Bronnen bij Allochtone loyaliteit: de dubbele nationaliteit

11 mrt.2007

Over de dubbele nationaliteit van staatssecretarissen Aboutaleb en Albayrak is ophef ontstaan door de bezwaren van de Geert Wilders en zijn PVV hier tegen. Dit leverde een grote stroom politiek-correcte reacties op, waarin in alle toonaarden motieven en persoon van Wilders zwart werden gemaakt. Hieronder een paar bijdragen die de objectiviteit en rationaliteit van de bezwaren onderschrijven, voorafgegaan door een bekentenis op de voorpagina van de Volkskrant:


Uit: De Volkskrant, 02-03-2007, door Michiel Kruijt en Philippe Remarque

Aplomb Wilders is lastig te bestrijden

Analyse | Regeringsverklaring | De discussie over de dubbele nationaliteit domineert het eerste debat tussen Kamer en kabinet. Speelt dat Wilders in de kaart?


De hele Tweede Kamer verafschuwt Wilders’ motie van wantrouwen tegen de twee staatssecretarissen met een dubbele nationaliteit. Toch bleek het gisteren moeilijk hem op argumenten te bestrijden.
    Wilders zei dat zijn fractie niemand persoonlijk veroordeelt. Maar zij kan geen vertrouwen hebben in bewindspersonen met twee paspoorten. ‘Een blinde kan zien dat dubbele nationaliteit ook een dubbele loyaliteit betekent.’
    Zo schrijft de Turkse Grondwet volgens Wilders iedere onderdaan, dus ook staatssecretaris Albayrak van Justitie, trouw voor aan het moederland Turkije. Als bewindslieden alle nevenfuncties moeten neerleggen om de schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan, zou zij ook afstand moeten nemen. Ook is het ontoelaatbaar dat de Turkse Albayrak als staatssecretaris moet oordelen over de toelating van Turken tot Nederland. ‘Dat is de slager die zijn eigen vlees keurt.’ Er wordt over een wetswijziging gesproken, maar Wilders wil alvast ingrijpen. ...
    Het antwoord op Wilders retorische aplomb viel timide uit. Argumenten waren er wel. Artikel 3 van de Grondwet stelt dat iedere Nederlander, dus ook die met een dubbele nationaliteit, benoembaar is in publieke dienst. ...
...  Dat hij onder kiezers een snaar heeft beroerd, bewees VVD-leider Rutte. Die zette zich weliswaar af tegen Wilders, maar sprak zes dagen voor de Statenverkiezingen toch óók Albayrak aan op haar nationaliteit: zij heeft ‘een unieke kans laten liggen’, zei Rutte. ‘Als nieuw bewindspersoon was zij in de gelegenheid om een voorbeeld te zijn voor veel migranten door onverkort te kiezen voor de Nederlandse nationaliteit.’


Red.:   Nou, dat argument tegen Wilders dat men nog weten te noemen is dus waardeloos. Hetgeen de bekentenis volledig maakt: men heeft geen argumenten.


Uit: De Volkskrant, 03-03-2007, door Janny Groen

‘Aan dubbele loyaliteit is niet te ontsnappen’

‘Voor politiek actieve migranten is het vrijwel onmogelijk te ontkomen aan een dubbele loyaliteit.’ Dit zegt Dita Vogel, coördinator van het Europese onderzoeksproject Politis. Uit onderzoek in 25 Europese landen blijkt dat migranten-politici door zowel de autochtonen als hun etnische achterban worden aangesproken op hun specifieke identiteit.
    Vogel, die is verbonden aan de universiteit van Oldenburg: ‘Reguliere politieke partijen halen allochtoon talent vaak weg bij zelforganisaties of etnische gekleurde actiegroepen. Migranten die eerst actief worden bij een gevestigde politieke partij worden onmiddellijk benaderd door de etnische groep waaruit ze komen. Dus aan welke kant ze ook instappen, altijd worden ze aangesproken op hun achtergrond. Daar lijkt geen ontsnappen aan.’ ...


