Bronnen bij Sociologische krachten: residentie

Residentie is dusdanig normaal in deze moderne tijden, dat het nauwelijks opvalt. Hier is een uitzondering (de Volkskrant, 21-03-2013, van verslaggeefster Kaya Bouma):
  Nederlander verlaat eigen geboortestreek liever niet

Nederlanders zijn gehecht aan hun geboortestreek. In Noord-Holland woont ruim 40 procent van de bevolking in dezelfde provincie als hun overgrootouders, in Zeeland is dat bijna 60 procent en in Friesland zelfs bijna 70 procent. Dat blijkt uit een nieuwe databank van het Meertens Instituut, waarin de verknochtheid van Nederlanders aan hun geboorteplaats in kaart is gebracht. De geboorte- en woonplaatsen van vier generaties tot ongeveer 1900, zijn erin opgenomen.
    Vooral in Zuid-Limburg is de honkvastheid groot. Van de inwoners die er begin 20ste eeuw woonden, leeft ruim 72 procent van de achterkleinkinderen nog altijd in de streek. Dat heeft te maken met de sterke eigen identiteit van het gebied, zegt taalkundige Gerrit Bloothooft, oprichter van de databank. 'In regio's met een eigen dialect en cultuur, zoals Friesland, Twente en Zuid-Limburg blijven mensen vaker wonen.'
    Ook uit streng protestantse gemeenten als Staphorst en Urk vertrekken weinig mensen. Bovendien vestigen zich in deze gemeenten weinig nieuwe bewoners vanwege het 'gesloten karakter' van deze gemeenten, zegt Bloothooft.    ...

Nomadisme komt ook voor. Bij dit soort mensen:
  Op sommige plaatsen is het verloop van inwoners juist groot. In de gemeente Rozendaal (Gelderland) bijvoorbeeld, is bijna niemand van de inwoners geboren. Hetzelfde geldt voor Bloemendaal en Blaricum (Noord-Holland). Dat komt volgens Bloothooft omdat deze plaatsjes miljonairsgemeenten zijn. 'Je moet eerst vermogen hebben om daar te kunnen wonen.'

En daar vrijwel alle rijkdom het gevolg is van parasitair gedrag uitleg of detail , valt ook hier nomadisme weer samen met parasitisme.

En hier is het alleerste teken van min-of-meer bewuste besef van het belang van het verschil (de Volkskrant, 07-10-2015, van verslaggeefster Will Thijssen):
  Economie speelt geen rol bij racistisch geweld

...  Promovendus John van Kesteren onderzocht slachtoffers van racistisch geweld in veertien West-Europese landen. ...
    Ook 1 procent van de autochtonen is weleens slachtoffer van een hate crime, maar bij immigranten is dat aantal drie keer zo hoog. Daarmee scoort West-Europa veel hoger dan Australië, Canada en de Verenigde Staten, maar dat komt doordat de laatste drie van oudsher immigratielanden zijn, stelt de onderzoeker. 'Iedereen is daar immigrant. Europeanen daarentegen zijn blijvers. Daar ligt immigratie gevoeliger.'    ...

Maar dat besf gaat dus geen millimeter verder dan een voorbijgaand constateren van de factor. Want uit niets blijkt dat de onderzoeker denkt dat dez factor enigerlei invloed zou kunnen hebben op perceptie en gedrag, want alle afwijzen van immigranten heeft volgens hem alleen maar te maken met hun afkomst of ras:
  Racisme jegens immigranten komt niet voort uit angst voor bedreiging van de economie ('ze pikken onze banen in'), maar gewoon uit vreemdelingenhaat. Economische factoren hebben daar vrijwel niets mee te maken. ...
    ... 'Je zou verwachten dat in regio's met een hoge werkloosheid en lage inkomens meer racistisch geweld voorkomt, maar dat is niet zo', zegt Van Kesteren.

Dat is de verwachting, uitgaande van de politiek-correcte verklaringen. In werkelijkheid heeft het niet te maken met economische verschillen binnen de gastheercultuur, maar met economische verschillen tuusen de gastcultuur en de gastheercultuur. En die zijn dezelfde binnen de hele gastheercultuur. Het heeft te maken met de afkeer binnen de residente gastheercultuur van de nomadistische immigrantencultuur. Vanwege het vanuit de botten gevoelde besef dat migranten of nomaden altijd parasitair zijn op een residente cultuur, als die residente cultuur er een onderlinge solidariteit op nahoudt. Hetgeen dus afwezig is in Amerika.


Naar Oligarchie , of site home .

  24 mrt.2013