Bronnen bij Democratie, praktisch: een discussie
Er lijkt geen
beter alternatief voor democratie voorhanden. Toch zijn er vele klachten over
het functioneren ervan. Veel daarvan wordt geassocieerd met de de aard van de
kiezers, veelal neerkomend op ze zijn niet deskundig genoeg. Dus lijkt er een
simpele oplossing: selectie. Maar dan is het geen democratie meer, is de
standaard tegenwerping, maar iets als aristocratie. Dat laatste is echter niet
helemaal hetzelfde: bij aristocratie wordt er niet gekozen door anderen -
aristocraten bepalen zelf wie aristocraten, "waardig", zijn.
Het lijkt dus de moeite waard om naar een vorm van selectie
te kijken. Onderstaand een discussie die volgde op een pleidooi ervoor:
Uit: De
Volkskrant, 31-12-2004, ingezonden brief van Kemal Inci, Deventer
Domme kiezer heeft helaas evenveel stem als slimme
Is de vrijheid van meningsuiting heilig en onbegrensd"? Moet vrijheid van
meningsuiting in dienst staan van de menselijke waardigheid of mag het die ook
ondermijnen? Hoe is de vrijheid van meningsuiting te verenigen met de islam? Dit
zijn de vragen die mij en vele anderen bezighouden.
De menselijke waardigheid is het centrale thema dat gelovigen
en niet-gelovigen met elkaar verbindt.
De menselijke waardigheid wordt volledig gediend in een
zuivere democratie, waarin de in bewustzijn en wijsheid hoogwaardige kiezer
optimaal tot zijn recht komt in zijn invloed op zijn leefwereld waaraan hij zijn
voortbestaan, waardigheid en identiteit ontleent.
Momenteel kan er geen sprake zijn van een zuivere democratie
gezien de angstaanjagend lage kwaliteit van het electoraat. Immers, de kracht en
kwaliteit van een democratie hangen af van het bewustzijn en de wijsheid van de
kiezer.
In de huidige democratieën heeft de domme kiezer evenveel
stem als de slimme kiezer, de onbewuste evenveel als de bewuste, de onwetende
evenveel als de wetende, de onverantwoordelijke evenveel als de
verantwoordelijke, de gewetensloze evenveel als de gewetensvolle en de asociale
evenveel als de sociale.
Een praktische oplossing voor een hogere kwaliteit van de
democratie is de invoering van een gewogen stem waarbij de wijsheid van de
individuele kiezer aangaande de menselijke waardigheid maatgevend is.
Vanwege het ontbreken van een universele maatstaf voor
menselijke waardigheid is dit helaas (nog) niet haalbaar. Daarom is het enige
reële alternatief de kiezer bewuster en wijzer te maken.
Bij het bewustwordingsproces is de uitwisseling van
informatie van wezenlijk belang. De absolute voorwaarde voor uitwisseling van
informatie is de vrijheid van meningsuiting.
De vrije meningsuiting moet echter niet worden gezien als een
verworven recht op ordinaire of artistieke zelfexpressie maar als de
democratische plicht van verantwoordelijke en zichzelf respecterende individuen.
De vrije meningsuiting moet in dienst staan van de menselijke waardigheid en
tevens hierdoor worden begrensd.
De vrijheid van meningsuiting heeft echter totaal geen
betekenis zonder de bijbehorende invloed. Een mening zonder een luisterend oor,
een mening zonder platform, een mening beantwoord met onbetrokkenheid en
desinteresse, een mening die in zijn, (onverschilligheid camouflerende) 'waarde'
wordt gelaten, is een betekenisloze verplaatsing van lucht die alleen tot
apathie, frustratie of agressie kan leiden.
Daarom moet de op vrije meningsuiting gebaseerde dialoog tussen
conflicterende partijen nooit door angst of superioriteitsgevoelens worden
vermeden, zoals vaak door politici geopperd, maar juist met waardigheid en
vertrouwen in alle openheid worden aangegaan. ...
