Bronnen bij Allochtone loyaliteit: de dubbele nationaliteit
| 11 mrt.2007 |
Over de dubbele nationaliteit van staatssecretarissen Aboutaleb en Albayrak is
ophef ontstaan door de bezwaren van de Geert Wilders en zijn PVV hier tegen. Dit
leverde een grote stroom politiek-correcte reacties op, waarin in alle
toonaarden motieven en persoon van Wilders zwart werden gemaakt. Hieronder een
paar bijdragen die de objectiviteit en rationaliteit van de bezwaren
onderschrijven, voorafgegaan door een bekentenis op de voorpagina van de
Volkskrant:
Uit: De Volkskrant, 02-03-2007, door Michiel Kruijt en Philippe Remarque
Aplomb Wilders is lastig te bestrijden
Analyse | Regeringsverklaring | De discussie over de dubbele nationaliteit
domineert het eerste debat tussen Kamer en kabinet. Speelt dat Wilders in de
kaart?
De hele Tweede Kamer verafschuwt Wilders’ motie van wantrouwen tegen de twee
staatssecretarissen met een dubbele nationaliteit. Toch bleek het gisteren
moeilijk hem op argumenten te bestrijden.
Wilders zei dat zijn fractie niemand persoonlijk veroordeelt.
Maar zij kan geen vertrouwen hebben in bewindspersonen met twee paspoorten. ‘Een
blinde kan zien dat dubbele nationaliteit ook een dubbele loyaliteit betekent.’
Zo schrijft de Turkse Grondwet volgens Wilders iedere
onderdaan, dus ook staatssecretaris Albayrak van Justitie, trouw voor aan het
moederland Turkije. Als bewindslieden alle nevenfuncties moeten neerleggen om de
schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan, zou zij ook afstand moeten
nemen. Ook is het ontoelaatbaar dat de Turkse Albayrak als staatssecretaris moet
oordelen over de toelating van Turken tot Nederland. ‘Dat is de slager die zijn
eigen vlees keurt.’ Er wordt over een wetswijziging gesproken, maar Wilders wil
alvast ingrijpen. ...
Het antwoord op Wilders retorische aplomb viel timide uit.
Argumenten waren er wel. Artikel 3 van de Grondwet stelt dat iedere Nederlander,
dus ook die met een dubbele nationaliteit, benoembaar is in publieke dienst. ...
... Dat hij onder kiezers een snaar heeft beroerd, bewees VVD-leider
Rutte. Die zette zich weliswaar af tegen Wilders, maar sprak zes dagen voor de
Statenverkiezingen toch óók Albayrak aan op haar nationaliteit: zij heeft ‘een
unieke kans laten liggen’, zei Rutte. ‘Als nieuw bewindspersoon was zij in de
gelegenheid om een voorbeeld te zijn voor veel migranten door onverkort te
kiezen voor de Nederlandse nationaliteit.’
Red.: Nou, dat argument tegen Wilders dat men nog weten te
noemen is dus waardeloos. Hetgeen de bekentenis volledig maakt: men heeft geen
argumenten.
Uit: De Volkskrant, 03-03-2007, door Janny Groen
‘Aan dubbele loyaliteit is
niet te ontsnappen’
‘Voor politiek actieve migranten is het vrijwel onmogelijk te ontkomen aan een
dubbele loyaliteit.’ Dit zegt Dita Vogel, coördinator van het Europese
onderzoeksproject Politis. Uit onderzoek in 25 Europese landen blijkt dat
migranten-politici door zowel de autochtonen als hun etnische achterban worden
aangesproken op hun specifieke identiteit.
Vogel, die is verbonden aan de universiteit van Oldenburg:
‘Reguliere politieke partijen halen allochtoon talent vaak weg bij
zelforganisaties of etnische gekleurde actiegroepen. Migranten die eerst actief
worden bij een gevestigde politieke partij worden onmiddellijk benaderd door de
etnische groep waaruit ze komen. Dus aan welke kant ze ook instappen, altijd
worden ze aangesproken op hun achtergrond. Daar lijkt geen ontsnappen aan.’ ...
