Bronnen bij Nut van religie: bindmiddel

Onderstaand een artikel waarin de misverstanden over religie als bindmiddel wordt gepropageerd, en daarop volgend een waarin dat wordt weerlegd:


Uit: De Volkskrant, 22-03-2006, door Marleen Barth, voorzitter van de Onderwijsbond CNV; en Alexander Pechtold, minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.
  Laat religie bindmiddel zijn

Terwijl de Tweede Kamer vandaag debatteert over de Deense cartoonrel, zien Marleen Barth en Alexander Pechtold een rol voor religie als bindmiddel.

Tussentitel: Pas als mensen zich zeker voelen, kunnen zij volledig meedoen

In het publieke debat is steeds meer sprake van een schijntegenstelling tussen enerzijds religie en anderzijds het openbare leven. Alsof het zo is dat in Nederland religie geen plaats had, noch mag hebben, in maatschappij en politiek. Dit is niet alleen historisch gezien onjuist, dit is maatschappelijk ook ongewenst. Religie is voor miljoenen mensen een ankerpunt in hun leven. Een bron van inspiratie. Inspiratie die we moeten gebruiken, om te voorkomen dat mensen aan de kant blijven staan.
    Kortom: geef mensen de ruimte en laat religie en/of levensbeschouwing een maatschappelijk bindmiddel zijn.
    ... We waren al multicultureel lang voordat het woord bestond. De Nederlandse maatschappij is solide genoeg om diversiteit aan te kunnen. Dat is onze kracht.
    Maar deze kracht kan zich alleen ontwikkelen als de grondrechten betekenis hebben in het dagelijks leven. Wij hebben niets aan grondrechten als juridische metabegrippen, zonder dat ze zijn geworteld in de samenleving. Is het erg dat er specifiek Turkse voetbalclubs zijn? Nee, deze jongens kunnen sporten, omdat zij een clubhuis hebben waar geen alcohol wordt geschonken en waar een aparte bidruimte is. Op deze manier komen zij in aanraking met andere clubs, andere spelers en andere culturele uitingen. Er is niets op tegen dat zij hiervoor een eigen clubverband aangaan. De vrijheid van vereniging geldt ook voor hen.
    Ook in het onderwijs wordt verscheidenheid en het recht op 'culturele en religieuze zelfbeschikking' tot op de dag van vandaag gekoesterd en gewaardeerd. Vroeger gold - sterker dan nu - dat veel protestantse en katholieke ouders het heel belangrijk vonden dat hun kinderen op een school zaten die dezelfde religieuze achtergrond had. ...

Hier wordt de bindende rol van het bestaan van verschillende religies gepostuleerd, en gewezen op het verleden waarin ook religies naast elkaar hebben bestaan. Wat weggelaten wordt is dat het naast elkaar bestaan van religies vroeger ook een bron van strijd was. En dat die religies slechts een fractie van elkaar verschilden ten opzichte van het verschil, met de islam, waar we het nu over hebben. Er is geen enkel bewijs geleverd voor het nut van het naast elkaar bestaan van religies - integendeel.
    Nog een voorbeeld van de gezond-verstand wijsheid dat slechte verhalen samengaan met slechte argumenten:
 
  In de grote steden zien we al dat de vieringen van het Holifeest en het Suikerfeest normale en geaccepteerde verschijnselen zijn, waaraan mensen met verschillende achtergronden en religies deelnemen. Ook op openbare of christelijke scholen wordt hieraan vaak aandacht geschonken. Deze feesten hebben een vaste positie verworven in de samenleving en zijn nu momenten geworden waarop hindoeïstische en islamitische burgers hun buren deelgenoot maken van hun tradities en gewoontes. Misschien zijn het over tien jaar wel nationale feestdagen.