Red.: Dit pleidooi heeft een diepere bedoeling, die af te leiden
valt uit de mededeling dat bovenstaande stuk geschreven is in de tijd kort na de
moord op Theo van Gogh, en het debat over de vrijheid van meningsuiting,
belediging, en godsdienst op zijn hevigst was. Dit demonstreert meteen waarom de
discussie over selectie binnen de democratie zo moeilijk is: het kan alleen goed
gaan, als je strikt objectief bent. De discussie over vrijheid van meningsuiting
versus belediging laat zien dat dat zeer moeilijk is: gelovigen claimen zonder
enige reflectie het recht zich beledigd te voelen, terwijl ze er
tegelijkertijd de meest beledigende opvattingen over niet-gelovigen op nahouden.
Kermal Inci heeft het boven over waardigheid als criterium voor selectie.
Vermoedelijk ziet hij daarbij het aanhangen van een geloof, even
vermoedelijk de islam, als een prima teken van waardigheid. Even duidelijk is
het voor de objectieve mens dat het aanhangen van een geloof een sterk teken van
minderwaardigheid is: je laat je opvattingen afhangen van onveranderlijke regels
zonder een enkele redelijke basis, want ze komen van "god".
Er waren meer mensen die Inci's betoog niet begrepen -
of juist wel:
De Volkskrant, 08-01-2005, ingezonden brief van V.A.M. Schaaf
(Amstelveen)
Het domme electoraat en de democratie
In de Volkskrant van 31 december (U-pagina) heb ik met stijgende
verbijstering het ingezonden stuk gelezen van Kemal Inci uit Deventer over
vrijheid van meningsuiting, democratie en het domme electoraat. Misschien mag ik
eerst even de definitie van 'democratie' uit Van Dale Groot Woordenboek der
Nederlandse Taal voor Kemal Inci aanhalen: 'staatsvorm waarin het volk (door
vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn meningen en wensen kan
uiten'. Het volk wordt hier mijns inziens geduid als de legale bewoners van een
land, maar nergens staat dat dit volk alleen democratisch kan zijn als het de
wijsheid in pacht meent te hebben. Toch is het dit wat Kemal Inci in zijn brief
aangeeft: 'de angstaanjagend lage kwaliteit van het electoraat' verhindert de
zuivere democratie. Om dan vervolgens de euvele moed te hebben te suggereren dat
de 'wijze' kiezer meer stemrecht zou moeten hebben dan de 'domme' kiezer, zo er
al een maatstaf is voor wijs en dom. Hier is iemand aan het woord die dan ook
werkelijk niets van democratie heeft begrepen, een domme kiezer!! Hierna komt
ook nog een idee om de vrijheid van meningsuiting te beperken door de
'menselijke waardigheid'. Waar hij totaal aan voorbijgaat, is dat 'vrijheid'
juist niet betekent 'beperking'. En zo gaat hij nog enige tijd door: een mening
zonder luisterend oor, zonder platform veroorzaakt apathie, frustratie of
agressie. Welnee, een mening zonder luisterend oor of platform veroorzaakt
helemaal niets, want zonder luisterend oor is er dus kennelijk niemand
geïnteresseerd!! Dialogen zijn naar zijn mening ook alleen maar tussen
conflicterende partijen, waarvan er één goed is en één slecht. Kennelijk heeft
hij nog nooit gehoord van tegenovergestelde of gewoon verschillende meningen,
die de dialoog gebruiken om elkaar beter te begrijpen om samen tot een oplossing
te komen.
Ik vind dit een heel eng schrijfsel en dan eng in de zin van
angstaanjagend en zeer beperkt van geest. Ik wens Kemal Inci veel wijsheid toe
en zeer veel ruimte van geest in ons democratische land .