Uit: De Volkskrant, 05-03-2007, column door Kader Abdolah
Jouw paspoorten
... Als je volksvertegenwoordiger bent verkeer je in een totaal
andere situatie dan een gewone burger.
Op de een of andere manier klopt het niet dat jij daar als
parlementariër met een Marokkaans, Turks of Iraans paspoort in je binnenzak
rondloopt. Dat kan ook niet bij een generaal.
In het parlement wordt vaak over de belangrijkste zaken van
het land gesproken. Het land ligt daar als het ware bloot op de tafels en in de
gangen. Bovendien, als je toegang hebt tot het Torentje, heb je letterlijk
toegang tot de schatkamer van het land. Dus, het kan niet. Het moet kunnen. Maar
nu kan het niet. Zo simpel is het.
Aboutaleb mag zijn Marokkaanse paspoort behouden, maar dan
krijgt hij geen toegang tot het ‘Onderonsje’.
Albayrak mag ook met haar Turkse paspoort in de lucht
zwaaien. Maar als je in de zee springt, word je nat. Je kunt dan niet zeggen:
‘Ik wil een beetje nat worden.’ Je wordt helemaal nat.
De Turkse regering zal ook nooit een Nederlander met een
Turks paspoort in haar midden toelaten. En koning Hassan van Marokko zal nooit
de nationale geheimen van Marokko met een Nederlander (met een Marokkaans
paspoort) delen.
Wat Geert Wilders beweert is waar. Nederland heeft Albayrak
en Aboutaleb zo ver laten komen. Mensen vertrouwen ze. Het tweede paspoort moet
weg. Het is chique als ze hun Turkse en Marokkaanse paspoort bij de koningin
inleveren.
Uit: De Volkskrant, 27-03-2007, rubriek Haagse Berichten door Hans Wansink
Twee paspoorten
Het vraagstuk van de dubbele nationaliteit staat door toedoen van Wilders op de
politieke agenda. Daar komt het alleen vanaf als er een praktische oplossing
voor gevoelige functies wordt getroffen.
Geert Wilders en Sietse Fritsma van de Partij voor de Vrijheid stellen voor dat
een dubbele nationaliteit wordt verboden voor alle volksvertegenwoordigers,
politieke ambtsdragers, ambassadeurs, rechters, officieren van justitie,
militairen, politieagenten en medewerkers van inlichtingendiensten. ... Toch vraagt het door de PVV aan de orde gestelde vraagstuk om een
politieke oplossing.
Twee hoogleraren, Ruud Koopmans en Paul Scheffer, hebben in
NRC Handelsblad een verdienstelijke poging gedaan de kwestie van de
dubbele nationaliteit tot zijn juiste proporties terug te brengen én politiek
hanteerbaar te maken. De socioloog Koopmans wijst (in NRC Handelsblad van 10
maart) om te beginnen op het contrast tussen de bedoeling van de wet en de
uitvoeringspraktijk. Volgens de Nederlandse wet moet in principe iedereen die
genaturaliseerd wil worden, zijn oorspronkelijke nationaliteit opgeven. Er zijn
uitzonderingen mogelijk, als het land van herkomst (denk aan Marokko) het
opgeven van de nationaliteit niet toestaat. In de praktijk behoudt 80 procent
van de nieuwe Nederlanders zijn oude paspoort. De 20 procent genaturaliseerden
die zijn oude paspoort wel opgeeft, doet dat meestal gedwongen door de wetgeving
uit het geboorteland. Onderdanen van Suriname, Somalië, Indonesië, India,
België, Duitsland of Italië verliezen automatisch hun nationaliteit wanneer ze
een andere aannemen. Dat geldt ook voor Nederlanders: een Nederlander die in
Turkije Turk wil worden, moet zijn Nederlandse paspoort opgeven.