Uit: De Volkskrant, 05-03-2007, column door Kader Abdolah

Jouw paspoorten

...     Als je volksvertegenwoordiger bent verkeer je in een totaal andere situatie dan een gewone burger.
    Op de een of andere manier klopt het niet dat jij daar als parlementariër met een Marokkaans, Turks of Iraans paspoort in je binnenzak rondloopt. Dat kan ook niet bij een generaal.
    In het parlement wordt vaak over de belangrijkste zaken van het land gesproken. Het land ligt daar als het ware bloot op de tafels en in de gangen. Bovendien, als je toegang hebt tot het Torentje, heb je letterlijk toegang tot de schatkamer van het land. Dus, het kan niet. Het moet kunnen. Maar nu kan het niet. Zo simpel is het.
    Aboutaleb mag zijn Marokkaanse paspoort behouden, maar dan krijgt hij geen toegang tot het ‘Onderonsje’.
    Albayrak mag ook met haar Turkse paspoort in de lucht zwaaien. Maar als je in de zee springt, word je nat. Je kunt dan niet zeggen: ‘Ik wil een beetje nat worden.’ Je wordt helemaal nat.
    De Turkse regering zal ook nooit een Nederlander met een Turks paspoort in haar midden toelaten. En koning Hassan van Marokko zal nooit de nationale geheimen van Marokko met een Nederlander (met een Marokkaans paspoort) delen.
    Wat Geert Wilders beweert is waar. Nederland heeft Albayrak en Aboutaleb zo ver laten komen. Mensen vertrouwen ze. Het tweede paspoort moet weg. Het is chique als ze hun Turkse en Marokkaanse paspoort bij de koningin inleveren.


Uit: De Volkskrant, 27-03-2007, rubriek Haagse Berichten door Hans Wansink

Twee paspoorten

Het vraagstuk van de dubbele nationaliteit staat door toedoen van Wilders op de politieke agenda. Daar komt het alleen vanaf als er een praktische oplossing voor gevoelige functies wordt getroffen.


