeggen in de kern wat ook uit Why America's Top Pundits are Wrong blijkt: als je een pundit-theorie aan de praktijk toetst houdt die geen stand.

Terechtgewezen door antropologen - als je dat moet overkomen ...
    Meer voorbeelden van dit soort lieden hier uitleg of detail .


Naar Denkfouten  ,  of site home  ·.

9 mrt.2010