Red.: Dat riep weer een reactie op:
De Volkskrant, 15-01-2005, ingezonden brief van Jos Koning (Nijmegen)
Stemexamen
Op de U-pagina van 8 januari verwijt V.A.M. Schaaf Kemal Inci dat deze het
begrip democratie niet letterlijk neemt: een deel van de kiezers is zó dom dat
hun stem volgens Inci minder zwaar zou moeten wegen. Natuurlijk is het niet
moeilijk die stelling als ondemocratisch af te schieten. Maar dat neemt niet
weg, dat kiezersdomheid een mogelijk gevaar is voor beleid en toekomst. Ik wil
niet geregeerd worden door lieden die gekozen zijn omdat ze zo'n lekker kontje
hebben, of een flitsende oneliner uitkramen.
Ik zou graag aan kiezers als eis willen stellen dat ze de
belangrijke punten van de partij of de politicus op wie ze stemmen ook echt
kennen, en dat ze weten wat die partij of politicus de afgelopen periode gedaan
heeft. Laat de partijen het vooraf eens worden over een aantal multiple
choice-vragen die de stemcomputer stelt aan de kiezer. Als je aangeeft op
nr. 1 van de VVD te willen stemmen moet je enkele vragen over beleid en
programma van de VVD beantwoorden. Bij 80 procent goede antwoorden wordt je stem
geaccepteerd. De discussies vooraf over de te stellen vragen zullen politiek en
democratisch heel verhelderend zijn.
Red.: Hier lijkt moeilijk wat tegenin te brengen. Tegen paar
opmerkingen van V.A.M. Schaaf wel: waar hij stelt dat 'vrijheid' juist niet
'beperking' tekent, maakt hij een bekende denkfout, namelijk dat vrijheid ook
absolute vrijheid betekent. Dat is onjuist, zodra jou vrijheid andermans
onvrijheid is, en dat is in een hoogontwikkelde maatschappij als de onze al snel
het geval.
Ook in intellectuele kringen is het idee bekend:
Uit:
De Volkskrant, 26-09-2007, column van Evelien Tonkens
Wonden likken en lessen trekken
... Les vier: mensen die in een referendum willen stemmen,
moeten aantoonbaar een beetje op de hoogte zijn. Dat hoeft niet per se voor
gewone verkiezingen. Een politicus mag je kiezen zonder zijn of haar standpunten
goed te kennen. Sympathie alleen is een magere, maar legitieme basis, want je
geeft een mandaat. Oordeel jij maar een tijdje voor mij, zeg je eigenlijk tegen
je vertegenwoordiger, dan kan ik mijn eigen leven leiden. Maar bij een
referendum ligt dat anders. Daar passeren de kiezers de vertegenwoordigende
democratie. Ze menen het beter te weten dan degenen die zij gekozen hebben. Dan
mogen we toch best verlangen dat ze ook een minimum aan kennis over de kwestie
hebben? Daarom laten we aan een referendum vijf basisvragen vooraf gaan, stel ik
voor. At random uit honderden geselecteerd door de computer, om
voorzeggen te vermijden. Alleen als je drie van de vijf vragen goed hebt, is je
stemformulier geldig. ...
Red.: Maar in deze kringen wordt het idee alleen geopperd als
de gewone urger iets heeft weggestemd dat de intellectueel mooi vindt -
bijvoorbeeld een Grondwet voor een Europese Verenigde Staten, een Europees
Imperium.
Dat is dus een een reëel en ernstig een ernstig bezwaar tegen
selectie: het gevaar
van het ontstaan van het behartigen van deelbelangen. Als de geselecteerden
overeenkomen met een specifieke maatschappelijk groep met specifieke eigen
belangen in de maatschappij, waarbij die belangen de belangen van andere groepen
schaden wat dus al snel het geval is, dan kan die geselecteerde groep zichzelf
gaan bevoordelen ten nadele van anderen. En dan en je weer bij een vorm van de
aloude aristocratie.