Koopmans ziet dubbele nationaliteit niet als een probleem
wanneer die geen noemenswaardige extra rechten of plichten (met name de
dienstplicht) met zich meebrengt. Juist in de Europese gevallen waar de
wetgeving het strengst is, constateert Koopmans, is zij in feite overbodig.
Anders ligt het met landen die niet in de liberaal-democratische traditie staan
en een sterk van Nederland afwijkend regime hebben. In Turkije geldt de
dienstplicht (die overigens voor ruim 5000 euro kan worden afgekocht) en is het
strafbaar te beweren dat genocide op Armeniërs heeft plaatsgevonden of dat
Atatürk een homo was.
Koopmans onderkent dus dat mensen met een dubbel paspoort in
het land van herkomst in de problemen kunnen komen. Voor hem is dat geen reden
om te pleiten voor een integraal verbod op de dubbele nationaliteit.
Integendeel, Koopmans pleit voor het legaliseren van de dubbele nationaliteit.
...
Maar Wilders heeft in de ogen van Koopmans niet helemaal
ongelijk. Er kan in sommige gevallen wel degelijk sprake zijn van
onverenigbaarheid van nationaliteiten. Turks-Nederlandse militairen kunnen
(bijvoorbeeld in Irak) in conflict komen met Turkse soldaten. Of een
Turks-Nederlands Kamerlid kan worden opgeroepen zijn dienstplicht in Turkije te
vervullen. Voor Kamerleden en bewindslieden geldt bovendien dat zij hun werk
‘zonder last of ruggespraak’, dus onafhankelijk moeten doen. Maar zelfs het
afleggen van een eed van trouw aan de Nederlandse Grondwet betekent niet dat de
verplichtingen als onderdaan van een ander land automatisch vervallen. Koopmans
wuift het probleem van de mogelijke belangenconflicten dus niet weg, maar geeft
evenmin uitsluitsel.
Paul Scheffer reikt (in NRC Handelsblad van 21 maart)
drie oplossingen aan voor het probleem van de gevoelige functies. Zo verbiedt de
Australische Grondwet mensen met een dubbele nationaliteit lid van het parlement
te worden. In Canada deed Michaelle Jean, de nieuwe Governor General, ter
gelegenheid van haar benoeming vrijwillig afstand van haar Franse paspoort.
Scheffer herinnert eraan dat het uit Hongarije afkomstige Tweede Kamerlid Gabor
(VVD) hetzelfde deed. Het zou ook een mooi gebaar van Albayrak zijn geweest,
schrijft Scheffer, maar na alle ophef zal dat nu alleen nog worden uitgelegd als
een knieval richting Wilders.
Scheffer geeft de voorkeur aan de derde variant, afkomstig
uit de Verenigde Staten. Daar wordt bij gevoelige functies, bijvoorbeeld in het
leger, dubbele nationaliteit meegewogen bij de vraag of iemand geschikt is.
Wanneer de gegadigde actief de andere nationaliteit gebruikt of door het land
van herkomst als staatsburger wordt benaderd, kan dat een reden zijn voor
afwijzing.
Net als Koopmans signaleert ook Scheffer dat het principe van
de enkelvoudige nationaliteit niet wordt nageleefd. Een grote meerderheid in de
Kamer is voor handhaving van dat principe. Als dat zo blijft, redeneert Scheffer
terecht, moet de uitvoeringspraktijk aan de wet worden aangepast. Nu is het
tegenovergestelde het geval: het aantal Nederlanders met een dubbele
nationaliteit steeg tussen 1995 en 2006 van vierhonderdduizend naar één miljoen.
Als deze praktijk maatgevend moet blijven, zoals PvdA, D66, GroenLinks en
Koopmans vinden, moet de wet worden veranderd, concludeert Scheffer.
...
Uit:
De Volkskrant, 30-03-2007, column door Nausicaa Marbe, schrijfster en
journaliste, is geboren in Roemenië en verhuisde op haar 18de naar Nederland.
