Allochtone meningen over de moord op Van Gogh
Kader Abdolah, schrijver en vaste columnist van de Volkskrant
-
met wat aanvullingen in [] om de literaire vorm te verduidelijken (de Volkskrant,
3 november 2004):
Hier staat het volgende: Kader Abdolah was er van op de hoogte dat er een
groep fanatieke moslim-extremisten was in Nederland. Hij wist dat deze groep
een bedreiging vormde voor het leven van autochtone Nederlanders. Hij vindt
dat er te veel mag in Nederland, in de zin van meningen
à la Van Gogh, (de zinsnede: 'En dat mag, want alles mag in dit land'
valt niet anders uit te leggen, want het zeker niet zo dat alles mag in ons
land, bijvoorbeeld iemand doden omdat hij je beledigd heeft). Hij vindt dat
het steeds agressievere gedrag van moslims in het algemeen en Marokkanen in
het bijzonder jegens de autochtone bevolking tot in het oneindige
getolereerd moet worden. Hij vindt dat het nemen van hardere maatregelen ter
bestrijding van deze overlast en aanvallen op de autochtone bevolking niet
gedaan moet worden omdat het extreme reacties bij de schuldigen oproept.
Rachid Kaddour, omschreven als een 26-jarige jongeman met twee
nationaliteiten (de Volkskrant (5 november 2004):
Uit dit stuk blijkt feitelijk het volgende: islamieten zien verbale
belediging als even erg als fysiek geweld. De islamiet ziet zijn slechte
positie als het gevolg van de daden van de autochtone bevolking die daartoe
gedreven is door economische neergang en eigen onveiligheidgevoel. Er is een
continu spectrum van gewone islam naar het meest extremistische
fundamentalisme. Het zich niet erkend voelen in de Nederlandse samenleving
betekent dat de het hele spectrum van gevoelens bij moslim jongeren naar de
radicale kant verschuift. Als Nederland maatregelen neemt tegen de
extremisten onder hen, zal het geweld door die extremisten toenemen.
Dit stuk gaat volkomen voorbij aan de historische loop der gebeurtenissen.
Tot voor twee jaar zijn allochtonen in Nederland behandeld op de manier die
Kaddoud wenst in zijn laatste alinea. Als er al sprake was van een mindere
behandeling, was die in geen verhouding tot de overlast die het de
aanwezigheid en gedrag van allochtonen in steeds toenemende mate gedurende
die tijd met zich mee brachten. Het verjagen van een autochtoon gezin uit
een gemengde wijk is het laatste in een lange reeks incidenten, waarbij de
autoriteiten zoals altijd uiterst coulant jegens de allochtone racisten is
opgetreden. Het is dit soort gedrag dat de oorzaak van de toenemend harde
taal bij autochtone, mediavormers en anderen, in de maatschappij gedurende
de laatste twee jaar. Wat Kaddoud stelt is een omkering van waarden: alsof
de autochtonen de allochtonen uit de wijken in de grote steden hebben
gedrongen, en uit gemengde buurten hebben verjaagd met hun zich agressief
gedragende kinderen. Het gebrek aan respect dat Kaddoud toedicht aan de
autochtonen, is waarschijnlijk voor een deel waar, namelijk voor dat deel
dat de Nederlandse samenleving de waarden van de allochtoon niet serieus
neemt. Maar Kaddoud vergeet wat: namelijk dat de religieuze en culturele
waarden van de allochtoon de Nederlandse waarden nog veel minder serieus
neemt. De islamiet heeft een uitverkoren vorm van kennis en inzicht die de
autochtonen als niet-islamieten ontberen, en dus zijn zij een overeenkomstig
minder volk.
Bovendien doet Kaddoud nog iets anders. Hij bedreigt ons met nog meer
geweld, als we niet de coulante houding van twee jaar terug niet opnieuw
invoeren. Dit is de allerergste vorm van hovaardij die men zich kan
voorstellen. Er is maar
één bron die een dusdanige vorm van
hovaardij kan veroorzaken: ideologische overtuiging, in dit geval
ongetwijfeld de islamitische religie.
