Bronnen bij Alfa en bèta sociologisch, macht woord: voorbeelden
Inleiding
In het artikel Alfa en bèta, macht woord
staan al een aantal voorbeelden van de overmacht van alfa- en
gamma-intellectuelen bij de maatschappelijke meningsvorming. Hieronder een verdere
verzameling. Daarbij ligt de nadruk op de Volkskrant, niet omdat daar het
verschijnsel extra ernstig zou zijn, maar omdat de redactie door tijd gebonden
alleen dat blad kan volgen - overigens is er vermoedelijk wel een licht extra alfa-component aldaar.
De nadruk in de voorbeelden ligt sterk op het vlak van de politiek-maatschappelijke
duiding. Dat beslaat meerdere vakgebieden voor al welke vakgebieden geldt het gestelde
in deze analyse
op YouTube over het verkrijgen van expertise, namelijk
dat de vakgebieden onvoldoende wet- en regelmatigheid kennen om er deskundig
oftewel expert in te worden, net als je geen deskundige of expert kan worden in
het roulette-spel.
En, hier toegevoegd, daar waar er wel enige regelmaat is, worden de "analyses" van de deskundigen
ernstig verstoord door de regels van de Basale psychologie
,
samen te vatten in de oud-Griek/Latijnse zegswijze "Quisque sibi proximus":
"Eenieder is zichzelf het naast".
En zet naast 'Eenieder' ook "De eigen groep/klasse".
En bij ontstentenis van goed zichtbare criteria, gaat, vermoedelijk vanwege
primitieve evolutionaire processen, degene met de vlotste babbel domineren.
Bronnen
Het eerste in de verzameling is een artikel van (toenmalig) hoofdredacteur van
de Volkskrant Pieter Broertjes naar aanleiding van de overgang naar
tabloïd-formaat (de Volkskrant, 29-03-2010, door Pieter Broertjes, hoofdredacteur van
de Volkskrant):
Allemaal keiharde alfa's.
Bewaard voor deze verzameling de Volkskrant, 31-07-2010, door Marie-Louise Schipper):
Redelijk onschuldig zou u misschien zeggen - het
vergt nu eenmaal ook een kunst om iets voor anderen te presenteren. Maar vervang
cuisine nu eens door "het bouwen van metrolijnen". Zou het redelijk zijn om
de beslissingen over het bouwen van metrolijnen over te laten aan mensen die
niet veel weten over metrolijnen, maar wel goed kunnen praten over het bouwen
van metrolijnen?
Een retorische vraag. Maar toch is dat laatste de realiteit. En precies
hetzelfde geldt voor een groot deel, en vermoedelijk ook een meerderheid,
van alle maatschappelijke zaken. Waarom zouden we schrijvers laten praten
over onze maatschappij-inrichting? Schrijvers kunnen goed praten, of
schrijven, over maatschappij-inrichting, maar weten weinig van de
realiteiten en regels van maatschappij-inrichting. Dat is namelijk een
wetenschap, genaamd sociologie. Een klein voorbeeld van dit soort
schijvers-diepgang (de Volkskrant, 05-05-2011, column door Arnon Grunberg):
Zo kennen we er nog wel een paar: zoet is een
vorm van zuur, groente is een vorm van vlees, links is een vorm van rechts, goed
is een vorm van fout, oorlog is een vorm van vrede, enzovoort. Die laatste met
dank aan George Orwell, wat meteen ook de waarde van dit soort opmerkingen
illustreert: van totaal niets en zinloos, tot smerig en verderfelijk. Het is een
typerende houding van woordkunstenars en andere alfa's.
Nou zou de riposte kunnen luiden "Maar sociologen bakken er
nog veel minder van dan schrijvers", of woorden van gelijke strekking. Correct -
althans: vergelijkenderwijs. Maar dat komt omdat sociologen ook geselecteerd
worden op grond van woordtechnische vaardigheden - in plaats van
wetenschappelijke standaarden
. Sociologen worden erop geselecteerd dat ze in mooie worden en omkleedt met
mooi uitziende redenaties kunnen betogen dat het niet gaat over de groep maar om
het individu - en ideeën en ideologieën van gelijke strekking. Iets waar
schrijvers ten diepste van overtuigd zijn. En iets dat natuurlijk keihard onwaar
is
.
