Bronnen bij Cynisme

Hier een verzameling voorbeelden van cynisme en cynische redenaties. Te beginnen met een vertegenwoordiger van een beroepsgroep waarin het cynisme ingebakken zit: economen - voor de volledigheid: die kunnen alleen in geld denken ... - en in beeldvorm: zie hun portretten  (de Volkskrant, 08-01-2005, column van Frank Kalshoven):
  De akelige economie van het gulle geven

Waarom doneerden Nederlandse burgers en bedrijven 112 miljoen euro op giro 555? Een ding is vrij zeker: dat deden ze niet (alleen) omdat een ramp veel menselijk leed en materiële schade heeft aangericht. De economie van de vrijgevigheid lijkt misschien een abc van altruïsme, maar in werkelijkheid benadert een exegese van egoïsme de realiteit beter. ...

Wat er volgt is een uitgebreide vorm van de bekende argumentatie van de cynicus: mensen doen goed om zichzelf goed te voelen en in feite is dat alleen egoïstisch. Ook als redenatie is dit simpel te weerleggen: iedere eigenschap die voor alles of voor iedereen geldt is onbelangrijk, en eigenlijk geen eigenschap. Als men alle bergen van de Tour de France honderd meter hoger maakt, wordt het parcours moeilijker. Maakt men alle wegen van de Tour de France honderd meter hoger, verandert er niets aan het parcours. Oftewel: het gaat alleen, en uitsluitend en alleen, om de verschillen. En deze redenatie geldt bijna overal, en ook voor gevoelens: als iedereen op de wereld somber was zou men dat niet merken. Het argument dat alles voortkomt uit egoïsme is dus een fout argument.
    Wat betreft de redenen dat iemand zo'n denkfout maakt, heeft de psychologie een aantal regels. De meest voor de hand liggende in dit geval heet projectie: datgene wat men zelf heeft als eigenschap projecteert men op anderen. Het is dan dus niet iedereen die egoïstisch is, maar Frank Kalshoven.

De volgende komt ook uit een beroepsgroep die regelmatig geassocieerd wordt met cynisme: de journalistiek. Het betreft een archetypisch geval ervan, namelijk topcolumnist Jan Blokker. Eerst even een korte bron die zijn reputatie weergeeft (VARA TV-Magazine nr. 11-2006, Arno Kantelberg ):
  Aardige gozer

Esquire's hoofdredacteur Arno Kantelberg brengt - en dat is zonder ironie - een ode aan Een betere buurt-presentator Arie Boomsma.

...    Vooral de relativering was die ochtend dun gezaaid. Wat Arie vooral is: hij is gewoon aardig. Gewoon een aardige jongen, kom daar nog eens om. Geen dubbele agenda, niks van dat cynisme dat de babyboomers in de geest van Jan Blokker over Nederland hebben uitgestrooid ...

In het erop volgende artikel gebruikt de interviewer met betrekking tot Jan Blokker de empathische term 'cultuurrelativisme', maar wat door Blokker gezegd wordt, heeft ook een overweldigende cynische kant. Slechts met grote moeite kan hij iets van waarde vinden, en dan alleen als het volledig in overeenstemming is met zijn eigen privé-geest. Let vooral ook op de gelijkstelling tussen schrijver en columnist Sylvain Ephimenco en Mohammed B., een sektaristische moordenaar (VARA TV-Magazine nr. 52-2004, door Daan Dijksman):
  Still going, strong.

... ER VALT NATUURLIJK ALTIJD wel een aanleiding te bedenken voor een bezoek aan de cultuurpessimistische columnist annex mediacriticaster Jan Blokker. Zeker nu die, naarmate er sprake lijkt van een onvermijdelijke eindsprint, in almaar grotere vorm lijkt te verkeren.

Mijn niet al te originele associatie is de IKON en ook bij de IKON denk ik regelmatig flikker nou toch eens op met die Wilde Ganzen. Trouw was altijd afgrijselijk politiek correct en dat is dus verschrikkelijk gaan schuiven, ik noem een griezel als columnist Sylvain Ephimenco. Temidden van de huidige heersende hysterie zie je nu eenmaat overal van die omgekeerde Mohammed B.'s.'
    'Het Parool zie ik wel elke dag. Het is aardig dat er kennelijk door een klein groepje mensen hard wordt gewerkt. Het is sympathiek, maar ik vind het niks.'