Beide stukken samen nemend kan men niet anders concluderen dat zelfs bij
deze, zich ongetwijfeld als gematigd en genuanceerd beschouwende islamieten,
er de meest ernstige vormen van religieuze blindheid bestaan, en wel op een
dusdanige wijze dat ze zonder het zelf op te merken die religieuze blindheid
aan de openbaarheid prijs geven. Hieruit blijkt dat genuanceerd praten en
overleg met de groep als geheel eiegenlijk zonder zin is. De bestaande
verschillen en problemen worden voor het overgrote deel veroorzaakt door
religieuze verschillen, en daarover valt nu eenmaal niet te discussiëren.
De autochtone Nederlanders moeten gewoon keiharde richtlijnen stellen voor
ongewenst gedrag, en deze uitleggen op de voor de hand liggende manier:
Nederland is het land van Nederlandse waarden, wie buitenlandse waarden wil,
moet naar het buitenland.
Van de televisie, uit Barend en Van Dorp
(05-11-2004, TV RTL4 23h00), een discussie over
de moord op Theo van Gogh, met onder andere Theodor Holman, vriend van Van Gogh,
en Mimoun Oaïssa, Marokkaans acteur, bekend van humoristische succesfilm Shouf shouf
habibi, spelende in Marokkaanse gemeenschap.
En 06-11-2004, bericht in de Volkskrant:
Analyse van deze twee items:
Waarom het om gaat in de reactie van de Marokkaanse acteur is de uitwerking van
de eerste zin van de open brief op de acteur. Hoewel hij stil bleef zitten, was
het alsof de deur van een brandkast in zijn gezicht werd geslagen. Want wat de
open brief vooral deed is zich min of meer boven de kwestie van de moord zelf
stellen, hij bracht relativering en afstand aan op een toch emotionele manier.
Kortom: de brief was moreel superieur. Het is die morele superioriteit die de
islamist trof als een moker. De reden daarvan is dat de islamist, of hij nu van
de fundamentalistisch soort is of van de gewone, zichzelf uit hoofde van zijn
islamiet zijn beschouwd als superieur, zoals de acteur al had aangegeven met het
verhaal over zijn vader. Die deed iets moreel superieurs, omdat hij islamiet
was. Hierbij moet aangetekend worden dat de Marokkaanse acteur perfect
Nederlands spreekt, en volkomen geïntegreerd
lijkt in de Nederlandse maatschappij, en als hij afwijkt van het Marokkaanse
gemiddelde, dit eerder aan de Nederlandse dan aan de Marokkaanse kant is.
Deze conclusies worden bevestigd door het tweede item. Degenen die de
aanklacht ingediend hebben, gaan uit van de redenatie dat de belediging
noodzakelijkerwijs tot de moord leidt. Dat betekent dat ze zelf ook vinden dat
de belediging de moord veroorzaakt, onafahankelijk van het feit of ze vinden dat
dit ook de moord rechtvaardigt. Belediging kan alleen een moord veroorzaken als
de belediging op hetzelfde niveau staat als moord. De moord is een daad die
stelt dat de belediging belangrijker is dan het leven zelf. Nu is belediging het
minachten van iemands persoon of mening, maar in het geval van Van Gogh is er
geen persoonlijk contact geweest met de dader, dus is het minachting van diens
mening geweest. Dat betekent dat de dader zijn mening belangrijker vindt dan het
leven zelf, en de aanklagers erkennen die claim met hun aanklacht. Een andere
manier om die claim uit te drukken is declaim dat de dader een superieure, want
groter dan het leven zelf, mentaliteit heeft. De ondertekenaars van de aanklacht
tegen Hirsi Ali volgen de logica van de dader, en vinden dus allemaal dat ze een
superieure moraliteit hebben. Die superieure moraliteit is natuurlijk die van de
islam.
Merk op dat de onvermijdelijke conclusie is dat praten geen zin heeft, want
men kan niet discussiëren met mensen die een
superieure moraliteit hebben. Uiteindelijk doen die altijd beroep op de morele
superioriteit, het beroep op de waarheid gegeven door de godheid. Als praten
geen zin heeft, kan men alleen maatrgelen nemen, en wel maatrgelen die de rest
van de bevolking beschermen tegen degenen die handelen alsof ze denken dat ze
een morele superioriteit hebben, dat wil zeggen: tegen de moslims. Allochtonen
kunnen zich alleen vrijwaren tegen deze beschermingsmaatregelen, als ze te
kennen geven dat ze die morele superioriteit niet hebben. De facto komt
dit neer op het afleggen van de islam, althans de islam in haar huidig bekende
vorm. De allochtonen kunnen dat op een voor ieder overtuigende manier doen, door
hun islamitsche tekenen af te leggen, en hun islamitische tempels te verlaten.