Geert Wilders en Sietse Fritsma van de Partij voor de Vrijheid stellen voor dat een dubbele nationaliteit wordt verboden voor alle volksvertegenwoordigers, politieke ambtsdragers, ambassadeurs, rechters, officieren van justitie, militairen, politieagenten en medewerkers van inlichtingendiensten. ... Toch vraagt het door de PVV aan de orde gestelde vraagstuk om een politieke oplossing.
    Twee hoogleraren, Ruud Koopmans en Paul Scheffer, hebben in NRC Handelsblad een verdienstelijke poging gedaan de kwestie van de dubbele nationaliteit tot zijn juiste proporties terug te brengen én politiek hanteerbaar te maken. De socioloog Koopmans wijst (in NRC Handelsblad van 10 maart) om te beginnen op het contrast tussen de bedoeling van de wet en de uitvoeringspraktijk. Volgens de Nederlandse wet moet in principe iedereen die genaturaliseerd wil worden, zijn oorspronkelijke nationaliteit opgeven. Er zijn uitzonderingen mogelijk, als het land van herkomst (denk aan Marokko) het opgeven van de nationaliteit niet toestaat. In de praktijk behoudt 80 procent van de nieuwe Nederlanders zijn oude paspoort. De 20 procent genaturaliseerden die zijn oude paspoort wel opgeeft, doet dat meestal gedwongen door de wetgeving uit het geboorteland. Onderdanen van Suriname, Somalië, Indonesië, India, België, Duitsland of Italië verliezen automatisch hun nationaliteit wanneer ze een andere aannemen. Dat geldt ook voor Nederlanders: een Nederlander die in Turkije Turk wil worden, moet zijn Nederlandse paspoort opgeven.
    Koopmans ziet dubbele nationaliteit niet als een probleem wanneer die geen noemenswaardige extra rechten of plichten (met name de dienstplicht) met zich meebrengt. Juist in de Europese gevallen waar de wetgeving het strengst is, constateert Koopmans, is zij in feite overbodig. Anders ligt het met landen die niet in de liberaal-democratische traditie staan en een sterk van Nederland afwijkend regime hebben. In Turkije geldt de dienstplicht (die overigens voor ruim 5000 euro kan worden afgekocht) en is het strafbaar te beweren dat genocide op Armeniërs heeft plaatsgevonden of dat Atatürk een homo was.
    Koopmans onderkent dus dat mensen met een dubbel paspoort in het land van herkomst in de problemen kunnen komen. Voor hem is dat geen reden om te pleiten voor een integraal verbod op de dubbele nationaliteit. Integendeel, Koopmans pleit voor het legaliseren van de dubbele nationaliteit. ...
    Maar Wilders heeft in de ogen van Koopmans niet helemaal ongelijk. Er kan in sommige gevallen wel degelijk sprake zijn van onverenigbaarheid van nationaliteiten. Turks-Nederlandse militairen kunnen (bijvoorbeeld in Irak) in conflict komen met Turkse soldaten. Of een Turks-Nederlands Kamerlid kan worden opgeroepen zijn dienstplicht in Turkije te vervullen. Voor Kamerleden en bewindslieden geldt bovendien dat zij hun werk ‘zonder last of ruggespraak’, dus onafhankelijk moeten doen. Maar zelfs het afleggen van een eed van trouw aan de Nederlandse Grondwet betekent niet dat de verplichtingen als onderdaan van een ander land automatisch vervallen. Koopmans wuift het probleem van de mogelijke belangenconflicten dus niet weg, maar geeft evenmin uitsluitsel.
    Paul Scheffer reikt (in NRC Handelsblad van 21 maart) drie oplossingen aan voor het probleem van de gevoelige functies. Zo verbiedt de Australische Grondwet mensen met een dubbele nationaliteit lid van het parlement te worden. In Canada deed Michaelle Jean, de nieuwe Governor General, ter gelegenheid van haar benoeming vrijwillig afstand van haar Franse paspoort. Scheffer herinnert eraan dat het uit Hongarije afkomstige Tweede Kamerlid Gabor (VVD) hetzelfde deed. Het zou ook een mooi gebaar van Albayrak zijn geweest, schrijft Scheffer, maar na alle ophef zal dat nu alleen nog worden uitgelegd als een knieval richting Wilders.
    Scheffer geeft de voorkeur aan de derde variant, afkomstig uit de Verenigde Staten. Daar wordt bij gevoelige functies, bijvoorbeeld in het leger, dubbele nationaliteit meegewogen bij de vraag of iemand geschikt is. Wanneer de gegadigde actief de andere nationaliteit gebruikt of door het land van herkomst als staatsburger wordt benaderd, kan dat een reden zijn voor afwijzing.
    Net als Koopmans signaleert ook Scheffer dat het principe van de enkelvoudige nationaliteit niet wordt nageleefd. Een grote meerderheid in de Kamer is voor handhaving van dat principe. Als dat zo blijft, redeneert Scheffer terecht, moet de uitvoeringspraktijk aan de wet worden aangepast. Nu is het tegenovergestelde het geval: het aantal Nederlanders met een dubbele nationaliteit steeg tussen 1995 en 2006 van vierhonderdduizend naar één miljoen. Als deze praktijk maatgevend moet blijven, zoals PvdA, D66, GroenLinks en Koopmans vinden, moet de wet worden veranderd, concludeert Scheffer.   ...


Uit: De Volkskrant, 30-03-2007, column door Nausicaa Marbe, schrijfster en journaliste, is geboren in Roemenië en verhuisde op haar 18de naar Nederland.