Loyaliteitsgefladder
‘Voel je je Roemeense of Nederlandse?’ Die vraag is me sinds ik in 1982
Boekarest voor Nederland inruilde, vaak gesteld. Tot voor kort kwam het niet in
mij op dat daarmee enigerlei loyaliteit kon worden bevraagd. Simpelweg
veronderstelde ik nieuwsgierigheid naar de dilemma’s van een migrant. Mijn
antwoord was altijd: ‘Allebei en ook een beetje wereldburger.’ Verreweg de
meeste immigranten die ik ooit sprak, waren hetzelfde sentiment toegedaan.
Anders dan recentelijk gesuggereerd, is een dubbele
loyaliteit geen tijdbom die leidt tot landverraad. Zulk innerlijk pendelen is
juist een uiting van diepe verbondenheid met twee samenlevingen. Zeker in de
Europese Unie, die zowel een pan-Europese gedachte als betrokkenheid bij de rest
van de wereld voorstaat, zou het enghartig zijn om burgers op één paspoort, één
loyaliteit vast te pinnen. Een Nederlander kan immers loyaal zijn aan zijn
driekleur, aan de EU én aan de mensenrechtenstrijd in Zimbabwe of in Oekraïne.
Mondiaal engagement, verder willen reiken dan ons bestaan onder de kaasstolp, is
juist bewonderenswaardig.
De Marokkaanse Nederlander Kadija Arib doet er goed aan zich
in te zetten voor mensenrechten in Marokko. De werkgroep waarin ze zit, is
ingesteld door de Marokkaanse Commissie voor Rechtvaardigheid en Verzoening,
opgericht om een democratische kentering in het land te markeren.
Maar het PvdA-Kamerlid is óók betrokken bij het in 2007 in te
stellen inspraakorgaan voor Marokkaanse migranten: de Conseil Supérieur de la
Communauté Maroccaine á l’Etranger (CSCME).
Deze raad neemt zich voor de integratie van geëmigreerde
Marokkanen te propageren en wil ook hun problemen inventariseren. Dat gaat dan
om problemen bij het onderwijs in de Arabische taal en bij het uitdragen van
cultuur en geloof. Het doel is dus: integratie in een ander land met behoud van
de Marokkaanse identiteit die door Marokko actief wordt beschermd. Curieus.
Meent Marokko soms dat de grondwetten van de West-Europese landen de ingezetenen
van Marokkaanse afkomst onvoldoende beschermen?
De vraag is wat dit betekent voor de toch al problematische
integratieprocessen in Europa. Het laatste dat we nodig hebben, is een
parallelle migrantenpolitiek uit Marokko waarop Europese Marokkanen zich kunnen
beroepen als de lokale, seculiere wetgeving ze niet zint. Er kleeft nóg iets
vreemds aan de CSCME. De ontwerpstatuten verbieden de kandidatuur voor deze raad
van Marokkaanse diplomaten, rechters, veiligheidsagenten en ambtenaren, terwijl
ze Marokkanen uit het buitenland met dezelfde beroepen wél toelaten. Aast de
CSCME soms op Europees-Marokkaanse hoogwaardigheidsbekleders? Moeten zij straks
aan de Marokkaanse koning rapporteren over de problemen van burgers uit hun
immigratieland zonder daarover overleg te plegen met de eigen regering?
Van zo’n diffuus invloedgebied vol tegenstrijdige
bevoegdheden zou een Nederlands Kamerlid zich verre moeten houden. Kadija Arib
heeft onlangs gezegd dat ze niemand verantwoording schuldig is – een bizarre
uitspraak voor een volksvertegenwoordiger. ...
Verder zou de loyaliteitsdiscussie in Nederland zich minder
moeten richten op paspoorten en meer op onwenselijk gedachtegoed waarin de Koran
als supranationaal wetboek fungeert. De actuele uitlatingen van de Tilburgse
imam Salam zijn daar weer een navrant voorbeeld van. Hoe welwillend en begripvol
werd Salam niet bejegend toen hij de uitgestoken hand van de bewindspersoon
Verdonk weigerde. Niet hij, maar het mens Verdonk discrimineerde en
polariseerde, was de mare. Nu heeft diezelfde imam moslims opgeroepen de
Nederlandse staat schade toe te brengen door belastingontduiking. Dat klinkt wel
koddig, maar de haat die zulke idiotie baart, kunnen we beter serieus nemen.