    'Wat mij het ergst lijkt, en daar ben ik wel eens bang voor als ik dat magazine op zaterdag zie, dat het de kant opzeilt van de ergste krant van Nederland, dat niksige Algemeen Dagblad.     'Het is principieel journalistiek gesproken geen optie om zo'n magazine te hebben. Het is iets wat totaal, maar dan ook totaal niet, bij de Volkskrant past. Nee, we worden het niet eens: het is dommigheid, minkukelarij. Maar ach, laat ook maar.'     'Je ziet overal dat gebrek aan koers, een vlucht naar de markt. Ik koop Vrij Nederland nog altijd. Het is een beetje treurig: als ik aan VN denk dan zie ik die advertentie bij het aantreden van het kabinet-Van Agt-Wiegel weer voor me: het zijn weer tijden om VN te lezen. Stel je nu zo'n uiting van hun kantvoor: die zou nu toch alleen nog maar de lachlust opwekken?'
'HP/De Tijd kijk ik nog wel in. Het is een beetje een schendblaadje geworden, rechtser en opruiender dan De Telegraaf ooit was, maar ze waren wél de eersten met die ommezwaai.'

Dat was destijds volgens die enorme droplul van een Rick van der Ploeg (een van de voorgangers van D66-media-staatssecretaris Medy van der Laan, red.), die tegenwoordig professor in Florence heet te wezen, o zo goed voor de geestelijke ontwikkeling van de deelnemers. Nou, die in sociaal-democratische kring populaire verheffingsgedachte -begin met een kasteelromannetje en eindig met Tolstoi - die zie je daar aanschouwelijk gelogenstraft. Dan staat het woord er al en blijft men er toch dommig - of beter misschien: woordblind-naar staren. Dat vind ik dus heerlijk om te zien.' Daarna blijft hij 'afhankelijk van het onderwerp' hangen aan B&W ('Ik ben überhaupt enorm van de lulprogramma's, zoals dat Rondom Tien') om vervolgens nooit het NOS journaal over te slaan. Van Netwerk is hij geen fan: 'Die verschrikkelijke Fons de Poel, dat heb ik opgegeven toen-ie zo'n belachelijk programma met een psychologe ging maken. En dan die opgepomptheid, die slechte muziek, die bombast. Dan weet ik niet wat ik in de categorie enge mannen erger vind, die Fons, of die bijrijder, Sven Kockelmann.' EO's Andries Knevel had wat hem betreft 'voor twintig jaar uit het vak ontzet mogen worden' na die vertoning met de Brabo-moslim die Wilders dood wenste, maar de kritiek vanuit de Netwerkhoek op de EO-journalistiek kwam hem 'uitgesproken opgeblazen' voor: 'Die Tijs van den Brink mag van mij best Balkenende interviewen.'
    En dan is er - na een stukje Nova - Barend & Van Dorp waarvoor hij inmiddels nogal allergisch is geworden.'Ze hebben die enorme neiging om in hypes te springen, om dat dan later weer te gaan zitten nuanceren onder het motto van we zijn toch zulke goeie journalisten. En dan jan, die daar op een morele toon van likmevestje de domme August, de malloot, de hofnar, zit te spelen, in samenspraak met zijn twee intellectuele vrienden, dat vind ik een mengeling van verachtelijk en zielig. Maar echt weerzinwekkend is dat populisme van jan als-ie letterlijk het publiek erbij gaat betrekken. En journalistiek-ethisch verwerpelijk vind ik z'n neiging om die ene rol, zoals die kwestie Dick Advocaat, te gaan verbinden met die andere als Volkskrant-columnist. Je hebt ruzie met je buurman, dan ga je toch niet in de krant schrijven: mijn buurman is een lul, hou toch op zeg.'
    'Ach, de televisie is één groot kletscircuit, waarbij de televisie wel de macht heeft, hoezeer dat medium nog altijd volgend is ten opzichte van de krant. Er is die enorme behoefte aan meningen die allemaal in die vraatzuchtige muil van de tv verdwijnen. Als spreeuwen duikt men collectief op die ene broodkorst. om ertoe te doen en macht te krijgen is ergeen ander alternatief dan je kop te laten zien. Maar nog gekker is dat wat al die zogenaamde meningen behelzen er eigenlijk geen reet toe lijkt te doen. Sterker nog, bij al die praatprogramma's laat men het liefst meningen invullen die ze er zelf toch ook al een beetje op na houden. En dan komen de Maarten van Rossems, de Leon de Winters, de Thomas von der Dunks, of de Joost Zwagermannen, kortom iedereen die een paar zinnen achter elkaar uit zijn bek kan krijgen, natuurlijk als geroepen.'