Loyaliteitsgefladder

‘Voel je je Roemeense of Nederlandse?’ Die vraag is me sinds ik in 1982 Boekarest voor Nederland inruilde, vaak gesteld. Tot voor kort kwam het niet in mij op dat daarmee enigerlei loyaliteit kon worden bevraagd. Simpelweg veronderstelde ik nieuwsgierigheid naar de dilemma’s van een migrant. Mijn antwoord was altijd: ‘Allebei en ook een beetje wereldburger.’ Verreweg de meeste immigranten die ik ooit sprak, waren hetzelfde sentiment toegedaan.
    Anders dan recentelijk gesuggereerd, is een dubbele loyaliteit geen tijdbom die leidt tot landverraad. Zulk innerlijk pendelen is juist een uiting van diepe verbondenheid met twee samenlevingen. Zeker in de Europese Unie, die zowel een pan-Europese gedachte als betrokkenheid bij de rest van de wereld voorstaat, zou het enghartig zijn om burgers op één paspoort, één loyaliteit vast te pinnen. Een Nederlander kan immers loyaal zijn aan zijn driekleur, aan de EU én aan de mensenrechtenstrijd in Zimbabwe of in Oekraïne. Mondiaal engagement, verder willen reiken dan ons bestaan onder de kaasstolp, is juist bewonderenswaardig.
    De Marokkaanse Nederlander Kadija Arib doet er goed aan zich in te zetten voor mensenrechten in Marokko. De werkgroep waarin ze zit, is ingesteld door de Marokkaanse Commissie voor Rechtvaardigheid en Verzoening, opgericht om een democratische kentering in het land te markeren.
    Maar het PvdA-Kamerlid is óók betrokken bij het in 2007 in te stellen inspraakorgaan voor Marokkaanse migranten: de Conseil Supérieur de la Communauté Maroccaine á l’Etranger (CSCME).
    Deze raad neemt zich voor de integratie van geëmigreerde Marokkanen te propageren en wil ook hun problemen inventariseren. Dat gaat dan om problemen bij het onderwijs in de Arabische taal en bij het uitdragen van cultuur en geloof. Het doel is dus: integratie in een ander land met behoud van de Marokkaanse identiteit die door Marokko actief wordt beschermd. Curieus. Meent Marokko soms dat de grondwetten van de West-Europese landen de ingezetenen van Marokkaanse afkomst onvoldoende beschermen?
    De vraag is wat dit betekent voor de toch al problematische integratieprocessen in Europa. Het laatste dat we nodig hebben, is een parallelle migrantenpolitiek uit Marokko waarop Europese Marokkanen zich kunnen beroepen als de lokale, seculiere wetgeving ze niet zint. Er kleeft nóg iets vreemds aan de CSCME. De ontwerpstatuten verbieden de kandidatuur voor deze raad van Marokkaanse diplomaten, rechters, veiligheidsagenten en ambtenaren, terwijl ze Marokkanen uit het buitenland met dezelfde beroepen wél toelaten. Aast de CSCME soms op Europees-Marokkaanse hoogwaardigheidsbekleders? Moeten zij straks aan de Marokkaanse koning rapporteren over de problemen van burgers uit hun immigratieland zonder daarover overleg te plegen met de eigen regering?
    Van zo’n diffuus invloedgebied vol tegenstrijdige bevoegdheden zou een Nederlands Kamerlid zich verre moeten houden. Kadija Arib heeft onlangs gezegd dat ze niemand verantwoording schuldig is – een bizarre uitspraak voor een volksvertegenwoordiger. ...
    Verder zou de loyaliteitsdiscussie in Nederland zich minder moeten richten op paspoorten en meer op onwenselijk gedachtegoed waarin de Koran als supranationaal wetboek fungeert. De actuele uitlatingen van de Tilburgse imam Salam zijn daar weer een navrant voorbeeld van. Hoe welwillend en begripvol werd Salam niet bejegend toen hij de uitgestoken hand van de bewindspersoon Verdonk weigerde. Niet hij, maar het mens Verdonk discrimineerde en polariseerde, was de mare. Nu heeft diezelfde imam moslims opgeroepen de Nederlandse staat schade toe te brengen door belastingontduiking. Dat klinkt wel koddig, maar de haat die zulke idiotie baart, kunnen we beter serieus nemen.
    Precies die actieve vijandigheid bemoeilijkt tenslotte de integratie van veel moslims. ... Aan loyaliteitsgefladder tussen de democratie en de jihad kleeft niets goeds.