Precies die actieve vijandigheid bemoeilijkt tenslotte de
integratie van veel moslims. ... Aan loyaliteitsgefladder tussen de
democratie en de jihad kleeft niets goeds.
Red.: Natuurlijk gaat de discussie door, omdat de
betrokkenen blijven zitten, en het probleem dus niet weggaat. Onderstaand een
lange bijdrage van Volkskrant-redacteur Willem de Bruin, die de oude
standpunten van de politiek-correcten en de nette mensen
over
immigranten in het algemeen combineert met het loyaliteitsprobleem:
Uit: De Volkskrant, 28-04-2007, door Willem de Bruin, redacteur van de
Volkskrant.
Trouw zijn aan Nederland kan op allerlei
manieren
Islamitische medeburgers met twee paspoorten zijn niet per definitie
deloyaal aan Nederland, vindt Willem de Bruin. Iedereen heeft meerdere rollen en
loyaliteiten; die hoeven helemaal niet te botsen.
Tussentitel: Loyaliteit is te zeer vermengd geraakt met etniciteit en
geloofsovertuiging
De discussie over de dubbele nationaliteit van de staatssecretarissen Aboutaleb
en Albayrak heeft tot een weinig bevredigende uitkomst geleid. Het debat heeft
vooral het latent aanwezige beeld versterkt dat islamitische immigranten au fond
een vijfde colonne vormen waar tegenover waakzaamheid op zijn plaats is. Zijn ze
niet geïntegreerd, dan vormen moslims een vruchtbare voedingsbodem voor
radicalisme en terrorisme; zijn ze juist heel goed geïntegreerd, dan blijft de
vraag waar hun uiteindelijke loyaliteit ligt. Bij Nederland, Marokko, Turkije?
Nog een vraag: als het afleggen van een eed als onvoldoende bewijs van
loyaliteit wordt beschouwd, wie bepaalt dan wanneer iemand loyaal is?
Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat de
loyaliteit van medeburgers in twijfel wordt getrokken. Moslims en Joden kunnen
elkaar wat dit aangaat de hand schudden. De manier waarop moslims in Nederland
nu de maat wordt genomen, vertoont misschien nog de meeste overeenkomst met de
bejegening die katholieken in de eerste helft van de 19de eeuw ten deel viel,
culminerend in de zogenoemde Aprilbeweging van 1853.
Tijdens de Bataafse Republiek was weliswaar de scheiding
tussen kerk en staat uitgeroepen, maar daarmee waren de rooms-katholieken nog
niet meteen in al hun rechten hersteld. Het antipapisme was allerminst
verdwenen.
Pas met de liberale Grondwet van 1848, die de scheiding
tussen kerk en staat bezegelde, werd definitief de weg vrijgemaakt voor de
benoeming van nieuwe bisschoppen. Toen paus Pius IX in het voorjaar van 1853 –
vandaar de naam Aprilbeweging – het voornemen daartoe bekendmaakte, stuitte hij
desondanks op heftige protesten uit protestantse hoek. Men vreesde niet alleen
voor aantasting van het protestantse karakter van Nederland – de Tachtigjarige
Oorlog was tenslotte niet voor niets gevoerd. Minstens zo groot waren de
openlijk geuite twijfels aan de loyaliteit van katholieken, die immers twee
heren – de koning en de paus – moesten dienen. ...