Het terrein tussen politiek en schrijver beslaat vele
tussengradaties. Al genoemd in het hoofdartikel
is de groep van de "pundits" - hier nog voorbeeld
(de Volkskrant, 30-04-2011, door Olaf Tempelman):
Het is volkomen onduidelijk wie er gelijk heeft:
Kaplan of zijn critici. Wat ze onderling doen, is een verbaal steekgevecht
leveren. Waarbij Kaplan kennelijk een sterk wapen heeft - dit:
Er wordt dus naar Kaplan geluisterd, omdat hij zo goed kan schrijven. Iets
waarvan met goede argumenten ongeveer het tegendeel beweerd kan worden: Naarmate
iets in betere en retorisch mooiere woorden geschreven is, is de informatie die
erin onbetrouwbaarder
.
Olaf Tempelman lijkt er een serie van te maken, want een weel later
behandelt hij de volgende, even bekende pundit: Nial Ferguson, ook een
neoliberale oorlogshitser (de Volkskrant, 07-05-2011, door Olaf Tempelman):
Iedereen kan gelijk hebben, en ook zo Nial
Ferguson in dit geval: Ian Buruma en Timothy Garton Ash zijn, even als hijzelf,
marskramers en kooplieden op dezelfde marktplaats als hijzelf: die van gratuite
meninkjes op gekalligrafeerde perkamenten rollen.
Weer een ding dat in zijn voordeel spreekt
Waarna alle sympathie kan worden opgeborgen, want datgene wat Ferguson hier
eufemistisch omschrijft als 'bourgeoisie' is wat hem betreft natuurlijk de
oligarchie der rijken en machtigen. Dat wordt zo meteen ook hier duidelijk, na
de introductie van het onderwerp van zijn boek:
Wat een interessant onderwerp. Daar is op deze website ook al veel over
geschreven
.
Eens kijken hoe zich dat ontwikkelt in de handen van een marxistische
neoliberaal:
Het is jammer genoeg even onduidelijk of deze laatste opmerking van Ferguson of
van auteur Olaf Tempelman stamt. Overigens: Tempelman is ook een bijna of geheel
neoliberaal en in ieder geval rabiaat anticommunist, dus in zekere zin maakt dat
weinig uit. En zoals we op deze website al gezien hebben: hier zitten ze
fundamenteel fout
. Wat te verwachten valt van neoliberalen. Die denken in macht, en dat de goede
zaken, zoals de westerse beschaving, van boven komen: een machtige elite of
aristocratie. Flagrante onzin, natuurlijk. Machtige elites en aristocratie zijn
van alle tijden en alle beschavingen:
Overigens is die opmerkingen over het ontstaan van eigendomsrechten ook iets dat
alleen verzonnen kan worden door een door hebberigheid tot stompzinnigheid
gedwongen graaier: het recht rond bezit is zo mogelijk nog ouder dan de
prostitutie.
Fundamentele fout nummer twee: de kern van het kapitalisme: het recht van de
sterkste, is gedurende de hele geschiedenis absoluut dominant geweest. Het
kenmerk van de westerse beschaving is dat het daarin juist minder is. Maar ook
deze fout is te verwachten van neoliberale aanhangers van een machtige elite of
aristocratie.
Waarna er weer wat werkelijkheden volgen:
Om tenslotte weer te ontsporen, zoals ook Tempelman constateert:
Wat een ontsporing is, omdat het niet gaat om het westers zijn in deze
beschaving, maar de ideeën die erin zitten. En "het westen" kan niet omver
geworpen worden dan door die ideeën over te nemen.
Oké, dit voor zover de zin en onzin van Nial Ferguson. Maar
waar het hier om gaat is de vraag hoe iemand als Ferguson, die zo veel onzin
verkondigt, toch daartoe in de gelegenheid is. Nou, hier zijn weer de bekende
antwoorden:
En waar geldt dit argument met name:
Wat niets te maken heeft met het historicus zijn, maar met het kleurrijke
verhalen kunnen vertellen. En nergens (in het westen) wordt daarbij zo mooi en
zo fanatiek gelogen als in de Angelsaksische wereld.