Red.:   Natuurlijk gaat de discussie door, omdat de betrokkenen blijven zitten, en het probleem dus niet weggaat. Onderstaand een lange bijdrage van Volkskrant-redacteur Willem de Bruin, die de oude standpunten van de politiek-correcten en de nette mensen over immigranten in het algemeen combineert met het loyaliteitsprobleem:


Uit: De Volkskrant, 28-04-2007, door Willem de Bruin, redacteur van de Volkskrant.

Trouw zijn aan Nederland kan op allerlei manieren

Islamitische medeburgers met twee paspoorten zijn niet per definitie deloyaal aan Nederland, vindt Willem de Bruin. Iedereen heeft meerdere rollen en loyaliteiten; die hoeven helemaal niet te botsen.

Tussentitel: Loyaliteit is te zeer vermengd geraakt met etniciteit en geloofsovertuiging

De discussie over de dubbele nationaliteit van de staatssecretarissen Aboutaleb en Albayrak heeft tot een weinig bevredigende uitkomst geleid. Het debat heeft vooral het latent aanwezige beeld versterkt dat islamitische immigranten au fond een vijfde colonne vormen waar tegenover waakzaamheid op zijn plaats is. Zijn ze niet geïntegreerd, dan vormen moslims een vruchtbare voedingsbodem voor radicalisme en terrorisme; zijn ze juist heel goed geïntegreerd, dan blijft de vraag waar hun uiteindelijke loyaliteit ligt. Bij Nederland, Marokko, Turkije? Nog een vraag: als het afleggen van een eed als onvoldoende bewijs van loyaliteit wordt beschouwd, wie bepaalt dan wanneer iemand loyaal is?
    Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat de loyaliteit van medeburgers in twijfel wordt getrokken. Moslims en Joden kunnen elkaar wat dit aangaat de hand schudden. De manier waarop moslims in Nederland nu de maat wordt genomen, vertoont misschien nog de meeste overeenkomst met de bejegening die katholieken in de eerste helft van de 19de eeuw ten deel viel, culminerend in de zogenoemde Aprilbeweging van 1853.
    Tijdens de Bataafse Republiek was weliswaar de scheiding tussen kerk en staat uitgeroepen, maar daarmee waren de rooms-katholieken nog niet meteen in al hun rechten hersteld. Het antipapisme was allerminst verdwenen.
    Pas met de liberale Grondwet van 1848, die de scheiding tussen kerk en staat bezegelde, werd definitief de weg vrijgemaakt voor de benoeming van nieuwe bisschoppen. Toen paus Pius IX in het voorjaar van 1853 – vandaar de naam Aprilbeweging – het voornemen daartoe bekendmaakte, stuitte hij desondanks op heftige protesten uit protestantse hoek. Men vreesde niet alleen voor aantasting van het protestantse karakter van Nederland – de Tachtigjarige Oorlog was tenslotte niet voor niets gevoerd. Minstens zo groot waren de openlijk geuite twijfels aan de loyaliteit van katholieken, die immers twee heren – de koning en de paus – moesten dienen. ...