Blokker vertrok op een gegeven moment bij de Volkskrant, waar hij werd "opgevolgd door Bert Wagendorp, iemand die op zijn minst net zo cynisch is, en inhoudelijk helemaal niets te vertellen heeft, gestoord als zijn geest is door multiculturalisme en andere ideologieën  . Over deze cynische nitwit (taalgebruik overgenomen van Wagendorp) heeft Blokker zich wél positief uitgelaten. Bijna het toppunt van cynisme.

Een ander nest van cynisme: de VPRO (VARA TV Magazine, nr. 45-2006, interview door Cecile Koekkoek):
  Taboe or not taboe

Met de documentaire Zijn of azijn maakte hij zijn midlifecrisis wereldkundig. Bij Sonja (zaterdag, Ned.l, 22:00 uur) vertelt hij waarom. Bram van Splunteren over de invloed van emo-tv.


Hoe was het bij 'Sonja'?
Sonja Barend blikt terug op emo-tv, met mij, en Catherine Keyl. Paul Schnabel voorzag het geheel van deskundig commentaar. Waarom storten mensen hun ziel en zaligheid uit op tv?

Daar moet jij het antwoord opweten, gezien jouw spraakmakende egodocumentaire 'Zijn of azijn' uit 2004.
Ik had verschillende redenen om Zijn of azijn te maken. Ik werkte voor VPRO's Het geluk van Nederland al maanden met een groep mensen en wilde weer eens iets individueels maken. Zijn of azijn werd mijn afscheid van het cynisme. Het cynisme van links, en mijn eigen cynisme. Bovendien was mijn problematiek, die van een man in een midlife crisis, herkenbaar voor anderen.

Dat is heel nobel van je, maar de tv-recensenten noemden je een gekrenkte narcist.
Mijn beste vriend mailde: het is een schreeuw om aandacht. Dat kon ik niet hebben. Het heeft onze vriendschap verpest. Later dacht ik: hij heeft gelijk. De tragiek van mensen zoals ik is dat wij heel veel aandacht nodig hebben. Pas dan heb ik het idee dat ik geslaagd ben. ...

De oorzaak van dit cynisme: alfa-intellectualisme . Als je ook maar en beetje je door hebt hoe je als alfa-intellectueel in het leven staat, wordt acuut cynicus.

Derde rubriek: politiek-correctelingen (de Volkskrant, 19-02-2005, artikel van Pieter Hilhorst):
  Waarom zegt een voorbeeld van bedrog meer over de wereld dan een voorbeeld van trouw?