Red.: Waarna een uitgebreid verhaal volgt over alle vroegere
immigrantenstromen, en dat alles goed is afgelopen. Dit argument loopt stuk op
de al meerdere malen eerder genoemde argumenten: de cultuurverschillen met de
allochtone immigranten van nu zijn kwalitatief groter zowel qua sociale
ontwikkeling (groeps- en etnische samenwerking versus
functionaliteitssamenwerking), religie (islam versus christendom), en cultuur in
het algemeen (islamitische wereld versus westerse wereld); de nieuwe immigranten
hebben in tegenstelling tot de oude immigranten een voordurende band met het
land van herkomst via televisie en vakantiereizen; en de nieuwe
immigranten vernieuwen hun nieuwigheid voortdurend door verse importpartners.
Dit zijn oorspronkelijk de redenen voor de bestaande
integratieproblemen, maar het zijn natuurlijk ook de reden voor
loyaliteitsproblemen. Natuurlijk heeft De Bruin gelijk in dat afkomst en
etniciteit geen oorzaak voor loyaliteitsproblemen hoeven te zijn, maar de
praktijk wijst simpelweg uit dat ze het wel degelijk zijn, om de genoemde
redenen.
Dat laatste punt wordt nog helderder door onderstaande
reacties:
Uit:
De Volkskrant, 05-05-2007, ingezonden brief van Dave van Ooijen
(Castricum)
Open samenleving vereist vergroten weerbaarheid
Leve Willem de Bruin. .....
Hij hekelt het standpunt van Geert Wilders over de twee
paspoorten van Albayrak en Aboutaleb als een achterhaalde vorm van nationalisme.
Het artikel van De Bruin is verplichte kost voor al degenen
die zich mengen in het debat over de loyaliteit van de nieuwe Nederlanders. Ik
zou willen adviseren om ook nog eens het in 1945 gepubliceerde boek van Karl
Popper De open samenleving en haar vijanden te (her)lezen.
De door Popper bepleite samenleving die uitgaat van
maatschappelijke veelvormigheid, is in staat weerstand te bieden tegen
populistische opvattingen en groepen die verkondigen dat zij de enige echte
waarheid in pacht hebben.
Zowel Geert Wilders als de jihadisten van de politieke islam
zijn de hedendaagse vijanden van een open samenleving.
Wilders richt zich niet op het vergroten van de weerbaarheid
van de Nederlandse samenleving maar op het vergroten van de repressie.
De Volkskrant, 05-05-2007, ingezonden brief van Eric Thole (Amsterdam)
Schaduwkant
Met interesse las ik de bijdrage over loyaliteit van Willem de Bruin in het
Betoog.
Maar tegelijkertijd moet mij van het hart dat het door hem
gepresenteerde begrip loyaliteit een grote onvoldoende zichtbaar gemaakte,
schaduwkant heeft.
En dat is dat het (loyaal) steunen van een bepaalde groep in
de samenleving, zoals een land, een godsdienst, een dorp, een sportclub of zelfs
een gezin, een grens heeft en moet hebben. En die grens is het belang van de
‘anderen’.
Loyaliteit mag nooit te veel ten koste gaan van deze anderen,
en dus zeker niet qoûte que coûte voorrang hebben. In een wereld waar we steeds
meer naar het grote geheel moeten kijken, is het belang van Nederland
ondergeschikt aan dat van een groter geheel als Europa of de hele wereld. Daarom
ben ik, juist wat de politiek betreft, een groot voorstander van mensen met
beginselen die verder reiken dan hun land- of geloofsgrenzen. Daar passen
kleinzielige geesten van het kaliber Geert Wilders niet in.
Het (mede) hebben van een niet-Nederlands paspoort zie ik dan
ook als een plus en zeker niet als een min!
Red.: Wat deze mensen even vergeten hebben, is dat
de genoemde openheid in de eerste brief juist veruit het meest ontbreekt bij
allochtonen, en de genoemde verkeerde groepsloyaliteit uit de tweede brief veruit het sterkst
aanwezig is bij allochtonen.
En dat zijn de praktische dingen die Willem de Bruin even
over het hoofd heeft gezien.