Red.:   Waarna een uitgebreid verhaal volgt over alle vroegere immigrantenstromen, en dat alles goed is afgelopen. Dit argument loopt stuk op de al meerdere malen eerder genoemde argumenten: de cultuurverschillen met de allochtone immigranten van nu zijn kwalitatief groter zowel qua sociale ontwikkeling (groeps-  en etnische samenwerking versus functionaliteitssamenwerking), religie (islam versus christendom), en cultuur in het algemeen (islamitische wereld versus westerse wereld); de nieuwe immigranten hebben in tegenstelling tot de oude immigranten een voordurende band met het land van  herkomst via televisie en vakantiereizen; en de nieuwe immigranten vernieuwen hun nieuwigheid voortdurend door verse importpartners.
    Dit zijn oorspronkelijk de redenen  voor de bestaande integratieproblemen, maar het zijn natuurlijk ook de reden voor loyaliteitsproblemen. Natuurlijk heeft De Bruin gelijk in dat afkomst en etniciteit geen oorzaak voor loyaliteitsproblemen hoeven te zijn, maar de praktijk wijst simpelweg uit dat ze het wel degelijk zijn, om de genoemde redenen.
    Dat laatste punt wordt nog helderder door onderstaande reacties:


Uit: De Volkskrant, 05-05-2007, ingezonden brief van Dave van Ooijen (Castricum)

Open samenleving vereist vergroten weerbaarheid

Leve Willem de Bruin. .....
    Hij hekelt het standpunt van Geert Wilders over de twee paspoorten van Albayrak en Aboutaleb als een achterhaalde vorm van nationalisme.
    Het artikel van De Bruin is verplichte kost voor al degenen die zich mengen in het debat over de loyaliteit van de nieuwe Nederlanders. Ik zou willen adviseren om ook nog eens het in 1945 gepubliceerde boek van Karl Popper De open samenleving en haar vijanden te (her)lezen.
    De door Popper bepleite samenleving die uitgaat van maatschappelijke veelvormigheid, is in staat weerstand te bieden tegen populistische opvattingen en groepen die verkondigen dat zij de enige echte waarheid in pacht hebben.
    Zowel Geert Wilders als de jihadisten van de politieke islam zijn de hedendaagse vijanden van een open samenleving.
    Wilders richt zich niet op het vergroten van de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving maar op het vergroten van de repressie.


De Volkskrant
, 05-05-2007, ingezonden brief van Eric Thole (Amsterdam)

Schaduwkant

Met interesse las ik de bijdrage over loyaliteit van Willem de Bruin in het Betoog.
    Maar tegelijkertijd moet mij van het hart dat het door hem gepresenteerde begrip loyaliteit een grote onvoldoende zichtbaar gemaakte, schaduwkant heeft.
    En dat is dat het (loyaal) steunen van een bepaalde groep in de samenleving, zoals een land, een godsdienst, een dorp, een sportclub of zelfs een gezin, een grens heeft en moet hebben. En die grens is het belang van de ‘anderen’.
    Loyaliteit mag nooit te veel ten koste gaan van deze anderen, en dus zeker niet qoûte que coûte voorrang hebben. In een wereld waar we steeds meer naar het grote geheel moeten kijken, is het belang van Nederland ondergeschikt aan dat van een groter geheel als Europa of de hele wereld. Daarom ben ik, juist wat de politiek betreft, een groot voorstander van mensen met beginselen die verder reiken dan hun land- of geloofsgrenzen. Daar passen kleinzielige geesten van het kaliber Geert Wilders niet in.
    Het (mede) hebben van een niet-Nederlands paspoort zie ik dan ook als een plus en zeker niet als een min!
 

Red.:   Wat deze mensen even vergeten hebben, is dat de genoemde openheid in de eerste brief juist veruit het meest ontbreekt bij allochtonen, en de genoemde verkeerde groepsloyaliteit uit de tweede brief veruit het sterkst aanwezig is bij allochtonen.
    En dat zijn de praktische dingen die Willem de Bruin even over het hoofd heeft gezien.
    Maar de discussie gaat verder:


Uit: De Volkskrant, 05-05-2007, door Hassan Bahara

Khadija Arib, wees ook loyaal aan ons

De adviesraad waarbij Khadija Arib betrokken is, wil de band tussen Marokkaanse Nederlanders en hun moederland aanhalen, hoort Hassan Bahara op een conferentie in Rabat. ‘Aan de jongeren wordt niet gevraagd of ze dat wel willen.’