Kortom: een selectieproces binnen de democratie moet niet
alleen selecteren op verstandelijke kwaliteiten, in de zin van testjes van de kennis
van diverse partijprogramma's, maar moet ook de mentaliteit van mensen testen,
in de zin dat degenen die te sterk geneigd zijn zichzelf te bevoordelen ten
nadele van anderen.
Ook zoiets is al bedacht, daar waar het meest gedacht wordt
over de toekomst: de sciencefiction. Een voorbeeld is de Nul-A maatschappij van
A.E. van Vogt, waarin de maatschappelijke topposities verdeeld worden aan de
hand van de resultaten behaald bij een test van de kennis van de Algemene
semantiek afgenomen door een grote computer genaamd de Spelmachine, en waarbij
de Algemene semantiek staat voor een systematische vorm van
gezond-verstanddenken, dat vormen extremere vormen van inhaligheid uitsluit
- meer over de Algemene semantiek vanaf hier
.
het denken over een vorm van selctie ainnen de democratie
heeft sinds twintig jaarsterk aan elang gewonnen. Want naast door gewone
ondeskundigheid wordt de democratie waarschijnlijk nu meer bedreigd door een
andere factor: de demografie:
Uit:
De Volkskrant, 14-09-2006, door Gerard Reijn
Peiling | Democratie en sharia
Sharia met tweederde meerderheid?
Minister Donner van Justitie vindt dat, als tweederde van de bevolking dat wil,
de sharia maar moet worden ingevoerd. Wat kan een democratie doen als de
meerderheid anti-democratisch is?
Herman von der Dunk, historicus: ‘Er zijn situaties dat de democratie
alleen is te beschermen met ondemocratische middelen, dat is de paradox.
Democratie gaat ervan uit dat de mens redelijk is en de meerderheid altijd
gelijk heeft. Maar de meerderheid is gemakkelijk te manipuleren. In Amerika
hebben ze de domste president ooit verkozen. En het wordt steeds erger, want met
de opkomst van internet kan elke rancuneuze gek zijn zegje doen.’
Paul Cliteur, hoogleraar rechtswetenschappen: ‘We mogen hopen dat we
democratisch voldoende weerbaar zijn om de groepen te weren die de democratie
willen afschaffen of serieus willen schaden. Formalistisch gesproken heeft
Donner gelijk. Maar de sharia is niet te verenigen met heel veel internationale
grondrechten en die staan boven onze wet.
‘Wat ik veel verontrustender vind, is dat Donner blijk geeft
van zeer primitieve en povere democratische opvattingen. Volgens hem is
democratie datgene wat de meerderheid wil. Schending van grondrechten of niet.
Dit zijn zeer onvoorzichtige uitspraken. Zeker als je je realiseert dat de
sharia in grote delen van de wereld oprukt en velen een lonkend perspectief
biedt. Waar fundamentalisten aan de macht komen, wordt de sharia meteen in de
grondwet verankerd.’
Von der Dunk: ‘Het zijn toch altijd kleine elites die het meest gelijk
hebben. Dat is altijd zo geweest. Het klinkt misschien arrogant, maar daar
geneer ik me niet voor. Ik sta in toenemende mate sceptisch tegenover de
democratie. De laatste tijd denk ik steeds vaker: je zou een soort
census-kiesrecht moeten invoeren, waarbij iedere kiezer eerst een examentje moet
afleggen. Democratie is nu een heilige koe.’ ...
Red.: Want als er één ding duidelijk is, is het dit: niet
alleen de sharia, maar de hele islam is volkomen onverenigbaar met democratie -
in welke zinnige betekenis van het woord dan ook. En door de werking van de
demografie dreigen moslims in Nederland in een aanzienlijke minderheid, en
misschien zelfs in de meerderheid te komen. tegen die tijd moeten ze geen
invloed meer op de democratie kunnen uitoefenen, want dan stemmen ze de
democratie weg. Voorgoed.
Naar Democratie, praktisch
,
Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site
home
.
|