Maar de discussie gaat verder:
Uit:
De Volkskrant, 05-05-2007, door Hassan Bahara Khadija Arib, wees ook loyaal aan ons
De adviesraad waarbij Khadija Arib betrokken is, wil de band tussen Marokkaanse
Nederlanders en hun moederland aanhalen, hoort Hassan Bahara op een conferentie
in Rabat. ‘Aan de jongeren wordt niet gevraagd of ze dat wel willen.’
Afgelopen weekeinde kwamen meer dan honderd Marokkanen die buiten Marokko leven
op uitnodiging van de CCDH (Le Conseil Consultatif des Droits de l’Homme –
adviesraad voor de mensenrechten) naar Rabat om te praten over de cultuur,
religie en taal van de Marokkaanse diaspora. Tijdens drie verschillende
workshops kwam een keur aan experts aan het woord die hun licht lieten schijnen
over de verslappende band tussen Marokkanen van de tweede en derde generatie en
Marokko. Ze deden suggesties hoe deze band het best te herstellen.
Onder deze experts waren veel professoren, imams, sociologen,
ingenieurs, onderzoekers en afgevaardigden van Marokkaanse koepelorganisaties in
landen buiten Marokko. ...
Nederland was sowieso goed vertegenwoordigd met mensen als
Mohammed Cheppih (oud-voorzitter van de AEL, de Arabisch-Europese Liga), Mohamed
Echarrouti, (voorzitter UMMON – Unie van Marokkaanse Moskee Organisaties
Nederland), Naima El Bezaz (schrijfster) en Abdelilah Ljamai (universitair
docent aan de theologische faculteit Tilburg). Aan het hoofd van de Nederlandse
delegatie stond PvdA-Kamerlid Khadija Arib, die advieswerk verricht voor de CCDH.
Juridisch gezien doet Arib niets onoorbaars. Maar toch blijft
de vraag gerechtvaardigd of Arib haar werk voor het CCDH moet voortzetten.
Tijdens het seminar van 28 en 29 april bleek duidelijk dat de CCDH zich zorgen
maakt over de vervagende Marokkaanse identiteit van Marokkanen van de tweede en
derde generatie. De uitgenodigden, bijna allemaal werkzaam in velden die de
Marokkaanse identiteit buiten Marokko moeten verstevigen, deden veel ideeën aan
de hand om de band met het moederland te verstevigen.
Zo werden suggesties gedaan om leraren Arabisch naar Europa
te sturen en centra op te zetten waar jongeren meer kennis kunnen opdoen van de
Marokkaanse cultuur. Ook waren er sprekers die ervoor pleitten om veel meer via
de media de harten van de Europees Marokkaanse jongeren te winnen.
...
Tijdens gesprekken met andere deelnemers aan het seminar werd
steeds duidelijker welk doel de CCDH in werkelijkheid dient. Na toerisme is
namelijk het geld dat Marokkanen in het buitenland overmaken naar Marokko de
belangrijkste inkomstenbron. De Marokkaanse overheid vreest terecht dat met het
verdwijnen van de eerste generatie Marokkaanse gastarbeiders deze geldstroom
langzaam zal opdrogen. Om dit voor te zijn, probeert de Marokkaanse overheid uit
alle macht dit onafwendbaar toekomstscenario in ieder geval een generatie of
twee op te schuiven.
Een Amerikaans-Marokkaanse professor van Yale University, die
ook deelnam aan het seminar, formuleerde het als volgt: ‘In de jaren vijftig was
de Marokkaanse politieke elite maar wat blij dat ze af konden komen van deze
lastige berbers uit het Noorden en Zuiden van Marokko. Maar nu zij een
financiële factor van belang zijn geworden, zal deze elite er alles aan doen om
die Berbers zo lang mogelijk aan zich te verplichten.’
Dat verklaart ook waarom het heetste hangijzer, ‘de
wenselijkheid/onwenselijkheid van een dubbele nationaliteit’, handig werd
ontweken tijdens de workshops. Niet een keer werd dit onderwerp ter sprake
gebracht.