Afgelopen weekeinde kwamen meer dan honderd Marokkanen die buiten Marokko leven op uitnodiging van de CCDH (Le Conseil Consultatif des Droits de l’Homme – adviesraad voor de mensenrechten) naar Rabat om te praten over de cultuur, religie en taal van de Marokkaanse diaspora. Tijdens drie verschillende workshops kwam een keur aan experts aan het woord die hun licht lieten schijnen over de verslappende band tussen Marokkanen van de tweede en derde generatie en Marokko. Ze deden suggesties hoe deze band het best te herstellen.
    Onder deze experts waren veel professoren, imams, sociologen, ingenieurs, onderzoekers en afgevaardigden van Marokkaanse koepelorganisaties in landen buiten Marokko. ...
    Nederland was sowieso goed vertegenwoordigd met mensen als Mohammed Cheppih (oud-voorzitter van de AEL, de Arabisch-Europese Liga), Mohamed Echarrouti, (voorzitter UMMON – Unie van Marokkaanse Moskee Organisaties Nederland), Naima El Bezaz (schrijfster) en Abdelilah Ljamai (universitair docent aan de theologische faculteit Tilburg). Aan het hoofd van de Nederlandse delegatie stond PvdA-Kamerlid Khadija Arib, die advieswerk verricht voor de CCDH.
    Juridisch gezien doet Arib niets onoorbaars. Maar toch blijft de vraag gerechtvaardigd of Arib haar werk voor het CCDH moet voortzetten. Tijdens het seminar van 28 en 29 april bleek duidelijk dat de CCDH zich zorgen maakt over de vervagende Marokkaanse identiteit van Marokkanen van de tweede en derde generatie. De uitgenodigden, bijna allemaal werkzaam in velden die de Marokkaanse identiteit buiten Marokko moeten verstevigen, deden veel ideeën aan de hand om de band met het moederland te verstevigen.
    Zo werden suggesties gedaan om leraren Arabisch naar Europa te sturen en centra op te zetten waar jongeren meer kennis kunnen opdoen van de Marokkaanse cultuur. Ook waren er sprekers die ervoor pleitten om veel meer via de media de harten van de Europees Marokkaanse jongeren te winnen.   ...
    Tijdens gesprekken met andere deelnemers aan het seminar werd steeds duidelijker welk doel de CCDH in werkelijkheid dient. Na toerisme is namelijk het geld dat Marokkanen in het buitenland overmaken naar Marokko de belangrijkste inkomstenbron. De Marokkaanse overheid vreest terecht dat met het verdwijnen van de eerste generatie Marokkaanse gastarbeiders deze geldstroom langzaam zal opdrogen. Om dit voor te zijn, probeert de Marokkaanse overheid uit alle macht dit onafwendbaar toekomstscenario in ieder geval een generatie of twee op te schuiven.
    Een Amerikaans-Marokkaanse professor van Yale University, die ook deelnam aan het seminar, formuleerde het als volgt: ‘In de jaren vijftig was de Marokkaanse politieke elite maar wat blij dat ze af konden komen van deze lastige berbers uit het Noorden en Zuiden van Marokko. Maar nu zij een financiële factor van belang zijn geworden, zal deze elite er alles aan doen om die Berbers zo lang mogelijk aan zich te verplichten.’
    Dat verklaart ook waarom het heetste hangijzer, ‘de wenselijkheid/onwenselijkheid van een dubbele nationaliteit’, handig werd ontweken tijdens de workshops. Niet een keer werd dit onderwerp ter sprake gebracht.
    Het is opmerkelijk dat Khadija Arib advieswerk verricht voor een organisatie die Marokkanen in het buitenland Marokkaans wil houden, terwijl de toekomst van deze Marokkanen veelal in de landen van hun verblijf ligt.
    Waar dienen taalcursussen Arabisch voor als een groot gedeelte van de tweede en derde generatie Nederlandse Marokkanen met een taalachterstand in het Nederlands te kampen heeft? Waarom zet zij zich niet onvoorwaardelijk in voor de mensen die haar hebben gekozen en richt ze zich niet enkel en alleen op de nijpende problemen waarmee wij Nederlandse Marokkanen, tweede en derde generatie, te maken hebben?
    Laat Marokko zijn eigen problemen maar oplossen en gun ons de kans om volledig op te gaan in dit land waar we leven en ooit zullen sterven. Daarbij hebben we uw hulp nodig, Khadija Arib, want u bent een van onze volksvertegenwoordigers en u bent, of u het wilt of niet, een belangrijke representant van de Nederlands Marokkaanse gemeenschap.
    Wij hebben uw onverdeelde toewijding nodig om ons te helpen bij het moeizame integratieproces. Aan Nederlandse Marokkanen die om nostalgische of opportunistische redenen de band met Marokko niet kunnen verbreken, hebben wij niets. Net zomin als aan de bemoeienissen met onze levens van een land dat wij alleen van vakanties kennen. Khadija Arib, wees niet alleen loyaal aan uw principes, maar ook aan ons.  ...

