Bronnen bij Alfa- en bèta-denken: cijferangst
De twee nauw-verwante fundamentele angsten van alfa's zijn die voor regels en
voor cijfers. Uit cijfers volgen regels, want cijfers kan je ordenen. Nu is de
angst voor regels moeilijk direct aantoonbaar, behalve door een reeks gevallen
onder elkaar te zetten zoals gedaan hier
- gewone intuïtie is ook voldoende, maar daar willen alfa's natuurlijk niet aan
als je ze met hun angsten confronteert.
Met cijfers is het wat makkelijker, zijnde een meer fundamenteel begrip.
Daarvoor was nog geen verzameling aangelegd (je zou de discussie rond
Cito-toetsen kunnen reproduceren), maar dat hoeft niet meer. De nieuwe
fMRI-beeldtechnieken zijn een wonder voor de vooruitgang van de
hersenwetenschap, en de psychologie in het algemeen (de Volkskrant, 03-11-2012):
.
Die laatste opmerking is naïef: de emotionele
hersenen kunnen geen onderscheid maken aangaande de oorsprong van het
"pijn"-signaal - net zo goed als het zenuwstelsel geen onderscheid kan maken
tussen het geval van de impuls van knieën-buigen bij het hardlopen, en de impuls
van knieën-buigen bij het slaan van het bekende reflexhamertje vlak onder knie.
Maar het is dus volkomen helder: alfa's (het onderscheid
wordt in het onderzoek niet gemaakt maar dat is even logisch als dat de lucht in
China ook blauw is) hebben angst voor cijfers. En, direct aanvulbaar, een
voorliefde voor woorden. En net zo aanvulbaar: bij bèta's ligt het bijna precies
andersom (hun angst voor woorden is kleiner dan de alfa-angst voor cijfers -
zoals bewezen door de frequenties van gebruik).
Zie ook Sociologische krachten, regelangsten
en Meritocratie, tegen Cito
.
Naar Alfa en bèta denken
, of site home
.
|