Waar iets als een suikerfeest gevierd wordt is dat van hogerhand, leerkrachten, bestuurders, opgelegde zaken, waar autochtone ouders veelal tegen zijn. De waanzin waarvan wordt bevestigd door de suggestie dat holifeest of suikerfeest officiële feestdagen kunnen worden. Ten eerste strookt het niet met de door dit soort mensen in andere contexten steevast verkondigde mening dat er helemaal niet zo veel moslims zijn, en ten tweede kan je niet extra feestdagen oi9nvoeren zonderecono9miusche schade,of het afschaffen van bestaande feestdagen. Iets dat al eerder is gesuggereerd en waar begrijpelijk meteen gigantisch verzet tegen kwam.
    Kortom, dit is de luchtfietserij van door ideologie tot waanzin gedrevenen:
 
  Sommigen verwijten 'de politieke elite' pragmatisch om te gaan met grondrechten. Dit zou je ook als een compliment kunnen zien. ...
    Juist in deze tijd is het een uitdaging de traditie van pluriformiteit op een moderne manier door te geven aan nieuwe generaties. Generaties van oude en nieuwe Nederlanders. Dat vereist tolerantie en respect van alle kanten. Pas als mensen in hun waarde worden gelaten, wanneer zij hun eigen religie of levensovertuiging niet hoeven af te leggen alvorens te worden geaccepteerd, kunnen zij werkelijk deelnemen aan de samenleving. Dat we allemaal verschillend zijn, is juist wat ons bindt.

'Dat we allemaal verschillend zijn, is juist wat ons bindt.' is hetzelfde als: "de overeenkomst tussen de blokjes is dat ze allemaal verschillend zijn". Een overduidelijk geval van een keizer zonder kleren, met het jongetje roepende: "Maar de blokjes hébben geen overeenkomst en dus geen binding!" Met als fundamentele waarheid hierachter dat vinding leidt tot overeenkomst.

Een andere stem die dezelfde soort analyse pleegt (de Volkskrant, 28-03-2006, door Nausicaa Marbe, journalist en schrijver, en vaste bijdraagster aan de Forum-rubriek Stelling):
  Zet af, die relipositivo-bril

Religie is geen bindmiddel voor de dunne soep van het multiculturalisme, betoogt Nausicaa Marbe. Geloof moet niet met onmogelijke opdrachten worden belast.

Tussentitel: De islam werkt niet eens bindend voor moslims onderling

Mijn echtgenoot (honderd procent Nederlands) en ik (Grieks, Spaans en Roemeens bloed) deelden onlangs een treincoupé met een Keulse Turk. De man dacht in onze alliance een Turks-Teutoons huwelijk te herkennen en stak de loftrompet. Turken moeten vaker niet-Turken huwen, was zijn devies. 'Dann kein Problem mehr in Gesellschaft.' We knikten schuchter. Mag dat wel van de islam? 'Ach,' verzuchte hij, 'die Liebe is sterker dan het geloof.' Want liefhebben, doceerde hij, doen we allemaal. Geloven niet.
    Wijze woorden in een wereld waar religieuze kwesties dagelijks aanleiding geven tot geweld en intolerantie. Alleen al de islam toont verschillende gezichten, waaronder het kwaadwillende jegens het Westen. Zelfs gematigde islamieten hebben soms moeite met het combineren van religieuze en Westerse waarden. Een voorbeeld hiervan gaf de Nederlands-Palestijnse journalist Imad el Kaka in een interview: 'Als journalist en schrijver strijd ik voor homo-emancipatie, maar als moslim ik weet het gewoon niet.'
    Urgente dilemma's, begrijpelijke verwarring, kwetsbare nuances. Bij de hoogwaardigheids-bekleders Marleen Barth en Alexander Pechtold moet je daarvoor niet aankloppen, gezien hun opstel 'Laat religie bindmiddel zijn' (Forum, 22 maart). Daarin hameren de voorzitter van de Onderwijsbond en de minister van Bestuurlijke Vernieuwing op het idee dat het geloof onontbeerlijk is voor integratie. Als voorbeeld juichen ze de islamitische school toe. Zo'n school garandeert 'een basis die ze (de kinderen) in staat stelt vol zelfvertrouwen en met een open blik de wereld tegemoet te treden'.
    ... Feit blijft dat ruimdenkendheid niet de specialiteit is van religieuze scholen. Kinderen die hun lichaam voor de medemens moeten bedekken en de andere sekse leren mijden, worden gedrild voor een sektarisch bestaan. De keuze voor een islamitische school mag een recht zijn - daarmee is die nog niet 'integrerend en normaliserend' en bovendien wekt het duo Barth/Pechtold zo de kwalijke suggestie dat het seculiere onderwijs dat niet is.  ...