...   Om dat kleine verschil te zien, om oog voor detail te hebben, is de onbevangenheid van de kort-gebroekte denker onontbeerlijk. Hij of zij, want ook vrouwen kunnen kort-gebroekt door het leven gaan, wil zich graag door de werkelijkheid laten verrassen. Hij wil niet worden bevestigd in zijn mening, maar openstaan voor het tegendeel. Hij onderzoekt dan ook vooral wat niet strookt met de eigen vooronderstellingen.
    Onlangs gaf Condoleezza Rice een verklaring uit waarin stond dat een inval in Iran 'nu niet op de agenda stond van het Witte Huis'. Ik keek naar het bericht op teletekst met de historicus Chris van der Heijden. Hij zei: 'Als het Witte Huis gaat ontkennen dat het nu op de agenda staat, ga ik me pas echt zorgen maken.'
    Pas door de ontkenning wordt de invasie een reële optie. Het is een slimme analyse. Maar de vraag is wat je er dan mee moet. Er zijn inderdaad onheilspellende parallellen tussen Iran en Irak. Zo heeft David Kay, een van de wapeninspecteurs van de Verenigde Naties in Irak, gewaarschuwd voor het feit dat bij de analyse van het atoomprogramma van Iran weer gebruik wordt gemaakt van de informatie van politieke vluchtelingen. In het geval van Irak bleken die verklaringen uitermate onbetrouwbaar.
    De cynicus zou zeggen: ik weet genoeg, dat gaat weer mis, de Amerikaanse machtshonger slaat weer toe. ...

Bij een op zich juiste analyse van cynisme, gebruikt Hilhorst als contravoorbeeld de politiek van de Verenigde Staten. Dat is een dusdanig slecht voorbeeld dat men er bijna iets cynisch in zou zoeken. Om die reden een psychologisch uiterst interessant artikel.

Vierde grote rubriek: het Oude Testament (de Volkskrant, 02-04-2009, column door Max Pam):
  Ook al zou de ledlamp twintig jaar meegaan, dan nog is dat geen reden te denken dat mensen nooit meer lampen zullen kopen. Mensen houden niet van oude spullen, behalve als ze antiek zijn.

Waarom het nieuwe zo aantrekkelijk is


Vorig jaar introduceerde Philips de ledlamp. Led staat voor light emitting diodes, wat in de praktijk betekent dat de lamp niet heet wordt en daardoor zuiniger is in het energiegebruik. ...
    ... Deze week stond in de krant dat de prestaties van de ledlamp nogal tegenvallen. Het Nationale Metrologisch Instituut Nederland, dat voorheen eenvoudig het Nederlands Meetinstituut heette, heeft vastgesteld dat de claims van de fabrikanten niet worden waargemaakt. De ledlamp is beslist niet 85 procent zuiniger dan de gloeilamp en evenmin 25 procent zuiniger dan de spaarlamp. In sommige gevallen doet de spaarlamp het zelfs beter.  ...
    Ik geloof helemaal niet dat Philips ergens bang voor hoeft te zijn.
    In het begin van de jaren negentig adverteerde Volvo met een auto 'die 25 jaar meegaat'. Erg lang is dit model populair geweest Als je je bij het parkeerterrein van de VPRO opstelde, zag je die Volvo's in het gelid binnenrijden. De auto was en vogue bij de gegoede middenklasse, die graag wilde laten zien dat duurzaamheid hoog in het vaandel stond. De 25-jarige claim van Volvo zou weleens terecht kunnen zijn, maar al na tien jaar zag je dat model steeds minder langs komen. Nu rijden er alleen nog volbepakte Turkse families in.
    Dat de mens naar duurzaamheid streeft, lijkt mij ook een mythe. Mensen willen veel vaker iets nieuws dan iets ouds. Een ding dat niet kapot wil, begint op den duur te knellen. Het begint in de weg te staan, te irriteren en tenslotte begint het je uit te lachen of je anderszins te pesten. Eigenlijk willen wij alleen maar iets ouds als het zeldzaam is en een speciale waarde vertegenwoordigt. Verder zijn wij helemaal ingesteld op de vreugde van het nieuwe. Geef een kind een nieuwe fiets en je ziet het mechanisme tot volle wasdom komen in de vorm van een blij gezicht.
    Maar de aantrekkelijkheid van het nieuwe geldt niet alleen de dingen. Die geldt ook ervaringen, gevoelens en ideeën. Die geldt voor alles, op een heel enkele uitzondering na, misschien.
    De dichter Remco Campert laat een van zijn romanfiguren, die al een hele tijd aan de bar hangt, zeggen: 'Er ontstaat dorst naar nieuwe woorden in een nieuwe locatie.' Eenmaal op de nieuwe locatie aangekomen drinken ze gewoon op de oude voet verder, tot ze weer allemaal aan de bar hangen. .
    Maar voor de rest wordt het niets met die duurzaamheid.