Makers van de website www.elqalem.nl, geïnterviewed
in de Volkskrant, 08-11-2004:
De redacteuren lieten weten dat ze niet zouden meelopen in een stille tocht voor
een persoon die 'de profeet Mohammed pedofiel en pooier van Allah
noemde'.'Zouden wij met deze slijmerige acties niet onze profeet Mohammed en
Allah de rug toekeren. Zouden wij hiermee niet onze religie verloochenen?' ...
'Sterker nog, we zijn standvastig en houden vast aan onze religieuze
suprematie.'
Deze citaten, en vooral de laatste zinsnede, tonen overduidelijk de juistheid
van de analyse van de Marokkanse gevoelens als boven in het geval bij Barend
en Van Dorp. Meerdere analysten hebben al opgemerkt dat het fundamentele
probleem van de islamisten de tegenstelling tussen deze diepgevoelde morele
superioriteit en de realiteit van hun economische en sociale inferioriteit is.
Nazmiye Oral, columniste in de Volkskrant,
09-11-2004 :
In de laatste alinea wordt het gedrag van de voornamelijk Marokkaanse
buurtterreur in vele steden in het volle daglicht gesteld. Hier staat
overduidelijk wat iedereen al kon weten: die incidenten waren geen incidenten.
Dat kon iedereen zien aan de blikken die erbij getrokken werden, en de
blikken als ze er op aangesproken werden. De blikken van Murat D. die conrector
Van Wieren doodschoot, omdat die hem niet respecteerde, volgens eigen zeggen;
dat wil zeggen: hem voortdurend corrigeerde (natuurlijk is dingen door de ogen
zie die niet door de gezien behoren te worden het ultieme teken van disrespect).
Wat Nazmiye Oral laat zien, ongetwijfeld onbedoeld, is dat die minachtende
blikken, die buurtterreur, en die moorden geen incidenten zijn, maar
cultuuruitingen.
Plaats dit in het licht van het volgende (09-11-2004, ingezonden brief in de Volkskrant, van Kleis van Dijk):
En (09-11-2004, ingezonden brief in de Volkskrant, van Nellie Berkenbosch):
Plaats de autochtone ingezonden stukken nu naast hetgeen in het stuk van Oral
beschreven wordt (merk hierbij op dat Oral volgens eigen eerdere stukken in een
relatief verlichte omgeving is opgegroeid, en maatschappelijk geslaagd is, zie
), en
de eerdere citaten op deze pagina. Dan blijkt waar het gebrek aan respect
voornamelijk ligt: de allochtoonse opvoeding, en de kinderen die daaruit
voortgevloeid zijn (zie ook een voorbeeld van enige tijd terug over de
allochtone partnerkeuze
) . Een
verdere bevestiging is
dat de eerste oproepen vanuit allochtone hoek om respect voor de autochtonen
moeten nog steeds komen. Het verhaal van Oral in vergelijking met de autochtone
ingezonden brieven toont aan dat de oproepen tot respect in de richting van
allochtonen veel nodiger is dan oproepen tot respect in de richting van
autochtonen.
15 november 2004, de Volkskrant, een artikel van
Norbeth Both, politicoloog, en Nabil Taouati, bedrijfskundige. Het
artikel is een zeer verhelderend in zijn mix van ontkenningen en zeken die
tussen de regels toegegven worden. Vandaar een stuk bij stuk analyse - eerst de
onderkop:
Een zeer juiste constatering, en een van de meest openlijke gevallen waarin dit
toegegeven wordt. Het gaat niet om de extremisten die nu naar buiten zijn
gekomen, maar om de grote groepen die er achter steken.
Dit is onjuist. Slechts heel weinigen zeggen dit (bijvoorbeeld Ellian (Iraniër,
rechtsfilosoof) en Aboutaleb (Marokkaan, wethouder in Amsterdam) zijn
zowat de enigen), en degenen die het doen worden geminachte door grote delen van
hun allochtone achterban, en door sommigen daarvan bedreigd.
Het is precies andersom: moslims zij collectief in de beklaagdenbank gekomen,
OMDAT ze nooit deel hebben willen uitmaken van de samenleving, althans niet die
van de autochtonen. En dat wordt weer veroorzaakt door het gebrek aan
zelfreflectie: ze willen niet nadenken over het feit dat hun thuisland een
armzalig land is, en Nederland veel beter in elkaar steekt. Maar ze willen er
wel van profiteren, en dat is een houding die een positie in de beklaagdenbank
rechtvaardigt.
