Bronnen bij Westerse cultuur: religie en ontwikkeling

Tijdens het schrijven van het artikel over de ontwikkeling van de westerse cultuur is wat betreft de invloed van de factor religie altijd uitgegaan van het verschil tussen het christelijke en het islamitisch geloof. Maar binnen het christelijke geloof zelf zijn er ook verschillen aangaande de bedoelde factor, en die verschillen blijken, onbekend voor de redactie, ook allang bekend en gemeten te zijn (de Volkskrant, 08-10-2011, door Maarten Keulemans):
  Zwetende protestant kon gewoon beter lezen

Werken protestanten harder dan katholieken? Welnee, beweren twee Duitse economen. Ze hebben alleen beter leren lezen.


De theorie is zó bekend, dat hij doorklinkt tot in de romans en de stereotypen. Aan de ene kant heb je de protestant: de zwoegende, sobere calvinist die boete doet voor de zondeval door hondshard te werken, 'in het zweet uws aanschijns', zoals God Adam en Eva opdroeg. En aan de andere kant is er de katholiek. De bon vivant, met zijn veel relaxtere God, die in ruil voor een paar weesgegroetjes best wat zondig geluier wil vergeven.
    Het is een splitsing der mentaliteiten die de geschiedenis heeft bepaald, stelde de nestor van de sociologie Max Weber in 1904. Weber zag een verband tussen de hardwerkende, zuinige protestant en het ontstaan van het kapitalisme, waarvoor je immers niet alleen hard moet werken, maar ook zuinig moet zijn, om te kunnen investeren.
    Ziedaar het 'protestantse arbeidsethos', zoals Weber het noemde. Vandaar dat protestantse Duitsers 6,9 procent meer verdienen dan katholieken; vandaar dat het inkomen in protestantse Amerikaanse staten 9,1 procent hoger ligt dan in katholieke; vandaar dat kolonies waar protestanten op zending gingen gemiddeld welvarender zijn dan de katholieke. Allemaal door het subtiele verschil in werkdrift tussen de nijvere protestant en de laatmaarwaaiende katholiek.    ...

Het is inderdaad een cultureel doorgegeven feit dat dit verschil in arbeidsethos bestaat. En een verschil in arbeidsethos leidt zeker tot een verschil in welvaart. De vraag is: Is dit de oorzakelijke relatie voor het gemeten welvaartsverschil tussen protestantse en katholieke streken? En alweer: de culturele overlevering zegt van wel.
    Voor het controleren van dit soort zaken is de wetenschap geboren. En die heeft een verrassing in petto:
  Maar Sascha Becker, econoom en verbonden aan het onderzoekscentrum CAGE van de universiteit van Warwick, ziet dat anders. 'We zien het arbeidsethos gewoon niet terug in de cijfers', meldt Becker vanuit Engeland. 'We zien wel een verschil in economische ontwikkeling tussen protestantse en katholieke gebieden. Het heeft alleen niets te maken met hoe mensen zich gedragen'.
    Weber had ongelijk: dat is dan ook de provocerende titel die Becker en zijn collega Ludger Woessmann van de universiteit van München meegaven aan een recent vakartikel. In een 66 pagina's, minutieus uitgewerkt betoog analyseert het duo daarin bergen 19de-eeuwse bevolkingsgegevens van de 452 deelstaatjes waaruit Pruisen voor de Duitse eenwording in 1871 bestond. En hun conclusie is onverbiddelijk: er bestaat helemaal niet zoiets als een protestantse werkmentaliteit. Niet het harde werken, maar het leesonderwijs dat Maarten Luther invoerde, heeft de protestanten opgestuwd in de economische vaart der volkeren.
    'Luther wilde dat mensen zelf de bijbel gingen lezen', legt Becker uit. 'Dus vertaalden protestanten de bijbel en investeerden ze van het begin af aan meer in onderwijs. Maar lezen is niet alleen goed voor het geloof, maar ook voor zakendoen. Dat gaf een voordeel.'

Ook dat is niet helemaal nieuw:
  Kritiek op Weber is er altijd geweest - er zijn tegenwoordig nog maar 'verrekte weinig onderzoekers die sowieso nog in dat arbeidsethos geloven', zegt de Rotterdamse sociaal-historicus Hein Klemann als je hem ernaar vraagt - maar Becker en Woessmann komen met hard, cijfermatig bewijs, opgediept uit de Pruisische deelstaten.
    Inderdaad bleken de protestantse staten in de 19de eeuw welvarender dan de katholieke. Maar toen de wetenschappers de invloed van het onderwijs op die welvaart met statistische technieken wegfilterden, bleef er daarvan maar weinig over. 'Dan zijn de inkomensverschillen tussen katholieke en protestantse gebieden compleet verklaarbaar door het opleidingsniveau', zegt Becker. 'Van een protestantse mentaliteit blijft niets over.'

De laatste conclusie is natuurlijk onzin: het verschil in opleidingsniveau is hetzelfde een verschil in de geneigdheid tot het volgen van onderwijs, en dat laatste is wel degelijk een cultureel verschil.
    Overigens is er dan nog een detail uit te zoeken:
  In een nog ongepubliceerde vervolgstudie zoomen de onderzoekers in op katholieke gebieden die wél goed onderwijs hadden. Je mag immers niet uitsluiten dat de protestanten hun arbeidsethos via de scholen alsnog doorgaven. Maar ook die lakmoesproef pleitte tegen Weber. 'We vonden dat katholieke scholing hetzelfde effect had op economische vooruitgang als protestantse scholing. Is er dus een effect van protestantisme, los van het onderwijs? Het antwoord is nee.'

Oftewel: het zit echt in de scholing zelf.
    Maar dat verklaart nog niet waarom de geneigdheid tot het volgen van scholing bij protestanten groter is dan bij katholieken. Hier komt een stukje ontwikkeling in religies om de hoek kijken, dat indien expliciet geformuleerd ook weer bekend in de oren zal klinken, en onder andere verwoord is door populariserende denkers als Edward de Bono: in het katholieke geloof loopt de relatie met God via allerlei hiërarchische tussentappen,: partoor, bisschop, diaken, kardinaal en tenslotte de paus, de vertegenwoordiger van Christus op Aarde . Allemaal mensen in dienst genomen door de gelovige om het voor hem uit te zoeken. De protestant staat er alleen voor. Vandaar ook al die protestantse schisma's: twee protestanten, één schisma.
    Kortom: de protestant leert meer om zelfstandig te denken. En zelfstandig denken oefent de geest. En een geoefende geest presteert meer. En meer presteren op het vlak van denken leidt, via diverse tussenstappen,. tot beter functioneren in de maatschappij. En meer inkomen.


Naar Westerse cultuur , of site home .

8 okt.2011