Pas even verderop geeft Marbe zelf het juiste tegenargument
 
  Intussen leert de praktijk dat migranten juist buiten het geloof om integreren. Niet het religieuze onderwijs, maar de gemengde school biedt hoop. Ouders van jonge kinderen hebben - in álle culturen - herkenbare sores. De combinatie van ouderschap en broodwinning; het temmen van het tiranniek emanciperende kroost; omgaan met de huishoudschuwe wederhelft; kopzorgen om de slinkende kwaliteit van het leven. Discussies daarover op het schoolplein scheppen diepere banden dan welk religieus dictaat van naastenliefde ook. Scholieren komen niet vooruit door stichtelijk onderwijs, maar door bezielde leraren die hun talenten erkennen en stimuleren. De moslimmeisjes die hun best doen op school, werken niet hard omdat Allah hen een wetenschappelijke educatie oplegt. Doorgaans heeft hun moeder ze ingefluisterd dat ze alle kansen moeten grijpen die Nederland vrouwen biedt.

En op nog een andere plaats:
 
   De eerste generatie moslims in Nederland kreeg precies wat Barth en Pechtold voor ze claimen: ruimte. Toch werd integratie geen favoriete bezigheid. De onvermijdelijke malaise van veel emigranten is vaak het gepruttel tussen twee culturen. Je kunt die ontstijgen als je bereid bent de cultuur van het nieuwe land te savoureren. ...

En wat voor het onderwijs geldt, geldt ook voor de relationele omgang:
 
  Dan de liefde. Een happy ending voor Romeo en Julia in De Baarsjes is helaas geen gemeengoed. Toch hoef je geen rasoptimist te zijn om van hartstocht integratiewonderen te verwachten. Maar die zijn pas mogelijk als de geloofsbarrière verdwijnt. Voor veel trouwlustige moslimmannen zijn zelfs de inheemse moslima's geïnfecteerd met het vrijheidsvirus. Importbruiden staan pas garant voor dienstige vroomheid - ziehier de non-integratie op religieuze gronden.

Ook hier is religie geen bindmiddel, maar in de praktijk een ernstige hinderpaal gebleken. Waarover zelfs boeken worden worden geschreven vol schrijnende verhalen.
    En er volgen nog wat stevige conclusies:
 
  Het geloof is geen wondermiddel dat culturele botsingen oplost. Geen garantie voor human bonding en helemaal geen bindmiddel voor de dunne soep van het multiculturalisme. Als de discussie over de relatie tussen islam en geweld weer eens oplaait, horen we al die opgewonden stemmen elkaar tegenspreken. De een verdraait de feiten, de ander ontkent de rol van religie, een derde praat alles goed. De islam werkt niet eens bindend voor moslims onderling.   ...
    Het wordt tijd dat Pechtold, Barth en hun blije gelijkgestemden de relipositivo-bril afzetten. Dan wordt zichtbaar dat Nederland wél een tegenstelling kent tussen gelovigen en niet-gelovigen. Die wordt gevoed door mensen die in naam van een opperwezen dogmatische maatschappelijke veranderingen willen afdwingen. Door politici die vanaf de veilige zijlijn religies boven alle kritiek verheffen. Door allen die de scheldnaam 'seculiere fundamentalist' hanteren zodra iemand pleit voor de scheiding van kerk en staat. Atheïsten ondervinden daar last van. Zeker nu hen wordt verweten dat hun goddeloze attitude multi-etnische verzoeningsprocessen dupeert.
    Het is al bar dat fanatici het geloof misbruiken om de werkelijkheid naar hun hand te zetten. Politici moeten zich niet aan hetzelfde schuldig maken. Religie is geen trukendoos om politieke idealen te verwezenlijken. Wie het geloof lief heeft, zadelt het niet op met onhaalbare opdrachten. Het streven naar een samenleving waarin religie de integratie niet belemmert, is al moeilijk genoeg.