Max Pam is een bekende cynicus, en dit is een standaard voorbeeld van de redenatie van "de mensen deugen niet...", en hier niet vermeld maar daar gaat het meestal wel om, "...dus hoef ik het ook niet te doen." Een regel om hier mee om te gaan is dat je er eigenlijk altijd vanuit moet gaan dat de aan "wij" toegeschreven uitspraken alleen over de schrijver of spreker zelf slaan, als het negatieve dingen betreft.
    Net als de vorige rubrieken stoelt het cynisme van het Oude Testament in het deels besef van de eigen weerzinwekkende achtergrond.

Daar waar ideologie een vaste oorzaak is van cynisme, is multiculturalisme in die groep weer één van de sterkste. Hieronder een wat oudere bijdrage van Marcel van Dam, bij wie de hardste kantjes inmiddels onder de mokerslagen van de niet-integrerende allochtone werkelijkheid wat af zijn gegaan (de Volkskrant, 26-02-2004, column van Marcel van Dam):
  Leve Nederland, leve het cultuurrelativisme

...    En toch ben ik een cultuurrelativist en een multi-culturalist. ...
    Al sinds het midden van de 19de eeuw heeft het cultuurbegrip een neutrale inhoud: men made environment, dat vind ik de beste definitie van cultuur. De door de mens gecreëerde omgeving in geestelijke en materiële zin. Per definitie betekent dit dat je 'cultuur' ook in het meervoud kan gebruiken. Er zijn verschillende culturen. Zelfs binnen een staat en een natie
    Toen het cultuurbegrip nog een uitgesproken normatief karakter had, bestond de gewoonte een soort evolutionair model te hanteren bij het beschrijven van culturen, van 'wild' naar 'beschaafd'. Bij die opvatting hoorde natuurlijk een zendingsdrang. We wilden die arme wilden helpen net zo beschaafd te worden als wij.
    Het cultuurrelativisme, zoals dat in de cultuurfilosofie van de 20ste eeuw gestalte kreeg, beschouwt alle culturen in beginsel als gelijkwaardig. En daarmee hangt samen de opvatting dat normen en waarden nooit absoluut zijn. De waarheid heeft nu eenmaal vele gezichten.   ...
    Zijn er dan geen universele normen'' je kunt hooguit zeggen dat sommige normen universeler zijn dan anderen. 'Gij zult niet doden' is zo'n norm. Toch hebben ze in Amerika de doodstraf en wij niet. Toen de Britse minister van Buitenlandse Zaken een paar jaar geleden er bij zijn ambtgenoot in Singapore op aandrong de doodstraf voor een Brits onderdaan om te zetten in levenslang, antwoordde deze fijntjes dat het de Britten waren die de doodstraf daar hebben ingevoerd.
    Of neem de democratie als universele norm, of grondrechten als de bescherming van de lichamelijke integriteit van mensen. In de Verenigde Staten wordt een president met zeer grote bevoegdheden, die ook beslist over oorlog en vrede in de rest van de wereld, gekozen door minder dan 50 procent van de bevolking. Die keuze wordt dan nog voor een flink deel bepaald door de hoeveelheid geld die een kandidaat heeft weten te vergaren bij het bedrijfsleven. Als de verkiezing al niet gestolen is, zoals bij Kennedy en Bush waarschijnlijk het geval was.
    En welke morele voorsprong heeft Europa eigenlijk te danken gehad aan de democratische verkiezing van Hitler? Welke universele rechten danken de Palestijnen aan de democratisch gekozen Sharon?
    Hoeveel autocratische regimes zouden zich niet schamen voor een maatregel om schending van, de lichamelijke integriteit van sommigen op te willen sporen door alle minderjarige vrouwelijke leden van een bepaalde etnische groep te verplichten in hun kruis te laten kijken. Waarmee hun recht op lichamelijke integriteit evenzeer wordt geschonden als het non-discriminatiebeginsel. ...