Heel juist. En conservatisme staat voor behoud van het eigene en afwijzing van
het andere, dus afwijzing van het Nederlandse, dus afwijzing van onze
samenleving, zie hier direct boven.
Mooi is dit: een stuurloze Nederlandse mentaliteit is voor Mohammed B.
belangrijker dan de cultuur waarin hij door ouders en omgeving in is opgevoed.
Over gebrek aan zelfreflectie gesproken, dit is een uitstekend voorbeeld: de
daad van het icoon van wat er fout is gegaan wordt Nederland in de schoenen
geschoven. Zelf hebben de allochtone dus niets fout gedaan, behalve een beetje
conservatief zijn (is vasthouden aan oude cultuur; hier spreekt men zich ook
tegen)
Nog eentje. Wij hebben te weinig respect voor onszelf, en daarom te weinig
respect voor allochtonen. Oftewel: wij hebben het weer gedaan. Als we zeggen dat
alle culturen gelijkwaardig zijn, wat enkele decennia de openbaar uitgedragen
opvatting was, getuigt dat van te weinig zelfrespect. En zodra, de laatste twee
jaar, er mensen komen die wel hun zelfrespect uitspreken, en stellen dat de
Arabische cultuur in het algemeen en de islam in het bijzonder achter op ons
liggen, is het ook niet goed.
Hier wordt de islam gezegd dat ze niet superieur is. Daarmee geven de auteurs
toe dat het nodig is dat ze dit gezegd wordt, en dus dat de islam vindt dat ze
superieur is. Maar dit is ook niets bijzonders, want dat denken de meeste
religies. Maar het wordt hier wel nog steeds zeer omfloerst gezegd. Al weer een
moment waarop blijkt dat zelfreflectie bij allochtonen zeer zwak ontwikkeld is.
Dat is dus de echte strijd over denkbeelden: de moslims vormen een versterking
van het rechts reactionaire gedachtegoed met betrekking tot liberale
verworvenheden. Er is dus voor liberaal denken een echt gevaar verbonden aan de
islamieten: ze zullen een aantal verworvenheden van de seculiere maatschappij
willen terugdringen.
20-11-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van Ahmed Cem Yilmaz :
In beide door Yilmaz genoemde gevallen is door de Volkskrant uitgebreid
bericht over katholiek extremisme (en protestants extremisme) en de
dierenrechten extremisten, in vrijwel deze woordcombinaties. In beide gevallen
is niet de door Yilmaz gebruikte aaneenkoppeling gebruikt, maar dat is
onbelangrijk.Waar er dus geen objectieve klacht is, is er dus een ander proces
aan de gang. Op zich zijn de berichten van de Volkskrant niet verzonnen,
dus moet Yilmaz gekwetst zijn door die werkelijkheid. Gesteld voor de
werkelijkheid van moslimextremisme, kiest Yilmaz er voor om te klagen over de
boodschapper, refererende aan zijn band met de extremisten. Dat betekent dat
Yilmaz moreel partij trekt voor de extremisten, vanwege die band van het moslim
geloof.
20-11-2004, de Volkskrant, achtergrond artikel over propagandazender
Radio Free Europe:
Eenvoudige, klare taal, en niet te weerleggen. Maar nog steeds geen
Nederalndse moslim die hetzlefde zegt, behalve Afshin Ellian, ook Iraniër.
20-11-2004, TV Nederland 3, NOVA, een special over Ayaan Hirsi Ali, met
daarin een stukje uit een rapportage waarin Hirsi Ali op een school met
allochtone kinderen vraagt: wat is belangrijker: Allah of de grondwet, en alle
kinderen in koor antwoorden: Allah!
22-11-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van N. Demirtas:
Geen enkele vorm van zelfonderzoek. Met 'uitvergroten' wordt
kennelijk het feit bedoeld dat wat eerst uit de krant werd gehouden, er sinds
2002 wel in kwam. Dat geldt inderdaad ook voor de Volkskrant.