Conclusie:  In het geval van de integratieproblemen van de immigranten van de laatste decennia in Nederland, is het overduidelijk dat de sterke groepsbinding veroorzaakt door de islam sterk heeft bijgedragen aan die integratieproblemen. De cartoonrellen, en de manier waarop Deense moslims daarvoor steun hebben gezocht en gekregen in buitenlandse, Arabische, landen, is een treffend voorbeeld - het feit dat Pechtold en Barth hierin aanleiding zien om zalvend te praten over de binding tussen verschillende geloofsgroepen is naïviteit van het niveau waar het schuldigheid aan verraad van de redelijke mensheid begint te naderen.
 
Sinds het noteren van het laatste zijn enige jaren verstreken. In die jaren is de discussie rond de islam enigszins opgeschoten. Een artikel als onderstaand, met diepgravender godsdienstkritiek, is slechts daardoor mogelijk geworden (de Volkskrant, 30-09-2010, door Rik Smits
  Monotheïsme leidt tot superioriteitsenken

Dreigementen met het kromzwaard of met de Commissie Gelijke Behandeling zijn niet van de lucht

Rik Smits is taalkundige en publicist. Hij verwerpt de opvatting dat monotheïsme in wezen godsdienstkritiek is. Naar zijn oordeel is het monotheïsme ‘de moeder van bijna alle superioriteitsideologieën’. En waaraan ontlenen de zich superieur wanende religies hun kracht? Aan het permanente schuldgevoel dat de gelovigen wordt opgedrongen.

Soms overtreft de werkelijkheid de stoutste verbeelding. Onlangs verwees Arnon Grunberg in zijn Voetnoot zonder een spoor van ironie naar schrijver Marc de Kesel, die betoogd had dat ‘de kern van het monotheïstisch project het ontmaskeren van afgoden is, dat monotheïsme in wezen godsdienstkritiek is’. Dat klinkt diepzinnig, maar is een zouteloze tautologie, die slechts dient om de kwalijke aard van het monotheïsme te versluieren.
    De Kesels stelling is een tautologie omdat afgoden alleen kunnen bestaan bij de gratie van een superieure god. Afgoden zijn altijd goden van een ander, bezien door de ogen van mensen die hun eigen god niet alleen als de beste, maar als de enige echte beschouwen. Omgekeerd bestaat er per definitie geen afgoderij voor mensen die zonder god zijn of die ieder zijn eigen goden gunnen. We hebben dat doorgaans niet in de gaten, om dezelfde reden als ook een zelfverklaarde goddeloze als Grunberg in de vrome praatjes van De Kesel trapt: onze West-Europese cultuur is zo doordrenkt van monotheïsme dat het idee van geen god, of juist twee of zes, ons vreemd is en bedreigend voorkomt. ...
    Monotheïsme is alleen godsdienstkritiek als we daaronder het minachten van andermans geloof verstaan. Maar in de kern is monotheïsme de moeder van bijna alle superioriteitsideologieën. Zij die ervan overtuigd zijn de enige waarachtige god aan te hangen, stellen zich onvermijdelijk boven elke andersdenkende medemens. Zij vormen het uitverkoren volk, de ware gelovigen, de beschaafden met een white man’s burden. Die status machtigt hen tot missioneren, maltraiteren en moorden zoals het uitkomt. Hun vanzelfsprekende morele meerwaarde geeft ze jegens andersdenkenden recht op materiële en seksuele voorrechten. Geen vrome redenering, geen beroep op een of ander heilig boek die daar iets aan verandert, zolang je een ander zijn eigen god niet gunt op voet van gelijkwaardigheid.   ...