De stelling dat alle culturen gelijkwaardig zijn, is het uitgangspunt. Als voorbeeld pakt Van Dam een cultuurwaarde: het gebod tegen moord, en constateert dat het sommige landen vallende onder de westerse cultuur overtreden wordt in de vorm van de doodstraf. Dus is de westerse cultuur niet meer dan andere culturen. Soortgelijke redenaties worden opgehangen met betrekking tot de cultuurwaarde van de democratie: democratie heeft ook geleid tot Hitler en Sharon, dus is de democratie geen absolute cultuurwaarde.
    De denkfout hierachter is zo bekend dat er een zegswijze voor bestaat: het kind met het badwater weggooien. Er is een vlekje aan het westerse gij-zult-niet-doden en de westerse democratie, dus is het niks. Want dat wil het zeggen als je alle culturen en daarmee alle waarden gelijk maakt. Het gedrag van Hitler, Sharon, George W. Bush en Saddam Hoessein is maakt ook deel uit van een cultuur, is ook cultuur. Al deze culturen gelijk stellen aan de westerse verlichte cultuur maakt alle cultuur en alle waarden gelijk. Uiteindelijk gelooft zelfs Marcel van Dam, ondanks expliciete uitspraken van het tegenovergestelde, daar geen barst van.
    Het vervelende is echter dat cultuurrelativisten als Van Dam met hun ideeën doorredeneren. De uitkomsten van die redenaties, startende met een fout uitgangspunt, leveren dus opzichtig foute conclusies. Daar waar die conclusies over beleid gaan, leveren ze contraproductieve resultaten. Het voorbeeld in Van Dam's column is dat van de inspectie op vrouwenbesnijdenis. Uitgaande van zijn cultuurrelativisme komt Van Dam op een afkeuring van inspectie. De feiten zijn dat vrouwenbesnijdenis een verminkende handeling is, die gedaan wordt vanuit een egoïstisch deelbelang (mannentrots) ten koste van een ander deelbelang (vrouwengeluk). Van Dam kiest in deze dus voor het negatieve boven het positieve. Een typisch kenmerk van het cynisme.

De Volkskrant heeft sinds het vertrek en de dood van Jan Blokker twee nieuwe cynici aangesteld. Drie keer per week krijgen ze daar een portie van sportjournalist Bert Wagendorp (toenmalig specialisme: grappen over het uiterlijk van schaatssters), die dan ook door Jan Blokker bestempeld werd als een waardig opvolger, en later kwam daarbij, speciaal voor de Haagse verslaggeving, schrijver Peter Middendorp (de Volkskrant, 02-07-2011, column door Peter Middendorp)
  Tussen de barbecues

Tussentitel: Zijn er ook nog mensen die gewoon een beetjes een normale, alledaagse, hekel aan alles hebben?

...    Het is één ding dat ons debat uit ja en nee bestaat, vega’s en varkens, haters en knuffelaars, Brussens en Von der Dunks, allemaal mensen die lang, hard en vreugdeloos ‘wel’ en ‘niet’ naar elkaar roepen. Maar is er ook nog ruimte voormensen zoals ik? Die gewoon een beetje een normale, alledaagse, schouderophalende hekel hebben aan alles?
    Ik heb een keurig nette hekel aan de islam. Ik heb een keurig nette hekel aan een hoofddoekverbod. Maar soms heb ik het gevoel dat ik met mijn middle of the road-haat net zo goed achter een boompje kan gaan staan.

Van de haat tegen een hoofddoekenverbod doet Middendorp regelmatig getuige. Een haat tegen de islam is nog nooit iets van naar buiten gekomen. We mogen dus veilig aannemen, ter oplossing van het contradictie, dat het tweede een keiharde leugen is. Waarmee de rest meteen helemaal op zijn plaats valt: Midendorp is wel net als de rest van de genoemde heren een cynicus, maar er zijn een paar uitzonderingen. En net als bij wijlen Blokker en Wagendorp zijn dat voornamelijk zaken aangaande jodendom, islam, of immigranten of migratie in het algemeen. Kortom: alles aangaande de volbloed cultuurbarbarij.


Naar Cynisme  , of site home  .