De volgende globale buurtredenaar is Francis Fukuyama, in dit geval
geïnterviewd door Peter Giesen, ook iemand met een bijzonder slechte smaak
in "intellectuele autoriteiten". We beginnen met een korte omschrijving van
zijn "beroep op beroemdheid", en een uiting van zijn prutswerk (de Volkskrant, 14-05-2011, door Peter Giesen):
Voor ieder mens met enig gezond verstand een
opzichtige leugen. De reden waarvan naast een sociologische ook een persoonlijk
kantje heeft:
Want de man verkondigde doodgewoon wat iedereen, dat wil zeggen: alle westerse
bestuurders, politici, media, intellectuelen en de rest van de graaiende
oligarchie, graag wilde horen. Het grote gevaar voor de graaiende oligarchie,
het communisme, was verslagen. Waarna ze dan ook echt goed begonnen met het
grote graaien. Overigens was er wel een enkeling tussen de meer gewone burgers
die het anders zag, zoals die man die opmerkte dat welke oorlog er dan ook zou
stoppen, er één oorlog gewoon doorging: die tussen man en vrouw.
Overigens: hij denkt het nog steeds, natuurlijk:
Natuurlijk is het andersom: is is geen alternatief voor een meer geleide
maatschappij: het liberale kapitalisme zal ten onder gaan aan ecologische rampen
(tussen twee haakjes: ook slechts een theorie, maar om even te alten zien dat de
bewering van Fukuyama niets beter is dan dat: een slag in het duister, en eentje
die doe voortdurende onwaarschijnlijker wirtd met iedere nieuwe natuurramp ten
gevolge van klimaatverandering).
Maar het definitieve bewijs van de onbetrouwbaarheid van van
zijn denkwerk is dit:
En hij heeft ook onbedoeld toe dat hij een prutser is:
Want dat is het kenmerk van prutsdenkwerk: denken in ideologie en de stramienen
van je tijd. Wat hij dus nog steeds doet:
Wat volkomen in strijd is met een deel van de beweringen in de rest van zijn
artikel, gedaan over de Arabische wereld in het algemeen naar aanleiding van de
Tunesische en andere revoluties, dat het ontstaan van democratie een lange tijd
van het ontwikkelen van de noodzakelijke instituties vergt. Het ontbreken
waarvan in Afghanistan ook met de steun van Amerika tot dezelfde oorlogsachtige
toestanden als nu met Afghanistan en Pakistan had geleid:
Hoe komen dit soort blunders nu tot stand? Bijna een vast
basisingrediënt:
Met als "reddende factor" voor de totale ondergang van Fukuyama dat hij in ieder
geval een volstrekte mislukking kan herkennen.
Wat hem niet vrijwaart voor een grote reeks andere fouten.
Een voorbeeld:
De enorme denkfout hier zijnde het gebruik van de ideologische gelijkstelling:
"immigrant" is "immigrant". De Japanse immigrant is iets overkomen wat fout was,
dus als de moslim-immigrant iets dergelijks overkomt, is dat ook fout. Daarmee
de gelijkstelling plegende: "Japanse (Aziatische) immigrant = moslim-immigrant'.
Een diepe belediging voor zijn eigen volk, want Japanse (Aziatische)
immigranten, hebben nog nooit andere groepen uit hun wijk gepest, zijn geen
homos van het gastherenvolk gaan vervolgen, zijn niet oververtegenwoordigd in de
criminaliteit, zijn niet op joden gaan jagen (gezamenlijke bronnen hier
), en hebben zich niet gedragen als doortrapte uitbuiters van het sociale
systeem
maar als harde werkers.
Maar Peter Giesen was er wel weer blij mee, vandaar dat het
verslag van het interview ermee begon.
Overigens: Fukuyama zegt, kennelijk ook in dit boek, een paar
juiste dingen, over de lange ontwikkeling naar democratie
.