Gezien de feitelijke juistheid van de berichtgeving zou de reactie van Demistas
dus moeten zijn: bij deze moslims wil ik niet bij horen, en dus zal ik me niet
als moslim afficheren. Het afvallen van grote hoeveelheden moslims zou de
reactie zijn die de extremisten het meest zou treffen; en niet de autochtonen
proberen mee te laten delen in de schuld van een moordenaar. Want er wordt 'niet
goedgepraat' door Demiras, maar wel schuld uitgesmeert. Dat is bijna hetzelfde,
als dat uitsmeren onterecht is.
Afshin Ellian,
rechtsgeleerde in Leiden, schreeuwt zijn kritiek van de daken. Hij heeft opgeroepen juist nu bijtende
satire over de islam te brengen en door te gaan met serieuze kritiek. Hij geeft
interviews aan Nederlandse en international media, geeft commentaar op televisie
en heeft (samen met Leon de Winter), als grappig bedoelde provocatie, aangifte
gedaan tegen Allah, die aanzet tot moord. Hier de reactie van de Volkskrant:
Afshan Ellian, 23-11-2004, de Volkskrant, onder de kop: 'Gas
terugnemen? Fout signaal'.
Deze redactie sluit zich aan bij de aanklacht tegen Allah wegens aanzetten
tot moord. Deze redactie wil hieraan toevoegen het aanzetten tot discriminatie, en het
plegen van smadelijke belediging jegens het godsvrije humanisme.
Afshin Ellian is nog steeds de enige openbare Nederlandse moslimfiguur die
zich op een dergelijke heldere manier heeft uitgesproken. De Volkskrant
geeft dit ook toe door hem als enige bondgenoot van Ayaan Hirsi Ali te
kenschetsen.
27-11-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van Abderrahim Akhnikh en Saida
Akhnikh:
Idem, ingezonden brief van Ahmed Tawfic Karimi, onder de kop
Beide schrijvers maken dezelfde fout: ze zijn niet in een
islamitisch land, maar in een Westers land. Het is een algemeen geldende regel
dat je je gedrag aanpast aan dat van het gastland. Beide schrijvers stellen
impliciet dat zij zich niet hoeven aanpassen, omdat hun zeden of cultuur
superieur is aan die van hun gastcultuur, de eerste door te stellen dat de
discussie niet verlicht is, en zij het wel zijn (dus de andere partij, wij, zijn
het niet), de tweede door de plicht zich in te leven eenzijdig bij de autochtoon
legt, zonder over zijn eigen plicht tot inleven te praten.
Bij de evaluatie van deze brieven moet men in aanmerking
nemen dat ze in het Nederlands gesteld zijn, in een Nederlandse krant, en dat de
schrijvers relatief zeer geïntegreerd zijn. Desondanks vindt men bij hen de
meest basale misverstanden over de wederzijdse rechten en plichten bij emigratie
van de ene cultuur naar de andere cultuur. Die misverstanden gaan gepaard met en
duidelijk superioriteitsgevoel met betrekking tot hun eigen cultuur en hun
godsdienst. Daar waar die godsdienst zeer uitsluitend is ten opzichte van andere
godsdiensten en culturen, moet het ergste gevreesd worden voor de mogelijkheden
tot langdurige acceptatie en integratie van deze mensen, laat staan hun minder
geïntegreerde cultuur- en geloofsgenoten.
22-11-2004, de Volkskrant, Kader Abdolah zijn reguliere column
Mirza:
Reactie, 27-11-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van Jan van
Mersbergen:
Waar het om gaat is dat Kader Abdolah beslist niet dezelfde
belangstelling heeft voor autochtone daders, zoals Volkert van der G. Zijn
belangstelling is cultureel bepaald, het gaat erom dat het een moslim is, net
als Abdolah. Kader Abdolah discrimineert. In belangrijke mate is dat een
natuurlijke vorm van discriminatie: wat het meest nabij staat wekt de meeste
belangstelling, empathie en sympathie op, zoveel is bewezen door
wetenschappelijk onderzoek. Maar Kader Abdolah moet dan ook accepteren dat het
ook de ander kant op werkt: autochtonen hebben een natuurlijke belangstelling,
empathie en sympathie voor autochtonen. Dat geldt aan de deur van de disco, en
bij het sollicitatiegesprek. Zoals Joost Zwagerman al opmerkte: het geeft een
onrustig gevoel als de hand die je uitsteekt, aangenomen kan worden door iemand
die in het diepst van zijn ziel denkt dat je een inferieur wezen bent.