Het is opmerkelijk dat Khadija Arib advieswerk verricht voor
een organisatie die Marokkanen in het buitenland Marokkaans wil houden, terwijl
de toekomst van deze Marokkanen veelal in de landen van hun verblijf ligt.
Waar dienen taalcursussen Arabisch voor als een groot
gedeelte van de tweede en derde generatie Nederlandse Marokkanen met een
taalachterstand in het Nederlands te kampen heeft? Waarom zet zij zich niet
onvoorwaardelijk in voor de mensen die haar hebben gekozen en richt ze zich niet
enkel en alleen op de nijpende problemen waarmee wij Nederlandse Marokkanen,
tweede en derde generatie, te maken hebben?
Laat Marokko zijn eigen problemen maar oplossen en gun ons de
kans om volledig op te gaan in dit land waar we leven en ooit zullen sterven.
Daarbij hebben we uw hulp nodig, Khadija Arib, want u bent een van onze
volksvertegenwoordigers en u bent, of u het wilt of niet, een belangrijke
representant van de Nederlands Marokkaanse gemeenschap.
Wij hebben uw onverdeelde toewijding nodig om ons te helpen
bij het moeizame integratieproces. Aan Nederlandse Marokkanen die om
nostalgische of opportunistische redenen de band met Marokko niet kunnen
verbreken, hebben wij niets. Net zomin als aan de bemoeienissen met onze levens
van een land dat wij alleen van vakanties kennen. Khadija Arib, wees niet alleen
loyaal aan uw principes, maar ook aan ons. ...
Hassan Bahara is auteur van de roman Een verhaal uit de stad Damsko (Van
Gennep). Hij was op de conferentie van de Conseil Consultatif des Droits de
l’Homme in Rabat op uitnodiging van Khadija Arib.
Red.: Voor een bespreking van het boek van Hassan Bahara, zie
hier
.
Over de Turkse loyaliteit:
Uit:
De Volkskrant, 04-02-2011, van verslaggeefster Janny Groen
Dienstweigeren is een taboe
Afkopen dienstplicht fors duurder voor Turken in buitenland
Het bedrag dat Turken in het buitenland moeten betalen om hun dienstplicht af te
kopen, wordt verhoogd van vijf- naar tienduizend euro. Dat heeft het Turkse
parlement woensdag besloten. De afkoopsom voor dienstplichtigen boven de 45 jaar
wordt 15 duizend euro. ...
De enige manier om aan die dienstplicht te ontkomen, is het
Turkse paspoort in te leveren. Dat is voor de meeste Turken een brug te ver.
Turken, ook die in de diaspora, zijn nogal nationalistisch. Afstand doen van de
Turkse nationaliteit raakt aan een taboe. ...
Dienstweigeren is al evenzeer taboe in de Turkse gemeenschap.
Bovendien riskeert een weigeraar arrestatie, zodra hij de Turkse grens overgaat.
Dus betalen de meesten het - vooral voor laagopgeleiden -
forse bedrag met frisse tegenzin. Ze moeten het geld lenen bij familie en
vrienden of doen een beroep op de afbetalingsregeling van de Turkse overheid.
Die geeft hun de gelegenheid de schuld in termijnen af te betalen. Maar volgens
de voormalige medewerker van het consulaat wordt de afkoopsom ook nogal eens
verdiend in 'het grijze of zwarte circuit'. Hij doelt op Turkse Nederlanders in
achterstandswijken die een uitkering hebben en daarnaast zwart verdienen.
...
De dienstplichtigen doen rek- en strekoefeningen en hun
kennis over Atatürk (de grondlegger van de seculiere Turkse staat) wordt
opgefrist. Ze zweren, in een speciale ceremonie, trouw aan de Turkse vlag en
krijgen toespraken te horen over het Grote Turkse Leger.
Red.: Die ligt strak in Turkije.
Naar Allochtone loyaliteit
,
Allochtonen lijst
, Allochtonen overzicht
, of site
home
.
|