De kern van de zaak aangaande deze drie. Een enkele almachtige godheid is per definitie superieur. En dus ook zijn aanhangers. Te beginnen natuurlijk met de uitvinders van het idee: de joden. Die zijn dan ook uitverkoren boven alle andere volken. Erger in superioriteitsdenken kan je het niet krijgen - ook niet bij de nazi's. Dat ze er dan ook problemen mee kregen, is nauwelijks verwonderlijk:
 
  Wezenskenmerk van monotheïsme is ook de drang om de eigen normen en waarden buiten de eigen geloofsgemeenschap dwingend op te leggen. Daarin verschillen Israëlische orthodoxe joden die het openbare leven op de sabbat proberen lam te leggen, niet van de zeloten die van Nigeria tot Indonesië de sharia willen vestigen. En ook niet van de christelijke missionarissen en zendelingen die zonodig met harde hand ‘wilden’ aan een bijbel, zedige kledij en een exploitabel arbeidsethos hielpen of ook nu nog Afrikanen van de condooms afhouden.

Met natuurlijk de nodige problemen in de omgang met anderen:
 
  Even wezenlijk is het ten koste van de vrijheid van andersdenkenden opeisen van een bevoorrechte positie voor het eigen gedachtegoed. Kritiek van buitenstaanders wordt even weinig geaccepteerd als het in twijfel trekken van geloofsartikelen. Men acht zich onmiddellijk gekwetst en beledigd, onder aanroeping van de bijzondere heiligheid en de diep gevoelde betekenis van een en ander. Dreigementen met het kromzwaard of dat van vrouwe Justitia dan wel – in Nederland – de Commissie Gelijke Behandeling, zijn niet van de lucht.

Met een directe referentie aan datgene waar wij in Nederland mee te maken hebben: de interactie met het superioriteitsgeloof van de islam   :
 
  Andersdenkenden gaan daarin maar al te gemakkelijk mee.

Dit is zo in het huidige West-Europa, maar het is niet de normale gang van zaken. Dat is strijd in diverse vormen.
     Maar er zijn nog wat andere aspecten:
 
  Dat deze drie exponenten van zo’n blijkbaar onaantrekkelijke vorm van religie zulke exceptionele successen boekten en een ongeëvenaard uithoudingsvermogen bezitten, komt doordathun dwingende karakter niet wortelt in het gebruikelijke brute geweld. Het instrument waarmee de grote monotheïstische godsdiensten hun kudde disciplineren en bijeenhouden, is schuldgevoel, de exploitatie van het menselijk tekort. Alle drie hebben ze als kernwaarde een stelsel van taboes en rituelen dat flink botst met basale menselijke gevoelens en verlangens. Bizarre spijswetten, vijf keer per dag alles neerleggen om te bidden, langdurig vasten, het onderhouden van absolute zondagsrust, allerlei vereisten inzake seksuele onthouding, het is menselijkerwijze ondoenlijk om altijd aan dat alles te voldoen. Het gevolg is dat iedere oprechte gelovige wel in een of ander opzicht tekortschiet en in gedurige frustratie met zichzelf leeft.
    De prijs van zo’n op onvermijdelijke zondigheid gegrondvest stelsel is hoog. Stiekemheid en schaamte zijn onafscheidelijke metgezellen van de gelovige. Ieder kent wel feilen van anderen en vreest het omgekeerde. De schijn van onbevlektheid moet daarom koste wat kost worden opgehouden. Dat is een perfecte voedingsbodem voor het soort dubbele moraal dat even gemakkelijk de mensonwaardige positie van islamitische vrouwen en de hele eerwraakellende rechtvaardigt, als de sociale uitsluiting van afvalligen in protestantse gemeenten en het gefoezel in katholieke internaten.
    Triest genoeg houdt het superioriteitsdenken niet stil bij de deur van het godshuis. Onderling minachten monotheïsten elkaar al even fanatiek: sjiieten tegen soennieten, katholieken tegen protestanten, protestanten tegen andere protestanten
    Zolang het monotheïsme norm blijft, kan er niets veranderen. Maar alternatieven als het rigide, elk geloof veroordelende atheïsme van Richard Dawkins bieden ook geen soelaas, daarvoor zijn hij en zijn gedachten zelf te veel het product van een monotheïstische denkcultuur. Alleen door in te zien dat juist het aan monotheïsme inherente superioriteitsdenken de bron is van onmetelijk veel ellende, kunnen we de wereld tot een prettiger oord maken.

Eet u smakelijk - geestelijk gezien.


Naar Religie, nut  , of site home  .

28 mei 2006