28-11-2004, TV Nederland 3, discussieprogramma Hoezo Jihad? voor
Marokkanen naar aanleiding van de moord op Van Gogh. Beheerder van de
Marokkaanse jongeren populaire (5000 hits per dag) website www.elqalem.nl
Chouaati noemt Amsterdams wethouder Aboutaleb een NSB'er.
Wat zoveel zegt als dat die Marokkaan die wat voor kritiek dan ook op
Marokkanen durft te leveren, een de analogie van een landverrader is, dat wil
zeggen: een cultuurverrader.
29-11-2004, de Volkskrant, Kader Abdolah in
zijn rubriek Mirza:
Reactie 1, 01-12-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van C. Jongsma
(Enschede):
Reactie 2, 01-12-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van Wick Wisker
(Noordwijkerhout):
In zeker opzicht stelt Abdolah hier dat Hirsi Ali welbewust de dood zoekt
met haar radicale opmerkingen, en met deze redenatie is hij het eens, en hij
valt er Hirsi Ali voor aan. Hij verdedigt dus degenen die de dood gezocht door
Hirsi Ali zouden moeten veroorzaken. Hij verdedigt de jihadisten. Dat doet hij
natuurlijk niet bewust. Maar wat hij doet is het verdedigen van zijn geloof. En
dat maakt hem zo blind, dat hij niet meer ziet dat hij extremisten verdedigd.
Dat is de reden dat niet alleen de extremisten, maar alle moslims potentieel
gevaarlijk zijn. Hun loyaliteit is te sterk.
30-11-2004, de Volkskrant, ingezonden brief van Margriet Oost (Enschede):
01-12-2004, de Volkskrant, opiniestuk van Shervin Nekuee, socioloog:
Dus als een imam de hand van een vrouw weigert te schudden, trapt de vrouw
op het hart van een moslimjongen als ze daarmee niet blij is. En als dat zo is,
waarom trapt de imam dan niet op het hart van een Lonsdale-jongen?
18-12-2004, de Volkskrant, Nazmiye Oral in het katern Magazine,
gewijd aan het thema Angst, onder de kop :
Normaliter gaat het eerst over de opmerkingen op zich. Maar die hoeven niet
verder uitgelegd te worden. Ten tweede gaat het over wie het zegt: het radicalen
of mogelijke terroristen die een onderzoek door de AIVD waard zijn, maar gewoon
twee meisjes in een stadsbus. De radicale opvattingen zijn dus niet beperkt tot
de radicalen. Aan de hand van dit soort informatie kan men het op enkele
tientallen procenten stellen. Ten derde toont het gelijk van de autochtoon met
betrekking tot het spreken van de allochtone taal in het openbaar aan: waar je
bij staat wordt je uitgescholden en belasterd, niet persoonlijk maar cultureel.
In sommige opzichten des te erger. Ten vierde: Oral heeft wel iets te bieden,
namelijk het wijzen op de mogelijkheid van vertrek uit Nederland, want logisch
zou zijn als je ergens verblijft waar het je zo weinig bevalt. Ten vijfde blijkt
hieruit dat de Turkse cultuur misschien minder extreem is dan de Marokkaanse,
maar desondanks toch mijlenver van de Westerse cultuur verwijderd. Ten zesde:
wat Oral constateert als nu zijnde een feit is niet de kloof, want die kan nooit
op zijn korte termijn ontstaan - wat een feit is dat de kloof nu naar buiten is
gekomen.
Zie ook Autochtonen n.a.v. Van Gogh
. Een
volledige analyse van alle verschijnselen rond allochtonen is bereikbaar via de
pagina Allochtonen hiërarchie
. Die
analyse is in eerste instantie gemaakt medio 2003, en gesystematiseerd begin
2004. De huidige verschijnselen kunnen als direct gevolg van de daar beschreven
dynamiek gezien worden. Wie de wens heeft verdere escalatie van de huidige
problemen te voorkomen, wordt dus sterk aangeraden deze analyse te bestuderen.
Hij zal er leren dat de tot nu toe gehanteerde methode van pappen en nathouden,
of in de termen van burgemeester Cohen van Amsterdam: 'de boel bij elkaar
houden', automatisch tot verdere escalatie zal leiden. Slechts het benoemen en
aanpakken van het probleem daar waar het ligt kan zo'n escalatie voorkomen. Dat
laatste is hier boven nog eens overduidelijk gebleken.
Naar site home
|