Bronnen bij Revolutie: tekenen
De eerste grote crisis na de kredietcrisis van 2008-2011 is die van
Griekenland en de andere zuidelijke landen in Europa. De oorzaak van die
Zuid-Europese crisis lijkt sterk op die van de kredietcrisis: banken en
andere financiële instellingen hebben geld dat voor het overgrote deel
afkomstig is van het sparen, via pensioenen of anderszins, van werkende
burgers, voor het overgrote deel uit Noord-Europese landen, geleend aan
Zuid-Europese landen, ver voorbij het punt dat die Zuid-Europese landen dat
terug zouden kunnen betalen.
Voor die activiteit, het uitlenen van andermans geld, hebben de banken
en financiële instellingen, dat wil zeggen, de rijken en andere leden van de
oligarchie die daar werken, talloze miljarden ontvangen. Dat geld hebben ze
zelf hoogstwaarschijnlijk op andere plaatsen bij andere instellingen
ondergebracht.
Nu uitkomt dat die Zuid-Europese landen daadwerkelijk hun leningen niet
kunnen terugbetalen, vragen die rijken en andere leden van de oligarchie,
onze politici en bestuurderen, aan ons, de burgers van de Noord-Europese
landen, om de kosten van die leningen op ons te nemen. erop neerkomend dat
we ons gespaarde geld, van pensioenen of anderszins, voor een flink deel
kwijt zijn. Terwijl zij zelf geen enkele schade van het proces ondervinden.
Begrijpelijkerwijs hebben de werkende burgers van Noord-Europa bezwaar
tegen die gang van zaken, en zijn de goedwillende en coöperatieve burgers
die Noord-Europeanen nu eenmaal zijn, doen ze dat niet door banken of
regeringsgebouwen in brand te steken, maar op partijen te gaan stemmen die
tegen het weggeven van Noord-Europees spaargeld zijn.
De rijken en oligarchen zien dat doordoor een mogelijkheid om rijk te
worden ten koste van de werklende burgers wordt afgesneden. Dus hebben ze de
aanval ingezet op de mogelijkheden van de burger om het uitdelen van hun
geld te voorkomen. Die aanval heet de Europese eenwording. Dat wil zeggen
dat over het weggeven van Noord-Europese geld aan Zuid-Europese landen of
anderszins onzekere bestemmingen niet meer besloten wordt door de landen
zelf, in welke landen tegengestemd kan worden, maar door een Europees
centraal bestuur, in welke vorm dan ook. Het bestuur van het Europese
Imperium.
Deze actie gaat gepaard met diverse vormen van propaganda. Bekende
variaties zijn: "Als we dit niet doen verliest u nog meer", "Het kan niet
anders", en "Anders staat Adolf Hitler weer uit zijn graf op". Dat laatste
wordt natuurlijk wel wat subtieler gebracht - zoals in "Kijk eens hoe veel
vrede de Europese eenwording gebracht heeft sinds de Tweede Wereldoorlog".
Dat laatste een treffend voorbeeld van de vele leugens en retorisch trucs
waarmee deze campagne gepaard gaat - de riposte zijnde: "Er zijn talloze
andere en betere manieren om vrede te krijgen dan eenwording".
In de media worden de tegenargumenten met betrekking tot de Europese
eenwording stelmatig onderdrukt en de facto weggecensureerd. Niet door het
letterlijk te verbieden, maar door tegenstanders niet uit te nodigen, en
meer van dat soort manipulaties. De mensen die in de media werken zijn
namelijk zelf op de hand van de oligarchie, omdat ze als leden van de
tertiaire economie afhankelijk zijn van de winsten die de oligarchie uit de
arbeid van de werkende, de primaire economie, maken.
De grotere groep van de werkenden, ruwweg de onderste tweederde van de
bevolking, heeft tot nu toe niet veel meer ondernomen dan gaan stemmen op de
Europa-kritische partijen - en dat dan eigenlijk nog mondjesmaat, gezien de
belangen. Maar dat wil niet zeggen dat er niet een steeds groter deel is dat
de effecten van het proces niet ziet.
Het aantal mensen dat de deze supranationale vorm van oplichting door de
diverse nationale oligarchieën inziet, neemt dus gestaag toe. Het is
algemeen bekend uit de geschiedenis dat dit de hoofdcomponent is van de
aanloopproces naar een revolutie. Diverse keren is al opgemerkt, te beginnen
ten tijde van het hoogtepunt van de kredietcrisis, dat het verwonderlijk was
dat er geen bankgebouwen in de brand werden gestoken. De voortgang van het
proces van het overhevelen van Noord-Europees spaargeld van Noord-Europese
werkende burgers naar rijken en Zuid-Europese landen maakt het in brand
gestoken gaan van bankgebouwen en alles wat daar aan vast zit steeds
waarschijnlijker.