Fukuyama en Ferguson schijven over de moderne maatschappij, maar in de
stijl van de historicus van de moderne tijd. Maar ook onder de "klassieke"
historici is de invloed van schrijfstijl op de invloed van het geschrevene
gigantisch. Vooral in de Engelstalige wereld draait het veel meer om het
pakkende verhaal, dan om de accuratesse, werkelijkheidswaarde en
wetenschappelijkheid (de Volkskrant, 06-11-2010, door Willem Otterspeer):
Waarna het langdurig verder gaat over het feit
dat die dagboeken vals waren, en aan de karaktertrekken die ten grondslag lagen
aan deze "vergissing" van Trevor-Roper. In werkelijkheid is het natuurlijk zo
dat aan de competentie tot schoonschrijven diverse andere zaken vastzitten, in
diverse mate, die minder tot echt onaangenaam zijn. IJdelheid is maar een
kleintje daarin. Iets dat Trevor-Roper ook parten speelde. En iets dat de hele
schoonschijnende "klassieke" geschiedenis parten speelt - ven had als de
schoonschrijvende moderne geschiedenis.
En de historie is niet het enige menswetenschappelijke vak dat
hieraan lijdt. Naast de vanzelfsprekende kandidaat en mogelijke koploper de
filosofie, geldt het zeker ook voor de sociologie, en met name de antropologie.
Het volgende stuk komt uit de verzameling Menswetenschappen ondermaats,
sociologie
, en gaat over Claude Lévi-Strauss, de grondlegger van zo'n beetje de hele
antropologie (de Volkskrant, 25-06-2011, door André Köbben):
Vraag 1: heeft Clause Lévi-Strauss ooit
wetenschappelijk onderzoek gedaan? Antwoord: Nee. Vraag 2: Waarom heeft Claude
Lévi-Strauss zo'n reputatie verworden? Antwoord: ten eerste: hij kon goed
schrijven - ten tweede: hij kon goed theoretiseren - ten derde: er is een grote
behoefte aan mensen die kunnen goed kunnen schrijven en tegelijkertijd goed
kunnen theoretiserend fantaseren.
Is er in het geval van Claude Lévi-Strauss dus sprake van
wetenschap? Antwoord: Nee. Is er bij de aanhangers van Claude Lévi-Strauss
dus sprake van wetenschap? Nee. Hoe groot en invloedrijk is de aanhang van Claude
Lévi-Straus? Antwoord:
De invloed en de aanhang van Claude Lévi-Strauss is dus zeer groot, beslaande
een belangrijk deel van de antropologie. Vraag: Is er in de hoofdstroming van de
antropologie sprake van wetenschap? Antwoord: Nee.
Tot slot een opmerking die buiten het sociologische vakgebied
ligt, maar kenmerkend is voor dit soort denken:
En ineens doet dat denken aan Arnon Grunberg. Ook zo iemand die zo uitstekend
kan schrijven. En talloze 'splendidly egotistical' opinies in zijn
columns in de Volkskrant weet te produceren.
Twee vliegen in één klap (de Volkskrant, 30-08-2011, ingezonden brief van Quinten Weeterings,
Amsterdam):
Conclusie: zowel de opinies van Peter Giesen als
Francis Fukuyama zijn evenveel waard als het papier waarvan hun laatste
salarisbriefje is gemaakt - ze verkopen hun schrijftalent aan de hoogste bieder.
Nog een vakgebied dat volledig gedomineerd wordt door de
taalvaardigen: de wereld van de economen. De aanleiding tot het volgende is de
financiële crisis in Europa die eind 2011 tot zijn hoogtepunt is gekomen, en
vele economen prominente gezichten in de media heeft gegeven. En meest prominent
onder de prominenten is Arnoud Boot. Waarbij het deze redactie al snel opviel
dat hij bijzonder weinig origineels zei, hetgeen ongetwijfeld een reden van zijn
populariteit is, want originele dingen zeggen in dit soort kwesties betekent dat
je de ware oorzaken van de financiële crisis aanroert, wat automatisch kritiek
op het kapitalisme, het neoliberalisme, de vrije financiële markt, en het
rechtse politieke denken inhoudt. En als je kritische opmerking in dit richting
gaat leveren, wordt je niet meer gevraagd in de media, die zelf ook vrijwel
volkomen kapitalistisch, neoliberaal, voor vrije financiële markten en en
economische rechtse denken zijn - ook die takken die zichzelf "links" noemen.