Hassan Bahara is auteur van de roman Een verhaal uit de stad Damsko (Van Gennep). Hij was op de conferentie van de Conseil Consultatif des Droits de l’Homme in Rabat op uitnodiging van Khadija Arib.


Red.:   Voor een bespreking van het boek van Hassan Bahara, zie hier .
    Over de Turkse loyaliteit:


Uit: De Volkskrant, 04-02-2011, van verslaggeefster Janny Groen

Dienstweigeren is een taboe

Afkopen dienstplicht fors duurder voor Turken in buitenland

Het bedrag dat Turken in het buitenland moeten betalen om hun dienstplicht af te kopen, wordt verhoogd van vijf- naar tienduizend euro. Dat heeft het Turkse parlement woensdag besloten. De afkoopsom voor dienstplichtigen boven de 45 jaar wordt 15 duizend euro.   ...
    De enige manier om aan die dienstplicht te ontkomen, is het Turkse paspoort in te leveren. Dat is voor de meeste Turken een brug te ver. Turken, ook die in de diaspora, zijn nogal nationalistisch. Afstand doen van de Turkse nationaliteit raakt aan een taboe. ...
    Dienstweigeren is al evenzeer taboe in de Turkse gemeenschap. Bovendien riskeert een weigeraar arrestatie, zodra hij de Turkse grens overgaat.
    Dus betalen de meesten het - vooral voor laagopgeleiden - forse bedrag met frisse tegenzin. Ze moeten het geld lenen bij familie en vrienden of doen een beroep op de afbetalingsregeling van de Turkse overheid. Die geeft hun de gelegenheid de schuld in termijnen af te betalen. Maar volgens de voormalige medewerker van het consulaat wordt de afkoopsom ook nogal eens verdiend in 'het grijze of zwarte circuit'. Hij doelt op Turkse Nederlanders in achterstandswijken die een uitkering hebben en daarnaast zwart verdienen.    ...
    De dienstplichtigen doen rek- en strekoefeningen en hun kennis over Atatürk (de grondlegger van de seculiere Turkse staat) wordt opgefrist. Ze zweren, in een speciale ceremonie, trouw aan de Turkse vlag en krijgen toespraken te horen over het Grote Turkse Leger.


Red.:   Die ligt strak in Turkije.


Naar Allochtone loyaliteit , Allochtonen lijst  , Allochtonen overzicht  , of site
home .