Afgekort: de Europese oligarchie werkt hard aan het tot stand brengen
van een revolutie. Hier zijn wat bewijzen van de daarvoor noodzakelijke
zwellende onvrede (de Volkskrant, 15-03-2011, ingezonden brief van Rien van der Laan, Nieuw
Vennep):
En (de Volkskrant, 15-03-2011, ingezonden brief van Simon van der Schoot,
Paterswolde):
En (de Volkskrant, 17-03-2011, ingezonden brief van Rob van Hest, Amsterdam):
En (de Volkskrant, 19-03-2011, ingezonden brief van Ad van Nederpelt, Utrecht):
En (de Volkskrant, 19-03-2011, ingezonden brief van Dirk van Mourik,
Castricum):
En (de Volkskrant, 19-03-2011, ingezonden brief van Maaike van der Horst,
Haarlem):
En (de Volkskrant, 19-03-2011, ingezonden brief van Henk Brinks, Barendrecht):
En (de Volkskrant, 19-03-2011(?), ingezonden brief van J. de Rooij,
Ravenstein):
En (de Volkskrant, 25-03-2011, door Simon van der Schoot, pensioenspecialist):
En (de Volkskrant, 02-04-2011, ingezonden brief van Rob Kleissen, Enschede):
En (de Volkskrant, 02-04-2011, ingezonden brief van R. de Beer):
En (de Volkskrant, 02-04-2011, ingezonden brief van Frederik Slijkerman,
Amsterdam):
En (de Volkskrant, 04-04-2011, ingezonden brief van Peter Nierop, Purmerend):
En (de Volkskrant, 15-04-2011, ingezonden brief van A. Montulet (Apeldoorn)):
En (de
Volkskrant, 22-04-2011, ingezonden brief van Jac Daamen, Bladel):
En (de Volkskrant, 26-04-2011, ingezonden brief van Mar van der Knaap, Epe):
En (de Volkskrant, 29-04-2011, ingezonden brief van A. Scheltens, Apeldoorn):
En (de Volkskrant, 30-04-2011, ingezonden brief van Paul Steijnen, Utrecht):
En (de Volkskrant, 17-05-2011, ingezonden brief van Wim Everwijn (Capelle a/d
IJssel)):
En (de Volkskrant, 29-06-2011, ingezonden brief van Heleen Baldinger-v/d Lubbe,
Amsterdam):
En (de Volkskrant, 09-07-2011, ingezonden brief van Marcel Souman, Bennekom):
En (de Volkskrant, 22-07-2011, ingezonden brief van Sjoerd Nienhuys, Hilversum):
En (de Volkskrant, 22-07-2011, ingezonden brief van R.R. Toorenburgh, Lexmond)
En (de Volkskrant, 23-07-2011, ingezonden brief van Minnie Schouten, Abcoude):
En (De
Volkskrant, 25-07-2011, ingezonden brief van J. de Rooij, Ravenstein):
En (de Volkskrant, 04-08-2011, ingezonden brief van Jos Groote Schaarsberg,
Delft):
En (de Volkskrant, 06-08-2011, ingezonden brief van Jeannine van Kempen Peters
en Werner van Kempen, Renkum):
En (de Volkskrant, 13-08-2011, ingezonden brief van Harry Koster, Emmeloord):
En (de Volkskrant, 25-08-2011, ingezonden brief van Ph. van Rijthoven, Nijmegen):
En (de Volkskrant, 25-08-2011, ingezonden brief van Dorli Welp, Veghel):
Dit zijn de reacties zoals geplaatst in de
Volkskrant. Globaal haalt circa één op de tien reacties de krant, en tenzij
de Volkskrant bijzonder selectief is geweest, mogen we er vanuit gaan dat er
ook ongeveer tien keer zo veel mensen zijn die soortgelijke dingen hebben
geschreven. Daar komt bij de het leespubliek van de Volkskrant niet
selectief samengesteld is uit de meer radicaal denkende mensen in Nederland - om
preciezer te zijn: eerder het omgekeerde is het geval. Laten we hiervoor een
factor vijf nemen. Maar de belangrijkste factor is natuurlijk die van degene die
iets denken ten opzichte van degene die daarbij ook nog zo daadkrachtig zijn dat
ze ook daadwerkelijke naar een krant schrijven. Die factor is minstens vele
honderden, en ligt vermoedelijk in de duizenden en hoger - neem voor het gemak
1000. Dan staat iedere brief hierboven voor vele tienduizenden en mogelijk
honderdduizenden anderen die er net zo over denken.
Maar niet alleen "gewone" briefschrijvers en de achterban
waar ze voor staan denken zo. ook een groeiend aantal zogenaamde deskundigen,
wat Engelsen de "pundits" noemen, uiten soortgelijke geluiden.
Naar Westerse organisatie, noord-zuid
,
Westerse organisatie
,
of site home
.
|