En alsof om dit te bewijzen, komt de Volkskrant met
een hagiografie van Arnoud Boot. dit overigens nadat de vorige hagiografie
in deze reeks de persoon van Nout Wellink tot onderwerp had, waarna je op
grond van de gezond-verstandredenatie dat je niet in China geweest hoeft te
zijn om te weten dat de lucht daar ook blauw is, je meteen al een goede
inschatting kan maken van de capaciteiten van Arnoud Boot. Gelukkig legt de
auteur van het artikel het ook omstandig uit (de Volkskrant, 29-11-2011, door Bert Wagendorp):
Middelmatige intellectuele capaciteiten,
dus. Want echte capaciteiten op dit vlak komen, ook al wil je niet, toch naar
buiten, bijvoorbeeld door hoge cijfers in de exacte vakken zonder er voor te
hoeven werken.
Maar waarom kan Arnoud dan toch zo hoog stijgen. Nou, hierom:
Waarna je het beeld volkomen rond is. De huidige economie is tenslotte een
praatvak dat het niveau van de astrologie nauwelijks of niet is overstegen, en
waar ook overtuigingskracht de doorslaggevende factor is.
Nog wat details voor het vermaak:
Weet je ook meteen waarom dát vak zo weinig opschiet.
Dat kan niet, want als je out of the box denkt in de omgeving van de
huidige benepen economische wetenschap, zou je onmiddellijk als "communist",
"Marxist" of "Keynesiaan" de laan uit worden gestuurd. Een voorbeeld van het
in the box denken:
Waarna Plasterk als financieel woordvoerder van de PvdA meteen voorstelde om
eindeloos geld te storten in de Griekse financiële zwarte gat te storten -
volkomen volgens de univereel verkochte eurofiele praatjes. Zonder een woord te
reppen van de bestemming aan het einde van dat zwarte gat: de Griekse rijken. Zo
origineel zijn de ideeën van Arnoud Boot.
En nog een voorbeeld:
En wat het maatschappelijke engagement is van Lans Bovenberg zijn we hier ook al
tegengekomen; hij is een keiharde aanhanger van het Angelsaksische model, wat
synoniem is met het neoliberalisme
. De volgende praatjes zijn dus botte leugens:
En tenslotte:
En als er één groot financieel instituut is dat wanhopig gedisfunctioneerd heeft
over de laatste twintig jaar, dan is het De Nederlandsche Bank, met name onder
de leiding van de wraakzuchtige prutser Nout Wellink
. Een wanbeleid waar Arnoud Boot volledige medeverantwoordelijk voor is, en wat
genoeg reden is om hem, tezamen met die hele Bankraad natuurlijk, te ontslaan.
Sociaal-psycholoog Diederik Stapel is ontslagen voor vergrijpen met minder
ernstige gevolgen.
Het is dus mede de voorkeur voor de verbale boven de
inhoudelijke capaciteiten, die economie gebracht heeft in het wetenschappelijke
moeras waar ze nu zit. Een andere belangrijke factor is natuurlijk het
eigenbelang van de betreklassen, maar deze twee zaken zijn ook nauw verwant.
Weer een politiek geval (De Volkskrant, 11-01-2012, door Joost Zwagerman):
Het is natuurlijk geen probleem dat iemand met
stilistische gaven de gelegenheid krijgt stukken te publiceren. Waar het
probleem is is dat mensen die stilistisch minder sterk zijn, maar inhoudelijk
beter argumenteren, níet de gelegenheid krijgen stukken te publiceren.
Nog een specimen van de soort die platitudes combineert met
flagrante onzin (de Volkskrant, 16-02-2012, door Noël van Bemmel):
En ook meestal die focus op de figure heads,
de "belangrijke personen", terwijl het gaat om sociologische trends, slaande op
de massa van de bevolking. En ook deze figuur heeft weer dezelfde achtergrond:
Welbespraakte migranten en kosmopolieten. Woord-marskramers. Elite-nomaden.
Een van de dictators en terroristen van het woord geeft het zelf toe (de Volkskrant, 28-11-2012, column door Arnon Grunberg):
En de volgende stap in de vooruitgang van
de mensheid kan pas gemaakt worden als deze dictators en terroristen zijn
verdreven.
Naar Alfa en bèta, sociologisch, macht woord
, of site home
.
|